NIEUWS

Nog drie Dordtenaren voor
‘jodenbegunstiging’ opgepakt

In het Stadsarchief van Rotterdam zijn nog enkele arrestantenkaarten gevonden van Dordtenaren die zich hebben schuldig gemaakt aan “jodenbegunstiging”. Waarom deze kaarten niet eerder ‘tevoorschijn kwamen’, is achteraf niet te verklaren. Misschien was er destijds een verkeerde zoekterm ingevuld. Maar misschien waren de desbetreffende kaarten voordien gewoon nog niet gedigitaliseerd.

arrestantenkaart van Pieter Hoogenboom



arrestantenkaart van Jacob Philip van Praag



arrestantenkaart van Martje Harmanna van Praag-Hoff

Het arrestantenkaarten van de Dordtenaren
Pieter Hoogenboom en het echtpaar Van Praag. Hoogenboom en mevrouw Van Praag zijn niet joods,
de heer Van Praag is dat wel, vandaar de grote ‘J’
op zijn kaart. Alledrie hebben zich volgens de kaart schuldig gemaakt aan jodenbegunstiging,
reden waarom zij werden aangehouden.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam
















Online
In verhaal 232 op deze Stolpersteine-website is al eens uiteengezet dat het Stadsarchief op 2 juni 2020 een eerste deel van de arrestantenkaarten online beschikbaar stelde. Dat waren er in totaal zo’n 34.000, en daarvan waren er nu 16.000 doorzoekbaar geworden. De ontbrekende kaarten zouden nadien volgen.
        Op de website van het Stadsarchief staat dat de arrestantenkaarten gegevens bevatten van mensen die door de gemeentepolitie zijn vastgehouden in de oorlog. Ze werden beschuldigd of verdacht van een overtreding of misdrijf. “Dat was soms onterecht”, wordt toegelicht. “Veel mensen werden na korte tijd weer vrijgelaten. Als de verdenking wel serieus was, werd de verdachte na een paar dagen overgebracht naar het Huis van Bewaring of soms een kamp. Dat staat dan vermeld op de kaart. Helaas staat de reden van de arrestatie vaak niet op de kaart.”
        In verhaal 234, verhaal 235, verhaal 236 en verhaal 237 zijn eerder de arrestantenkaarten beschreven van Dordtenaren die veelal door de Sicherheitspolizei opgepakt waren wegens ‘jodenbegunstiging’ – voor het helpen van joden dus. Het waren Karel Bosua, Willem Cornelis Luyendijk en Wilhelmus Jacob Sentener. Wie zij waren en hoe het ze is vergaan, valt in de desbetreffende verhalen te lezen.

Nieuw
De ‘nieuwe’ jodengunstigers zijn Pieter Hoogenboom, Jacob Philip van Praag en zijn echtgenote Martje Harmanna van Praag-Hoff. Jacob was zelfs joods, op zijn kaart staat een grote ‘J’; bij zijn vrouw ontbreekt deze. Hun arrestantenkaarten staan hiernaast afgebeeld.
        Opnieuw is uitgezocht wie deze drie mensen waren.
        Pieter Hoogenboom is een autochtone Dordtenaar, geboren op 30 april 1911. Hij woonde toentertijd aan de Blekersdijk, op nummer 6 rood (nu: 8). Hoe hij joden heeft begunstigd, is niet meer te achterhalen. Hoogenboom heeft opgesloten gezeten van 1 tot en met 21 september in 1943. Volgens de website ‘Oorlogsbronnen’ was dat in het Huis van Bewaring aan de Noordsingel in Rotterdam. Hoogenboom was 32 jaar oud; als beroep gaf hij op “student” te zijn. Op de kaart verder dat hij leed aan long tbc.
        Pieter is leraar geworden. Dat valt af te luiden uit een gedigitaliseerd politierapport van 9 augustus 1946. Hij deed toen aangifte van diefstal van zijn rijwiel, en zei erbij dat de fiets “onafgesloten heeft gestaan onder toezicht van een bewaker van het postkantoor”. Op 17 oktober 1955 heeft hij Dordrecht verlaten om zich te vestigen in Emmen, op het adres Boskamp 23.
        Anno 2023 zal hij niet meer leven, maar een overlijdensdatum is in openbare bronnen vooralsnog niet gevonden.

Envelop
Over de leraar Jacob Philip van Praag, geboren in Amsterdam op 11 mei 1911, is iets meer te melden, doordat hij eerder ‘ter sprake’ kwam op deze website. Op de veilingsite eBay was namelijk een envelop ontdekt, die Van Praag in de oorlog heeft gestuurd naar J.J. Polak in Princeton, bij New York, zie deze link. De envelop werd nu te koop aangeboden, door wie is niet bekend.
        Van Praag woonde, samen met zijn vrouw Martje Harmanna Hoff, in de oorlog aan de Binnenkalkkade in Dordrecht, op nummer 5 rood. Deze straat bestaat niet, er wordt de Binnen Kalkhaven mee bedoeld. De echtelieden werden tegelijk gearresteerd voor jodenbegunstiging op 1 september 1943, zij mocht al op 30 september naar huis, hij pas op 8 oktober.
        Van Praag was vanaf 1938 leraar Nederlands aan het Gemeentelijk Lyceum in Dordrecht, totdat hij in oktober 1941 als joods zijnde werd ontslagen. Daarna ging hij als docent werken op een joodse middelbare school in Rotterdam, tot dit ook te gevaarlijk werd. Daarna dook hij onder in Eindhoven.
        Hij overleefde de Holocaust, net als zijn ouders. Uit de woningkaart valt op te maken dat het echtpaar op 24 september 1945 “uit VOW” terugkeerde op de Binnen Kalkhaven. Dit betekent dat zij zich verstopt hadden, VOW staat voor ‘vertrokken onbekend waarheen’. Op 28 maart 1956 verhuisden zij naar Voorburg, naar de Prinses Mariannalaan, nummer 195.
        In 1946 heeft Van Praag het Humanistisch Verbond opgericht, waarvan hij tot 1969 voorzitter is geweest. Van 1954 tot 1974 was hij daarnaast gedeputeerde in Zuid-Holland, namens de PvdA. Hij is in Zeist overleden op 12 april 1981, 69 jaar oud. Zijn echtgenote Martje, ook wel Harmke genoemd en geboren in Amsterdam op 1 juni 1911, stierf eveneens in Zeist, op 10 juli 1997, 86 jaar oud.