Het voorbije joodse dordrecht

Betsy van Praag, joodse passante op
de Dordtse Toonkunstmuziekschool

Betsy van Praag

De enige, nog resterende foto van Betsy van Praag in openbaar bezit, geplaatst in ‘De Merwepost’ op 10 juli 1926, ter gelegenheid van haar komst naar Dordrecht.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (nr. 552_100855)

In het dagelijks leven van Dordrecht was zij slechts een voorbijgangster: Betsy van Praag.
        Ze woonde in de jaren twintig van de vorige eeuw 2,5 jaar in de stad, en werkte er als piano-lerares aan de Toonkunstmuziekschool. Werkelijk niemand zal haar nog kennen.
Ze kwam en ze verdween weer, haast onopvallend. Lokaal-historisch is het eigenlijk niet de moeite waard om haar verblijf te signaleren.
        Maar Betsy van Praag heeft in meerdere opzichten een blijvende indruk gemaakt. Voor, tijdens en na ‘Dordrecht’ was zij een tamelijk gerenommeerd pianiste, die her en der in Nederland optrad, en wier concerten werden uitgezonden via de radio.
        Haar komst naar Dordrecht, ook zo opmerkelijk, werd op 10 juli 1926 aangekondigd in De Merwepost, een plaatselijk weekblad. Het publiceerde bij die gelegenheid een portretfoto van haar.
        Destijds was dit zomaar een foto, een illustratie bij een bericht. Maar nu, 102 jaar later, heeft deze historische waarde, zij het om een rauwe reden: de foto in De Merwepost is thans de enige die herinnert aan haar, want Betsy van Praag is wreed vermoord in Auschwitz. Ze was joods, ze mocht er niet zijn.
        Al deze factoren leidden tot dit artikel – dat overigens vrij bescheiden is, want verder is er haars ondanks niet zoveel bekend over de persoon Betsy van Praag. Een schets van een passant uit Dordrecht.

huwelijksakte Rachel Sequira en Hartog van Praag

Rachel Sequira liet haar achternaam op de huwelijksakte, tien jaar na haar huwelijk met Hartog van Praag,
verbeteren in Sequeira.
Foto Noord-Hollands Archief


geboorte van Betsy

In ‘Het Nieuws van den Dag’ van 1.4.1886 wordt de geboorte van Betsy bekendgemaakt.
Foto Delpher

Geslachtsnaam
Terug naar eervorige eeuw, de negentiende. Hartog van Praag, geboren in Amsterdam op 9 april 1852, verliest zijn hart aan Rachel Sequira (9.12.1854), ook een geboren Amsterdamse. Zij trouwen, in hun woonplaats, op 28 augustus 1878, hij is 26, zij 23. Op de huwelijksakte, digitaal in te zien in het Noord-Hollands Archief, staat een curieuze, ambtelijke notitie. Namelijk dat op 6 augustus 1888, tien jaar na de bruiloft dus en daartoe gemachtigd door de arrondissementsrechtbank, haar “geslachtsnaam Sequira is verbeterd in dien van Sequeira”. Geholpen heeft dit niet: in latere archiefdocumenten is nog altijd dikwijls sprake van Sequira.
        Hartog en Rachel kregen hun eerste kind pas in 1886, op 30 maart, acht jaar na de echtverbintenis. Dit was Betsy, die net als haar moeder ook gedoe zou krijgen met haar naam: van Betsy is in officiële documenten meermalen Betsij gemaakt. In dit verhaal wordt de meest voorkomende spelling gehanteerd, Betsy.
        In de courant Het nieuws van den dag (NvdD) van 1 april wordt haar geboorte gemeld, de achternaam van haar moeder staat er correct bij: Sequeira.
        Drie kinderen krijgen muziekmeester Hartog en Rachel daarna nog, allen in Amsterdam, successievelijk Siegfried (20.10.1888), Annette (18.3.1890) en ten slotte Henri Charles (18.7.1894). Van de vier zullen er twee hun vader navolgen in diens voorliefde voor muziek: Betsy en Henri Charles. Siegfried werd leraar geschiedenis, vertaler, tolk en letterkundige, Annette bleef volgens het Amsterdamse archief beroeploos.

concerten die Betsy van Praag heeft gegeven

Diverse krantenberichten over concerten die Betsy van Praag heeft gegeven,
al vanaf jonge leeftijd, in 1903, 1904,1906 en 1911.

Examen
         Betsy bekwaamt zich in het pianospel. Ze gaat in Amsterdam studeren aan wat voluit heet de “Muziekschool der Maatschappij ter bevordering der Toonkunst”, exact dezelfde soort school waar zij als volwassene in Dordrecht kwam te werken. Zij kreeg “klavieronderricht” van Ulfert Schults, legde haar examen af in Utrecht en studeerde daarna verder bij Dirk Schäfer, later Fransz Weisz, beiden te Amsterdam.
        In Delpher, de ontzagwekkende, digitale krantenbank van de Koninklijke Bibliotheek, zijn vele berichten op te duiken van optredens van Betsy van Praag. Het valt op dat zij op vrij jonge leeftijd concerten gaf, maar is dat niet meestal het geval? In Nieuw Israëlitisch Weekblad van 20 november 1903 wordt een concert aangekondigd in het gebouw van de Handwerkers-Vriendenkring aan de Nieuwe Achtergracht in Amsterdam, “ten voordeele der vereeniging voor Behoeftigen Weduwen”. Betsy, die eraan meewerkt, is dan 17.
        Vier jaar later trad ze als pianiste op in het Haagse Hotel Bellevue, tijdens een kunstavond “ten bate van de vereeniging ‘Voor Jong Nederland”, zoals het NvdD berichtte op 24 oktober 1907. “De ijzeren zaal van Bellevue” was “stampvol”. “De vereeniging zal tevreden zijn. Geen plaats was onbezet, zoodat de kas een flinke som ten bate zal komen.”
        De avond heeft een boek gehaald. A.B.G.M. (Ton) van Kalmthout noemt de soiree in Muzentempels: multidisciplinaire kunstkringen in Nederland tussen 1880 en 1914 (Uitgeverij Verloren, 1998).
        Enige uitleg: Nederland kende in de tweede helft van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw “een rijk geschakeerd genootschapsleven” en “een bijzonder type genootschap was de multidisciplinaire kunstkring”. Dit was een kring waar beoefenaars en liefhebbers van de beeldende kunst, de kunstindustrie (architectuur en kunstnijverheid), de toonkunst en de letterkunde (literatuur, voordracht, toneel en kunstkritiek) met elkaar in contact konden komen.
        Van Kalmthout voert de kunstavond in Bellevue op als een typerend voorbeeld. Immers, de pianisten Betsy van Praag en mr. J. Raaff werkten eraan mee, de Algemeen Handelsblad-journalisten tevens chansonniers Max Blokzijl en Jean-Louis Pisuisse, de voordrachtskunstenaar Henri Klijngeld, het schrijversechtpaar Carry en Kees van Bruggen, de conferencier Jac. Rinse en Pisuisses echtgenote Coba. Inderdaad, een multidisciplinair gezelschap.

diverse optredens Betsy van Praag

v.l.n.r: Behalve als soliste trad Betsy van Praag ook samen met het ensemble ‘Kunstquartet’ op,
dat in 1908 werd opgericht (Het Nieuws van den Dag, 29.9.1908).
Foto Delpher
 Een optreden tijdens een multidisciplinaire kunstavond in Den Haag werd gesignaleerd
in het boek ‘Muzentempels’ van Ton van Kalmthout.
Foto Google Boeken
In 1914 was Betsy van Praag al eens in Dordrecht. Ze werkte mee aan het feestconcert van
het Dordtse mannenkoor ‘Door en voor ’t Volk’ (‘Dordrechtsche Courant’, 13.1.1914).
Foto Krantenbank RAD


Betsy van Praag wordt benoemd tot lerares aan de piano-kunstklasse van de Toonkunstmuziekschool in Dordrecht

Betsy van Praag wordt benoemd tot lerares aan de piano-kunstklasse van de Toonkunstmuziekschool in Dordrecht, per 1 september 1926.
Foto Krantenbank RAD

Ensemble
Betsy van Praag treedt doorgaans op als soliste, zo leren de knipsels, maar richt ook mede een ensemble op, het Amsterdams Kunstquartet. Het Nieuws van den Dag schrijft op 29 september 1908 dat het bestaat uit de dames B. van Ancum (alt-zangeres), B. van Praag (piano) en de heren B. Drilsma (violoncellist) en Herman Abas (declamator). Het kwartet “zal in het aanstaande seizoen een tournée door ons land maken”.
        Talrijke concerten verzorgt ze, tientallen al bij al, die soms ook besproken worden. De recensies vallen voor haar gunstig tot lovend uit, zij het niet altijd. Een selectie: “Vermelden wij nog dat mej. Betsy van Praag alle solisten op weldoordachte wijze aan de piano begeleid heeft” (Het Volk, 29.12.1905). “Mejuffrouw Betsy van Praag accompagneerde het zangertje en den cellist op zeer verdienstelijke wijze” (De Telegraaf, 8.3.1907), “Mej. Betsy van Praag hield zich “over het algemeen genomen weer flink aan de piano… doch, jammer – vooruitgang kan ik in haar spelen maar niet bespeuren” (De Tijd, 21.3.1907), “Niet minder waardeering hebben wij voor de waarlijk schitterende begeleiding van Betsy van Praag, die haar kunstzuster zeer muzikaal bijstond” (NIW, 27.1.1922).
        Eén van haar concerten brengt haar in 1914 naar Dordrecht, de stad waar ze 14 jaar later gaat wonen. Het Dordrechts Mannenkoor ‘Door en voor ’t Volk’ viert het 15-jarig bestaan met een feestconcert. Betsy begeleidt de beide solisten, de opera- en concertzangeres mevrouw Van Engelen-Sewing en de operazanger de heer Jos Orelio. De i schrijft uitgebreid over het jubileumconcert, en noemt de pianiste met name: “Mej. Betsy van Praag toonde een goede pianiste te zijn, die in opvatting één was met haar partners. Ook haar werd een welverdiende hulde gebracht door het publiek in den vorm van applaus, en door de vereeniging in den vorm van bloemen.”

Kaart DenHaag Elfriede Dobrowolny

Zij vervangt daar Elfriede Dobrowolny, die naar Den Haag (en later Parijs) vertrekt,
zoals de Haagse archiefkaart laat zien.
Foto RAD


Elfriede Dobrowolny

De foto van Dobrowolny stond ook in ‘De Merwepost’
van 10 juli 1926.
Foto RAD

Lerares
Een geroutineerde, ervaren en landelijk bekende pianiste was Betsy van Praag toen zij in dienst trad van de Toonkunstmuziekschool in Dordrecht. De Merwepost deelde de lezers op 10 juli 1926 mee dat zij per 1 september benoemd is, “tot lerares aan de piano-kunstklasse”. Op dat ogenblik bevond Betsy zich nog voor studie in Parijs, maar de redactie had haar kennelijk gebeld.
        Want schreef de redactie: “Mej. V. Praag bericht ons dat zij veel van de Deppische methode in haar onderricht heeft opgenomen, doch dat verder de individualiteit van hare leerlingen haar methodiek vaststelt. De muziek van den grooten Bach heeft haar voorliefde; verder zijn de composities van Brahms, Ravel, Debussy, Moussorgsky en Scriabine haar zeer lief.” In enkele zinnen waren de Dordtenaren bijgepraat.
        Betsy volgde op de muziekschool haar voorgangster op, mejuffrouw Elfriede Else Johanna Dobrowolny. Zij, geboren in het Oostenrijkse Graz op 15 maart 1902 en Evangelisch Luthers van geloof, ging zich in Den Haag vestigen, als klavierlerares en soliste. Van beide vrouwen plaatste De Merwepost een foto. Elfrida heeft zich zittend in een stoel laten fotograferen, opzij kijkend. Betsy is close-up in beeld, alleen haar bovenlichaam is te zien. Ze draagt zo’n brilletje dat je op de neus klemt.
         Vooral de foto van Betsy is een uitzonderlijke: het is de enige die via openbare bronnen van haar bewaard is gebleven.
         Elfriede Dobrowolny, per 1 september 1926 eervol ontslagen in Dordrecht, blijft overigens slechts kort in Den Haag, waar zij ging wonen aan de Van Boetzelaerlaan, op nummer 229. Al op 21 november 1927, ruim een jaar later, vertrekt ze volgens het Gemeentearchief naar Parijs, om vervolgens ontraceerbaar te worden.
         Op 3 september 1926 is het zover: de zomer is voorbij, de muziekschool, die wordt geleid door directeur E. Erdelmann en is gevestigd op het adres Munt 5, hervat de lessen. Nieuwe leerlingen kunnen zich aanmelden, adverteert de school in de Dordrechtsche Courant op 3 september, mejuffrouw Van Praag zal op de 17de beginnen. Het schoolgeld bedraagt, voor haar lessen, 85 gulden per jaar, leert een advertentie uit 1927.

tarieven van alle muzieklessen

De tarieven van alle muzieklessen, geadverteerd in de ‘Dordrechtsche Courant’ van 18.2.1927.
De piano-kunstklasse kost per jaar 85 gulden.
Foto Krantenbank RAD

Betsy van Praag krijgt op eigen verzoek eervol ontslag

Betsy van Praag krijgt op eigen verzoek eervol ontslag per 1 september 1929 (DC, 3.7.1929).
Ze gaat terug naar Amsterdam (DC, 21.3.1929).
Foto’s Krantenbank RAD


De Munt aan de Voorstraat

De Toonkunstmuziekschool was destijds gevestigd in het gebouw van De Munt aan de Voorstraat. Tegenwoordig valt de school onder de organisatie ‘ToBe’. Een woordvoerster van dit cultuurcentrum heeft laten weten dat er geen archief meer beschikbaar is van de Toonkunstmuziekschool.
Foto Redactie Website

Archief
Goed drie weken later betrekt Betsy in Dordrecht haar woning, volgens gemeentelijke woongegevens op 8 oktober 1926. Ze komt om de hoek van de muziekschool te wonen, aan het Steegoversloot, op nummer 13 rood. Dit is een prachtig toeval. Uitgerekend in dit pand, tegenwoordig genummerd als 19, bevindt zich het Regionaal Archief Dordrecht (RAD), de instantie in wiens beeldbank de zeldzame foto van Betsy van Praag valt aan te treffen. Waar nu, ook op de bovenverdieping, archiefmedewerkers hun werk doen, huisde indertijd Betsy.
        In juli had De Merwepost nog geschreven te hopen Betsy van Praag “binnenkort als soliste op een concert der Orchestvereeniging te kunnen hooren”, eind 1926 kwam dat ervan. De vereniging, die werd geleid door dezelfde Erdelmann, gaf op 23 december het eerste concert van het seizoen, met medewerking van Betsy van Praag.
        Uit de aankondiging dit citaat: “Mej. Van Praag zal interpreteeren het 2e pianoconcert van Saint Saens, een Prélude van Rachmanioff en de Rigoletto-Paraphrase van Liszt. Verder vermeldt het programma de Frithjof Symphonie van Hofmann, de “Einleitung zu Loreley”, Max Bruch en de ouverture ‘Euryanthe” van von Weber. De Orchestvereeniging zal ook het pianoconcert van Saint Saens begeleiden.”
        Over haar Dordtse periode is verder niets noemenswaardigs geregistreerd. En na 2,5 jaar was die ook alweer voorbij. In de Dordrechtse Courant van 3 juli 1929 maakt het bestuur van de muziekschool bekend dat aan Betsy “op haar verzoek tegen 1 september 1929 eervol ontslag is verleend”. Vanaf die datum is A.C.J. Kaltwasser, hoofdleraar voor piano aan de Toonkunstmuziekschool te Rotterdam, haar opvolger. De Nederlands Hervormde Antonius Christianus Johannes Kaltwasser is geboren op 25 mei 1875 in Rotterdam [en overlijdt daar op 30 september 1953, op 78-jarige leeftijd].

persoonskaart van Betsy van Praag

De persoonskaart van Betsy van Praag, voor- en achterzijde. Ze bleef in Dordt wonen tot 19 maart 1929.
Foto’s RAD


Betsy van Praag betrok in Dordt een woning aan het Steegoversloot

Betsy van Praag betrok in Dordt een woning aan het Steegoversloot, precies in het pand waar nu het Dordtse archief is gehuisvest.
Foto Redactie Website

Radio
Betsy verlaat Dordt al per 19 maart 1929 en keert terug naar Amsterdam, naar de Alexander Boerstraat, naar haar oude adres op nummer 16. In deze woning gaf zij, blijkens een advertentie in De Telegraaf van 9.9.1916, al piano- en ensemblelessen, op maandag en donderdag van 13 tot 14 uur. Maar ze blijft niet in de Boerstraat wonen. Haar persoonskaart in het Amsterdamse Stadsarchief meldt dat zij op diverse adressen in Amsterdam verblijft, voordat ze voor langere duur domicilie kiest in de Van Breestraat, eerst van 3.7.1937 op nummer 25 huis, vanaf 5 oktober 1939 op nummer 179 huis.
        Haar vader Hartog overlijdt in hetzelfde jaar als zij afscheid neemt van Dordrecht. Zevenenzeventig jaar geworden eindigt zijn leven in Amsterdam op 25 oktober. Zijn vrouw Rachel bleef achter, totdat ook zij sterft, op 13 september 1932, in Amsterdam, eveneens 77 jaar oud.
        Betsy’s optredens gaan na ‘Dordrecht’ gewoon door, al worden het er opzichtig minder dan voordien. Enkele voorbeelden van concerten die zij als veertiger geeft: Spaanse nummers tijdens een Spaanse avond in Hotel ‘Groot Badhuis’ in Zandvoort (De Telegraaf, 5.6.1935), op een nader te bepalen datum “oogenblikken van kunstgenot” door pianiste Betsy van Praag tijdens een tentoonstelling in kunstzaal Vecht aan Rokin 122 (Algemeen Handelsblad, 17.4.1935) en piano-soli na de pauze in een lezing bij het Haagse Genootschap Nederland-Italië (Het Vaderland, 17.12.1937).
        Des te meer zijn er radio-optredens; althans concerten van haar zijn te beluisteren via de radio. Het zijn er vooral in de jaren meerdere, waardoor haar ‘bereik’ groter, want nationaal, wordt. Drie voorbeelden: Hilversum 298 m, 4.30 uur: pianoconcert door Betsy van Praag (Het Volk, 6.10.1930), Hilversum, 1875 m: 3.00 uur: pianorecital Betsy van Praag (Tubantia, 15.2.1934) en: Hilversum, 1875 m: 2.30 uur, Bussumsch Dameskoor o.l.v. J. Hamel met piano door Betsy van Praag en zang door H. Merx (Nieuwe Tilburgsche Courant, 17.7.1935).
        De Dordrechtsche Courant wijst op 7 augustus 1936 op de voorpagina met nadruk op een pianorecital, dat Betsy op vrijdagavond 14 augustus geeft voor de microfoon van de VPRO, vanaf half tien. “Zij speelt werken van Chopin, Ravel en Debussy. Mevr. Van Praag is enkele jaren leraares bij de Muziekschool van Toonkunst alhier geweest, vandaar dat wij ook op deze uitzending attenderen.”
        Eind jaren dertig valt Betsy van Praag stil, althans in de krantenleggers. Alleen haar advertentie over haar verhuizing naar de Van Breestraat 179 doemt nog op, in het Algemeen Handelsblad.

Na haar Dordtse tijd worden optredens van Betsy van Praag regelmatig uitgezonden via de radio

Na haar Dordtse tijd worden optredens van Betsy van Praag regelmatig uitgezonden via de radio,
getuige enkele krantenberichten.
Foto’s RAD

radio-uitzending Betsy van Praag Betsy van Praag in de Van Breestraat

De ‘Dordrechtsche Courant’ attendeert de lezers op 7.8.1936 zo’n radio-uitzending, omdat Betsy van Praag immers een poos in Dordrecht heeft gewerkt.
foto Krantenbank RAD

Uiteindelijk strijkt Betsy van Praag neer in de Van Breestraat, op nummer 179 III, zoals ze meedeelt in een advertentie in het ‘Algemeen Handelsblad’(7.10.1939).


woonhuis in de Van Breestraat

Dit is een foto van haar woonhuis in de Van Breestraat,
in het midden rechts van het oranje doek.
Foto Google Streetview

Auschwitz
De oorlog overvalt Nederland, bovenal zullen joodse levens verwoest gaan worden.
        Betsy van Praag verlaat de Van Breestraat, en wordt door de gemeente per 1 juni 1942 ingeschreven op het adres Aalsmeerweg 16 II. Of het gewoon een nieuw adres was, of een schuilplek, is onbekend. De woonkaart stelt dat Betsy vervolgens per 30 december 1942 naar Duitsland is vervoerd. Maar dit klopt niet; haar vertrek zal ambtelijk vertraagd zijn doorgekomen. Maanden eerder, op 21 september 1942, hebben de Duitsers haar al om het leven gebracht, in Auschwitz. Ze was joods, en dat stonden ze niet toe. Betsy is 56 jaar geworden.
        Iets meer dan een week later, op de 28ste, wordt ook haar zus Annette daar vergast. Zij is ongetrouwd gebleven, zij is 52.
        De twee broers van Betsy hebben geluk. Zij overleven de jodenverdelging.
        Siegfried, de oudste, blijft in leven tot 1958. Hij is niet uit handen van de Duitsers kunnen blijven, allerminst. Siegfried stond op de zogenoemde Barneveldlijst. Samen met zijn vrouw ging hij op 27 maart 1943 naar Huize De Biezen in Barneveld, aan de Lunterseweg. Mensen die op deze lijst voorkwamen, zo’n 670, werden als onmisbaar bestempeld voor de samenleving; ze werden daarom uitgezonderd van deportatie. Ze werden bewaakt, ook in Barneveld. Maar uiteindelijk werden ze toch getransporteerd, op 29 september 1943, naar kamp Westerbork. Velen van de Joden op de Barneveldgroep kwamen daarna terecht in het Austauschlager, een apart deel van concentratiekamp Bergen-Belsen. Ook Siegfried belandde op 19 januari 1944 in Westerbork, op 19 januari 1944 . Hij werd per 4 september 1944 doorgezonden naar het concentratiekamp en getto Theresienstadt in Tsjecho-Slowakije. Theresienstadt gold als doorgangskamp voor Auschwitz, maar hem was beschoren dat hij in leven kon blijven.
        Bevrijd door de Russen op 8 mei 1945 kon hij naar Nederland terugkeren. Op 26 oktober 1945 noteerde de gemeente Amsterdam dat hij zich weer vestigde in de Wanningstraat, op nummer 6 huis, de straat waar hij voor de oorlog vanaf 13.9.1935 op nummer 4 II had gewoond. Siegfried was op 29 juni 1921 in Amsterdam getrouwd met een Russische, Ljouba Dworson (Witebsk, 8.3.1893). Ook zij heeft de oorlog doorstaan, alleen zijn er geen gegevens over hoe dat haar is gelukt.

Aalsmeerweg

Midden in de oorlog heeft Betsy van Praag gewoon aan de Aalsmeerweg, op nummer 16 tweehoog, volgens de woonkaart van 1 juni tot 30 december 9142. Waarschijnlijk was dit haar onderduikadres. In werkelijkheid is Betsy al vermoord in Auschwitz, op 21 september 1942.
Foto Stadsarchief Amsterdam


Vertaler en letterkundige Siegfried leefde tot 23 maart 1958

Vertaler en letterkundige Siegfried leefde tot 23 maart 1958.
‘De Waarheid’ schonk aandacht aan zijn overlijden.
Siegfried is begraven op de joodse begraafplaats in Muiderberg.
Foto Delpher en Website ‘Het Stenen Archief’

Talenkennis
Siegfried van Praag overleed op 23 maart 1958 in Amsterdam, 69 jaar oud. De communistische krant De Waarheid schonk er aandacht aan. “De heer Van Praag was algemeen bekend om zijn grote talenkennis, en heeft op het gebied van vertalingen belangrijk werk verricht. Sedert jaren was hij voorzitter van de Vereniging Nederland-Polen.” Van Praag werd begraven op de joodse begraafplaats ‘Kohaniem’ in Muiderberg, “een kleine schare nabestaanden, vrienden en bekenden deed hem op zijn laatste gang uitgeleide”.
         Zijn echtgenote leefde aanmerkelijk langer. Ljouba Dworson stierf op 11 mei 1982, 89 jaar oud. Het huwelijk is zonder kinderen gebleven.

Henri Charles, die leefde tot 10 december 1968

Deze foto toont Henri Charles, die leefde tot 10 december 1968.
Hij was een cellist, saxofonist en muziekleraar.
Foto ‘Muziekencyclopedie’ Beeld en Geluid, Hilversum

         Henri Charles van Praag, Betsy’s jongste broer, heeft de oorlog eveneens veilig weten te overbruggen, samen met zijn vrouw Jansje Kunst (Kralingen, 2.6.1921), met wie hij trouwde op 2 juni 1921 in Amsterdam. Dit echtpaar kreeg één kind, Jonette Constance (2.10.1922).
         Net als Betsy leidde Henri een leven dat volledig in het teken stond van muziek. De Muziekencyclopedie van het instituut ‘Beeld en Geluid’ in Hilversum schrijft dat hij als cellist actief was in verschillende symfonieorkesten, opera- en operetteorkesten. Als saxofonist speelt hij daarnaast in jazz- en variétéorkesten. Van Praag, aldus de encyclopedie, “is geruime tijd leraar solfège geweest aan de Belinfante muziekschool en leraar cello aan de Volksmuziekschool, beide in Amsterdam. Als muziekcriticus was hij verbonden aan Het Parool”. “Zijn talrijke composities van overwegend blijmoedige aard omvatten werken voor orkest, concerten, kamermuziek, koorwerken en veel kinderliedjes”.
         Henri van Praag overleed op 10 december 1968 in Amsterdam, 74 jaar oud; Jansje Kunst op 3 oktober 1985, ook in Amsterdam, 64 jaar oud.
         Pas toen kon alle oorlogsstof neerdalen.




< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'