Het voorbije joodse dordrecht

Wreed vermoord: de drie kinderen
van de Dordtse Hester van Dam
* Overzicht familie Van Dam

Gelukkig heeft ze het niet geweten – en ook haar man niet.
        Hester van Dam, een geboren Dordtse, ging met de Limburgse Isidore Salomon Schepp in Amsterdam een gezin vormen, dat uiteindelijk drie kinderen telde: Salomon, Flora en Jonas.
        Al deze nakomelingen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog bruut vermoord. En sommigen van hen verloren tijdens het nazibewind ook nog eens hun partner of hun kinderen.
        Maar goddank is al dit leed Hester ontgaan. Zij stierf ver voordien, als 53-jarige in 1904. En Isidore, die na haar overlijden hertrouwde, heeft evenmin hoeven meemaken dat zijn oorspronkelijke gezin werd geruïneerd. Jaren voordat de Duitsers Nederland bezetten, is hij al overleden, in 1931 op 72-jarige leeftijd.
        Door dat niet-weten is ze groot verdriet bespaard gebleven.
        In dit verhaal wordt gereconstrueerd wat zich in de familie Schepp heeft voorgedaan − vanaf dat moment dat Hester en Isidore elkaar trouw bezwoeren. Er is één heuglijk feit te melden: een enkel familielid heeft de Holocaust overleefd.

Tolbrugstraat landzijde

Een moeder en dochter kijken in de Tolbrugstraat landzijde naar de fotograaf.
De foto is gemaakt tussen 1910 en 1914. In deze steeg is Hester van Dam geboren, in september 1850.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr. 552_700324)

Geboorteakte Hester van Dam

Moeder Flora Monasch beviel op 26.9.1850 om 23 uur van Hester, volgens de geboorteakte.
De bevalling had plaats in huis C 1616 B van het Tolburgstraatje.
Foto RAD

Foutje
Voor haar begon alles in de Tolbrugstraat, een nauw straatje dat vanaf de Voorstraat naar beneden loopt, dieper de binnenstad in. Het bestaat nog altijd, maar vanzelfsprekend heeft het na ruim 170 jaar een compleet ander aanzien gekregen.
        Maar hier, op die 26ste september in 1850, in het pand genummerd C 1616 B, zag Hester het levenslicht, volgens de geboorteakte “des namiddags ten elf uren”. Haar toen 29-jarige moeder was Flora Monasch (Gouda, 26.1.1821), haar 37-jarige vader de koopman Jonas van Dam (Dordrecht, 12.9.1923).
        Hester was hun eerstgeborene. In het bevolkingsregister van destijds, maar niet in de geboorteakte, is haar voornaam overigens abusievelijk genoteerd als “Esther”: een schrijf- of een hoorfout? Na Hester kregen Flora en Jonas in Dordrecht nog twee kinderen: Machiel op 21 december 1851 en Saartje op 30 oktober 1853.
        Met hun drietallig kroost vertrok het echtpaar Van Dam naar Gouda, Flora’s geboortestad. Daar verloor het Saartje. Zij stierf op 24 augustus 1855, na slechts 1 jaar en 9 maanden te hebben geleefd. Daarna werd Sophia er geboren, op 12 januari 1856. Maar zij leefde nóg korter. Zij overleed al na veertien maanden, op 23 maart 1857.
        Flora beviel nadien van nog eens vier baby’s: Saartje nr. 2 op 15 maart 1858, Mozes op 20 juni 1860, Helena op 23 april 1863 en Eliazer op 14 december 1865. Echter, opnieuw was een kind geen lang leven gegeven. Helena ontsliep na drie jaar, op 31 mei 1866.
        Terwijl het gezin zich uitbreidde en weer kromp, werd er binnen de stad verhuisd. Het heeft bijvoorbeeld gewoond op de adressen Lange Groenendaal J 31b (later 47), Rozendaal 18 en Doelensteeg 238 (later: 254). Maar vervolgens verlieten de overgebleven Van Dammen gaandeweg Gouda. Ze verkasten op verschillende tijdstippen, maar allen vestigden zij zich in Amsterdam.
        Hester was de eerste die vertrok (op 9.5.1874), daarna volgden Saartje (op 8.8.1874), Machiel (op 6.8.1881 − die overigens pas ‘net’ vanuit Dordrecht in Gouda was aangekomen: op 16.1.1881), Eliazer (op 21.12.1881), Mozes (op 3.6.1882) en tot slot vader en moeder, samen op 19 februari 1883.

Dordtse bevolkingsregister Hester van Dam

In het Dordtse bevolkingsregister wordt de naam van Hester als Esther geschreven. Een schrijffout of een hoorfout?
Foto RAD

Trouwakte Hester van Dam en Isidore Schepp

Op  9 september 1886 trouwt Hester in Amsterdam met Isidore Salomon Schepp, een Limburger.
Hij is 27, zij al 35.
Foto Stadsarchief Amsterdam

geboortebericht voor Jonas Schepp

Drie kinderen krijgt Hester met Isidore:
Salomon (1888), Flora (1889) en Jonas (1891).
Dit is geboortebericht voor Jonas,
in het ‘Algemeen Handelsblad’ van 11 oktober 1891.
Foto Delpher

Huwelijk
Twaalf jaar nadat Hester in Amsterdam was gaan zetelen, trouwde zij er, op 9 september 1886. De bruidegom was de 27-jarige slachtersknecht Isidore Salomon Schepp (12.6.1859), afkomstig uit Meerssen in Limburg. Hester was 35 inmiddels en volgens de trouwakte “zonder beroep”.
        Aanvankelijk betrok het echtpaar een woning aan de Molensteeg, nummer 4. Daar kwam de eerste van de drie koters ter wereld, zoon Salomon op 11 januari 1888. Per 14 januari 1889 werd het woonadres Rapenburg 8a, en daar verschenen dochter Flora (12 juni 1889) en tweede zoon Jonas (9 oktober 1891).
        In het huis woonde nog iemand in: Adelheid Goldstein (Maastricht, 19.7.1872), een nicht van Isidore. Ter toelichting: Isidore’s moeder is Rachel Goldstein, geboren in Maasbracht op 4.8.1825, zijn vader Salomon Mozes Schepp (Utrecht, 25.1.1828). Het gezin Schepp waartoe Isidore behoort, had zich op 22 april 1853 vanuit Meerssen in Amsterdam gevestigd. Zodoende werd Amsterdam aan het einde van de 19de eeuw een verzamelpunt voor twee verwante families: de Schepps uit Limburg, de Van Dammen uit Dordrecht.
        De vader van Hester, Jonas Machiel van Dam, is op 21 september 1897 overleden, 74 jaar oud. Hij woonde op het laatst, vanaf 31 maart 1897, met zijn vrouw Flora en zoon Eliazer, in Amsterdam op het adres Heiligeweg 36, na eerder gehuisd te hebben in de St. Anthoniebreestraat, op de nummers 11 en 28, en aan de Boomssloot, op nummer 8. Jonas is begraven op de joodse begraafplaats in Diemen.

Hester van Dam overleed in 1904

Hester van Dam overleed kort na het begin van de 20ste eeuw,
in 1904. Zij is 53 geworden. De overlijdensadvertentie stond
in het ‘Nieuw Israëlitisch Weekblad’ van 15 juli 1904.
Foto Delpher

Kortstondig
Hoe verging het de Van Dammen en Schepps in de nieuwe eeuw?
        Inzoomend op het gezin van Hester en Isidore zijn er deze gebeurtenissen te melden, vreugdevolle maar ook hartverscheurende.
        Moeder Hester overleed kort nadat de 20ste eeuw was begonnen, op 13 juli 1904 in Amsterdam. Zij is maar 53 geworden. Isidore deelde in de overlijdensadvertentie in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van de 15de mee, dat zijn “dierbare Echtgenoote” was gestorven “na een kortstondig lijden”. De moeder van Hester, Flora van Dam-Monasch, overleed enkele jaren ná haar dochter, op 20 januari 1907, in Amsterdam. Zij is 85 geworden, ruim tien jaar ouder dus dan haar man Jonas.
        Krap zeven jaar later hertrouwde weduwnaar Isidore, die intussen slager en vleesverkoper was geworden. Hij was 51 jaar toen hij zich op 23 februari 1911 in Amsterdam verbond aan de 49-jarige winkelierster en weduwe Eva Loeb (16.5.1861), afkomstig uit het Duitse Hüffelsheim, een plaats die in archiefdocumentatie ook wordt geschreven als Hesselheim, Hesselsheim, Hisselheim en Wesselheim.
        Eva was als dienstbode op 9 maart 1892 in Amsterdam komen wonen, op het adres Nieuwe Herengracht 89. Zij had op die dag de 37-jarige, eveneens joodse sigarenmaker Leendert van Sisteren (Amsterdam, 23.1.1854) gehuwd. Drie jaar later overleed hij, op 4 maart 1895, pas 41 jaar oud.
        Eva werd vervolgens, als “openbare koopvrouw in manufacturen”, te Amsterdam op 4 augustus 1909 bij vonnis van de plaatselijke arrondissementsrechtbank in Amsterdam “in staat van faillissement verklaard. Maar op 23 augustus is dat faillissement, ook bij vonnis, opgeheven “bij gebrek aan actief”.
        Eva is in Amsterdam overleden op 29 april 1935 (72), krap vier jaar na haar man Isidore Salomon Schepp (zie verderop).

Eva Loeb werd begin augustus 1909 faillliet verklaard

Eva Loeb, de weduwe van Leendert van Sisteren, werd begin augustus 1909 faillliet verklaard,
maar dat werd eind augustus opgeheven “bij gebrek aan actief”.
Foto’s Website CBG

Weduwe Eva is overleden op 29 april 1935

Weduwe Eva is overleden op 29 april 1935 in Amsterdam, volgens de overlijdensakte om half negen ’s avonds.
Foto Website ‘Family Search’

Overlijdensadvertentie Salomon Mozes Schepp

Op 29 september 1918 overleed in Rotterdam de schoonvader van Hester, Salomon Mozes Schepp. De advertentie is geplaatst in het ‘Weekblad voor Israëlitische huisgezinnen’ van 4.10.1918.
Foto Delpher

Joodsche-Raadkaart van Grietje van Dam-Snijders

Grietje van Dam-Snijders, de tweede vrouw van Machiel,
is in Auschwitz omgebracht, op 1 februari 1943.
Volgens haar Joodsche-Raadkaart ging zij op 29.1.1943
vanuit Westerbork op transport.
foto Arolsen Archives

Schoonvader
Kort na elkaar waren er ook in de schoonfamilie van Hester, de Schepps, twee sterfgevallen.
        Haar schoonvader Salomon Mozes Schepp (van 1828), de vader van haar echtgenoot Isidore, was op 29 september 1918 in Rotterdam overleden, 90 jaar oud. Hester heeft hier geen weet van gehad; zij was immers in 1904 al overleden. De overlijdensadvertentie, op 4 december 1918 geplaatst in het Weekblad voor Israëlitische huisgezinnen, is dan ook niet ondertekend door Hester, maar Isidore’s tweede vrouw Eva Loeb.
        Ruim een maand later, op 8 november 1918, eindigt het leven van Machiel van Dam, de broer van Hester. Hij is 66 geworden en begraven op de joodse begraafplaats in Diemen.
        Deze koopman Machiel was een dubbel getrouwd man. Zijn eerste vrouw was de 36-jarige naaister Antoinette Jeannette Brandes geworden (Harderwijk, 25.2.1854), aan wie hij zich als 29-jarige verbond, op 10 augustus 1881 in Amsterdam. Zij is overleden op onbekende datum. Als 55-jarige weduwnaar hertrouwde Machiel op 13 maart 1907 in Amsterdam met de 43-jarige Grietje Snijders (Amsterdam, 6.1.1864), de weduwe van Jozeph Levie.
        Machiel stierf elf jaar na het huwelijk al, Grietje leefde voort, totdat zij decennia later werd vermoord in Auschwitz, op 1 februari 1943. Zij heeft de leeftijd van 79 jaar bereikt. Voordat Grietje werd gearresteerd en vanuit Kamp Westerbork op 29 januari 1943 werd gedeporteerd, verbleef zij als oude van dagen in rusthuis ‘Halberstadt’, gelegen aan de Plantage Middenlaan in Amsterdam op nummer 17.
        Verderop in de 20ste eeuw, in de jaren dertig, is Isidore Salomon Schepp, de voormalige eega van Hester van Dam, overleden. Dat gebeurde op 1 juli 1931 in Amsterdam. Hij is 72 jaar geworden. Zijn graf werd gegraven in Diemen, op de joodse begraafplaats daar.

Grafstenen Machiel van Dam en Isidore Salomon Schepp

Nog een sterfgeval: Machiel, de broer van Hester, overlijdt op 8 november 1918. Hij is begraven op de joodse begraafplaats in Diemen.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

In 1931, op 1 juli, sterft in Amsterdam Isidore Salomon Schepp, de man van wijlen Hester. Ook hij is ter aarde besteld in Diemen.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Naambordje Schepp

Voor Salomon, een kind van Hester en Isidore, en voor Salomon’s vrouw Femmetje en hun kinderen Israël en Herman, is in Amsterdam een naambordje gemaakt, als onderdeel van het herdenkingsritueel ‘Namen en Nummers’.
Foto Website ‘Joods Monument’

Barbaars
Hoe is het eigenlijk de kinderen van Isidore en Hester vergaan − hun Salomon, Flora en Jonas?
        Die zijn vernietigd, stuk voor stuk – in Sobibor en Auschwitz. En dezelfde barbaarse behandeling hebben ook soms hun kinderen of partner moeten ondergaan.
        Eersteling en coupeur Salomon Schepp trouwde op 12 mei 1915 in Rotterdam met Femmetje Ancona (Amsterdam, 8.5.1888). Op 9 juni 1916 verhuisden zij naar Amsterdam, naar Vrolikstraat 152 II. Hier kwamen hun twee kinderen ter wereld: Israël Salomon (15.57.1920) en Herman Isidore (28.12.1917). Israël ontwikkelde zich tot onderwijzer, Herman werd magazijnbediende.
        Deze familie is uitgemoord tot het laatste gezinslid. Het leven van vader Salomon en moeder Femmetje eindigde tegelijk in Sobibor, op 2 april 1943, 55 en 54 jaar oud. Hun twee zonen werd elders omgebracht: de 23-jarige Israël in Dorohucza, een Pools nazi-werkkamp, op 30 november 1943; de 24-jarige Herman werd vergast in Auschwitz, op 30 september 1942. Beide zonen waren nog ongetrouwd.

Amsterdamse gezinskaart van Salomon,een kind van Hester en Isidore

De Amsterdamse gezinskaart van Salomon,een kind van Hester en Isidore. Hij en Femmetje hadden twee kinderen, Israël en Herman. Dit gezin in z’n geheel uitgeroeid.
foto Stadsarchief Amsterdam. 

Barend en Flora Swartenberg

Deze foto toont Barend en Flora Swartenberg.
Foto Website ‘Joods Monument’

Barend en Flora Swartenberg

Weduwe Flora Schepp, een dochter van Hester en Isidore die getrouwd was met Barend Swartenberg, is op 10 maart 1943, een dag na aankomst in Westerbork, op transport naar Sobibor gezet, volgens haar persoonskaart in het archief van de Joodsche Raad.
Foto Arolsen Archives.

Confectiezaak
Flora, kind nummer 2, trouwde eveneens in Rotterdam, op 17 september 1942 met Barend Swartenberg (Assen, 13.4.1887). Barend dreef een manufacturenzaak aan de Kruisstraat in Assen, totdat hij zelfmoord pleegde op 20 september 1937, op 50-jarige leeftijd. Zijn weduwe Flora had daarna “tot 1940 een confectiezaak aan de Venestraat”, zoals te lezen is op de website ‘Joods Monument’.
        Flora werd omgebracht in Sobibor, op 13 maart 1943, 53 jaar oud. Zij was volgens haar Joodsche-Raadkaart vanuit de Rubensstraat 64 in Amsterdam op 9 maart 1943 naar Kamp Westerbork vervoerd, en ging vandaar een dag later op transport naar Oost-Polen.
        Haar jongere broer Jonas van 1891 was handelsagent. Hij woonde vanaf 11 september 1934 in Vught, aan de Esscheweg 59; daarvoor in Stad Almelo en in Den Bosch. Op 15 april 1921 trouwde Jonas in Maastricht met Rachel Schepp (Maastricht 23.9.1894, die van zichzelf ook Schepp heette) en daar huisde in de Sporenstraat, op nummer 2. Op zondag 17 april was er feest in het plaatselijke Hôtel Wilhelmina aan de Wilhelminasingel.
        Het echtpaar ging daarna in Rotterdam wonen, in de Eerste Middellandstraat op nummer 52b. Rachel en hij kreeg drie kinderen: als eerste een doodgeboren kind op 1 november 1923, daarna kwamen Henri (6.10.1925) en Hester Eveline (8.9.1929). Op 8 oktober 1932 vestigde het gezin zich in ’s-Hertogenbosch, komend uit de Mathenesserweg, nummer 42c in Rotterdam

gezinskaart van Claus en Liese

De Amsterdamse gezinskaart van Barend en Flora.
Foto Stadsarchief Amsterdam

gezinskaart van Claus en Liese

Rachel Schepp-Schepp was de echtgenote van Jonas Schepp, een zoon van Hester. Zij en haar dochter Hester Eveline hebben de Holocaust wonderwel weten te overleven. Dit zijn hun Joodsche-Raadkaarten.
Foto Arolsen Archives

Radio
Jonas en zijn zoon Henri zijn samen ten onder gegaan in de oorlog, in Sobibor op 9 juli 1943. Hij is 51 geworden, Henri 17. Op ‘Joods Monument’ wordt nog vermeld dat Jonas op 19 augustus 1941 keurig zijn “eigenbouw-radio met Philips-luidspreker” heeft ingeleverd, en twee gezinsleden hun fiets.
        Moeder en dochter hebben de Holocaust weten te overleven. Hoe dat is gelukt, is niet bekend. Op de persoonskaart van Rachel uit het archief van de Joodsche Raad staat alleen dat zij na de bevrijding, vanaf 8 januari 1946, als adres had: Taalstraat 26 in Vught.
        Diezelfde kaart vermeldt ook dat zij “niet gesperrt” is, en als vroegere werkkring had: rijksambtenaar en Rode-Kruiswerk. “Indruk: geschikt voor adm, werk, goede huisvrouw.” Ook op de kaart van dochter Hester Eveline staat dat zij “niet gesperrt” is.
        Over het naoorlogse leven van Rachel en Hester zijn geen nadere gegevens gevonden.

Jonas is met zijn zoon Henri vermoord in Sobibor, op 9 juli 1943

Jonas zelf is met zijn zoon Henri vermoord in Sobibor, op 9 juli 1943.
Foto Website ‘Joods Monument’

grafsteen van Vrouwtje Mestriz en grafsteen van Salomon in de Meij

Vrouwtje Mestriz was de vrouw van Mozes, ook een broer van Hester. Vrouwtje overleed voor de oorlog, op 25 januari 1936 (80); Mozes in Auschwitz, op 17 september 1942 (82). Zij is begraven in Diemen.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Dit is de onleesbaar geworden grafsteen van Salomon in de Meij op de begraafplaats Muiderberg.
Foto Website ’Het Stenen Archief’

Drie nog
Ten slotte de broers en zussen van Hester; hoe is hun leven verlopen?
        Ze waren ooit met z’n negenen, maar vijf kinderen waren, zoals al is beschreven, vóór de Tweede Wereldoorlog overleden. Kortheidshalve waren dat Hester zelf (gestorven in 1904), Machiel (1918), Saartje nr. 1 (1855), Sophia (1857) en Helena (1866).
        Drie kinderen, intussen volwassenen geworden, waren nog in leven toen de Duitsers Nederland innamen: Mozes, Eliazer en Saartje nummer 2. En zoals te vrezen viel, hield dat leven spoedig daarna op.
        Mozes (van 1860) trouwde in april 1888 met Vrouwtje Mestriz (Amsterdam, 13.9.1855). Drie kinderen kregen zij: Jonas (26 april 1889), Heintje (16 juli 1890) en Hijman (4 december 1891). Meer dan vijftig jaar, signaleert ‘Joods Monument’, woonde het gezin op het adres Kuinderstraat 34 II.
        Vrouwtje overleed op 25 januari 1936, op 80-jarige leeftijd. Mozes eindigde in Auschwitz op 17 september 1942 (82 jaar oud), tegelijk met zijn dochter Heintje (52). Jonas, een handelsagent, verloor het leven in Sobibor, op 26 maart 1943 (53). En Hijman, een grossier, werd in Auschwitz omgebracht op 30 september 1942, 50 jaar oud.
        Eliazer, koopman van beroep, was op 12 oktober 1899 in het huwelijk getreden met Emma Friedheim (Krefeld, 14.12.1861), die voor de oorlog in Amsterdam is overleden, op 28 juli 1933 (71). Eén kind kreeg het echtpaar: Jonas Walter (Amsterdam, 6.7.1900). Zowel hij als zijn oude vader werd omgebracht: Eliazar in Auschwitz op 28 september 1942 (76), koopman Jonas in ditzelfde vernietigingsoord op 5 februari 1943 (42).
        Saartje nummer 2 was op 26 april 1888 in Amsterdam als 30-jarige de echtgenote geworden van de even oude diamantsnijder Salomon in de Meij (Amsterdam, 20.4.1858). Nadat Salomon op 30 juni 1918 op 60-jarige leeftijd was overleden, verhuisde Saartje naar Pension ‘Frankenhuis-de Liever’ aan de Nieuwe Herengracht 67. In de oorlog werd zij gearresteerd en vervolgens gedeporteerd naar Sobibor, waar zij als 85-jarige op 16 april 1943 het leven liet.

***

Saartje was het laatste kind dat Jonas en Flora van Dam hadden gekregen. Van de eerstgeboren Dordtse Hester was zij het allerjongste zusje. Maar dat soort dierbare familieverbanden interesseerde de Duitsers niet in het minst. Ook Saartje moest hoe dan ook uit de weg worden geruimd.


(Met medewerking van archiefonderzoekster Erica van Dooremalen)

* Overzicht familie Van Dam
Vader

Jonas Machiel van Dam, Dordrecht, 12.9.1823 – Amsterdam, 21.9.1897 (74).
Moeder

Flora Monasch, Gouda, 29.6.1821 – Amsterdam, 20.1.1907 (85).
Kinderen:
1. Hester, Dordrecht, 26.9.1850 – Amsterdam, 13.7.1904 (53).
Getrouwd met Isidore Salomon Schepp (Meerssen, 12.6.1859 – Amsterdam, 1.7.1931 (72).
Drie kinderen:
        1. Salomon, Amsterdam, 11.1.1888 – Sobibor, 2.4.1943 (55).
        Huwde Femmetje Ancona (Amsterdam, 8.5.1888 – Sobibor, 2.4.1943 (54).
        Twee kinderen:
                1. Israël Salomon (Amsterdam, 15.7.1920 – Dorchucza, 30.11.1943; 23) en
                2. Herman Isidore (Amsterdam, 28.12.1917 – Auschwitz, 30.9.1942; 24).
        2. Flora, Amsterdam, 12.6.1889 – Sobibor, 21.3.1943 (53).
        Trouwde met Barend Swartenberg (Assen, 13.4.1887 – Assen, 20.9.1937 (50).
        3. Jonas, Amsterdam, 11.10.1891 – Sobibor, 9.7.1943 (51).
        Trouwde met Rachel Schepp (Maastricht, 23.9.1894).
        Twee kinderen:
                1. Henri (Rotterdam, 6.10.1925 – Sobibor, 9.7.1943) en
                2. Hester Eveline (Rotterdam, 8.9.1929)
2. Machiel, (soms: Michaël), Dordrecht, 21.12.1851 – Amsterdam, 8.11.1918 (66).
Eerst getrouwd met Antoinette Jeannette Brandes (Harderwijk, 25.2.1854 – Amsterdam, 10.10.1906; 61); daarna met Grietje Snijders (Amsterdam, 6.1.1864 – Auschwitz, 1.2.1943 (79).
3. Saartje, (nr. 1), Dordrecht, 30.10.1853 – Gouda, 24.8.1855 (1 jaar).
4. Sophia, Gouda, 12.1.1856 – Gouda, 23.3.1857 (14 maanden).
5. Saartje, (nr. 2), Gouda, 15.3.1858 – Sobibor, 16.4.1943 (85).
Getrouwd met Salomon in de Meij (Amsterdam, 20.4.1858 – Amsterdam, 30 juni 1918; 60).
6. Mozes, Gouda, 20.6.1860 – Auschwitz, 17.9.1942 (82).
Getrouwd met Vrouwtje Mestriz (Amsterdam, 13.9.1855 – Amsterdam, 25.1.1936 (80).
Drie kinderen:
        1. Jonas (Amsterdam, 26.4.1889 – Sobibor, 26.3.1943 (53),
        2. Heintje (Amsterdam, 16.7.1890 – Auschwitz, 17.9.1942 (52) en
        3. Hijman (Amsterdam, 4.12.1891 – Auschwitz, 30.9.1942 (50).
7. Helena, Gouda, 23.4.1863 – Gouda, 31.5.1866 (3 jaar)
8. Eliazar, Gouda, 14.12.1865 – Auschwitz, 26.9.1942 (76).
Getrouwd met Emma Friedheim (Krefeld, 14.12.1861 – Amsterdam, 28.7.1933 (71).
Eén kind:
        1. Jonas Walter (Amsterdam, 6.7.1900 – Auschwitz, 5.2.1943 (42).





< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'