Het voorbije joodse dordrecht
Mietje Viskoper bleef lang raadsel, totdat er
plots een halfbroer en buurtmeisje opdoken
* Ooggetuige Jeanne Kievit: ‘Mietje was een prachtig mooi kindje’
* Antje Wigman had nóg een zoon, Hans
* Waar zaten vader en moeder Mietje Viskoper verstopt?
![]() |
Mietje Viskoper als kind, vermoedelijk twee jaar oud. |
Een ijzige wind joeg over de Riedijk in Dordrecht, die dinsdagochtend in januari 2016. Het kleine gezelschap dat halverwege stond, rilde verstijfd van de koude.
Een handjevol mensen was ter hoogte van het gesloopte pand 32 rood bijeengekomen op die 26ste januari, om Mietje Viskoper waardig te herdenken. Zojuist was er in de stoep een gat gegraven en daarin was nu een Stolperstein gemetseld – voor Mietje, dat zeven-jarige Amsterdamse meisje dat hier ondergedoken was geweest, maar toch niet heeft weten te ontkomen aan de helletocht naar Auschwitz.
Over Mietje Viskoper was schrijnend weinig bekend. Er bevonden zich op die januari-ochtend geen nabestaanden van de familie Viskoper. En de drie speeches die er ter ere van Mietje werden uitgesproken, waren wel vol mededogen en warmhartig, maar vooral kort. De sprekers kwamen geen woorden te kort, maar feiten. Mietje was een beetje een mythe.
Maar alsof het zo moest zijn, opende zich even vòòr de bescheiden plechtigheid een raam, aan de overkant van de Riedijk. Een mevrouw A.J.C. Kievit-van der Klooster, daar wonend in een gebouw met seniorenappartementen, riep opgewonden naar beneden dat ze 87 jaar is, en Mietje nog heeft gekend. Meteen werd de afspraak gemaakt dat iemand van de organiserende Dordtse werkgroep Stolpersteine zal langskomen om het fijne ervan te horen (zie kader).
Toen later die week alsnog een poging werd gedaan meer biografische gegevens over Mietje op te diepen, stuitte de werkgroep op twee vondsten: ten eerste een foto van het meisje, waarschijnlijk gemaakt toen ze twee jaar oud was. En ten tweede, en dat was ronduit verbazingwekkend, stond er in het bijschrift bij die zeldzame foto: “Mijn zusje Mietje”.
Mijn zusje? Wie is dan dat andere familielid? De werkgroep wist totaal niet van broertjes of zusjes, en ook de gezaghebbende site Joods Monument repte daar niet van. Hoe zat dit?
De uitkomst van alle (vertraagde) navorsingen staat in het verhaal hieronder. Het komt er op neer, dat er inderdaad wel degelijk direct verwanten van Mietje zijn, zij het een halfbroer en twee halfzusters. Maar wat graag hadden zij er op die kille januari-ochtend bij willen zijn.
![]() |
Het trouwbericht van Michel Viskoper en Elisabeth Wijnschenk, |
Alinea’s
Het spoor terug: Mietje is het enige kind van Michel Viskoper (Amsterdam, 21.1.1911) en Elisabeth Catharina Viskoper-Wijnschenk (Amsterdam, 6.3.1916). Zij waren in juni 1935 in Amsterdam getrouwd, Mietje verscheen op 2 november 1936. Hoe hun levens zich nadien voltrokken, blijft ongewis. De na-oorlogse familieleden van Mietje weten er vrijwel niets van, en de voor-oorlogse familieleden van Mietje’s moeder zijn, voor zover bekend, tijdens de oorlog allen verdwenen.
In diezelfde oorlog bevond Mietje, uitgegroeid tot een meisje van zeven jaar, zich opeens in Dordrecht. Hoe zij er terecht is gekomen, en waarom, is onbekend. Bij wie zij verbleef, was aanvankelijk onbekend. Mietje zou ook zelf volslagen onbekend zijn gebleven, als de journalist Sytze van der Zee niet zijn boek Vogelvrij, zijn onderzoeksverslag van de jacht op de joodse onderduikers in Nederland, had gepubliceerd.
In dat boek staan twee alinea’s die de schijnwerper richten op Mietje. Ze staan in het hoofdstuk over Harry Evers, Dordrechts fanatiekste jodenjager, een politieagent “vol ijver” die in de bezettingsjaren fungeerde als “jachthond voor de SD” (Het Vrije Volk, 10.2.1948). Het was deze meedogenloze Evers die op maandagavond 15 november 1943 Mietje ontdekte tijdens een inval bij een serveerster, onder een deken. “Kom hier smous! Het stikhok moet je in”, schreeuwde Evers tegen het meisje, een uitspraak waarmee hij volgens Van der Zee de gaskamer bedoelde.
In een eerder verhaal op deze website, nummer 15, staat het brute incident beschreven, gebaseerd op Van der Zees bevindingen. Ook valt daar te lezen dat Mietje nog vluchtte naar een naburig café. Evers kwam haar echter met getrokken pistool achterna en nam haar mee. Hij beet de caféhouder, die woedend protesteerde, toe: “Als je je smoel niet houdt, schiet ik je voor je donder.”
Maar waar had zich dit nu afgespeeld? Wie was die serveerster? Door toedoen van Maarten-Jan Leentvaar, voorzitter van de Dordtse Max van Pelt-stichting (die onderzoek doet naar en publiceert over verzetsmensen- en groepen in de regio Dordrecht), is vastgesteld dat mejuffrouw Johanna Geertruida Wigman (Dordrecht, 16 april 1919) de serveerster was. Zij woonde op de Riedijk 32 rood, 1ste etage. Leentvaar trof deze gegevens aan in een dossier in het Nationaal Archief en was ook één van diegenen die in januari 2016 sprak, ter nagedachtenis van Mietje.
Voor hem persoonlijk was het plaatsen van de Stolpersteine “een afsluiting van de meest schokkende zaak” die hij in de afgelopen vijftien jaar heeft onderzocht voor de stichting. “Nooit werd ik zo geconfronteerd met het menselijk tekort.” Hij bracht in herinnering wat Mietje op de Riedijk was overkomen: hoe zij op “zeer hardhandige wijze was meegesleurd” door Evers. Leentvaar prees de “moedige” mejuffrouw Wigman, door hem overigens abusievelijk Agnes genoemd. “Wij kunnen de geschiedenis helaas niet terugdraaien”, sloot hij af, “het enige dat we nog kunnen doen, is vertellen wat er gebeurd is. Dat zijn wij op z’n minst aan Mietje Viskoper en Agnes Wigman verschuldigd.”
![]() |
De gezinskaart van de familie Wigman, bij wie Mietje kon onderduiken. |
Kaal
Veel meer viel er over Mietje niet te zeggen, noch door Leentvaar noch door de andere sprekers. Mietje was weliswaar door het citaat over het stikhok een vrij bekende onderduikster geworden – meerdere media gebruikten dat citaat -, maar verder was en bleef zij een grote onbekende. Vandaar dat de steenlegging zo kaal, zo noodgedwongen kort uitviel.
Slechts een paar nadere feiten konden worden gemeld. Bijvoorbeeld dat haar moeder tegelijk met Mietje, en op dezelfde dag, is vermoord. Alleen staat bij Mietje vermeld dat de dood in Auschwitz kwam, op 11 februari 1944, en bij haar moeder: “in de omgeving van Auschwitz”. Misschien bezweek zij onderweg, in de veewagon.
Mejuffrouw Wigman is naar kamp Vught overgebracht, blijkt uit de lijst van Schutzhäftlingen. Ze heeft zich weten te redden, want na de oorlog keerde Johanna Geertruida (‘Antje’) Wigman terug op de Riedijk, in hetzelfde pand. Op 30 januari 1951 trok ze er weg en verhuisde naar de Merwestraat 201, waar ze op 29 november 1952 overleed.
De dappere mejuffouw Wigman, dit voor de volledigheid, is de oudste dochter van Thijs Wigman (Zwolle, 14.8.1888) en Huiberdina Johanna Scheurwater (Dordrecht, 23.1.1889). Het echtpaar kreeg zeven kinderen: Willem (19.3.1914), Johanna Geertruida nummer 1 (geboren 15.8.1917, overleden 9.10.1917) Johanna Geertruida nr. 2 (16.4.1919), Pieternella (15.7.1920), Thijs (4.8.1923), Pieter (21.10.1925) en Trijntje (7.12.1917). Het gezin Wigman woonde in de Mariënbornstraat, in Zwijndrecht en op de Voorstraat, en was Nederlands-Hervormd. Haar vader werkte als stoker.
Het gezin streek op 11 maart 1940 neer op de Riedijk. Behalve serveerster, was Antje Wigman ook inpakster en fabriekarbeidster. Ze is weliswaar ongetrouwd gebleven, maar heeft een kind gehad, blijkt uit het Dordtse archief: Willem, geboren op 11 maart 1940 en na drie maanden overleden, op 18 juni*. Op de overlijdensakte wordt geen vader genoemd.
![]() |
Doordat het pand van de familie Van Baal en Van der Klooster zo herkenbaar is, aan het grote portiek en de drie ramen erboven, was op oude archieffoto’s van de Riedijk vrij makkelijk hetzelfde pand terug te vinden. Deze foto links is van 1935. |
![]() |
Michel Viskoper overleefde de oorlog, en hertrouwde in 1952 met Geertruida van der Horst. De foto toont het echtpaar op latere leeftijd. |
Overleefd
Mietje’s vader, Michel Viskoper, ging niet ten onder in de oorlog; hij is een overlever. En zo valt dat wonderlijke fotobijschrift te verklaren, waarin iemand het heeft over ‘Mietje, mijn zusje’.
Het is op de Community-afdeling van Joods Monument dat bij stug doorzoeken naar Mietje’s levensloop, ineens dat bijschrift wordt aangetroffen. Het is er geplaatst door een zekere René Viskoper. Desgevraagd licht hij welwillend toe hoe de familie in elkaar steekt.
Michel Viskoper heeft zelf òòk in Auschwitz gezeten, meldt René. “Binnen de familie gaat zelfs het verhaal dat hij er getuige van is geweest dat zijn vrouw en dochter naar de gaskamer werden afgevoerd. Ik weet niet of dit werkelijk gebeurd is. Mijn vader heeft na de oorlog vrijwel nooit gesproken over wat hem en zijn familie is overkomen.”
Auschwitz was voor Michel Viskoper niet het einde. Hij is doorgestuurd naar Sachsenhausen, Dachau en ten slotte naar Allach, een nevenkamp van Dachau. Dit laatste kamp is bevrijd op 29 april 1945.
Maar waar zaten vader en moeder Viskoper verstopt, in die tijd dat Mietje in Dordrecht was? René: “Ik ga er vanuit dat beiden in Amsterdam zijn achtergebleven. Een familielid heeft achterhaald dat Mietje op 30 november in ieder geval samen met haar ouders in Westerbork is aangekomen. Wij weten niet hoe die hereniging heeft plaatsgevonden. Op 8 februari is het hele gezin gedeporteerd naar Auschwitz, met transport nr. 86.”*
Over Mietje’s moeder, Elisabeth Wijnschenk, kan René Viskoper niets zeggen. Hij heeft haar immers als na-oorlogse boreling niet gekend. “Wij hebben een paar foto’s, waarop zij misschien zou kunnen staan, maar wij hebben geen flauw idee hoe zij eruit heeft gezien.”
![]() |
Een verslag van het proces tegen jodenjager Harry Evers in het Dordtsch Dagblad van 7 maart 1950. |
![]() |
Mietje’s vader Michel Viskoper overleed op 11 december 1982, |
Kinderen
Dan nu het na-oorlogse tijdperk. Michel Viskoper hertrouwde met Geertruida van der Horst (Amsterdam, 12.2.1922). Dat was in 1952, maar lang voor die tijd kregen zij al kinderen: Miep (1946), Catharina 1 (1947, overleed in 1948), Catharina 2 (1953) en tot slot René (1956). “Voor de oorlog”, legt hij uit, “kende mijn vader mijn moeder al. Vrij snel nadat hij terugkeerde, zijn zij gaan samenwonen. Het was nog niet mogelijk om te trouwen, omdat eerst het overlijden van zijn vrouw officieel moest zijn.”
Michel Viskoper begon na de oorlog een atelier voor damesconfectie, eerst op meerdere adressen in Amsterdam, later in Hilversum. In 1957 verhuisde hij met zijn gezin naar Hilversum, weer later vestigden hij, zijn vrouw en hun jongste kind René zich in Amstelveen, nog altijd de woonplaats van de laatste. In Amstelveen is Michel Viskoper op 11 december 1982 overleden. Zijn tweede echtgenote Geertruida stierf vele jaren later pas,
op 4 februari 2003.
Van Michel’s eerste vrouw mag dan geen foto voorhanden zijn (althans niet herkenbaar voor René en zijn twee zussen) van Michel’s tweede gezin is overvloedig materiaal beschikbaar.”Mijn vader was een fervent filmamateur en heeft veel gebeurtenissen uit ons leven vastgelegd.”
Dat deed hij ook van de bijeenkomsten en feesten die een vereniging van familieleden organiseerde. “Ongeveer zeven jaar na de oorlog,” zegt René, “kwam een groep overlevenden bij elkaar voor de viering van het 12,5-jarig huwelijk van een familielid van ons. Daar ontstond het idee om een vereniging te starten en vaker dingen met elkaar te doen.”
Die beelden zijn in 2011 de basis geweest van een documentaire van David Blitz. De Joodse Omroep heeft de documentaire uitgezonden, via deze link is zij nog terug te kijken: http://www.npo.nl/van-feest-komt-feest/.
![]() |
De Stolperstein voor Mietje werd in januari 2016 gelegd in afwezigheid van de familie. Die was de werkgroep toen nog niet bekend. Inmiddels heeft de familie het steentje bezichtigd en mevrouw Kievit gesproken. Foto Redactie Website |
Schok
Terugkerend naar zijn halfzusje Mietje vertelt René dat het hem en zijn zussen tot een paar jaar geleden “totaal onbekend” was dát zij in Dordrecht zat ondergedoken en al helemaal hoe honds zij door Evers is behandeld. Hij las erover op deze website. “Het was een grote schok voor ons om dat verhaal te lezen. Deze ontdekking was een complete verrassing voor ons” - doordat zijn vader over de oorlogstijd voornamelijk zweeg.
Naar aanleiding van het verhaal ging René Viskoper proberen uit te vissen naar welké zijn halfzusje indertijd vluchtte. Hoewel de Riedijk meerdere cafés en proeflokalen heeft gekend, denkt hij dat ’t het legendarische schipperscafé Van Zon was, op nummer 88-90 (in de oorlog: 48 rood en zwart). Hij ontdekte althans in de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht, bij foto’s van deze populaire kroeg, een oude oproep van L. Wigman-Pukropp. “Dat bleek een nichtje te zijn van de mejuffrouw Wigman bij wie Mietje ondergedoken was. Zij kon mij vertellen dat Mietje vaak werd genoemd binnen de familie, al had zij zelf geen herinnering aan haar.”
Maar René’s vaststelling klopt chronologisch niet. Café Van Zon dateert van ver na de oorlog; het is een anderé (zie het kader).
****
![]() |
Een klein gezelschap van belangstellenden en betrokkenen luistert op de koude Riedijk naar Maarten-Jan Leentvaar, een van de drie sprekers bij de steenlegging voor Mietje Viskoper. |
De Stolperstein voor Mietje is al geplaatst, buiten medeweten van René en zijn zussen. De werkgroep wist spijtig genoeg van hun bestaan niet af. “Jammer dat wij niet bij de onthulling aanwezig waren, maar het doet ons goed te horen dat er een steentje voor haar is.”
Het is pas kort geleden dat tot hem en zijn zussen echt doordrong dat Mietje “gewoon ons zusje was”: lang is Mietje de dochter geweest uit het eerste huwelijk van hun vader. “Waarschijnlijk was dit uit zelfbescherming, want anders komt de ellende wel opeens heel dichtbij.” Maar nu ontlopen ze dat besef niet meer.
Inmiddels hebben ze met z’n allen de Stolperstein op de Riedijk bekeken. En om de herinnering aan het halfzusje levend te houden, heeft René Mietje’s naam geadopteerd voor het namenmonument, dat in Amsterdam komt te staan.
![]() |
René Viskoper, de halfbroer van Mietje, heeft zijn zusje opgegeven voor het Namenmonument |
Antje Wigman had nóg een zoon, Hans Antje Wigman, de moedige onderduikhelpster uit het verhaal hierboven, heeft nóg een kind. Dat openbaarde mevrouw Addy Bos in een e-mail aan de redactie van deze Stolpersteine-website. Zij had daar het verhaal doorgenomen en was verbaasd te lezen dat Antje slecht één kind zou hebben gehad, zoon Willem − die werd geboren op 11 maart 1940, maar die al na drie maanden stierf, op 18 juni. “Dit klopt niet”, corrigeerde zij. “Er is ook nog een Johan Wigman, roepnaam Hans, geboren in 1950.”
Schoonouders |
Waar zaten vader en moeder
[* In september 2020 zond drs. Aaldrik Hermans uit Laren, wetenschappelijk onderzoeker WOII, de redactie van deze Stolpersteine-site documenten toe, waaruit iets meer valt af te leiden over de verblijfplaats van de ouders van Mietje Viskoper. Zoals René Viskoper in het bovenstaande verhaal al veronderstelt, zijn vader Michel Viskoper en moeder Elisabeth Catharina inderdaad in Amsterdam achtergebleven. Op 24 november 1943 worden zij tegelijk gearresteerd, om 17 uur. Dit staat zo genoteerd in de dag- en nachtrapporten van de Amsterdamse politie, zie de afbeelding van de desbetreffende pagina. Hermans meldt dat de ouders op 30 november 1942 aankomen in kamp Westerbork, waar zij in strafbarak 67 komen te zitten. Zo’n tien dagen later, op 10 december, komt ook Mietje in Westerbork aan, met een gevangenentransport uit Rotterdam. Zoals in het hoofdverhaal is beschreven, werd zij in Dordrecht opgepakt. Gedrieën zijn vader, moeder en Mietje vervolgens op 8 februari 1944, twee maanden later, op transport gesteld naar Auschwitz. Daarvan getuigt de notitie op hun persoonskaarten van de Joodsche Raad, die zijn aangetroffen in het zogenoemde Arolsenarchief, het Duitse nazi-archief: “Tr 8.2.44”.
|
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'