Het voorbije joodse dordrecht

Joodse voetbalscheidsrechter Leo Horn
had ook in Dordrecht een textielwinkel

Leo Horn

Leo Horn zoals generaties Nederlanders (en buitenlanders) hem hebben gekend, als een opvallende scheidsrechter. Hier staat hij een op foto van Wim van Rossem, gemaakt op 19 januari 1958.
Foto Nationaal Archief (nummer 2.24.01.04/909-2623)

Als internationaal scheidsrechter was Leo Horn eind vorige eeuw een huishoudnaam, en misschien is hij dat onder oudere voetballiefhebbers nog altijd.
        De man was legendarisch, ijdel, extravert en kleurrijk, en niet alleen omdat hij de eerste scheidsrechter was die behalve in het zwart, ook gekleed ging in bordeauxrood of mosgroen. Op het veld liet hij zich niets zeggen. Hij duldde niets. “Hij spaarde niemand”, oordeelde Trouw eens, en als columnist van het tv-blad Televizier liep hij volgens dit dagblad “als een olifant door de porseleinkast”. De man kon daarnaast rancuneus zijn.
        Naast dit alles was Leo Horn bovenal joods. Die identiteit verzweeg hij tijdens de oorlog. Hij bleef gewoon rondlopen zonder Jodenster en onder valse schuilnamen. Als “dr. Van Dongen” en “ir. Varing” verrichtte hij verzetswerk voor de Sabotagegroep Amsterdam-Zuid. De oorlog is hij ongeschonden doorgekomen. Zo niet zijn broer Edcar, die is routineus vermoord in Sobibor. En zijn zus Sophie heeft ternauwernood Bergen-Belsen en Auschwitz overleefd.
        Na de oorlog bouwde de zakenman die Leo Horn óók was, stap voor stap een stoffenimperium op, een keten van zestien zaken. En zo ontstond zijn band met Dordrecht. In de Vriesestraat, op nummer 82, bevond zich tien jaar lang een winkel van hem, ‘Leo Horn – Jersey Mode BV’ genaamd. Maar Dordrecht was voor hem blijkbaar toch iets meer dan een zoveelste filiaalstad: Horn speelde er Sinterklaas bij DFC, en gaf er lezingen.
        In dit verhaal wordt behalve op zijn glansrijke scheidsrechtersverrichtingen, vooral teruggekeken op de oorlogs- en Dordtse tijd van Leo Horn.

Amsterdamse archiefkaart van het gezin Horn

Op 7 mei 1928 vestigde het gezin Horn zich in Amsterdam, op het adres Plantage Badlaan 20b huis,
laat deze Amsterdamse archiefkaart zien.
Foto Stadsarchief Amsterdam

opa en oma van Leo Horn, Leopold Horn en Sientje van Blijdensteijn

Een vondst in de beeldbank van het Nationaal Archief:
dit zijn de opa en oma van Leo Horn, Leopold Horn en Sientje van Blijdensteijn,
in Sittard gefotografeerd op 17 juni 1929, bij hun 50-jarig huwelijk.
Foto Nationaal Archief (nummer 2.24.05.02/024-0196)

Rooms-katholiek
Leopold Sailvin ging het derde kind heten dat veekoopman Leopold Horn op 29 augustus 1916 in Sittard kreeg met Paula Levij. Zij was een Duitse, geboren in Keulen op 17 februari 1882; hij zag het levenslicht in Sittard, op 14 november 1879. Nadat zij in Keulen op 12 april 1907 in het huwelijk waren getreden, kwam een jaar daarna in Sittard al hun eerste kind: Edcar Leopold (18.2.1908), in 1910, op 21 april gevolgd door dochter Sophie Wilhelmina Rosina en na Leopold − de zoon die zich zou ontpoppen als flamboyant scheidsrechter − verscheen als nakomertje nog George (1.1.1925).
        Drie zonen en één dochter, allen joods. Maar bij gebrek aan joodse scholen in Sittard bezocht Leo “de rooms-katholieke school en daarna de openbare lagere school”, schrijft P. van der Eijk in een uitgebreid biografisch portret van de fameuze Leo Horn, in het Biografisch Woordenboek van Nederland, een uitgave van Huygens Instituut voor Nederlandse geschiedenis en cultuur van de Koninklijke Academie van Wetenschappen in Amsterdam.
        “Met zijn vader en broers ging Leo op vrijdag naar de plaatselijke synagoge”, vervolgt Van der Eijk. “Last van discriminatie had het gezin niet, alleen bij ruzies op school of op straat werd de kinderen hun joodse afkomst ingewreven.” Op zesjarige leeftijd kwam Leo bij de rooms-katholieke voetbalvereniging Sittard VVS. “Die keuze lag voor de hand, omdat het weiland waarop de club speelde, eigendom was van Horn, die er als veehandelaar doordeweeks zijn koeien liet grazen. Veel voetbaltalent legde Leo hier overigens niet aan de dag.”
        “Jaargenoot Toon Hermans was zijn buurman en goede vriend”, signaleert Jurryt van de Vooren terloops in een al even biografische schets van Horn op de website Sportgeschiedenis.nl. De digitale encyclopedie Wikipedia vult aan: “Samen organiseerden zij circusvoorstellingen: Hermans trad op en Horn was de ‘directeur’. De opbrengst was voldoende om een dag lekker misselijk te zijn van de zoute drop.”

gezinskaart van Edcar, de oudste broer van Leo Horn

Nog een gezinskaart, nu van Edcar, de oudste broer van Leo. Deze koopman in wijnen
huwde de Amsterdamse Catharina Levie en ging met haar aan de Parnassusweg wonen.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Knieblessure
In 1928 liet het gezin Sittard achter zich, en begon een nieuw bestaan in Amsterdam. Volgens Van der Eijk gebeurde dit vooral omdat moeder Horn meende dat deze “grote stad haar kinderen betere toekomstmogelijkheden zou bieden”. Het gezin ging wonen in de Weespersbuurt, in een bovenwoning in de Plantage Badlaan, op nummer 20 b-hs. Vader Leopold werd er geregistreerd als “employé”. Maar volgens Van der Eijk was hij in Limburg nog altijd veehandelaar, alleen in de weekenden was hij thuis.
        In Amsterdam voltooide Leo de lagere school en daarna, in 1931, de driejarige hbs. Hij ging ook hier voetballen, bij Wilhelmina Vooruit, maar stopte daar noodgedwongen op zijn 17de mee als gevolg van een knieblessure. Van der Eijk: “Omdat de voetbalsfeer bleef trekken, begon hij in 1933 wedstrijden te fluiten voor de Amsterdamsche Voetbalbond (AVB). Scheidsrechteren bleek Horn te liggen. Hij was beslist in zijn optreden, en de spelers aanvaardden zijn gezag.”
        Begonnen als amateurscheidsrechter, mocht Horn vijf jaar later, 22 jaar oud, de kampioenswedstrijd van de AVB in de eerste klasse fluiten. In september 1938 stapte hij over naar de landelijke KNVB.
        Dankzij bemoeienissen van zijn vader had Leo Horn, nadat hij zijn einddiploma had behaald, als jongste bediende kunnen beginnen bij het joodse textielbedrijf Lehmann & Co. Binnen enkele jaren klom hij er op tot vertegenwoordiger. Het gezin verhuisde intussen. Per 7 juni 1935 werd Frans van Mierisstraat 50 huis het nieuwe adres − en dat zou het tot na de oorlog blijven.
        Niet alle gezinsleden verhuisden mee. Sophie, ook wel ‘Fifi’ of ‘Phity’ genoemd, was op 29 augustus 1934 in Amsterdam getrouwd met Leo Koster (Zaandam, 30.9.1905), en met hem in de Deurloostraat gaan wonen, op nummer 64 II. Zij kregen twee kinderen: Marcel Leo (15.10.1935) en Paul Bertil (17.11.1938).
        En aan het eind van die jaren dertig, op 26 januari 1939, gaf Edcar − de oudste zoon, koopman in wijnen geworden – zijn ja-woord aan Catharina Levie, een geboren Amsterdamse (17.3.1917). Dit echtpaar betrok een etagewoning aan de Parnassusweg, op nummer 10 II.

Amsterdamse archiefkaart van Leo Horn

De Amsterdamse archiefkaart van Leo Horn. Hij trouwde aan het begin van de oorlog, op 30 oktober 1940, met Catharina Aaltjen Boekbinder uit Assen. Aan het eind van de oorlog, op 31 oktober 1945, scheidde hij van haar.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Opwelling
Leo zelf trouwde toen de oorlog al was uitgebroken. Hij koos op 30 oktober 1940 Catharina Aaltjen (‘Ina’) Boekbinder, een Drentse uit Assen (5.9.1915). Hij was 24, zij 25. Nog op de dag van de bruiloft gingen de jonggehuwden zelfstandig wonen, in de Euterpestraat, op nummer 127 b-huis. Volgens Van der Eijk was Horn “in een opwelling” getrouwd en was Catharina de zus van zijn broers echtgenote, “een dochter uit een welgestelde joodse familie”. [Dit klopt niet, want de zus heette Catharina Levie, red.].
        De bezetting betekende een voorlopig einde van Horns loopbaan. De firma Lehmann werd volgens Van der Eijk onder beheer gesteld van een Verwalter, die de joodse personeelsleden ontsloeg. Daarop begon hij een eigen textielhandel, die werd ingeschreven onder de naam ‘Mansvelt’.
        De KNVB schrapte Horn intussen “op Duits bevel van de scheidsrechterslijst vanwege diens joodse afkomst”, achterhaalde de digitale encyclopedie Wikipedia. “Dit heeft Horn de voetbalbond, en met name voorzitter Karel Lotsy, zijn hele leven lang kwalijk genomen.”
        Op de pagina die Wikipedia aan Leo Horn wijdt, staat dat Horn, nu die zijn baan kwijt was, zich in het verzet stortte. “Horn, van nature een man met de nodige bravoure en moed, nam een valse identiteit aan”: dokter Van Dongen en ingenieur Varing. “Hij hielp tientallen onderduikers aan veilige adressen.” Later, in 1943, sloot hij zich aan bij de Sabotagegroep Amsterdam-Zuid. “Daarin nam hij deel aan een aantal riskante acties, zoals de overval op twee munitiewagens.” Dit had enkele maanden vóór de bevrijding plaats.
        Volgens de website Joods Amsterdam bestond het verzetswerk van Leo Horn verder uit het rondbrengen van illegale bladen, zoals Het Parool.
        Niet alleen Leo was trouwens in het verzet gegaan, ook zijn echtgenote Ina, vult ‘Joods Amsterdam’ aan. Ina had ook een schuilnaam, zij noemde zich Catharina Weesing. Ze zat in een andere verzetsgroep dan haar man.

archiefkaarten Joodse Raad Sophie Koster-Horn en Leo Koster

Sophie, de zus van Leo en Edcar, is na verraad ook gedeporteerd, naar Bergen-Belsen en Auschwitz, maar zoals op de archiefkaart van de Joodse Raad is te zien, is zij terug kunnen keren naar Nederland.
Foto Arolsen-archief

Haar man Leo Koster had zulk geluk niet. Hij is op 18.12.1943 omgebracht in Monowitz.
Foto Arolsen-archief

Duitse Arolsen-archief drie kaarten over Leo Koster

In het Duitse Arolsen-archief van nazi-slachtoffers bevinden zich nog drie kaarten over Leo Koster, met notities over wat er rondom hem is gebeurd. Deze twee kaarten tonen de voorkant.
Foto Arolsen-archief

Duitse Arolsen-archief drie kaarten over Leo Koster

Deze toont de achterkant van de tweede kaart.
Foto Arolsen-archief

advertentie Het Joodsche Weekblad


Op 6 maart 1942 plaatste Catharina, de echtgenote van Edcar Horn, nog in het ‘Het Joodsche Weekblad’ een advertentie, waarin zij een ‘net meisje voor dag en nacht’ zocht. Een maand later werd Edcar vermoord in Sobibor, zijn vrouw in mei 1943.
Foto Delpher

Net meisje
Catharina, de vrouw van Leo’s broer Edcar, had op 6 maart 1942 nog hoopvol een advertentie laten plaatsen in Het Joodsche Weekblad. Ze zocht een “net meisje voor dag en nacht”, om samen met haar werkzaamheden te verrichten. Maar het onheil lag op de loer. Edcar werd volgens ‘Joods Amsterdam’ op zijn onderduikadres verraden door de dochter van dat gezin, opgepakt en op 31 maart vanuit Kamp Vught Westerbork binnengebracht. Op 6 april, zo meldt de website ‘Joods Monument’, werd hij op transport gesteld naar Sobibor, waar hij na aankomst op 9 april “onmiddellijk om het leven werd gebracht”, 35 jaar oud.
        Zijn vrouw Catharina onderging enkele weken later hetzelfde gruwelijke lot. Zij werd op 25 mei 1943 “als strafgeval in Westerbork ingesloten in de strafbarak 67” en nog diezelfde dag afgevoerd naar Sobibor. Op 28 mei 1943, 26 jaar oud, werd haar daar het leven ontnomen.
        Nog meer familieleed: Sophie Horn, inmiddels met man en kinderen wonend in de Courbetstraat op nummer 32, werd gearresteerd door de Amsterdamse jodenjager C. Bout. Volgens de Joodsche-Raadkaart over haar, aangetroffen in het Duitse Arolsen-archief, belandde zij op 29 juni 1943 in Kamp Westerbork. Aansluitend werd zij op 14 september op transport gezet, eerst naar Bergen-Belsen in Noord-Duitsland, vervolgens naar Auschwitz in Polen.
        Sophie heeft het gered, zij heeft de hel van Auschwitz overleefd. Op haar kaart staat met potlood geschreven: “Thans 13-10-1945 Nic. Witsenkade 9. Terug uit Auschwitz.”
        En haar man Leo Koster dan en de kinderen? Leo had volgens ‘Joods Amsterdam’ er op tijd voor gezorgd dat de zoontjes Marcel en Paul “een goede onderduik kregen op een boerderij in de buurt van [het Noord-Hollandse] Spanbroek”. Zelf is Leo Koster niet in leven gebleven. Ook hij is opgesloten in Westerbork, zijn Joodsche-Raadkaart vermeldt twee data: 1.10.42 en 13.11.42. Op dezelfde dag als Sophie, 14 september 1943, is hij in de veewagon geladen. Hij werd vervoerd naar Monowitz, kwam er aan op 18 december 1943, en is daar op 4 januari 1944 overleden.
        Meerdere weken zijn steeds om onduidelijke reden verstreken tussen vertrek, aankomst en overlijden. Misschien is Leo Koster tussendoor tewerkgesteld geweest.

Slaan
De ouders van Leo Horn, Leopold en Paula, hebben de Holocaust weten te overleven, zo ook Leo zelf, zijn vrouw en zijn broer George.
        Na de oorlog heeft Leo Horn eens zijn beheersing verloren, volgens Joods Amsterdam was het “de enige keer”.
        Hoe dat kon gebeuren? Uitgelegd wordt dat Leo in 1944 bij een andere verzetsgroep, de Binnenlandse Strijdkrachten, zat. Hij was er groepscommandant van de speciale brigade-afdeling militaire politie. Deze afdeling kreeg na de capitulatie in mei 1945 de opdracht om collaborateurs op te pakken. Die werden ondergebracht in speciale interneringskampen, in Amsterdam was er zo’n delinquentenkamp op de Levantkade. Leo “werd er kampbewaker”, hij bewaakte er mensen voor wie hij jarenlang had moeten vluchten.
        In die functie, zo omschrijft Wikipedia het, “smaakte hij de voldoening mee te werken aan de ontmaskering van de SD’er die destijds zijn zuster had gearresteerd en haar twee jaar Bergen-Belsen had bezorgd”. Joods Amsterdam: “Wanneer hij hoort dat jodenjager Bout (…) ook in het kamp zit, stapte hij op hem af en vraagt Bout of hij zijn zus kon herinneren. Bout antwoordde bevestigend” – waarop Leo Horn hem slaat.
        Zijn huwelijk met Ina Boekbinder loopt onderwijl spaak. Zij scheidden officieel op 31 oktober 1945. Van der Eijk houdt het erop dat “door de oorlogsomstandigheden gedwongen, beide echtelieden een gescheiden leven hadden geleid, waardoor zij van elkaar vervreemd waren geraakt”.
        Horn woont al niet meer in Amsterdam, maar is per 18 juli 1945 neergestreken in Zandvoort, in de Duinwindelaan nummer 5. Hij zal er tot november 1975 blijven, steeds wisselend van woning.

Leo Horn en zijn tweede vrouw, Antonette Elisabeth Ott op 20 juni 1962 Leo Horn achter zijn bureau, gefotografeerd op 17 november 1953

Leo Horn wordt op 20 juni 1962 begroet door zijn tweede vrouw, Antonette Elisabeth Ott, als hij op Schiphol terugkeert met een zilveren fluit. Hij was scheidsrechter bij de wereldkampioenschappen in Chili. Foto Nationaal Archief (nr. 2.24.01.03/ 914-0445)

Leo Horn achter zijn bureau, gefotografeerd op 17 november 1953. In dat jaar krijgt hij niet alleen de felbegeerde FIFA-badge, ook begint zijn stoffenzaak te groeien,
Foto Nationaal Archief/J.D.Niske, Anefo (nrt. 2.24.01.03/906-1127

Imperium
Begin 1946 begon Leo Horn andermaal een eigen stoffenzaak, onder eigen naam, naast de scheidsrechterij. Met een hoofdvestiging in Weesp, en dankzij “grote zakelijke successen” (de Volkskrant) groeit dit uit tot een stoffenconcern, een textielimperium dat zestien winkels kwam te omvatten.
        Van der Eijk geeft de gestage ontwikkeling aldus weer: “Aanvankelijk kwam hij aan textiel door middel van ruilhandel met het buitenland, maar in 1948 sloot hij een compagnonschap af met een vakbekwame inkoper, waarna de onderneming snel groeide. Toen in 1953 de samenwerking werd beëindigd, telde de firma, die zeven jaar eerder met twee medewerkers was begonnen, tachtig personeelsleden en was er inmiddels een miljoenenomzet bereikt.”
        Opwaarts ging het Horn nu ook in de liefde. Op 26 april trouwt hij in Zandvoort met Antonette Elisabeth (‘Netty’) Ott (Amsterdam, 24.8.1922), net als hij gescheiden, en moeder van een zoon (Harm Roelof Jan Scheepstra, geboren 17.5.1943). Hij had haar volgens Van der Eijk leren kennen bij de Amsterdamse voetbalclub AFC. Ook dit huwelijk eindigt evenwel in een echtscheiding, op 23 oktober 1975 – het heeft ongeveer even lang geduurd als zijn verblijf in Zandvoort.
        Als scheidsrechter groeide Horn al evenzeer. In 1953 verwerft hij “tot zijn grote voldoening de felbegeerde FIFA-badge”, hij is nu een internationaal scheidsrechter.
        Geleidelijk aan worden hem steeds belangrijker wedstrijden toegewezen, in eigen en buitenland. Steeds bekender wordt Horn, volgens Van der Eijk mede doordat hij “ervoor zorgde geregeld in de publiciteit te komen”. “In interviews sprak hij duidelijke taal, terwijl ook zijn excentrieke gedrag menigmaal de krantenkolommen haalde.” En: “Door zijn zelfverzekerde optreden en natuurlijke gezag nam Horns aanzien als scheidsrechter snel toe.”

Deze foto’s geven een beeld van de (inter)nationale carrière van Horn als scheidrechter

Deze foto’s, alle afkomstig uit de beeldbank van het Nationaal Archief, geven een beeld van de (inter)nationale carrière van Horn als scheidrechter. Hij zou al bij al zo’n 1500 Nederlandse wedstrijden fluiten en 133 internationale.
Foto 1 :
Leo Horn na afloop van de wedstrijd DOS tegen Elinkwijk (2-0) op 19 mei 1966.
Foto Joost Evers/Anefo (nr. 919-1698)
Foto 2:
Leo Horn met aanvoerders tijdens de toss, bij de wedstrijd op 15 juni 1966 van DSW tegen Strasbourg (4-1).
Foto Jac. de Nijs/Anefo (nr. 919-2566)
Foto 3:
Amsterdam tegen Real Madria (1-4) in het Olympisch Stadion in Amsterdam op 30 juni 1959,
v.l.n.r. Gentos, Leo Horn, Di Stefano en Wilkes.
Foto Wim van Rossem/Anefo (nr. 910-4823)
Foto 4:
Sparts tegen Blauw Wit (2-2), met in het midden scheidsrechter Leo Horn, op 5 januari 1964 in Rotterdam.
Van Miert scoort voor Sparta.
Foto Winfried Walta/Anefo (nr. 915-9150)

Fatsoen
Horn ontwikkelde zich niet alleen tot een van de bekendste en meest gevraagde scheidsrechters ter wereld, hij onderscheidde zich ook door zijn “zeer autoritaire” houding, als een dominante persoonlijkheid. Wikipedia: “Er was in het veld er maar één de baas, en dat was hij.”
        In het Algemeen Dagblad van 25 oktober 1965 vertelde hij eens, na afloop van de wedstrijd ADO-Feijenoord en de journalisten te woord staand in een rood-zwart gestreept zwembroekje, waarom hij strak floot en strafte: “Ik duld niets meer op het veld en zal me geheel bij de voetbalvlegels aanpassen. Alles fluit ik af en ik ga voortaan precies volgens de reglementen te werk. Als de voetballeiders hun spelers geen fatsoen kunnen leren, dan zal ik het ze doen.”
        Net zo uitgesproken betoonde hij zich in zijn column ‘Voetbalmeditatie’ in het tv-blad Televizier van de Avro. Wikipedia: “Daarbij spaarde hij ook de voetbalbestuurders niet, wat zijn carrière stellig geen goed heeft gedaan. Want ook al werd hij gezien als een internationale top-arbiter, een WK-finale heeft hij niet gefloten.”
        Trouw memoreerde na zijn overlijden dat Horn door critici wel als de beste arbiter tijdens het WK van Chili in 1962 werd beschouwd, zelf was hij “ontevreden over de behuizing voor scheidsrechters”. En dat “liet hij luidkeels blijken”. Een ruzie met de Engelse official Stanley Rous liep “volkomen uit de hand”. Voor het WK van 1966, in Engeland, werd Horn hierna niet eens meer uitgenodigd.
        Herinnerd wordt hij ook om de geruchtmakende wedstrijd in Wembley tussen Engeland en Hongarije in 1953, toen het thuisland met 3-6 voor het eerst een nederlaag op eigen bodem leed. “Die wedstrijd staat daarom sindsdien bekend als The Match of the Century”, merkt Van der Vooren op.
        Om het samen te vatten: Leo Horn heeft van 1949 tot 1966 133 internationale wedstrijden (waaronder 41 interlands) gefloten, de laatste was het vriendschappelijke duel Ajax-Bulgarije op 31 augustus 1966. En bij elkaar floot hij meer dan 1500 wedstrijden in Nederland alleen al.

Alle dagbladen berichten in 1944 over de ondergang van het stoffenimperium van Leo Horn

Alle dagbladen berichten in 1944 over de ondergang van het stoffenimperium van Leo Horn.
Hier zijn enkele voorbeelden uit ‘Trouw’, de ‘PZC’ en ‘Amigoe’. In de ‘NRC’ van 9.9.1994 stond het vonnis van de Arrondissementsrechtbank: failliet verklaard.
Foto’s Delpher

In de Vriesestraat, in het pand uiterst rechts op deze foto bij huisnummer 82, was het Dordtse filiaal gevestigd van Horns stoffenconcern

In de Vriesestraat, in het pand uiterst rechts op deze foto bij huisnummer 82,
was het Dordtse filiaal gevestigd van Horns stoffenconcern.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (nr. 552_33972)

Dordrecht
In Dordrecht stond één van de vele zaken die Leo Horn als textielgroothandelaar bezat. In de Vriesestraat, op nummer 82. “Leo Horn – Jersey Mode BV’ heette deze onderneming, die heeft bestaat van 1984 tot 1994. Twee jaar eerder had Horn de complete winkelketen, zestien filialen tellend, verkocht, “met behoud van de firmanaam ‘Leo Horn’”, stelt Van der Eijk. Volgens Trouw van 10.9.1994 keek het concern in dat jaar “aan tegen een negatief resultaat voor belasting van 1,36 miljoen en een negatief eigen vermogen”.
        De opvolger liet Horns “levenswerk al na twee jaar failliet gaan”, aldus Van der Eijk. In september 1944 moest Horn het faillissement aanvragen voor 14 vestigingen. Enkele winkels werden volgens NRC-Handelsblad (10.9.1994) buiten het faillissement gehouden. Als scheidsrechter mocht Horn dan een legende zijn, zijn winkelketen bezweek onder de hoge schuldenlast: 7,4 miljoen gulden. Voor de 91 werknemers moest een ontslagvergunning worden aangevraagd. Horn was bankroet.
        Maar kort voor het faillissement, zo berichtte De Telegraaf (20.9.1994), blijken acht filialen van het concern te zijn doorverkocht – aan Flexitex, “een van de privé-vennootschappen van de 55-jarige directeur-eigenaar Gustave Richheimer”. Verwarrend is dat er verderop staat dat “de overige 14 filialen wel bankroet zijn verklaard” – een journalistieke slordigheid? Het faillissement van de nevenvestiging in Dordrecht is officieel op 6 september 1994 uitgesproken door de Arrondissementsrechtbank in Amsterdam, net als dat van de overige.
        Leo Horn verklaarde zich hierna failliet. In het nieuwsbericht hierover in Trouw werd er nog aan herinnerd dat Horn het financieel al eens eerder moeilijk had gehad. “Tijdens zijn afscheid als arbiter, bleek dat zijn zaakwaarnemers zeer slechts voor de stoffenwinkels hadden gezorgd. Alleen door de verkoop van zijn villa in Bentveld kon hij zijn textielfirma van de ondergang redden. “Ik wist niet dat mensen mijn zaken slecht hadden beheerd. De miljonair Horn was zo arm als Job”, zei hij in 1986 tijdens zijn zeventigste verjaardag tegen een verslaggever van De Stem.”
        Een geslaagd zakenman kon Leo Horn zich niet meer noemen, zoveel was wel duidelijk.

Leo Horn komt als Sinterklaas de feestavond van DFC in Hotel Statenhof binnengereden, op 11 december 1961

Leo Horn komt als Sinterklaas de feestavond van DFC in Hotel Statenhof binnengereden, op 11 december 1961.
Foto Archief DFC/Arie Heijstek

Het verslag van de feestavond in De Dordtenaar

Het verslag van de feestavond in ‘De Dordtenaar’
Foto Archief DFC/Arie Heijstek

programma van die feestelijke gebeurtenis

Het programma van die feestelijke gebeurtenis.
Foto Archief DFC/Arie Heijstek

Sinterklaas
De Dordtse voetbaljournalist Peter de Roo*, een hartstochtelijk lid van DFC, ontdekte in een oud nummer van het maandelijkse Clubnieuws der DFC, dat Leo Horn zich in een ander opzicht ook in Dordrecht heeft geweerd: als Sinterklaas bij DFC – ver voor de tijd dat hij zijn Dordtse winkel opende overigens.
        De Roo licht het toe: “Leo Horn was in zijn tijd één van de bekendste en meest gevraagde scheidsrechters ter wereld. In de voetbalwereld stond DFC in hoog aanzien. Het was een eer om als Sinterklaas bij deze club te worden gevraagd. DFC kende een groot netwerk. Een kaartje voor een avondje Sinterklaas in Statenhof kon in de voorverkoop voor een gulden worden gekocht.”
        Horn speelde Sinterklaas op maandag 11 december 1961, het verslag ervan kwam uiteraard in het clubblad. Samen met de vader van Peter de Roo staat hij op de foto.
        Via de archivaris van DFC, Arie Heijstek, kon het desbetreffende verslag worden achterhaald. Het blijkt dat de foto’s bij dat verslag waren afgestaan door het lokale dagblad De Dordtenaar. Het artikel in die krant voegde Heijstek ook bij, plus het programma voor de feestelijke avond, die plaatshad op maandag 11 december. Conferencier Frans van Dusschoten trad voor en na de pauze op, andere artiesten die waren gecontracteerd waren de Jerry Cox Show-band, The Corshons, De Spelbrekers en Toby Rix.
        Op de ene foto, hier groter afgebeeld, komt Leo Horn als Sinterklaas aangereden in hotel, café en restaurant Statenhof aan het Steegoversloot. Op de andere krijgt hij, nog herkenbaar als zichzelf, de mijter opgezet door een man – dat zou dan de heer De Roo moeten zijn. Het werd een “daverende feestavond”, rapporteerde De Dordtenaar de Sint maakte “onder grote hilariteit een grandioze en glorieuze entree”.
        Sint vertelde dat hij de dag ervoor “getuige was geweest” van de wedstrijd DFC-Fortuna Vlaardingen. “Er liep daar een man rond in een blauw pak, verbeeldingsvol, eigenwijs, die denkt dat hij de beste van Nederland is! Die uw club bijna weer de das heeft omgedaan.” Het aandachtig luisterende publiek juichte luid. Hiernaast staan het krantenverslag, maar ook het clubbladartikel en het programma voor de avond afgebeeld.

Leo Horn komt als Sinterklaas de feestavond van DFC in Hotel Statenhof binnengereden, op 11 december 1961

Het verslag van de feestavond in in het Clubnieuws van DFC
Foto Archief DFC/Arie Heijstek

Vader dood
In hetzelfde jaar dat Horn Sinterklaas was bij DFC, was net iets eerder zijn vader Leopold Horn overleden, in Amsterdam op 10 september 1961. Hij is 81 geworden. Zijn moeder Paula raakte hij al decennia eerder kwijt. Zij stierf, ook in Amsterdam, op 2 maart 1957, 75 jaar oud.
        En zijn overlevende zus Sophie? Zij is blijven leven tot 21 augustus 1999, ze overleed op 89-jarige leeftijd. Jongste broer George is het alleroudst van allen geworden: 93. George werd de echtgenoot van Pauline (‘Paula’) Levie (Keulen, 17.2.1882). Zij kregen twee kinderen: Karin en Maikel. Moeder Paula is al in de jaren vijftig overleden, in Amsterdam op 2 maart 1957, als 75-jarige. Haar man George ging heen op 7 februari 2019, ook te Amsterdam.
        Terwijl om hem heen familieleden zoetjesaan verdwenen en zijn stoffenimperium ineenschrompelde, ging het privé met Leo Horn ook neerwaarts.
        Zijn tweede huwelijk strandde op 23 oktober 1975. Hij verliet Zaandam en keerde korte tijd terug naar zijn geboortestad Amsterdam, waar hij per 19 november 1975 ging wonen aan de Groeneveen, op nummer 146. In het daaropvolgende jaar koos hij, per 30 maart 1976, voor Hoofddorp, voor de wijk Graan van Visch, hij kreeg er het huisnummer 18926.
        Van der Eijk openbaart dat Horn, hoewel zijn beide huwelijken kinderloos waren gebleven, toch in 1969 als 53-jarige een dochter kreeg, met “een vrouw die in zijn bedrijf had gewerkt, en met wie hij een twintig jaar durende relatie heeft gehad”. Elles Pauline heet zij, in haar naam keren de initialen van L.S. Horn terug. ‘Joods Amsterdam’ deelt overigens mee dat Horn twee dochters had, al is op zijn Amsterdamse archiefkaart slechts sprake van een stiefzoon, Harm.
        Deze tweede dochter meldde zich begin december 2023 uit eigen beweging bij de redactie van deze Stolpersteine-website, nadat ze bovenstaand verhaal had gevonden. Zij heet Saskia Koolbergen. Zij meldde dat haar vader Leo Horn in de jaren vijftig “tegenover ons woonde in Bentveld”. “Hij heeft toen mijn moeder leren kennen en ik ben daar uit voortgekomen. Ik heb dit pas vernomen toen mijn moeder overleed in 2015. Gelukkig leefde zijn broer George Horn nog en kon ik een DNA-test met hem doen. Daar bleek onomstotelijk uit dat ik een dochter van Leo ben.” Saskia is geboren in 1954, zij is feitelijk dus niet de tweede, maar de eerste dochter.
        In 1987 ontmoet Leo Horn zijn derde vrouw, bericht ‘Joods Amsterdam’. Hij trouwt niet met haar, maar brengt met haar wel “de laatste jaren tot zijn dood door”. Vanuit Hoofddorp is Horn in 1991 verhuisd naar Culemborg. In hetzelfde jaar krijgt hij tijdens een jachtpartij in Groot-Brittannië (hij is een liefhebber van paardrijden en jagen), een beroerte. Hij herstelt, maar in 1995 wordt “een nieuwe attaque hem fataal” (Van der Eijk). Op 16 september overlijdt hij in een ziekenhuis in Amstelveen, op 79-jarige leeftijd.

***

In Amsterdam, bij de Stopera, is op 16 oktober 1988 het Joods Verzetsmonument onthuld – als eerbetoon aan alle Joodse verzetsmensen uit de Tweede Wereldoorlog. De voetbalscheidsrechter Leo Horn is één van hen, hij heeft de onthulling nog meegemaakt. Twaalf jaar later verscheen in oktober 2020 het boek Gezichten van Joods Verzet, met 40 schetsen van verzetslieden, uitgegeven door de Nederlandse Kring voor Genealogie. Jurryt van de Vooren heeft een hoofdstuk ervan geschreven, over enkele joodse sporters uit Amsterdam, die zich aansloten bij knokploegen: boksers, gewichtheffers en worstelaars.
        Het is deze zelfde Van de Vooren, die op zijn website ‘Sportgeschiedenis.nl’ aanhaalt dat Leo Horn pas na de oorlog zijn joodse identiteit heeft vrijgegeven. Hij vond die mededeling in Horns biografie Leo Horn fluit. Terugblikkend met mede-verzetsstrijders zei Horn een keer: “Weten jullie nog, jongens, die Joden, die het niet gedurfd zouden hebben? Dan zal ik mijn vermomming maar afgooien. Geen dokter Van Dongen, geen ingenieur Varing. Mijn naam is Leo Horn, en ik ben Jood.”
        De rest van de groep keek verbluft toe en zweeg. Sommigen huilden, vertelt Van de Vooren.
        Horn vond het geen verraad dat hij zijn joodse afkomst heeft verzwegen, zei hij eens. “Ik ben geen verrader, men heeft mij verraden. In Sittard al. En tijdens de oorlog, waarin de Joodse gemeenschap in Nederland bijna werd uitgeroeid. Ik veroordeel niet iedereen die aan de zijlijn heeft gestaan. Absoluut niet. Ik heb al gezegd: je wordt niet als held geboren. De uitzonderingen daargelaten: de Soldaten van Oranje, de Engelandvaarders. Maar ik vind wel dat veel landgenoten te weinig voor hun medemensen hebben gedaan.”


[Met medewerking van de Dordtse archiefonderzoekster Erica van Dooremalen.]


*Pieter Karel Cornelis (‘Peter’) de Roo − geboren op 7.11.1955, sportjournalist van ‘De Dordtenaar’ en ‘Het Vrije Volk’, alsook voormalig voorlichter te Zoetermeer en schrijver van enkele sportboeken − is op 16 juni overleden 2022, in de leeftijd van 66 jaar.

Voor zijn verdiensten als verzetsstrijder ontving Leo Horn op 29 februari 1984 uit handen van Amsterdams burgemeester Ed. van Thijn

Voor zijn verdiensten als verzetsstrijder ontving Leo Horn op 29 februari 1984
uit handen van Amsterdams burgemeester Ed. van Thijn het Verzetsherdenkingskruis.
Foto Rob Bogaerts/Anefo (nr. 932-8824)








< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'