Het voorbije joodse dordrecht
De roof van joodse woningen in
Dordrecht: een tweedelig dossier
* Deel 1: de handel in 44 Dordts-joodse panden
* Deel 2: de lotgevallen van de joodse eigenaren
* Huizenroof in Dordrecht blijkt aanmerkelijk groter
* Veertien joodse panden kwamen in handen van Dordtse NSB’ers
Het overgrote deel van de verkochte joodse huizen stond in de binnenstad, |
Het heeft 75 jaar geduurd, maar eindelijk is de naakte waarheid aan het licht gekomen – over het geroofde joodse vastgoed in Dordrecht.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Duitsers overal in Nederland 7108 panden en stukken grond afgepakt van de 1891 veelal joodse eigenaren. Terwijl zij al waren gedeporteerd of ergens ondergedoken zaten, werd hun vastgoed onteigend en vervolgens doorverkocht aan oorlogskopers: meestal louche ondernemers, makelaars en vastgoedhandelaren. In Dordrecht gaat het om 44 panden, verspreid door de stad.
Aan de handel in geroofd joods onroerend goed is fors verdiend. De transacties hebben gezamenlijk een waarde van 99.331.400 gulden. Omgerekend naar hedendaagse valuta komt dit neer op 581 miljoen euro. De winst op deze handel – 44.574.035 gulden oftewel 260 miljoen euro − stroomde direct door naar de roofbank Lipmann, Rosenthal en Co. aan de Sarphatistraat in Amsterdam, ook wel bekend als de Liro. Het geld kwam er terecht op een collectieve rekening, een zogeheten Sammelkonto, waar onder meer de kampen Westerbork en Vught van zijn betaald.
Om welke panden gaat het? Wie waren de oorspronkelijke eigenaren? Voor hoeveel zijn hun ‘verdwenen’ panden verhandeld? Wie waren die oorlogskopers?
Alle details over de lokale rooftransacties, maar ook die in 224 andere gemeenten in Nederland, stonden in de zogenoemde Verkaufsbücher, die de Duitsers nauwgezet bijhielden. Deze vastgoedboeken werden na de bevrijding in beslag genomen en bewaard in het Nationaal Archief. In juli 2019 is dit historische materiaal gedigitaliseerd en doorzoekbaar gemaakt, in een spreadsheet met 7108 rijen, onderverdeeld in liefst zestig kolommen. Dat maakte het doornemen van dit databestand op zijn zachtst gezegd nogal ongemakkelijk.
Maar in mei 2020 lanceerden journalisten van het KRO-NCRV-platform ‘Pointer’ online hun grote onderzoeksproject over het onteigende joodse vastgoed. Zij voorzagen de duizelingwekkende hoeveelheid data van context, schreven achtergrondartikelen voor de website, spraken met nabestaanden, doken in archieven en vooral: zij ontwierpen een interactieve kaart van Nederland waar belangstellenden kunnen inzoomen op hun eigen gemeente, ja, zelfs kunnen nagaan in welke straat de geroofde objecten staan.
Dit maakte de spreadsheet inzichtelijker. Het werd eenvoudiger de Dordtse gegevens eruit te filteren.
Dit Dordtse dossier wordt hieronder gepresenteerd, in twee delen. Het eerste deel somt de kale gegevens uit de Verkaufsbücher op, zoals het adres, de eigenaar, de koper, de verkoopprijs en de verkoopdatum. In het tweede deel wordt nader ingegaan op de desbetreffende Dordtse-joodse eigenaren: wie waren zij, wie waren hun partners en eventuele kinderen, wat is er met en rondom deze mensen gebeurd? Voor zover mogelijk wordt een bescheiden levensschets van ze gegeven. En als er vollediger verhalen over hen zijn geschreven elders op deze Stolpersteine-website, wordt daar kortheidshalve naar verwezen.
De openbaarmaking van de Verkaufsbücher bewijst het andermaal: 75 jaar na de bevrijding valt er van de oorlog niet weg te kruipen.
De Duitsers begonnen ermee joden maatschappelijk buiten te sluiten. Ze mochten niet meer naar het badhuis aan de Vest, zoals deze foto laat zien. Ze mochten niet meer naar de bioscoop, niet meer zonder toestemming reizen, niet meer naar cafés en restaurants, naar het strand, naar niet-joodse winkels, niet meer een overheidsfunctie vervullen. Het eindigde ermee dat ze in kampen werden vernietigd. |
Een klein stukje (met Dordtse panden) in de spreadsheet die van de 7108 objecten in de ‘Verkaufsbücher’ werd gemaakt. |
Startpunt
De vastgoedboeken vormen het startpunt voor het Dordtse dossier, maar wat is het startpunt van die Verkaufsbücher zelf? Waarom kwamen ze er, wat ging eraan vooraf, hoe zien ze eruit, waar zijn ze? De antwoorden op deze vragen zijn grotendeels ontleend aan publicaties van het Kadaster en Pointer.
Op 11 augustus 1941 gaat de Duitse bezetter een stap verder in het uitsluiten, het ontmenselijken van joden. De Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied kondigt een nieuwe maatregel af, die joden verplicht om uiterlijk 15 september hun grondbezit aan te geven bij de Nederlandsche administratie van onroerende goederen (Niederländische Grundstücksverwaltung; NGV), gevestigd aan de Juliana van Stolberglaan 43 in Den Haag. Pointer: “Het blijkt de eerste stap te zijn in het onteigeningsproces dat in de jaren erna zal volgen.”
Als in de zomer van 1942 de eerste joodse burgers op transport worden gezet naar werk- en vernietigingskampen, of doordat “sommigen de dans ontspringen door onder te duiken”, komt veel joods vastgoed leeg te staan. Het betreft niet alleen woningen, ook bouwkavels, gebouwen, bos en heidegrond. Omdat deze objecten zijn aangemeld bij de NGV, neemt deze instantie ze in beheer. Pointer: “Daarmee begint vervolgens de onteigening en verkoop van de onroerende goederen. De NGV stelt andere partijen aan, zoals makelaars en administratiekantoren, om de joodse panden te verkopen aan geïnteresseerde handelaren.”
Pointer noemt deze groep Nederlanders onomwonden “louche” en “collaborateurs”. Ze verdienen “veel geld, goud geld, over de ruggen van joodse slachtoffers”. En: “Het menselijk leed woog bij deze oorlogskopers niet op tegen het economisch belang.” Notarissen en makelaars zorgen ervoor dat de onteigende joodse panden worden doorverkocht.
Gedegen
De transacties worden volgens het Kadaster “gedegen” bijgehouden, in zogeheten papieren Verkaufsbücher. In deze administratie staan onder andere de naam van de eigenaar, zijn woonplaats en straatnaam, gegevens over het onteigende pand en de onteigende stukken grond, de namen en adressen van de betrokken notarissen en kopers, en de verkoopprijs en verkoopdatum. De vastgoedboeken beschrijven 7108 onteigeningen van 1891 individuele, veelal joodse eigenaren.
De administratie is vastgelegd in achttien ingebonden boeken. Ze zijn in feite samengesteld uit regionale archieven en “vormen dus eigenlijk een centrale registratie”, aldus Pointer. In mei 1945, na de bevrijding, worden alle documenten en dossiers van de Duitsers in beslag genomen, zo ook de Verkaufsbücher.
Er blijken er nog zeventien te zijn. Deel 1, met de nummers 1 tot en met 449, geldt als vermist. Het is nooit meer teruggevonden, het is vermoedelijk verloren gegaan. De overgebleven boeken komen terecht in het Nationaal Archief.
Ook in mei 1945 wordt de Raad van het Rechtsherstel in het leven beroepen. Dit orgaan krijgt de taak “gepleegd onrecht van het afpakken van joods bezit ongedaan te maken”. “Vele collaborateurs” zijn volgens Pointer gestraft, maar “ook gingen er veel mensen vrijuit.”
In september 2018, 73 jaar later, ontstaat het idee om het Kadaster en het Nationaal Archief te laten samenwerken, door data te koppelen. Dit leidt er in juli 2019 toe dat de Verkaufsbücher worden gedigitaliseerd. Die data worden gekoppeld aan Kadasterdata van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Dit maakt analyse mogelijk en geeft inzicht.
Historicus drs. Kees Weltevrede, lid van de Dordtse werkgroep Stolpersteine, vindt vrij kort erna al de spreadsheet met alle openbaar gemaakte transacties van joods vastgoed. Maar zoals al is uiteengezet: die sheet is schier ondoordringbaar. Waar de gegevens in de originele boeken in 17 kolommen staan, zijn deze voor de ‘data-entry’ verder opgesplitst, tot wel zestig. Filteren is daardoor ontmoedigend lastig.
Vooral aan Pointer is het te danken dat de “kille spreadsheet” toegankelijker wordt, vanaf mei 2020. Pointer heeft zijn project groot, groots en bovenal nationaal aangepakt, het platform wil nu eenmaal “oneerlijke zaken aan het licht brengen via datajournalistiek”. Via deze website: pointer.kro-ncrv.nl/ is alles te volgen. Vooral de interactieve kaart van Nederland stelt nieuwsgierigen simpel in staat om zo nodig in eigen straat na te gaan of er voormalige joodse panden staan, een topografische handigheid die aantrekkelijk is,
zie: pointer.kro-ncrv.nl/artikelen/hier-staan-van-joden-onteigende-panden-bij-jou-in-de-buurt
Wij, de redactie van deze Dordtse website, hebben ons beperkt tot Dordrecht.
Al vrij kort na het begin van de oorlog, op 10 mei 1940, bevonden Duitsers zich in Dordrecht, zoals hier bij een barricade op het Vrieseplein. De foto is waarschijnlijk gemaakt op 14 mei. In de jaren erna zouden joodse Dordtenaren hun woningen kwijtraken. |
Deel 1: de handel in 44 Dordts-joodse panden
In onderstaand overzicht staat alle zakelijke informatie die voorkomt in de Verkaufsbücher over het Dordts-joodse vastgoed. Van 44 objecten worden de eigenaren, adressen, prijzen en kopers genoemd. Achter de huisnummers die de panden in de oorlog hadden, is het huidige nummer geplaatst, en waar nodig is ook de spelling geactualiseerd: Dordtschelaan wordt Dordtselaan, Bleekersdijk Blekersdijk, Rotterdamschedijk (in Schiedam) Rotterdamsedijk. Ook is in een enkel geval de naam van de eigenaar of de straatnaam gecorrigeerd. Dat staat erbij aangegeven. Een enkele Dordtse straat bestaat overigens inmiddels niet meer; zoals het Nieuwe Merwedehof. En ten slotte worden de namen van de oorlogskopers vermeld, plus hun adressen.
1. Boogjes 49 (in de jaren vijftig omgenummerd naar 55; bergplaats): eigenaar A. Leviticus; koper L.A. van de Giessen, verkoopdatum 17.3.1944, verkoopprijs 5000 gulden. |
||
2. Kleine Spuistraat 8 (8 gebleven): eigenaar E. van Gelder, Den Haag; koper L.A. v.d. Giessen, verkoopdatum 7.7.1944, verkoopprijs 500 gulden. |
||
3. Wijnstraat 11-34 (11 werd 17, magazijn 34 werd 58; pakhuis): eigenaren S. Kalkoene en A. Frenkel; koper L.A. v.d. Giessen, verkoopdatum 14.8.1944, verkoopprijs 6150 gulden. |
||
5. Nieuwe Merwedehof 1 (bij de Noordendijk; gesloopt in jaren zestig): eigenaar E. van Gelder; koper W. Zwarts, verkoopdatum 20.9. 1943, verkoopprijs 1500 gulden. |
||
7. Voorstraat 93-95 (123; bergplaats): eigenaar S. Gobits; koper H. Grund, verkoopdatum 1.12.1943, verkoopprijs 15.500 gulden. |
||
8. Wijnstraat 53 (89): eigenaar I.E. Duits; koper P. Wapperom; verkoopdatum 24.3.1944, verkoopprijs 5000 gulden. |
||
9. Grote Kalkstraat 1-3 (1-5): J. van Dam Jzn; koper F. Sonnenschein, Duitsland, verkoopdatum 12.4. 1944, verkoopprijs 2500 gulden. |
||
10. Voorstraat 260 (288): eigenaar H. Hertzfeld-Gobels, koper S. van Rhijn, verkoopdatum 1.6.1944, verkoopprijs 14.000 gulden. Dit moet zijn: Herzfeld-Gobits. |
||
11. Reeweg-Oost 215 (259): eigenaar H. Hijmans; koper D. Hijmans, verkoopdatum 9.2.1944, verkoopprijs 13.500 gulden. |
||
12. Voorstraat 50 (68): eigenaar B. den Hartog; koper C.M. Michielsen, verkoopdatum 3.8.1944, verkoopprijs 5500 gulden. |
||
16. Breitnerstraat 21-31 (niet vernummerd): eigenaar S. Gobits; koper J.A. Dekker, verkoopdatum 16.9.1943; verkoopprijs 20.000 gulden. |
||
17. Van Baerlestraat 40 (44): eigenaar B. Overweg-Frankenhuis; koper J.A. Dekker, verkoopdatum 16.9.1943, verkoopprijs 7 gulden(!). |
||
18. Voorstraat 209 (267): eigenaar D. Stad, koper G. Knaap, verkoopdatum 22.9.1943, verkoopprijs 23.000 gulden. |
||
24. Clemensstraat 26/28 (bedoeld is Clementstraat; niet vernummerd): eigenaar J.M. Monasch; koper J. Lawende, verkoopdatum 7.4.1943, verkoopprijs 7000 gulden. |
||
25. Vriesestraat 110 (132): eigenaar N. Aandagt; koper N. van Rutte, verkoopdatum 8.3.1943, verkoopprijs 2250 gulden. |
||
26. Anthonie Camerlingstraat 44 (niet vernummerd): eigenaren Erben H. Breemer; koper J. Lawende, verkoopdatum: 7.4.1943, verkoopprijs 2200 gulden. |
||
28. Museumstraat 17 (37): eigenaar H. Hartog; koper P.A. van Bree, verkoopdatum 24.3.1943, verkoopprijs 2150 gulden. |
||
29. Lijnbaan 66 (48-50): eigenaar I.H. Meyer; koper C.V. Kalkfabriek v/h Van Dijk & Co., Dordrecht, verkoopdatum 21.6.1943, verkoopprijs 5250 gulden. |
||
30. Kolfstraat 59/61 (83-85; 87-88): eigenaar S.H. Meyer; koper J. Lawende, verkoopdatum 30.7.1943, verkoopprijs 9250 gulden. |
||
32. Voorstraat 143 (185), perceel bouwgrond: eigenaar L. de Liver, koper A. van Driel, verkoopdatum 1.8.1943; verkoopprijs 1000 gulden. |
||
35. Stadhuisplein 2-3 (2-4): eigenaar M. Bouman-Beffie; koper L.B. Hendriksen, verkoopdatum 10.2.1944, verkoopprijs 5000 gulden. |
||
36. Viottakade 89-91 (niet vernummerd): eigenaren B. Monasch en C. Monasch; koper C.W.M. Singele; verkoopdatum 11.4.1944, verkoopprijs 10.300 gulden. |
||
37. Reeweg 92 (190-192): eigenaar I.H. Meyer; koper A. de Waard, verkoopdatum 3.4.1944, verkoopprijs 8250 gulden. |
||
38. Spuiweg 94 (146-148; werkplaats): eigenaar I. Leviticus; koper A. de Waard, verkoopdatum 3.4.1944, verkoopprijs 7000 gulden. |
||
39. Voorstraat 105 (135-137), 113 (145-147): eigenaar L. Aandagt; koper J. v.d. Sluys, verkoopdatum 12.4.1943, verkoopprijs 10.500 gulden. |
||
41. Huijgensstraat 53, 57 (niet vernummerd): eigenaren J.S. Braadbaart en M. Braadbaart; koper J. Lawende, verkoopdatum 9.4.1943, verkoopprijs 7000 gulden. |
||
42. Museumstraat 9 (15): eigenaren Erben H. Breemer; koper J. Lawende, verkoopdatum 7.4.1943, verkoopprijs 2000 gulden. |
||
43. Voorstraat 143 (185): eigenaar L. de Liver; koper A. van Driel, verkoopdatum 1.8.1943, verkoopprijs 1000 gulden. |
||
44. Vredehof 3: eigenaren J.S.M. Braadbaart, M. Braadbaart; koper W. Zwarts, verkoopdatum 20.9.1943, verkoopprijs 1250 gulden. |
Adressen kopers:
P.A. van Bree |
Krommedijk 137 rood, Dordrecht. |
A.H. Buijtenhek | Boomstraat 15, Dordrecht. |
J. Damme | Van der Meydestraat 13, Rotterdam. |
J.A. Dekker | Stationsweg 2, Goes. |
A. van Driel | Groenmarkt 34, Dordrecht. |
L.A. van de Giessen | Rijksestraat 15, ’s-Gravendeel. |
H. Grund | Voorstraat 294, Dordrecht. |
L.B. Hendriksen | Plantageweg 79, Rotterdam. |
D. Hijmans (Dirk) | verhuisde 8.9.1937 naar Mijnbouwplein 1, Delft. Hij kocht het pand dat van zijn vader Hendrik Hijmans was. De familie Hijmans is niet joods. |
G. Knaap | Lorentzlaan 24, Arnhem. |
J. Lawende | Blekersdijk 21, Dordrecht. |
C.M. Michielsen | Voorstraat 50, Dordrecht. |
J. Mol | Noordendijk 2, Dordrecht. |
G. Pullen | Vest 187, Dordrecht. |
S. van Rhijn | Sluisweg 28, Dordrecht. |
N. van Rutte | Vriesestraat 108, Dordrecht (bedoeld is slijterij S.A. Rutte & Zn.) |
C.W.M. Singele | Rotterdamsedijk 29b, Schiedam. |
J. v.d. Sluys | Dordtselaan 9, Rotterdam. |
L. (Lodewijk) Salomonson | woonachtig in Leiden destijds, en M.F. (Marie Francis) Hulshoff, Poll-Salomonson (Heemstede) zijn als broer en zus kinderen van de advocaat en procureur mr. Jacques Salomonson en Anna Hoyer. Zij kochten het woonhuis van hun ouders. De familie Salomonson is remonstrants. |
F. Sonnenschein | Vest 3, Dordrecht. |
A. de Waard | Biesbosch 43, Werkendam. |
H. Weda | Veerweg 18, Papendrecht. |
J. van Wijngaarden | Blekersdijk 21, Dordrecht. |
Wilhelmus Hendrikus Zwarts | Reeweg Oost 142, Dordrecht. Zwarts (Rotterdam, 8 mei 1910) woonde tot 6 november 1940 aan de Camphuijzenstraat 42 in Dordrecht en werkte bij een scheepswerf als ijzerwerker. Hij trouwde op 29 mei 1940 in zijn woonplaats met Sara Davida Bolier (Dodrecht, 27 april 1917), net als hij Nederlands Hervormd. Op 17 oktober 1940 werd hun dochter Sara Cornelia geboren. Het gezin Zwarts verhuisde in augustus 1943 naar Gramsbergen (Overijssel), naar het adres Ana 5b, aldus de Dordrechtsche Courant van 14.8.1943. In het krantenbericht blijkt hij inmiddels hoofdopzichter van de NAD te zijn. Daarmee wordt hoogstwaarschijnlijk bedoeld de Nederlandsche Arbeids Dienst, een arbeidsbemiddelingsbureau, opgericht door Rijkscommisaris Seyss-Inquart, voor verplichte Arbeitseinsatz in Duitsland. ‘Zwarts van de Reeweg’ kocht in Dordrecht drie panden: de Nieuwe Merwedehof 1 en 3 en de Vredehof 3. |
Deel 2: de lotgevallen van de joodse eigenaren
Verreweg de meeste Dordtenaren van wie de woning in de oorlog werd verkocht, waren joden. Dat is nauwelijks verrassend: er woedde een oorlog en de bezetter wilde bovenal de joden uit de weg geruimd hebben.
Wat is er met de huiseigenaren gebeurd? Dat is nagegaan aan de hand van de slachtofferlijsten die te vinden zijn op de herdenkingswebsite ‘Joods Monument’ en ook op deze Dordtse site. De uitkomst is droevig genoeg evenmin verbazingwekkend. De meesten is het leven opzettelijk ontnomen − voor het grootste deel in vernietigingskampen. Enkelen stierven een natuurlijke dood, anderen overleefden de Holocaust.
Wie waar en op welke leeftijd is vermoord, valt in dit tweede en laatste deel te lezen. De slachtoffers zijn genummerd in dezelfde volgorde als de woonadressen hierboven. Zo nodig is ook hier de informatie uit de Verkaufsbücher gecorrigeerd en verbeterd, het echtpaar Kam moet bijvoorbeeld zijn Kann. Ook wordt vermeld met wie een genoemd persoon (waarschijnlijk) wordt bedoeld, en zijn de juiste namen weergegeven. Voor deze aanvullende gegevens is vaak teruggevallen op de Dordtse website ‘Dordtenazoeker’, waarop informatie staat uit duizenden gedigitaliseerde woonkaarten.
En ten slotte: voorzover er op deze website een verhaal staat dat meer vertelt over de betrokken familie, wordt naar (het nummer van) dat artikel verwezen. Niet alle eigenaren zijn overigens getraceerd. In dat geval staat er: onbekend.
|
[Met medewerking van Erica van Dooremalen]
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'