Het voorbije joodse dordrecht

Foto van zuivelwinkel aan het Steegoversloot na 68 jaar ontdekt

Herman George Haagman

Dit zijn Emanuel en Rozalina Hartog, die een melkwinkel aan het Steegoversloot hadden.
Foto: Familiebezit

Een kleinkind heeft na 68 jaar een foto gevonden van de zuivelwinkel die haar grootouders, Emanuel en Rozalina Hartog, voor en tijdens de oorlog dreven aan het Steegoversloot. De foto zat verstopt tussen honderden andere historische foto’s van het Steegoversloot, in de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht (RAD). Pas na lang speuren dook de foto op. Het kleinkind heeft de opname meteen besteld. Nooit eerder had zij zelf een foto van de winkel aangetroffen, waar dan ook.
         Renée van der Hulle-Ossendrijver (1946) is het kleinkind dat onlangs de Dordtse werkgroep Stolpersteine voorzag van persoonsgegevens over haar opa en oma van moeders kant. Deze Emanuel Hartog (geboren 28 maart 1874 in ’s-Gravendeel) en Rozalina Hartog-de Groot (20 mei 1880, Gestel) hadden een winkel in zuivelproducten aan het Steegoversloot 55, totdat zij er door de Duitsers hardhandig werden verdreven.

Herman George Haagman

Dit is Gudula Hartog, die de oorlog als enige van het gezin overleefde en de moeder werd van Renée van der Hulle.
Foto: Familiebezit

         De woning aan het Steegoversloot was “het laatste adres” waar het echtpaar had gewoond, zo had Renée van der Hulle gereconstrueerd. Zij informeerde of de werkgroep bij het desbetreffende pand ook een Stolperstein, een herdenkingssteentje, gaat neerleggen. Dat was inderdaad het voornemen van de werkgroep, kon haar worden verteld.

Omnummeringen
Terzijde wilde Van der Hulle graag weten of de nummering van het woonhuis van haar opa en oma inderdaad wijzigingen had ondergaan, van 55 naar 171. De werkgroep bekeek daartoe in het Dordtse archief zogeheten woonkaarten, die de bewoningsgeschiedenis van een pand weergeven. Het bleek te kloppen: het oorspronkelijke nummer 55 werd in de jaren vijftig veranderd in 69, 69 werd daarna samengevoegd met 67. En nadat verderop aan het Steegoversloot negen appartementen in een voormalig hotel waren gebouwd, kwam er een compleet nieuw nummer: 171.
         De zuivelwinkel van Emanuel en Rozalina bevond zich destijds op de hoek met het Augustijnenkamp. Het echtpaar was er, volgens de woonkaart, op 25 mei 1932 gaan wonen, na eerder eenzelfde winkel te hebben geleid op Voorstraat 103 (nu: 133). Het hoekpand aan het Steegoversloot is er nog altijd.
         Ook vroeg Reneé van der Hulle of er misschien foto’s bestonden van de zuivelwinkel aan het Steegoversloot. Zelf was zij er nooit een tegengekomen. Zo’n foto bleek er inderdaad te zijn, al kwam dat pas vast te staan nadat op de digitale beeldbank van het RAD reeksen foto’s waren bekeken van het Steegoversloot. Pas op het allerlaatst leverde de zoektocht resultaat op: een foto, gemaakt bij de viering van Koninginnedag op 31 augustus 1945, met in het midden rechts onmiskenbaar het hoekwinkeltje van het echtpaar Hartog.

Dit is de foto die in de beeldbank van het stadsarchief werd aangetroffen. Hij is gemaakt op 31 augustus 1945, op koninginnedag. Rechts, op de hoek met het Augustijnenkamp, is het dichtgetimmerd hoekpand dat van de familie Hartog was.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (552-304776).

Enige
Van der Hulle is er vanzelfsprekend zielsblij mee, vooral omdat zij het enige kleinkind is van Emanuel en Rozalina. “Het echtpaar had drie kinderen: Engelina, Gudula en Herman Jozef”, licht ze samenstelling van de familie toe.

Herman George Haagman

Dit zijn de twee andere kinderen van Emanuel en Rozalina, Herman en Engelina. Herman overleed al voor de oorlog; Engelina werd omgebracht in Sobibor.
Foto Familiebezit

Herman (1914) is al in 1932, op zijn zeventiende, overleden. Hij ligt begraven in Dordrecht, op de joodse begraafplaats. Dochter Engelina (1909) was verpleegster en kort getrouwd met Hartog Rubens. Een jaar na hun huwelijk in 1934 scheidden zij. Engelina vertrok naar Arnhem, waar zij als hoofdverpleegster ging werken in een joods bejaardenhuis aan de Amsterdamscheweg. “Zij had geen kinderen, is opgepakt en vermoord, op 16 juli 1943 in Sobibor.”
         De tweede dochter was Gudula, Renée’s moeder. Zij trouwde met Meijer Ossendrijver en kreeg als eerste kind André Herman, in 1941 in Hilversum. “Toen het gezin moest onderduiken, werd André bij een kinderloos echtpaar in Utrecht ondergebracht. Helaas werd hij verraden en opgepakt door jodenjagers, die hem voor 7,50 gulden afgaven bij de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam.” André werd op 24 september 1943 vermoord in Polen, hoogstwaarschijnlijk in Auschwitz.
         Zijn ouders overleefden de oorlog en in 1946 werd Renée geboren.

Briefkaart
Over haar oma Rozalina, de mede-eigenaresse van de Dordtse zuivelwinkel, meldt zij tot slot nog een bijzonderheid. Oma was opgenomen in het Israëlitisch Ziekenhuis in Rotterdam, toen haar man naar Amsterdam werd ‘gestuurd’. Enkele maanden later werd Rozalina zelf tijdens een razzia in het ziekenhuis gearresteerd en op transport gezet. “Ze hebben elkaar nooit meer gezien”. Want opa Emanuel is in Auschwitz vermoord, op 15 december 1942, oma in Sobibor, op 5 maart 1943.
         Opa had zijn vrouw nog een briefkaart geschreven op het moment dat hij naar De Hollandsche Schouwburg werd afgevoerd. Pas enkele jaren geleden heeft Renée van der Hulle dit poststuk in haar bezit gekregen. Een tijdje heeft het in de poort van het ziekenhuis gehangen, als bewijs van ondraaglijk oorlogsleed. De briefkaart is nu ook op deze website te lezen.

 

Terwijl Emanuel werd afgevoerd naar de Hollandsche Schouwburg, voor velen het voorportaal van het concentratiekamp, schreef hij nog een briefkaart aan zijn vrouw, die in een Rotterdams ziekenhuis lag.
Foto: Familiebezit


"Lieve vrouw! Heden Donderdagmiddag half 4 uur vertrekken wij met ons 6 naar Amsterdam, hopende de Algoede God ons verder sterkte zal geven.
Zoo als ik heb geïnformeerd wordt ik uit Amsterdam niet verder verstuurd, niet voordat je ook in Amsterdam gekomen ben.
Nu Roos, houd je maar sterk en maak je over mij niets ongerust, ik zal mij zelf er wel doorheen slaan.
Hopende dat ik je in Amsterdam spoedig zal kunnen ontmoeten, verder de hartelijkste groeten van je man."


OPROEP

"Als er iemand is die mij kan helpen aan een foto van de zuivelwinkel (toen deze nog in gebruik was) van mijn grootouders Hartog aan de Steegoversloot of aan de Voorstraat, dan zou ik daar heel blij mee zijn.

Ook is iedere herinnering aan mijn grootouders (Emanuel en Rozalina Hartog-de Groot) natuurlijk hartelijk welkom. Zij zijn ongeveer in 1916 in Dordrecht komen wonen. Voor die tijd woonden zij in 's-Gravendeel."

Renée van der Hulle-Ossendrijver

Stuur uw reactie via e-mail aan:
redactie@stolpersteine-dordrecht.nl

 


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'