Het voorbije joodse dordrecht

Bep Bax (89) en haar jeugdvriendin Stella:
een aangrijpende steenlegging na 76 jaar

Half mei 2018 stond eind van een ochtend bij een woning aan de Reeweg Oost, bij huisnummer 233, een grote groep omstanders, onder wie vele nieuwsgierige schoolkinderen. Er klonk opgewonden geroezemoes.
        Wie er oog voor had, zag te midden van deze mensen − terzijde, onnadrukkelijk en stil − een hoogbejaarde vrouw staan, arm in arm met een jongere vrouw. Langzaam lopend, enigszins bedrukt kijkend, bewogen zij zich steeds dichter naar de woning toe, de stoep op. De oudere vrouw hield stevig een bos bloemen vast.
        Wat ging zich hier afspelen?
        De oudere vrouw was Bep Huigen-Bax, de jongere haar kleindochter Karlijn. Voor mevrouw Huigen was nu een beladen moment aangebroken – zij ging een Stolperstein aanreiken en bloemen neerleggen voor haar joodse klasgenote Stella Kleinkramer, haar jeugdvriendin.
        Dát is wat hier stond te gebeuren: een dementerende vrouw van bijna negentig, een zeldzame nog levende ooggetuige van de oorlog, kon na 76 jaar Stella eer bewijzen.
        Dit is er het verslag van.

klassefoto met Stella Kleinkramer en Bep Bax

De klassefoto die mevrouw Huigen-Bax afstond voor de plechtigheid, werd op groot formaat opgehangen in de boom voor het voormalige ouderlijk huis van Stella Kleinkramer.
Foto Redactie Website

Zonovergoten
Drie jaar heeft ze moeten wachten, maar dinsdag 15 mei was het dan eindelijk, eindelijk zover, om 11.30 uur: Bep Huigen-Bax, een rijzige dame van 89 jaar, keek toe hoe op de Reeweg Oost een Stolperstein werd gelegd voor Esther Rosalina (‘Stella’) Kleinkramer. Dit meisje is op 19 november 1942 als 13-jarige wreedaardig vermoord in Auschwitz, dat doodsoord van onvoorstelbare ontzettenheden. Stella was een klasgenote én een jeugdvriendin van Bep Bax.
        De plechtigheid op de zonovergoten Reeweg was emotioneel, en greep mevrouw Huigen aan. Ze hield een doekje voor haar mond, of veegde er de tranen mee uit haar ogen. Na 76 lange jaren kon zij haar verdriet, het verlies van Stella, nu “een plekje geven”, zoals haar kleindochter Karlijn Huigen het omschreef.
        Het was deze 30-jarige Karlijn (Dordrecht, 6.2.1988) die op 23 februari 2015 een gift deed, waarmee de Dordtse werkgroep Stolpersteine een herdenkingsteentje kon bestellen voor Stella Kleinkramer. Drie jaar duurde het vervolgens voordat de Stolperstein uit de werkplaats in Berlijn aankwam, waarna dan ook nog de steenlegging moest worden georganiseerd. De bedenker van de Stolpersteine, kunstenaar Gunter Demnig, krijgt aanvragen uit heel Europa, elk jaar meer, duizenden tegelijk. Maar hij wil er geen industriële productie van maken zoals de Duitsers joden industrieel vernietigden, en dus moeten de aanvragers eindeloos geduld betrachten, jaren achtereen soms.
        Karlijn Huigen werd door de voorzitter A. Boogerman van de Dordtse werkgroep “netjes op de hoogte gehouden” van alle voortgang. Maar dat leverde geen concreet steentje op, en dat begon in 2017 toch te schuren. Want bij haar oma Bep werd namelijk Alzheimer geconstateerd. Ze kwam in het lokale verzorgingstehuis ‘Vreedonk’ te zitten, “en ging in rap tempo achteruit”, e-mailde zij Boogerman. Waar blijft toch dat steentje? klonk het wanhopig tussen de regels door.

gezinskaart van de familie Bax

De gezinskaart van de familie Bax. Vader en Moeder kregen twee kinderen, twee dochters:
Isabella (‘Bep’) en Driesanna Cornelia. Op 13 april 1939 kwamen het gezin te wonen in de Bosboom Toussaintstraat,
op nummer 13. Vader Bax was broodbakker.
Foto’s Regionaal Archief Dordrecht (RAD)

Bewust
Karlijn vond het “best lastig” om haar oma te moeten vertellen dat er nog altijd geen Stolperstein is voor Stella Kleinkramer. “Ik zag aan haar dat het d’r veel deed.” Karlijn werd in toenemende mate bang dat haar oma het plaatsen van de Stolpersteine “dadelijk niet meer bewust” kon meemaken, “of zelfs helemaal niet meer”. Laat me svp spoedig weten of er uitzicht is op plaatsing? vroeg zij Boogerman daarom. Want: “Het zou voor m’n oma een hele geruststelling zijn als zij zeker weet dat Stella niet vergeten wordt. Het betekent erg veel voor haar, en ik denk dat zij dan het verlies een plekje kan geven, iets wat ik haar na al die jaren zo ontzettend gun.”
        Boogerman heeft echter geen enkele invloed op ‘Berlijn’. Hij kon alleen maar toezeggen dat hij gaat proberen het steentje “met voorrang naar Dordrecht te krijgen”. Want heel soms, wist hij, bijvoorbeeld als er een steentje wordt geleverd waarin een fout blijkt te zijn geslopen (in de naam of in een datum), slaagt het atelier erin behoorlijk snel een vervangend, correct exemplaar te maken.
        Het lukte. Begin 2018 gaf Boogerman daarop mevrouw Huigen thuis alvast het steentje voor Stella in handen. Dan wist ze tenminste hoe het er uitzag, en kon ze het aanraken. En ze wist ook dat de steenlegging aanstaande was. Hiermee maakte de werkgroep een uitzondering voor haar, louter omdat het mevrouw Huigen immers geestelijk niet goed ging. Intussen bestelde de werkgroep nog eens 30 andere stenen.
         In het voorjaar stuurde ‘Berlijn’ deze steentjes in dozen per koerier naar Dordrecht. De werkgroep hoefde niet te wachten totdat Demnig zelf zou komen om ze te komen metselen. In zijn plaats mochten medewerkers van Openbare Werken dat doen. Soms geeft Demnig toestemming voor zo’n Selbstverlegung.
        Nu konden de steenleggingen worden georganiseerd, waaronder die voor Stella. Het eerbetoon voor dit schoolmeisje zat er dan toch echt aan te komen. Als geschikte data werden vastgelegd dinsdag 15 mei en maandag 9 juli, de ene keer vijftien, de tweede keer 16 steentjes.

steentjes voor de vier omgebrachte gezinsleden Kleinkramer

De steentjes voor de vier omgebrachte gezinsleden liggen klaar om in de stoep gemetseld te worden.
Foto Redactie Website

Scholieren
Half mei was het dan zover. Karlijn stond klaar, haar oma ondersteunend en begeleidend. Een stoet schoolkinderen kwam aangelopen, enigszins oneerbiedig begonnen die ter plekke aan een ijsje te likken. Mevrouw Huigen zag in de boom pal voor het huis waar de familie Kleinkramer in zorgelozer dagen woonde, op groot formaat de klassefoto die zij had afgestaan voor de plechtigheid. Het ontroerde haar zichtbaar.
        Op die schoolfoto zit Stella op de voorste rij, als tweede van links. Naast haar rechts, als derde meisje, zit mevrouw Huigen, jong, blond, vrolijk.
         Voorafgaand aan de steenlegging wees werkgroepslid en historicus drs. C. Weltevrede de aanwezigen op mevrouw Huigen. “Ze mist haar vriendin nog altijd. Ze denkt vaak aan haar”, vertelde hij. Iedereen draaide het hoofd naar mevrouw Huigen, die trillend het zakdoekje voor de mond hield, tranen in de ogen. Ze was ondertussen op een stoel gaan zitten. Weltevrede zei dat het “heel bijzonder” is, dat een mevrouw van bijna 90 na zoveel decennia kan meemaken dat haar schoolvriendinnetje wordt herdacht.
         Bep Bax, voluit Isabella geheten, woonde niet bepaald dichtbij, namelijk in Krispijn, in de Bosboom Toussainstraat op nummer 13 (nu: 21), waar haar ouders, Arie Bax (Dordrecht, 13.8.1903) en Adriana de Bruijn (Dordrecht, 29.6.1904), een bakkerij hadden. Ze had één jonger zusje, Driesanna Cornelia, geboren 9 februari 1932. Voor de volledigheid: Arie en Adriana trouwen op 15 december 1927, en gingen per die dag op de Brouwersdijk wonen, op nummer 143 zwart. Voordat zij met hun twee kinderen neerstreken in de Bosboom Toussaintstraat, op 13 april 1939, verhuisde het gezin van de Brouwersdijk naar Matthijs Marisstraat 51, naar Boshamerstraat 27 en naar Voorstraat 382, zo blijkt uit de gezinskaart in het Dordtse archief.
        Bep leerde Stella kennen op de hbs. Tijdens de plechtigheid werd nog gezegd dat het een foto van een lagere-schoolklas was, maar Karlijn heeft het nagevraagd, en meldde dat dit een vergissing was. Die hbs was aanvankelijk in het Oranjepark gevestigd. “Maar nadat de Duitsers de school hadden ingenomen, moesten de leerlingen naar een ander gebouw, de school op de Groenendijk. Daar is de schoolfoto gemaakt, op de stoep voor de school. Het jaartal van de foto zal ook een jaar later zijn, niet 1940, maar 1941.”

beeldverslag van de plechtigheid

Een beeldverslag van de plechtigheid. Mevrouw Huigen is met kleindochter Karlijn aangekomen. Samen bekijken ze de vier Stolpersteine. Het grijpt mevrouw Huigen aan.
Even later bekijkt zij de uitvergrote foto van de schoolklas, die werkgroepvoorzitter A. Boogerman rechthangt. Opnieuw raakt mevrouw Huigen geëmotioneerd. Ze gaat zitten en luistert hoe werkgroepslid Weltevrede de aanwezigen, onder wie een klas scholieren, vertelt wat de familie Kleinkramer in de oorlog is overkomen en wie mevrouw Huigen is.
Hierna kijkt mevrouw Huigen toe hoe de stratenmaker het steentje voor Stella, dat zij al drie maanden in huis had, aanbrengt in de stoep, samen met de drie andere. Dan staat ze op om de steentjes te bekijken, en legt ze er de bos bloemen bij die ze heeft meegenomen. Stella, haar schoolvriendin die ze altijd is blijven missen, heeft nu een plek gekregen, mevrouw Huigen heeft iets kunnen afsluiten.
Foto’s Redactie Website

Verdwenen
Weltevrede zei dat Bep “op een kwade dag” ontdekte dat Stella ineens niet meer in de klas zat. Ze was verdwenen. “Dan vraag je je af: wat is er gebeurd?” Karlijn Huigen, de kleindochter, beaamde later dat haar oma inderdaad “niet precies wist” wat er met Stella aan de hand was. “Daar kwam ze pas later achter, toen duidelijk werd wat er was gebeurd met bijna alle joden. Om duidelijkheid voor mijn oma te krijgen, heb ik het vier, vijf jaar geleden uitgezocht. Zo wist ze zeker dat Stella er helaas niet meer was.”
        Stella (Dordrecht, 28.11.1928) bleek vermoord, vergast in een van de gaskamers van Auschwitz-Birkenau. Op dezelfde dag, misschien zelfs wel op hetzelfde moment, stierven daar ook haar jongere zusje Rosalina (Dordrecht, 17.9.1932) en haar moeder Sophia Helena Kleinkramer-Weijl (Lochem. 25.9.1901). Haar vader Jacob mocht drie jaar langer blijven leven, als dwangarbeider. Hij werd omgebracht in Gross Rosen, op 7.2.1945. Over de familie Kleinkramer staat op deze website een compleet verhaal, nummer 97.
         Weltevrede vertelde de toehoorders hoe de familie aan haar einde is gekomen. De vier gezinsleden werden op dinsdagavond 10 november 1942, samen met nog 35 andere Dordtse joden, om 18.45 uur afgeleverd op het Hoofdbureau van Politie, aan de Groenmarkt. Kort na de arrestatie, vervolgde Weltrevrede, gingen de betrokken politieagenten, blij met hun “vette vangst”, in de leegstaande woning van de Kleinkramers een feest vieren. Het duurde twee avonden, er waren “enige vrouwen” bij. Een getuige verklaarde later dat het er “een beestenbende” was.
        Bep Huigen is haar vriendinnetje sinds die fatale dag in november 1942 “altijd blijven missen”, zei Karlijn, “en is haar nooit vergeten. Zij heeft mij als tiener over Stella verteld. Dit maakte indruk op mij.”

Trillen
Nu was het de beurt aan mevrouw Huigen. Ze stond op en, overmand door emoties, overhandigde zij aan stratenmaker de Stolperstein die ze al drie maanden in huis had. Deze metselde het steentje in de stoep, samen met de steentjes voor de drie andere gezinsleden, en veegde ze schoon. Mevrouw Huigen legde haar bos bloemen bij de steentjes, trillend van verdriet. Haar vriendin, die nooit begraven is kunnen worden, had na 76 jaar een plek gekregen, bij haar eigen vertrouwde ouderlijk huis.
         Hierna gingen zij en Karlijn terzijde staan, bijkomend van alle emoties. Voor wie wist wie mevrouw Huigen was en wat zij daar deed, was het een aangrijpende gebeurtenis.
        Intussen lazen enkele van de schoolkinderen gedichten voor.
        Bep Huigen-Bax is al langere tijd weduwe. Zij trouwde in 1950 met Joop Huigen, die in 1992 overleed. Het echtpaar kreeg drie kinderen, twee jongens en een meisje.
        Karlijn meldde dat haar ándere oma, Mabel Veth (Dordrecht, 28.4.1929), in hetzelfde leerjaar zat als Bep en Stella, maar niet in dezelfde klas. “Zij was vriendinnen met hen.” Mabel woonde indertijd op de hoek van de Hugo de Grootlaan met de Reviusstraat. Mabel herinnerde zich nog enkele namen van andere klasgenoten op de voorste rij. Links van Stella zit bijvoorbeeld Beppie Louis, rechts van Bep zitten Jopie Versteeg, Magda en Ineke. Verder wist ze te vertellen dat “de vader van Stella patience speelde met hele kleine kaarten”. En dat Stella “zich erg geneerde voor de jodenster, en er eigenlijk altijd haar arm voorhield.” Mabel Veth woont in Spanje. “Ze komt niet meer naar Nederland”, weet Karlijn.
        Mevrouw Huigen heeft de plechtigheid zeer gewaardeerd, vertelde ze Karlijn na afloop, terugkijkend op de gedenkwaardige dag. Het ophangen van de foto, het aangeven van de steen, het verhaal over Stella en de familie, de gedichten, het neerleggen van de witte rozen; ze vond het allemaal “mooi en respectvol”.
        Zelf heeft ze met die herdenking iets kunnen afsluiten, zei ze. Karlijn: “Ze vond het belangrijk om Stella een afscheid te geven, ook opdat men nooit vergeet wat er is gebeurd. En zelf heeft ze op deze manier ook afscheid kunnen nemen. Dat is precies wat ik haar zo gunde − voordat het te laat zou zijn.”

 


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'