Het voorbije joodse dordrecht

De getuigenis van Van Mindeno

De getuigenis van Van Mindeno, op de voorpagina van ‘Het Vrije Volk’ van 10 februari 1948, vormde de kern van de zaak.
Foto Krantenbank Delpher

Siegfried van Mindeno getuigde
tegen Dordtse jodenjager Evers

Siegfried van Mindeno was niet zomaar een getuige in het geruchtmakende proces tegen Dordrechts beruchtste jodenjager, de ex-politieman Harry Evers.
        Enkele dagen ging het monsterproces duren dat maandagochtend 9 februari 1948 was begonnen in het Bijzonder Gerechtshof in Den Haag. De dagvaarding was “fel en vernietigend”, schreef de rechtbankverslaggever van Het Vrije Volk (HVV) de volgende dag op de voorpagina: Evers had als “jachthond van de SD” in Dordrecht meer dan 25 joden en onderduikers gearresteerd, vooral joden. Verreweg het grootste deel was overleden in gevangenschap, slechts enkelen waren teruggekeerd en zouden in de loop van het proces hun aanklacht uitbrengen.
        Eén van hen was de joodse Siegfried van Mindeno. Ook híj had langdurig in kampen gezeten, eerst in Vught, daarna in Dachau, en had weten te overleven.
        Zijn getuigenis werd een bepalende, een belastende. Hij herinnerde zich nog zeer wel de uitspraak die Evers tegen hem had gedaan, een uitspraak die Evers neerzette als jodenhater: “Joden horen in deze maatschappij niet thuis; ze moeten er uit.” Daarmee roerde Van Mindeno, rapporteerde HVV, “misschien wel de kern van de zaak aan.”
        Wie Evers was, moest het proces uitwijzen. Was deze Dordtse politieman, zoals HVV opwierp, “een doortrapte schurk, fanatiek, vol ijver en meedogenloos?” Of was hij, omdat hij na de capitulatie opdook als chef van het Bureau voor Nationale Veiligheid te Utrecht, “een uiterst moedig vaderlander?”
        Maar wie nu was Siegfried van Mindeno, de overlevende jood die Evers met zijn getuigenis kon ontmaskeren als jodenjager? Wat was hem in Dordrecht overkomen? Hoe was hij überhaupt in deze stad, én daarmee in de val van Evers, terechtgekomen?
        Een portret van een getuige à charge.

Verdachte Harry Evers op een foto in de De Dordtenaar

Verdachte Harry Evers op een foto die ‘De Dordtenaar’ verschillende keren plaatste bij verslagen van het proces en van het hoger beroep.
Foto Krantenbank Regionaal Archief Dordrecht (RAD)

Berlijn
Siegfried Bernard van Mindeno was geen Dordtenaar, en al evenmin elders in Nederland geboren. Hij kwam ter wereld in Berlijn, overigens in een tijd dat joden daar nog tamelijk onbevreesd konden leven: op 26 maart 1905. Siegfried was het laatste kind dat Bernard van Mindeno (Rotterdam, 5 april 1859) en Rebecca Stodel (Amsterdam, 7 maart 1867) zouden krijgen. Kennelijk achtten zij het gezin met vier kinderen voltooid.
        Vader Bernard trouwde op 8 juni 1887 in Amsterdam met Rebecca, maar ging er niet wonen. Ruim een jaar later, op 29 oktober 1888, beviel Rebecca in Rotterdam van het eerste kind: Mathilda, soms ook als Mathilde geregistreerd. Weer een jaar later verscheen Jacques, op 19 december 1890, nog steeds in Rotterdam. Carolina werd als derde kind in het naburige Schiedam geboren, op 27 april 1895. Enige tijd daarna verhuisde het gezin naar Berlijn, waar het volgens de lokale, gedigitaliseerde adresboeken op twee adressen kwam te wonen: in 1904 op de Grüner Weg 13, in 1909 in de Greifswalder Straβe, op nummer 149.
        Bernard, koopman van beroep, hield zich in Berlijn bezig met de import van sigaren en de verkoop van loten en speelkaarten. In 1905 kregen Rebecca en hij in deze stad hun vierde kind, Siegfried. Op 20 augustus 1909 keerde het gezin terug naar Nederland, en vestigde het zich in Amsterdam. Zoon Jacques zou de banden met Berlijn niet compleet verbreken: hij trouwde er in 1917, 27 jaar oud inmiddels, met Felicia Sellie Hirsch, op 9 oktober 1891 in deze hoofdstad geboren.
        Om nog even bij dit echtpaar te blijven: Jacques, die vertegenwoordiger in damesconfectie werd, kreeg met Felicia nog in Berlijn op 31 augustus 1922 een zoon, Heinz Erwin. Deze zou tijdens de Tweede Wereldoorlog door eigen landgenoten worden vermoord in Auschwitz, op 8 januari 1944, 21 jaar oud. Zijn ouders slaagden er beiden in de Holocaust te doorstaan. Jacques overleed op 2 april 1965 (74), Felicia op 18 oktober 1976 (85), beiden te Amsterdam.

Greifswalder Strasse 149 in Berlijn

Siegfried Bernard van Mindeno is geboren in Berlijn, in 1905. Van hem is in openbare bronnen geen enkele persoonsfoto aangetroffen. Deze foto toont het gebouw aan de Greifswalder Strasse 149, waar het gezin Van Mindeno op het laatst in Berlijn woonde, vlak voor vertrek naar Nederland.
Foto Google Streetview

Schaken
Siegfried ontwikkelde zich in diverse beroepen. Op zijn Amsterdamse persoonskaart staat genoteerd dat hij kantoorbediende was, handelsagent en procuratiehouder. Daarnaast was hij een verwoed, en kennelijk vaardig schaker. Via de krantenwebsite Delpher van de Koninklijke Bibliotheek en via Google zijn verschillende partijen van hem op te zoeken, bijvoorbeeld die tegen de latere wereldkampioen Max Euwe in 1927. Ook zijn neef Heinz Erwin was trouwens een getalenteerd schaker. In 1937 werd hij juniorlid van het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap en wist hij de sterkte van een hoofdklassespeler te bereiken.
        Al even gevarieerd waren de huwelijken van Siegfried van Mindeno. Op 10 augustus 1930 trouwde hij in Londen eerst met Lilian Belchak. Hij was er kennelijk gaan werken. Over zijn echtgenote zijn geen nadere gegevens bekend. In 1934 bevond Siegfried zich weer in Amsterdam. Of zijn vrouw hem vergezelde, valt niet na te gaan. In 1937, in het Algemeen Handelsblad van 16 april, doet de Amsterdamse deurwaarder I. Harshagen een oproep: hij vraagt mevrouw Belchak, “verblijvende te Londen”, om donderdag 27 mei om half twaalf te verschijnen in de Zesde Kamer der Arrondissementsrechtbank, om daar de echtscheiding te “hooren uitspreken”.
        Op 15 augustus 1938 wordt het huwelijk officieel ontbonden.
        Iets meer dan een maand later hertrouwt Siegfried, in Amsterdam op 21 september 1938, met Clara Pije. Deze tweede echtgenote, geboren in Amsterdam op 11 juli 1907, had zelf ook al een huwelijk achter de rug, met de advocaat-procureur Joseph Isaac Maarsen (Amsterdam, 25 juni 1904). Met hem had zij één kind gekregen, Bertie Ella Maarsen, op 22 april 1936. Maar ook dit tweede huwelijk eindigde al na enkele jaren, op 21 april 1942. Clara Pije, die naderhand mr. drs. Isidoor van Praag (1910-1962 huwde, overleed op 10 april 1981 (73) in Amsterdam, haar ex Joseph Maarsen op 14 maart 1997, eveneens in Amsterdam, op 92-jarige leeftijd.
        Kort daarop trouwde Siegfried op 24 juni 1942 in Amsterdam met Jetty Son. De verloving was al op 25 april bekendgemaakt in Het Joodsche Weekblad, vier dagen nadat zijn tweede huwelijk was beëindigd.

Bernard van Mindeno, de vader van Siegfried, overleed in Amsterdam op 16 oktober 1926 Siegfried’s moeder, Rebecca Stodel, stierf in de oorlog

Bernard van Mindeno, de vader van Siegfried, overleed in Amsterdam op 16 oktober 1926, 67 jaar oud, volgens de advertentie in het ‘Algemeen Handelsblad’ (AH) van de volgende dag. Siegfried’s moeder, Rebecca Stodel, stierf in de oorlog, na langdurig lijden, op 73-jarige leeftijd op 22 januari 1941 (AH, 23.1.1944).
Foto’s Delpher


Driemaal trouwde Siegfried van Mindeno, de eerste keer in Londen met Lilian Belchak, in 1930

Driemaal trouwde Siegfried van Mindeno, de eerste keer in Londen met Lilian Belchak, in 1930. In 1937 verscheen in het ‘Algemeen Handelsblad’ van 16 april deze oproep aan Lilian om bij de rechtbank te verschijnen, zodat zij de echtscheiding kon horen uitspreken.
Foto Delpher

Dordrecht
Siegfried woonde bij het naderen van de oorlog nog altijd in Amsterdam, zij het op telkens wisselende adressen. De gezinskaart uit het Stadsarchief noemt alleen al tussen 1937 en 2 februari 1943, wanneer Siegfried wordt opgegeven als VOW (Vertrokken Onbekend Waarheen), zes straten. Voor die tijd trok hij ook al van het ene woonhuis naar het andere.
        Maar in juni 1943 dook hij op in Dordrecht. Dit heeft dr. Frank van Riet achterhaald, de Rotterdamse historicus en politieman die thans bezig is de rol van de Politieke Politie in Dordrecht te onderzoeken. Harry Evers − volgens de historicus, programmamaker en journalist dr. Ad van Liempt een van de ergste jodenjagers van Nederland − was lid van dit onderdeel van de Dordtse gemeentepolitie.
        Van Riet meldde desgevraagd dat Siegfried met een bedoeling in Dordrecht was. “In verklaringen staat”, constateerde Van Riet, “dat hij er op bezoek was bij iemand die enkele ondergedoken familieleden van hem verzorgde. Hoeveel familieleden het waren, en waar ze eventueel verbleven, valt er echter niet uit op te maken.”
        Op het station werd Van Mindeno opgepakt, door Evers en zijn kompaan Arie den Breejen. “Zij schaduwen hem waarschijnlijk.”
        Siegfried is daarna door hen en door de Sicherheitsdienst verhoord, maar volgens Van Riet “hebben zij niet geconstateerd dat hij joods was”. Dat was Van Mindeno wel degelijk, maar het lukte hem blijkbaar de agenten van het tegendeel te overtuigen. Siegfried gebruikte in de bezettingstijd een schuilnaam, luidende: S.B. van Marle.
        Van Mindeno is vervolgens opgesloten. Op een kaart van de Joodsche Raad, te raadplegen via de website van het zogenoemde Arolson Archief in Bad Arolson, het grootste Holocaustarchief ter wereld, valt te lezen dat Siegfried in ‘Vucht’ (Vught) heeft vastgezeten, onder de naam Van Marle, als nummer 6651. Volgens de kaart was hij “gearr.” op 16 juni 1943. Een volgende notitie, van 28.6.1946, meldt dat hij “terug is uit Dachau, waar hij als “pol. gev.” (politieke gevangene) in de cel zat, opnieuw onder de naam S.B. van Marle, en als nummer 69015.
        Klaarblijkelijk zijn de Duitsers blijven geloven dat hij Van Marle heette, en niet-joods was. Zijn valse identiteit redde hem, want zij zouden hem anders zonder twijfel hebben vermoord.

Clara Pije, Siegfried’s tweede vrouw, met haar broer Isidore

Clara Pije werd in september 1938 Siegfried’s tweede vrouw. Zij staat hier op jonge leeftijd afgebeeld met haar broer Isidore, op de website ‘Redt een portret’ van het Amsterdamse Stadsarchief, een actie bedoeld om foto’s uit de Collectie-Merkelbach te kunnen thuisbrengen.
Foto Stadsarchief


Siegfried verloofd en getrouwd met Jetty Son

Vier dagen nadat zijn tweede huwelijk, met Clara Pije, was geëindigd in een echtscheiding, deelde Siegfried via ‘Het Joodsche Weekblad’ mee dat hij zich heeft verloofd met Jetty Son. Het huwelijk had plaats op 24 juni.
Foto’s Delpher

Trouwen
Heinz Erwin, de neef van Siegfried, had zoveel geluk niet. Op de website ‘Joods Monument’ wordt meegedeeld dat hij in een poging uitstel van deportatie te krijgen, in kamp Westerbork trouwde op 19 april 1943, met Frederike van Duren (Arnhem, 19 mei 1922). Zijn echtgenote overleefde de oorlog, ondanks deportatie; Heinz eindigde in Auschwitz. Heinz Erwin kreeg een plaats in Partij verloren, het gedenkboek dat in 1947 verscheen ter herinnering aan de schakers die in Nederland tijdens de bezetting waren heengegaan.
        Ook de moeder van Siegfried, Rebecca Stodel, overleed in de oorlog, maar haar is het vernietigingskamp bespaard gebleven. Volgens de overlijdensadvertentie in het Algemeen Handelsblad van 23 januari 1941 stierf Rebecca op bijna 74-jarige leeftijd in Amsterdam “na langdurig lijden”.
        De oorlog maakte ook een einde aan het leven van Mathilda van Mindeno, de oudste zus van Siegfried. Mathilda was de echtgenote geworden, op 22 september 1921 in Amsterdam, van koopman Philip Kuit (Amsterdam, 4.2.1887). Philip werd vergast in Auschwitz, op 5 oktober 1942 (55), Mathilda stierf in Amsterdam, op 14 november 1942 (54).
        Voor de volledigheid: jongste zus Carolina overleefde de verschrikkingen. Zij was op 19 juni 1924 in Amsterdam getrouwd met de kantoorklerk in conserven Pieter van der Blonk (Edam, 31.10.1894) en wist te blijven leven tot 4 februari 1976. Zij werd tachtig, en ligt begraven op de begraafplaats van Monnickendam. Haar man overleed in 1978.
        De oorlog was voorbij, Siegfried van Mindeno keerde huiswaarts – behalve hij leefden alleen zijn broer Jacques en zijn zus Carolina nog. Op 12 juni 1945 betrok hij een woning in een straat die hij kende, de Amstellaan. Hij vestigde zich op nummer 13 I, in de eerste oorlogsjaren had hij in deze straat op de nummers 254 II (januari 1942) en 62 huis (december 1942) gewoond. Hij bleef hier maar kort, krap twee maanden. Op 7 augustus 1945 vond hij een pand dat hem lang zou bevallen, tot 1 september 1964, elf jaar achtereen: Hoendiepstraat 28 huis.
        Het is aannemelijk dat Siegfried inmiddels weer in gezelschap van zijn (derde) vrouw was. Hij had Henriëtte Anna Clara Son (Breda, 12.5.1913), roepnaam Jetty, zoals gemeld midden in de oorlog getrouwd, op 24 juni 1942. Waar zij verbleef in de bezettingstijd is onbekend. Maar na de oorlog voegde zij zich weer bij haar man, want op 29 april 1947 beviel zij van een dochter, Renée Hermy. Renée is het enige kind dat Siegfried van Mindeno kreeg.

De Dordtenaar plaatste niet alleen foto’s van Evers, maar liet hem ook tekenen

‘De Dordtenaar’ plaatste niet alleen foto’s van Evers, maar liet hem ook tekenen.
Foto RAD


persoonskaart van Siegfried van Mindeno uit de kaartenbak van de Joodsche Raad

De persoonskaart van Siegfried van Mindeno uit de kaartenbak van de Joodsche Raad, geopenbaard door het Arolson Archief. Uit de kaart blijkt dat Siegfried in Vugth en daarna in Dachau gevangen heeft gezeten. Hij wist de Holocaust te overleven.
Foto Arolson Archief

Proces
In februari 1946, een jaar eerder, werd Harry Evers gearresteerd. Opperwachtmeester Jansen uit Dordrecht verhoorde hem over zijn gedrag in de oorlog. Het dossier werd lijvig: vier weken duurde het verhoor, tien uur per dag. Het resultaat, zo vatte Het Vrije Volk samen bij de start van het monsterproces tegen Evers, was “een overstelpende reeks vernietigende bewijzen”, een “trieste, bijna eentonige opsomming van arrestaties en huiszoekingen, van het ‘vangen’ van mensen, van het grijpen van ‘candidaten voor de hel van de kampen’”.
        Siegfried van Mindeno werd opgeroepen te komen getuigen. Hij kwam en vertelde de rechtbank wat Evers tegen hém had gezegd ten tijde van de arrestatie – dat joden niet thuishoren in deze maatschappij, dat zij eruit moeten.
        “Wat heb je daar over te zeggen, Evers?”, vroeg de advocaat-generaal.
        Evers: “Overdreven, sterk overdreven.”
        Behalve HVV was ook De Dordtenaar present tijdens de zitting. Dat dagblad noemt Siegfried per abuis ‘Mindeno’ en meldt over hem op 19 februari, de tweede zittingsdag: “Getuige Mindeno, reeds eerder gehoord, doet dan nog enige aanvullende verklaringen over mej. Van Holten, die hem voor een jood had gehouden. Get. redde er zich tegenover Evers uit, door te zeggen dat hij geen Jood was, integendeel de p... aan de Joden had, ofschoon hij dat niet meende.”
        Uit dit voorval is al op te maken dat Van Mindeno als Van Marle een spel aan het spelen was. Mejuffrouw Joh. van Holten was in de eerste oorlogsjaren dienstbode bij de joodse familie Breemer. Onder bedreigingen van Evers had zij het adres verklapt van de eveneens joodse familie Kleinkramer, allebei in Dordrecht.

gezinskaart Siegfried van Mindeno

De gezinskaart toont aan dat Siegfried op 12 juni 1945 opdook in Amsterdam en ging wonen in zijn vroegere woonstraat, de Amstellaan, zij het op een ander nummer, 13.
Foto Stadsarchief


citaat van Siegfried Van Mindeno

Nog een citaat waarin Van Mindeno figureert uit het verslag van het proces tegen jodenjager Evers, uit ‘De Dordtenaar’ van 19 februari 1948.
Foto RAD

Collaboratie
Het Haagse Bijzonder Gerechtshof veroordeelde Evers op 10 maart 1948 vanwege collaboratie tot acht jaar gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest en ontzetting uit de beide kiesrechten voor de duur van het leven.
        Maar hij ging in hoger beroep, bij de Bijzondere Raad van Cassatie in Den Bosch. Op 8 maart 1950 berichtte De Dordtenaar over de middagzitting van de dag ervoor. 23 getuigen à charge werden er verhoord, onder wie andermaal Siegfried.
        Dit keer schrijft de krant: “De heer S. van Mindeno uit Amsterdam, destijds wonende te Dordrecht, was op het station alhier door de Feldgendarmerie gearresteerd. Tijdens het verhoor dat Evers en Den Breejen hem afnamen, liet Evers zich minachtend uit over de Joden en had [hij] geprobeerd getuige over te halen zijn medewerking te verlenen aan het opsporen van Israëlieten.”
        Van Mindeno wordt verder niet geciteerd in de kranten die het hoger beroep volgden. Uiteindelijk is Evers veroordeeld tot 3,5 jaar gevangenisstraf. Maar omdat deze straf gelijk was aan de periode die hij in de cel had doorgebracht, werd hij direct vrijgelaten. Evers, geboren in Tilburg in 1918, stierf in Veldhoven in 1991, 73 jaar oud.
        Siegfried heeft in tegenstelling tot wat De Dordtenaar meldde, nooit in Dordrecht gewoond. Zijn grootmoeder van moederszijde Matje Davidson was een geboren Dordtse (15 augustus 1838), maar zij trouwde al op 8 juni 1887 in Amsterdam met Salomon Stodel en overleed er op 35-jarige leeftijd op 6 juni 1873. Er zijn verder geen familiebanden met Dordrecht.

grafstenen Jacques van Mindeno en zus Caroline v.d. Blonk-Mindeno Siegfried overleden, op 2 april 1967, in Leuvenheim

Behalve Siegfried overleefden zijn broer Jacques en zijn zus Caroline de oorlog. Jacques overleed op 2 april 1965, 74 jaar oud en werd begraven in Hoofddorp. Zijn zus Caroline v.d. Blonk-Mindeno stierf op 4 februari 1976, 80 jaar oud. Haar graf is in Monnickendam.
Foto’s Website ‘Het Stenen Archief’

Siegfried was al ver voor zijn zus overleden, op 2 april 1967, in Leuvenheim in de gemeente Brummen, het dorp waar hij enkele jaren eerder, in 1964, was gaan wonen. Siegfried is 62 geworden (‘Het Parool’, 6.4.1967).

Auto-ongeluk
Zeventien jaar leefde Siegfried van Mindeno nog nadat hij had getuigd in Den Bosch. Hij overleed op 2 april 1967, 62 jaar oud, in Leuvenheim, een Gelders dorp gelegen aan de IJssel, in de gemeente Brummen. Daar waren hij zijn vrouw Jetty en dochter Renée per 1 september 1964 gaan wonen, aan de Metelerkampweg 19.
        In 2002, 35 jaar later, kwam zijn dochter Renée om het leven bij een auto-ongeluk aan het einde van een vakantie in Mexico, pas 54 jaar oud. Het gebeurde op 3 maart, in bijzijn van haar echtgenoot Arnold Dorhout Mees.
        Hij schreef een eerbetoon aan Renée, te vinden via internet, in de ‘Kroniek van de stichting Geslacht Mees’. “25 jaar lang hebben wij gezamenlijk een boeiend en fijn leven gehad. Ik denk hierbij aan de wereldreizen in de laatste zeven jaar van ons huwelijk. Deze heeft zij tot in de puntjes voorbereid, alles klopte precies. Dit geldt ook voor de financiële zaken in ons leven; haar ervaring als zakenvrouw trad hier sterk naar voren. Als mens was zij zeer sociaal, zij hielp mensen in hun moeilijkheden op een humoristische wijze. Zij was overal zeer geliefd.”

Renée Hermy kwam op 3 maart 2002 om het leven bij een auto-ongeluk in Mexico

Renée Hermy, het enige kind dat hij kreeg, met Jetty Son, kwam op 3 maart 2002 om het leven bij een auto-ongeluk in Mexico, 54 jaar oud. Haar echtgenoot Arnold Dorhout Mees schreef een In Memoriam over haar voor de ‘Kroniek van de stichting Geslacht Mees’. 1935 moet overigens 1947 zijn.
Foto Website Geslacht Mees

 

 


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'