Het voorbije joodse dordrecht

Al na vijf maanden moest Hans Schönfeldt
zijn modewinkel in Dordrecht weer opheffen

Hans Philipp Schönfeldt, een joodse Berlijner, kwam in april 1940 naar Dordrecht om er zijn geluk te beproeven. Hij begon er op de Voorstraat een filiaal van ‘Het Modehoekje’, zijn Hilversumse winkel in dames–nouveautés. Hij was hoopvol gestemd.
        Maar zijn eigen, wreedaardige landgenoten dwarsboomden hem in zijn zakelijke droom. Nog geen vijf maanden later verdreven zij hem uit Dordrecht, terug naar Hilversum. Daar joegen ze hem, van al zijn bezittingen ontdaan, later in de oorlog verder op, via kamp Westerbork en kamp Theresienstadt ten slotte naar Auschwitz, waar ze hem vergasten, op 28 februari 1945.
        Vanuit Dordrecht liep, achteraf gezien, voor Hans Philipp Schönfeldt alles weg in een verdwijnpunt.
        Zeven decennia later gaat dit nog letterlijker op. Op de herdenkingssite Joods Monument voor alle Nederlandse Holocaust–slachtoffers bijvoorbeeld komt Schönfeldt, de winkelier in mode–nieuwigheden, voor. Maar zijn biografie is leeg. “Deze persoon was alleenstaand of van deze persoon is geen gezinsverband bekend of kon niet worden gereconstrueerd”, luidt de standaardzin daar, een zin die is gereserveerd voor een ieder van wie werkelijk niets bekend is.
        Dit terwijl hij toch echt een echtgenote had en een zoon – die nog altijd leeft.
        Het kan nog schrijnender: bij de joodse gemeente in Hilversum, naarstig bezig Stolpersteine te leggen voor alle plaatselijke joodse oorlogsdoden, wordt verrast gereageerd als de naam Schönfeldt valt. “Hij komt in de gegevens die wij van de gemeente Hilversum hebben ontvangen niet voor”, zegt woordvoerder Hans Roos. Schönfeldts bestaan blijkt dus compleet gewist te zijn. Dit terwijl hij vanaf oktober 1933 tot april 1940 toch heus in Hilversum heeft gewoond, zes jaar bij elkaar, en na zijn Dordtse periode opnieuw.
        In dit verhaal krijgen Schönfeldt en de zijnen, kortstondige joodse Dordtenaren van weleer, hun identiteit terug. Wie waren zij, waar bleven zij?

Leibnitz–gymnasium

Drie foto’s van hoe het tegenwoordige Leibnitz–gymnasium (vroeger Friedrichs–Realgymnasium geheten) aan de Mittelwalder– en Schleiermacherstrasse in Berlijn er uit zag aan het begin van de vorige eeuw. Hans Philipp Schönfeldt bezocht deze school in 1914. De vierde foto toont het gymnasium in huidige staat.
Foto’s TU Berlin Architekturmuseum en Redactie Website

Aanvulling
Joods Monument (JM) heeft een afdeling waar bezoekers aanvullingen kunnen achterlaten: foto’s, feiten, anekdotes – alles wat maar iets zinvols toevoegt aan de dikwijls gezichtsloze slachtoffers. In juli 2010 blijkt ene Christiane Thies enkele veelzeggende zinnen te hebben geschreven, vol biografische gegevens, over Hans Philipp Schönfeldt. In feite is het een beknopte levensloop, zo’n biografie als JM zelf niet had weten samen te stellen.
        Christiane Thies, zo bleek zodra er contact was gelegd, is geen Nederlandse, maar een Duitse – een docente van het Leibniz–gymnasium in Berlijn, de sedert 1906 nog altijd bestaande school aan de Schleiermacherstraße 23 in Berlijn waar Schönfeldt leerling is geweest. Thies vertelde dat zij die levensbeschrijving vanönfeldt had kunnen maken, omdat zij samen met leerlingen daartoe een onderzoeksproject had opgezet. Of, zoals zij het in haar eigen taal omschreef: “Ich habe im Rahmen eines Forschungsprojekts über das Schicksal der ehemaligen jüdischen Schüler unsere Schule über Hans Philipp Schönfeldt recherchiert.
        Zij stuurde de resultaten, veel uitgebreider dan het stukje op JM, bereidwillig mee. Voor dit artikel wordt er dankbaar uit geciteerd. Aangevuld met correspondentie tussen Schönfeldt en Nederlandse en Duitse autoriteiten – een briefwisseling die bewaard is gebleven en werd aangetroffen in het Regionaal Archief Dordrecht – kan hier vrij gedetailleerd Schönfeldts voortijdig afgebroken leven worden gereconstrueerd.

gele ster die René Schönfeldt tijdens de oorlog in Nederland heeft gedragen

De gele ster die René Schönfeldt tijdens de oorlog in Nederland heeft gedragen, heeft hij in 1989, samen met enkele ‘bankbiljetten’ uit Theresienstadt, geschonken aan het United States Holocaust Memorial Museum.
Foto USHMM

Dictatuur
Hij is geboren in Berlijn, op 14 maart 1902, als zoon van koopman Sally Schönfeldt (Wulfflatzke, Pommern, 24.11.1865) en Marie Eisneörlitz, Neder–Silezië, 3.10.1869). Na Pasen 1914 werd hij toegelaten tot het Friedrichs–Realgymnasium, zoals de school van 1906 tot 1938 heette – om na de oorlog veranderd te worden in het Leibnitz–gymnasium. Maar na een halfjaar verruilde hij deze middelbare school alweer voor een andere Realschule, op 14 september 1914.
        Hans Schönfeldt werd net als zijn vader een koopman. Hij trouwde met Hanna Goldmann (Berlijn, 8.9.1903) en kreeg met haar een zoon op 8 februari 1932: René Wolfgang. De familie woonde nog altijd in Berlijn, tot in 1933, in de Manteuffelstraße 21 in de wijk Tempelhof.
        Vervolgens ging het mis. Hitler werd op 30 januari 1933 benoemd tot Rijkskanselier en wist binnen enkele maanden na deze aanstelling de absolute macht te veroveren. “De Republiek van Weimar, de eerste Duitse democratie, veranderde in een dictatuur” (Historisch Nieuwsblad), joden werden een gedoemd volk.
        Voor Schönfeldt was dit alle reden om zijn vaderland te verlaten. Christiane Thies en haar onderzoeksploeg weten nog te melden dat het gezin op het laatst inwoonde bij de ouders van Hans, in de Burgherrenstraße 8. Maar wanneer het voorgoed emigreerde naar Nederland “wissen wir nicht”. Die datum kon achterhaald worden dankzij documentatie in het Dordtse archief: op 16 oktober 1933 vestigde het gevluchte gezin zich in Hilversum, aan Achterom 1, komend uit Amsterdam, blijkbaar het eerste toevluchtsoord.

In April opent Schönfeldt aan de Voorstraat 259 een zaak in dames–artikelen

In April opent Schönfeldt aan de Voorstraat 259 (nu: 321) een zaak in dames–artikelen, een filiaal van zijn Hilversumse winkel. In oktober moet hij de Dordtse zaak alweer sluiten. Deze foto toont het pand (‘Mix Snack’) in huidige staat.
Foto Redactie Website

Modehoekje
Ook daar betoont Hans Schönfeldt zich de middenstander die hij was. Het begon aan de Stieltjeslaan 35 een damesmodezaak, ‘Het Modehoekje’ genaamd. Zo voorspoedig ontwikkelde zich dit, dat Schönfeldt begin 1940, bijna zeven jaar later, het idee kreeg in Dordrecht een filiaal te openen.
        In een brief aan de Vreemdelingendienst in Dordrecht, gedateerd 5.2.1940, meldde hij vanuit Hilversum zijn voornemen, en vroeg hij “om bevestiging, dat ik zonder meer van hier naar Dordrecht kan verhuizen”, aangezien hij ook van plan is in Dordrecht te gaan wonen. Over zichzelf schrijft hij: “Ik ben van nationaliteit Duitscher en heb sinds 6 1/2 jaar een hier goed bekende zaak. Als U inlichtingen over mij noodig acht, zal U deze de vreemdelingendienst alhier zeker gaarne verstrekken.”
        De Commissaris van Politie bericht op 8 februari 1940 aan zijn Hilversumse collega of hij Schönfeldt wil “mededeelen dat er dezerzyds daartegen geen bezwaar bestaat” en dat voor het openen van het filiaal geen vergunning “is vereischt”.
        Hij is welkom in Dordrecht, en enkele maanden later gaat hij er ook heen, met Hanna en René. Op 6 april 1940 melden zij zich af bij de Vreemdelingenpolitie in Hilversum.
        Het verblijf in Dordt was kort. Enkele weken na zijn aankomst, lopen de oorlogszuchtige nazi’s Nederland onder de voet, en moet het gezin Schönfeldt opnieuw vrezen voor jodenvervolging. De eerste voortekenen ervan doen zich al snel gelden: zijn winkel wordt hem afgenomen, al in september. Alles zal joden gaandeweg worden afgepakt, ook hun leven.

Drie krantenknipsels, die getuigen van de komst van de familie Schönfeldt naar Nederland

Drie krantenknipsels, die getuigen van de komst van de familie Schönfeldt naar Nederland. In 1933 vestigt Hans Philipp zich, komend uit Amsterdam, in Hilversum en begint er een damesmodezaak (De Gooi– en Eemlander, 2.11.1933). In 1934 zoekt hij een “net dagmeisje” voor zijn gezin (De Gooi– en Eemlander, 30.10.1934). In 1940 verlaat hij Dordrecht om weer in Hilversum te gaan wonen (Dordrechtsche Courant, 19.10.1940).
Foto’s Regionaal Archief Dordrecht en Delpher


Winkeljuffrouw
In een brief op 16 september 1940, van de Dordtse politie aan de Rijksvreemdelingendienst in Den Haag, staat wat er gebeurde. Schönfeldt had op 8 april aan de Voorstraat 259 (nu 321) zijn nieuwe zaak in dames–artikelen geopend, een winkel “waarin hy en zyn vrouw de cliëntèle bedienden zonder hulp van een winkeljuffrouw”.
        Op 8 september moesten Hans en Hanna Dordrecht verlaten, op last van de bezetter. Reden: “Als niet–arische Duitschers” behoorden zij tot “die personen, die ingevolge het bepaalde in de vreemdelingencirculaire no. 22830 deze gemeente tydelyk moesten verlaten”.
        De politie brengt nog een verzoek over van Schönfeldt. Nu ze plotseling moesten vertrekken, wordt de zaak zolang waargenomen door “een 18–jarige winkeljuffrouw, die eerste gedurende 5 weken in deze branche werkzaam is, waarvan een maand in een soortgelyke zaak, zoodat deze geen voldoende kennis draagt van de diverse artikelen om de zaak behoorlijk te kunnen waarnemen”.
        Zou Hanna eenmaal per week zich van Hilversum naar Dordrecht mogen begeven om “eventuele deze zaak betreffende aangelegenheden” te kunnen regelen, zoals inkoop van artikelen?
        Nee, luidt het antwoord botweg. Telefonisch deelt de Rijksvreemdelingendienst mee dat het verzoek niet is toegestaan.
        In de Dordrechtsche Courant van 19 oktober 1940 staat in de rubriek ‘Van komen en gaan’, dat H.P. Schönfeldt en gezin zijn verhuisd, terug naar de Stieltjeslaan in Hilversum. Zijn zaak in Dordt is hij kwijt. Volgens Christiane Thies is hij in Hilversum al even slecht af. In het archief van Yad Vashem, het Holocaust–onderzoekscentrum in Israël, trof zij een notitie aan van Hans’ zoon René, dat alle bezittingen uit zowel hun winkel als woning in Hilversum waren ingepikt en naar Duitsland overgebracht. De familie moest noodgedwongen een gemeubileerde kamer betrekken.

Op 29 september 1944 wordt Hans Schönfeldt vermoord in het vernietigingskamp Auschwitz

Op 29 september 1944 wordt Hans Schönfeldt vermoord in het vernietigingskamp Auschwitz. Zijn vrouw Hanna en zoon René Wolfgang gingen ook van kamp Westerbork naar het Tsjechische kamp Theresienstadt, maar wisten te overleven. De ouders van Hans, Sally en Marie, worden vergast in het Poolse kamp Treblinka, op 19.9.1942.
Foto’s Website Bundesarchiv

Gedenkbuch
De naspeuringen maken hierna een grote sprong, naar 1944. Wat er in de tussenliggende jaren is gebeurd, heeft Thies’ team blijkbaar niet kunnen opdelven.
        Maar uitkomst biedt enigszins het Bundesarchiv, dat alle Duits–joodse slachtoffers van de “nationaal–socialistische tirannie in Duitsland 1933–1945” in een Gedenkbuch noemt (zie bundesarchiv.de/
gedenkbuch/
). Daarin wordt vermeld dat Schönfeldt op 29 januari 1942 is opgesloten in kamp Westerbork, en daar tot 4 september 1944 is vastgehouden. Dit zal evenzeer gelden voor zijn vrouw en kind, want van hen is bekend dat zij óók in Westerbork zaten.
        Op die vierde september 1944 werden zij gedeporteerd naar Theresienstadt, het Tsjechische concentratiekamp. En hier nu viel het gezin uiteen. Hans Schönfeldt werd zo’n drie weken later doorvervoerd, eerder: afgevoerd, naar Auschwitz, en daar nog eens vijf maanden later vermoord, op 28 februari. Althans, hij werd doodverklaard op die dag. Joods Monument houdt het als zijn sterfplek vaag op ‘Midden–Europa’, maar volgens het Bundesarchiv was het ‘gewoon’ Auschwitz.
        De ouders van Hans, Willie en Marie, vielen ook ten prooi aan de “nationaal–socialistische moordmachine”, zoals Thies het omschrijft. Zij werden eveneens naar Theresienstadt getransporteerd, op 6 juli 1942, en vandaar naar het Poolse kamp Treblinka, waar ze op 19 september 1942 werden geruimd. [Tenminste: het lot van Marie staat op de lijst van Holocaust–slachtoffers van het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM); merkwaardig genoeg niet in het Gedenkbuch.]
        Hanne en haar zoon daarentegen mochten klaarblijkelijk blijven leven. Zij maakten mee dat Theresienstadt werd bevrijd, op 8 mei 1945, door het Rode Leger.

Op 16 oktober 1948 emigreren Ulrich, Hanna en René Wolfgang naar de VS

Op 16 oktober 1948 emigreren Ulrich, Hanna en René Wolfgang naar de VS, zoals blijkt uit deze passagierslijst.
Foto Archief Christiane Thies


Na de oorlog hertrouwt Hanna met Ulrich Gross

Na de oorlog hertrouwt Hanna met een goede bekende uit Hilversum, Ulrich Gross.
Ulrich verloor zijn vrouw Frieda en hun twee kinderen Stefan en Eva als gevolg van de Holocaust op 10 september 1943.
Foto Bundesarchiv

Hertrouwd
Waar zij nadien zijn gaan wonen, in Duitsland of Nederland, is niet bekend. Thies deelt als eerste volgende officiële feit mee, dat Hanna op 16 juli 1947 in ieder geval is hertrouwd – met de textielkoopman Ulrich Martin Gross. Deze Ulrich, geboren in Berlijn in 11.7.1895, was allerminst een onbekende voor haar. Hij woonde ook in Hilversum, samen met zijn vrouw Frieda Schreibmann (Berlijn, 24.6.1904) en hun kinderen Stefan Peter (Berlijn, 9.11.1929) en Eva Susanne Daisy (Haarlem, 17.5.1935).
        Zoals de geboorte van Eva al aangeeft, is ook de familie Gross, die in Berlijn woonde aan de Niebuhrstraße 4 in Charlottenburg, op de vlucht geslagen voor de nazi’s, in 1933. Christiane Thies veronderstelt dat de Schönfeldts en de Gross elkaar “vielleicht” al uit Berlijn kenden. René Schönfeldt heeft in Yad Vashem in elk geval laten optekenen dat zijn moeder en Frieda vriendinnen waren.
        Frieda is, net als Hans Schönfeldt, in Auschwitz omgebracht, samen met haar beide kinderen, op 10 september 1943.
        Na de oorlog bleef haar man Ulrich over, zoals ook Hanna en René de verschrikkingen hadden overleefd. Ze hervonden elkaar, en sloten een huwelijk.
        In oktober 1948 emigreerde dit samengestelde gezin opnieuw, nu per schip naar de Verenigde Staten. Thies en de leerlingen hebben de passagierslijst teruggevonden. Die laat zien dat het drietal vanuit Nederland via het Engelse Southampton op de 16de oktober met de Queen Elizabeth naar New York is gevaren. Ze kwamen er op de 21ste aan. Later vroeg René, die zich Ronald Waldo Schonfeld ging noemen, naturalisatie aan, in Los Angeles, waar hij en zijn pleegvader en moeder inmiddels woonden. Het is hem toegestaan. Op 3 november 1974 trad hij in het huwelijk met Barbara L. Gordon, en met haar woont hij, tachtiger inmiddels, nog altijd in Los Angeles.
        In datzelfde Los Angeles overleed Ulrich Gross in 1982, op 87–jarige leeftijd. Hanna, zijn tweede vrouw, zou veel ouder worden: honderd. Zij stierf op 11 april 2004.

René Wolfgang Schönfeldt vraagt naturalisatie aan

René Wolfgang Schönfeldt vraagt naturalisatie aan, en noemt zich voortaan Ronald Waldo Schonfeld.
Foto Archief Christiane Thies

Biljetten
Ronald Schonfeld, de enige van de families Schönfeldt en Gross die nog in leven is, heeft aan het museum in Washington, al in 1989, enkele nare voorwerpen geschonken, die rechtstreeks herinneren aan die sinistere, dodelijke oorlogsjaren: zijn jodenster, met het woord ‘Jood’ erop, en enkele scrips.
        Scrips zijn normaal een bewijsstuk, een certificaat, maar de scrips die Schonfeld doneerde, zijn afkomstig uit Theresienstadt. Geld dat de gedeporteerde joden meebrachten naar dit oord, werd daar afgepakt en omgeruild tegen scrips en voedselbonnen die alleen in het kamp konden worden gebruikt.
        De zeven biljetten die Schonfeld overhield aan Theresienstadt hebben een waarde van 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100. Het zijn nu papiertjes die getuigen van een verblijf in de hel op aarde.

***

Ronald Schonfeld en zijn vrouw Barbara zijn opgespoord, in Walnut Creek, Californië. En er is ook contact gelegd met het echtpaar, telefonisch zowel als per e–mail.
        Aanvankelijk toonden de heer en mevrouw Schonfeld zich volledig bereid de enkele vragen te beantwoorden die nog leven bij de redactie van deze website. Bijvoorbeeld: wat is er verder nog gebeurd, tijdens en na de oorlog? Heeft het echtpaar wellicht (klein)kinderen, en hoe heten zij? Zijn er wellicht enkele foto’s beschikbaar?
        Maar naderhand zag mevrouw Schonfeld toch geen kans om te reageren. Haar man is aan het dementeren en opgenomen in een verpleegtehuis. Hij is zo ziek dat hij persoonlijk geen informatie meer kan verschaffen, meldde ze. Zelf heeft zij er geen tijd voor, ze wil hem alle aandacht geven. Later misschien.
        Hier is uiteraard alle begrip voor. Noodgedwongen blijft dit verhaal zolang enigszins onafgerond.

Op 29 september 1944 wordt Hans Schönfeldt vermoord in het vernietigingskamp Auschwitz

Deze foto stuurde Barbara Schonfeld enige tijd na het overlijden van haar man Ron. De foto toont het echtpaar op een nog onbezorgd moment, in 2010. Barbara en Ron Schonfeld gingen toen als gepensioneerden in Walnut Creek gingen wonen, in een ‘retirement community’, een woongroep voor senioren.
Foto Privébezit

Overleden
Ronald Schonfeld is op 8 januari 2017 overleden, heeft zijn vrouw Barbara laten weten. “He was kind and gentle and loving to the end.”
        Pas enkele maanden na zijn overlijden kon Barbara Scharff, de Amerikaanse echtgenote van Ronald (‘Ron’) Schonfeld, zich ertoe zetten om zijn levensverhaal aan te vullen. In april 2017 stuurde ze ons per e-mail deze informatie, die deels gegevens bevat die hierboven al zijn beschreven. Toch hebben we, uit beleefdheid, haar versie zo (vertaald) overgenomen.
        Ron en moeder Hanna gingen (vanuit Dordrecht) terug naar Hilversum, waar Martin, de man van haar (in Auschwitz vermoorde) beste vriendin Frieda, onderdook, en verzetswerk verrichtte. Ze werkten en leefden er samen tot 1948, toen de Koude Oorlog uitbrak. Gedurende die periode trouwden Martin en Hanna.
        Om te voorkomen dat ze opnieuw in een oorlog verzeild raakten, boekten ze in 1948 een overtocht naar New York met het stoomschip de ‘Queen Elizabeth’. Ze namen de bezittingen mee die ze in bewaring hadden gegeven aan vrienden in Nederland. Vanuit New York reisden ze door naar Los Angeles in Californië, waar ze goede vrienden hadden die bijna als familie voelden.
        Ron ging naar de Fairfax High School, vlakbij Hollywood, en werkte in de zomermaanden in de Farmers Market in 3rd Street. Nadat hij de school had afgerond, ging hij studeren aan de Universiteit van Californië (UCLA) in Los Angeles, waar hij in 1955 een graad behaalde in werktuigbouwkunde. Hij kreeg een baan bij de Navy en werkte voor verschillende bedrijven, zoals Litton Industries.
        Ik was gescheiden en had twee kinderen (zoon John, geboren in 1963 en dochter Ann, van 1966), toen ik in 1971 Ron ontmoette op een feestje. Hij was nog ongetrouwd. De ontmoeting leidde tot ons huwelijk op 3 november 1974, een bruiloft die werd bijgewoond door mijn ouders Anne en Benjamin Scharff (die begin van die eeuw als kinderen vanuit Rusland waren geëmigreerd) en de ouders van Ron. Ik heb twee broers, die in de buurt van Boston, Massachusetts wonen.
        Ron en ik woonden in Los Angeles tot 2010. Toen besloten we met onze kinderen te verhuizen naar een complex voor senioren in Walnut Creek, een stadje in de East Bay bij San Francisco. De kinderen gingen naar de Universiteit van Californië in Berkeley.
        Mijn zoon heeft twee dochters, van 13 en 11 jaar oud, en woont aan de overzijde van de San Francisco Bay, op de westelijke oever. Mijn dochter heeft één dochter van 10. Zij woont in Oakland, aan de oostzijde van de baai, nauwelijks twintig miles bij mij vandaan.
        Ron en ik zijn in 1995 nog eens in Nederland geweest. We verbleven in een hotel even buiten Amsterdam. We bezochten Dordrecht en Hilversum, en hebben zelfs de woningen bekeken waar zij destijds hebben gewoond.”

Dit is vooralsnog de enige foto van Ronald Schonfeld

Dit is vooralsnog de enige foto van Ronald Schonfeld, afkomstig uit The Rocketeer van 20.1.1956, een krant van het US Naval Ordnance Test Station in China Lake, Californië. Volgens het bijschrift is Ronald de eerste links.
Andere foto’s zijn (nog) niet beschikbaar, ook niet van zijn ouders of zijn eigen gezin.
Foto Archief Christiane Thies


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'