Het voorbije joodse dordrecht

Het ware leven van Bernard Falkenburg,
chef d’orchestre te Dordrecht, ontrafeld

Bernard Falkenburg

Deze zeldzame foto van Bernard Falkenburg kwam tevoorschijn in de nalatenschap van oud-DFC’er Geert van der Mark. Bernard heeft zich al vioolspelend laten portretteren door de fotograaf S. Polak uit Brussel, in de korte tijd dat hij in België woonde.
Foto S. Polak/Archief Arie Heijstek

Over het leven van Bernard Falkenburg lijkt een camouflagenet gegooid, dat alles verbergt.
        Die indruk wekken de persoonlijke gegevens over hem op de herdenkingswebsite ‘Joods Monument’. De informatie is mager. In feite zijn alleen het begin en het einde van zijn leven bekend. Hij is geboren in Groningen, op 19 oktober 1883, en stierf in Auschwitz op 19 februari 1943, 59 jaar oud − als één van die tallozen die daar met industriële efficiëntie zijn vernietigd.
        Zijn ouders worden vermeld, plus drie broers en één zus. Een bezoeker heeft nog toegevoegd dat Bernard gehuwd was.
        Dat is alles. Geen beroep, geen laatste woonadres, niet de naam van zijn echtgenote, geen enkel feit dat hem ook maar een beetje karakteriseert. Laat helemaal staan dat er enig verband te bespeuren is met Dordrecht. Tussen geboorte en dood lijkt zich bij Bernard Falkenburg niets noemenswaardig te hebben voltrokken.
        Onopmerkelijk en gezichtsloos zou hij ook zijn gebleven als de archivaris van de legendarische Dordtse voetbalclub DFC, Arie Heijstek, geen inzage zou hebben gekregen in de nalatenschap van ene Geert van der Mark, een oud-DFC’er. Heijstek was vooral op zoek naar documenten waarmee hij het DFC-archief kon aanvullen. Maar al neuzend vond hij een ansichtkaart uit Vlissingen, gestempeld op 20 juni 1922. Daarin bedankt Bernard Falkenburg de weledele heer Van der Mark, eerste luitenant b/h Korps Pontonniers in Dordrecht, hartelijk.
        Van der Mark, zo wordt Heijstek gewaar, heeft als privé-persoon samen met ene C.J. Jilleba, een huldeblijk georganiseerd voor Falkenburg, toen deze als chef d’orchestre afscheid nam van Dordrecht. Tussen alle paperassen trof Heijstek zelfs een unieke foto aan van Falkenburg, gemaakt door de Brusselse photographe-portraitiste S. Polak in de tijd dat Falkenburg tijdelijk in deze hoofdstad woonde.
        Het is een haarscherp portret, Falkenburg in zwart-wit, tonend als de violist die hij was.
        Heijstek attendeerde de redactie van deze Stolpersteine-site op zijn vondsten. Dat leidde tot spitwerk dat van alles ontvouwde over de musicus Bernard Falkenburg, over zijn familie, zijn vrouw, zijn tientallen woonadressen en zijn beroepsleven. Hij blijkt allerminst een ongeleefd leven te hebben geleid, eerder integendeel. In dit verhaal: een aanvulling op zijn kale biografie.

geboorteakte van Bernard Falkenburg

De geboorteakte van Bernard Falkenburg. Hij werd geboren op 19 oktober 1883, “des namiddags te twee uur” in Groningen. Hij is het zesde kind van de acht die Izak en Jansje kregen.
Foto Groninger Archieven


Izak Falkenburg, de vader, overleed op 43-jarige leeftijd

Izak Falkenburg, de vader, overleed op 43-jarige leeftijd, op 3 augustus 1895. Hij is begraven op de joodse begraafplaats in Groningen, aan de Moesstraat.
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Acht
Het Groningse gezin waarvan Bernard Falkenburg deel uitmaakte, was véél groter. Het telde geen vijf, maar acht kinderen. In een apart familieoverzicht, via deze link aanklikbaar, wordt gedetailleerd uiteengezet hoe het al die gezinsleden is vergaan. Hier wordt alleen kort aangegeven wie zij waren.
        Bernard was het zesde kind dat Izak Falkenburg en Jansje van Coevorden kregen, in oktober 1883 en op dit adres: Wijk N aan de Wal op de Plaats huis nummer 78. Aan Bernard gingen vooraf: Nathan (29.8.1873), Louis (1.7.1875), Joël (16.6.1877) Abraham (5.10.1880) en Frederik (21.2.1882). En daarna volgden nog: Vogelina (15.7.1885) en Mozes (25.3.1888). In het bevolkingsregister van Groningen wordt genoteerd dat zij allen ‘Israëliet’ zijn.
        Vader Izak, die werkte als verlakker, heeft niet al zijn kinderen de volwassenheid zien bereiken. Hij overleed op 3 augustus 1895, nog vrij jong: 43 jaar. Jansje hield het leven langer vol, tot 27 september 1915. Zij is 68 jaar oud geworden, en stierf in Leeuwarden. Ook de kinderen hebben de geboorteplaats dan al verlaten. Het bevolkingsregister meldt dat bijvoorbeeld Joël naar Waalwijk is vertrokken (14.8.1902), Abraham naar Maastricht (21.12.1901), Frederik evenals modiste Vogelina naar Amsterdam (respectievelijk op 20.11.1904 en 20.7.1908), Louis naar Leeuwarden (21.9.1904) en Bernard naar Bergen op Zoom, op 12 november 1906.
        Zijn verhuizing naar deze Brabantse stad is de eerste van vele die Bernard Falkenburg gedurende zijn leven zal ondernemen. Op persoonskaarten van hem in verschillende archieven wemelt het van data van vertrek en aankomst, steeds wisselt hij van gemeente, binnen die gemeenten ook van adres en soms zelfs van land. Hij komt over als een onrustige jongeman, maar misschien hangt het samen met het beroep waarvoor hij heeft gekozen: Falkenburg is musicus geworden, een artiest, een violist om precies te zijn.

bevolkingsregister

Twee pagina’s uit het bevolkingsregister van de stad Groningen. Ze laten zien dat de kinderen Falkenburg nogal uitwaaierden over Nederland, naar Amsterdam, Maastricht, Leeuwarden en Bergen op Zoom.
Foto Groninger Archieven


Nieuw Israëlitisch Weekblad

Op 4 janauri 1907 maakt Bernard via het ‘Nieuw Israëlitisch Weekblad’ (NIW) bekend dat hij verloofd is met Bertha Cohen. Maar hij zal niet met haar trouwen. Sara Prins wordt uiteindelijk zijn echtgenote.
Foto Delpher

Verloofd
In Bergen op Zoom speelt hij, 23 jaar oud nu, mee in het lokale Stafmuziekkorps van het 3e Regiment Infanterie. In de krantenbank ‘Delpher’ van de Koninklijke Bibliotheek is althans een advertentie aangetroffen over een Groot Militair Concert dat dit korps volgens de krant De Grondwet op zondag 3 juli 1910 geeft in Roosendaal, in het gebouw van de Vereeniging ‘Katholieke Kring’. Het programma ervoor noemt tweemaal “de Heer Falkenburg”, bij deze onderdelen: ‘Aria aus ‘Rinaldo’ für Oboe Solo’ en ‘Zigeunerweisen’ für Violine-Solo’.
        Verrassend is een bericht in het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 4 januari 1907. Bernard Falkenburg uit Bergen op Zoom maakt bekend dat hij is verloofd met Bertha Cohen uit Leeuwarden. Dit frappeert vooral omdat hij uiteindelijk niet met haar trouwt, maar op 29 november 1916 in Amsterdam met Sara Prins, een Amsterdamse die is geboren op 27.8.1892, als dochter van slachter Benjamin Elkan Prins (Leiden, 4.7.1866) en Henriëtte Polak (Zwolle, 26.8.1868). In de huwelijkse bijlagen wordt de bruidegom omschreven als “violist b/e kapel”. Bernard is inmiddels 33, Sara pas 24.
        Bertha Cohen (Leeuwarden, 25.2.1887) huwt ook een ander, namelijk de muzikant Nathan van Coevorden (Groningen, 6.5.1882), en wel op 30 oktober 1910 in Groningen. Het echtpaar zal op 23 november 1942 tegelijk worden vergast in Auschwitz.
        Ten tijde van de bruiloft heeft Bernard Bergen op Zoom al lang verlaten. In het Stadsarchief van Amsterdam wordt hij voor het eerst als inkomend burger geregistreerd op 29.11.1916, de eerste van een lange reeks ambtelijke notities. Bernard heeft eerst in de Govert Flinckstraat gewoond, op nummer 318, vanaf 31.5.1918 ook op de Kloveniersburgwal op nummer 127 en vanaf 4.9.1919 in de Van Ostadestraat, op nummer 484.
        Op 23 maart 1920 volgt een zoveelste verhuizing, ditmaal naar Zandvoort, naar Spoorstraat 10, samen met zijn vrouw Sara. Aan het eind van dat jaar, op 31 december 1920, wordt in Breda de tiende volkstelling gehouden. Bernard wordt bij die gelegenheid niet alleen als inwoner genoteerd, ook als ‘alleenstaande’. Dit zou betekenen dat Falkenburg slecht even in Zandvoort is gebleven, maar waarom ontkent hij Sara?
        Het is allemaal niet vast te stellen.

Drie foto’s van leden van het gezin Falkenburg

Drie foto’s van leden van het gezin Falkenburg, toegestuurd door Wendy Harreman-Schlosser.
Ze tonen moeder Jansje en de zonen Louis (kind nr. 2) en Mozes (nr. 8).
Foto’s Privébezit


vonnis van de arrondissementsrechtbank

De ‘Staatscourant’ deelt op 21 april 1934 mee dat op 5 april bij vonnis van de arrondissementsrechtbank in Amsterdam de echtscheiding is uitgesproken tussen Bernard en Sara. Sara vertrekt later naar Luik, en raakt daarna spoorloos.

België
Feit is dat Bernard op 30 september 1922, twee jaar later dus, weer in Amsterdam wordt ingeschreven, komend uit Breda. Een week later gaat hij alweer weg, samen met Sara, naar Antwerpen. Op 24 oktober 1923 keren zij terug uit België, zij het dat zij niet uit Antwerpen, maar uit Brussel afkomstig heten te zijn. Vijf jaar blijven Bernard en Sara in Amsterdam, er is kennelijk eens een rustpauze ingelast.
        Op 24 februari 1928 trekt Bernard alleen verder, naar Apeldoorn, en volgens het archief naar Het Apeldoornsche Bos. Dit is een joodse psychiatrische inrichting. Waarschijnlijk is hij er als patiënt opgenomen; het lijkt onwaarschijnlijk dat hij er als musicus was uitgenodigd. Op 28 januari 1929 duikt Bernard weer op in Amsterdam, na bijna een jaar afwezigheid.
        Vijf jaar later echtscheidt Sara van Bernard, in Amsterdam, op 27 april 1934. Zij gaat in augustus 1936 naar Bressoux, een deelgemeente van de stad Luik, en verdwijnt langzaam uit het zicht. Over haar verdere leven is in openbare documentatie niets te vinden. De Amsterdamse archiefkaart over haar en haar ex-man maakt alleen duidelijk dat er uit het huwelijk geen kinderen zijn voortgekomen.
        Bernard Falkenburg blijft na de echtscheiding rondtrekken. Op 1 maart 1938 verlaat hij het vaderland per schip. Hij reist naar Batavia in Nederlands-Indië. Was het om er concerten te geven? Vermoedelijk wel, want op 19 juli, ruim vier maanden later, is hij alweer terug in Amsterdam. Dit duidt niet op emigratie. Opnieuw begint hij aan een verbazingwekkende serie verhuizingen, doorgaand tot ver in de oorlog − van de Govert Flinkstraat 263, naar de Van Woustraat, het Sarphatipark, terug naar de Govert Flinckstraat en de Van Woustraat, naar de Amsteldijk, weer naar de Govert Flinckstraat en de Van Woustraat, telkens naar andere nummers, en ten slotte naar de Roeterstraat en de Middenweg.

Amsterdamse gezinskaart van Bernard en Sara

De Amsterdamse gezinskaart van Bernard en Sara. Het echtpaar blijkt dikwijls verhuisd te zijn.
Ook is Bernard opgenomen geweest in de psychiatrische inrichting ‘Het Apeldoornsche Bos’.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Bernard Falkenburg heeft deel uitgemaakt van het stafmuziekkkorps van het 3de Regiment Infanterie uit Bergen op Zoom

Twee knipsels, die laten zien dat Bernard Falkenburg deel heeft uitgemaakt van het stafmuziekkkorps van het 3de Regiment Infanterie uit Bergen op Zoom. De berichten stonden in ‘De Grondwet’(3.7.1910) en de ‘Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant’ (17.7.1910).
Foto’s Delpher


Trio Falburgsky

‘De Bredasche Courant’ van 12.9.1921 bericht dat het Trio Falburgsky na acht maanden Breda gaat verlaten voor Dordrecht. Bij het afscheid in het Zuid-Hollandsch Koffiehuis kreeg kapelmeester Falkenburg “een mooi phototoestel”.
Foto Delpher

Trio
Ergens tussen alle binnen- en buitenlandse woonperiodes door heeft Bernard Falkenburg in Dordrecht geopereerd. Krantenknipsels wijzen uit dat hij na Breda met zijn trio langdurig ging optreden in de Merwestad, op en af bij elkaar zo’n drie jaar lang, begin jaren twintig. Hij is geen officiële inwoner van Dordrecht geworden; er is geen woonkaart van hem aangemaakt.
        Vermoedelijk reisde Falkenburg heen en weer tussen Breda en Dordrecht, of logeerde hij ergens. Mogelijk mochten hij en zijn collega-muzikanten keer op keer overnachten in Hotel Bellevue. Het trio waarvan Falkenburg chef d’orchestre was, zorgde voor muziek in de lunchroom Américain, en de exploitant dáárvan, Herre Teitsma, was ook eigenaar van Hotel Bellevue.
        Acht maanden achtereen speelde Bernard Falkenburg met zijn trio Falburgsky in Breda, in “het welbekende” Zuid-Hollandsche Koffiehuis, zoals de Bredasche Courant op 5 september 1921 berichtte, toen er de avond ervoor “onder zeer groote belangstelling” een afscheidsconcert had plaatsgevonden.
        “Het was zoo vol, dat zelfs een deel van het publiek moest plaats nemen in de achter het restaurant gelegen vergaderzaal. Voortdurend werden prachtige bloemstukken (we telden er een zestal) benevens een mooie lauwerkrans aangebracht. Deze waren geschonken door verschillende clubs en bezoekers van het Zuid. (…) Tegen elf uur leek het podium als ’t ware één bloemenzee.”
        De krant vond het tekenend voor de “groote sympatie” waarop het trio zich mocht verheugen. Die avond speelden Falkenburg en zijn “muzikale helpers” vooral populaire wijsjes, “die er bij het dankbare publiek ingingen als koek”. Het Zuid en zijn bezoekers hebben het trio “alle eer aangedaan”. “Dat trio heeft in Breda lauweren geoogst, en die oogst is welverdiend.”
        Afsluitend schreef de verslaggever: “Wij hopen dat den heer Falkenburg en zijn gezelschap (ze gaan nu naar Dordt) daar in de Merwestad eenzelfde succes ten deel vallen als te Breda, waar wij dit trio niet een vaarwel, maar een tot weerziens toeroepen.”

De heren Van der Mark en Jilleba organiseren een huldeblijk

De heren Van der Mark en Jilleba organiseren een huldeblijk (te houden op 16 juni 1922) voor de vertrekkende heer Falkenburg. Zelf dragen ze alvast ieder drie gulden bij.
Foto Archief A. Heijstek


Benzoe Falburgsky

Een advertentie uit ‘De Telegraaf’ van 12.3.1920: voordat Bernard Falkenburg met een trio ging optreden in Breda en Dordrecht, leidde hij in Amsterdam een orkest, als Benzoe Falburgsky, dat voorstellingen in Cinema ‘De Munt’ muzikaal begeleidde.
Foto Delpher

Cinema
Breda was niet de eerste stad waarin Falkenburg zich als musicus manifesteerde, Amsterdam had er ook kennis mee gemaakt. In De Telegraaf van 12 maart 1920 stond een advertentie van Cinema ‘De Munt’, die meldt dat er tijdens de doorlopende voorstellingen een orkest speelt, “onder leiding van Benzoe Falburgsky”, kennelijk zijn artiestennaam. In het blad De Kinematograaf van 22.2.1918 werd ditzelfde orkest ook al eens genoemd, in complimenterende zin. “Het orkest, onder leiding van Benzoe Falburgski, bezit goede kwaliteiten, en speelde meermalen zeer gevoelig en zuiver.”
        In Dordrecht ging het trio gewoon Trio Falkenburg heten. Het eerste optreden in Americain wordt aangekondigd in de Dordrechtsche Courant (DC) van 15 september 1921, zo’n tien dagen na het afscheid van Breda dus. Het dagblad meldt het “de bedoeling is van de heer Teitsma is om in het vervolg in zijn inrichting, dagelijks concerten te doen geven door ’n werkelijk goed strijkje”.
        Falkenburg is als eerste aan de beurt. De DC: “Kapelmeester Falkenburg zal in Americain spelen met een orkestje van vijf. Hij moet wel een musicus van beproefd goede hoedanigheden wezen, want in Breda, waar hij 8 maanden lang in ’t bekende ‘Zuid’ speelde, wist men hem zeer te waarderen.” Vervolgens citeert de krant de lovende zinnen uit de Bredasche Courant.
        Hoe frequent het trio in Americain optrad, valt niet meer te reconstrueren, maar ook in Dordrecht wist het trio een groot en enthousiast publiek te kweken. Dat bewijzen de gloedvolle woorden die de DC schreef op 25 april 1923, toen het trio Dordrecht voorgoed verliet, na anderhalf jaar.
        Een citaat: “Een prettige stemming heerschte er onder de vele vrienden, welke ’t Trio zich in den loop van den tijd gemaakt heeft in Dordrecht. (…) Een fraaie lauwerkrans met linten in de Dordtsche kleuren en met rozen en tulpen doorweven – een attentie van de Directie van Americain –, een bloemstuk van theerozen, en een klokje (met radium), waren zeker wel ’t bewijs dat ’t den heer Falkenburg niet aan vrienden ontbrak.”
        Het dagblad wenschte ’t vertrekkende Trio “veel geluk toe in hun werkkring elders”.

Vanuit Vlissingen sturen Bernard en Sara Falkenburg een bedankansichtkaart naar Van der Mark

Vanuit Vlissingen sturen Bernard en Sara Falkenburg, zo te zien op 20.6.1922, een bedankansichtkaart naar Van der Mark, eerste luitenant te Dordrecht. In november datzelfde jaar is Falkenburg echter weer terug in ‘Americain’, en hij gaat er ‘gewoon’ weer spelen met zijn trio.
Foto Archief A. Heijstek

Bernard stuurt foto naar Van der Mark

Een dag voor de huldeblijk stuurt Bernard de foto naar Van der Mark die hij in Brussel heeft laten maken. Dit is de achterkant van de foto.
Foto Archief A. Heijstek


Trio Falkenburg in Dordrecht

Over optredens van het Trio Falkenburg in Dordrecht heeft de ‘Dordrechtsche Courant’ meerdere keren geschreven. Dit is er een voorbeeld van, uit de krant van 10 december 1921. Daarin is ook te lezen dat Falkenburg is geportretteerd door de welbekende Dordtse schilder A.P. Schotel.
Foto Delpher

Huldiging
Met dit afscheid is iets merkwaardigs aan de hand: een jaar eerder was er ook al een afscheid georganiseerd.
        Archivaris (en oud-voorzitter) van DFC Arie Heijstek haalde uit de nagelaten bescheiden van oud-DFC’er Geert van der Mark een brief tevoorschijn, gedateerd 28 mei 1922.
        [Terzijde: Van der Mark is volgens Heijstek “altijd militair geweest”, in 1948 was hij luitenant-kolonel. Hij woonde aan de Korte Scheidingsweg 42. Van der Mark heeft diverse bestuursfuncties bekleed bij DFC, van 1921-1923 als eerste secretaris en van 1931-1934 als penningmeester. Ook heeft hij ‘veel gedaan’ voor de Dordtsche Voetbal Bond; hij werd er lid van verdienste.]
        Van der Mark en C.J. Jilleba maken in hun brief, eigenlijk een soort oproep, bekend dat zij “de heer L. Falkenburg (sic) bij zijn vertrek op 16 juni a.s.” willen huldigen. Wie een financiële bijdrage wil geven voor dit huldeblijk, wordt gevraagd een lijst te tekenen, en de bijdrage te voldoen aan de heer Teitsma.
        De lijst toont 22 personen, die in totaal 61 gulden hebben geschonken.
        Op 20 juni 1922 ontvangt Van der Mark, in het dagelijks leven eerste luitenant bij het Korps Pontonniers in Dordrecht, een ansichtkaart uit Vlissingen, ondertekend door Bernard en S. (Sara) Falkenburg. Achterop staat: ‘Geachte luitenant, vanuit Vlissingen zenden wij Uedele vele hartelijke groeten en dank voor de spontane wijze waarop U ons afscheid uit Dordt geleid heeft, dit zullen wij niet ligt (sic) vergeten. Van ons allen hartelijk gegroet en tot weerziens. Mijn eerste optreden was een groot succes hier. Au revoir!



Geert van der Mark

Twee foto’s van Geert van der Mark, die volgens DFC-archivaris Arie Heijstek altijd militair is gebleven.
De ene foto dateert van 28.11.1923, de andere van 26.9.1949, wanneer overste Van der Mark (rechts) bij een andere militair een onderscheiding opspelt.
Foto’s Archief A. Heijstek

Spijt?
Misschien kreeg Falkenburg spijt van zijn vertrek, want op 4 november 1922 signaleert de Dordrechtsche Courant al de terugkeer van het trio. Het blijkt alleen maar op reis te zijn geweest, is de uitleg. Citaat: “Het Valkenburg-Trio, weer van de reis teruggekeerd, heeft zijn plaats in Americain hernomen en begeleid, ouder gewoonte op uitstekende wijze, de optredende artisten.”
        Tussen Van der Marks spullen vond Heijstek, zoals aangestipt, ook een zeldzame foto van Bernard Falkenburg. Op de achterkant staat een stempel van de fotograaf, Brusselaar S. Polak, die zijn zaak had aan de Chaussee de Haecht 63 (Haachtsesteenweg). Ook is hier de tekst te lezen waarmee Falkenburg de foto op 15 juni 1922 aan Van der Mark schonk: “Aan den symphatieke secretaris van DFC, de Weledele Heer G.v.d. Mark, 1ste Luitenant, door B. Falkenburg, chef d’orchestre.”
        Er moet ook nog portret van Falkenburg bestaan. De Dordrechtsche Courant beschrijft in de editie van 10 december 1921 dat Falkenburg gisteravond “met zijn artiestengroepje op schitterende wijze eenige operanummers” heeft gespeeld in Americain, en meldt zijdelings dat Falkenburg “door den Dordtschen Kunstschilder A.P. Schotel op zeer artistieke wijze op ’t doek is gebracht.”
        Dit schilderij is vooralsnog niet opgespoord.

Bernard blijft na terugkeer uit Apeldoorn steeds verhuizen

Bernard blijft na terugkeer uit Apeldoorn steeds verhuizen, zij het nu alleen nog binnen Amsterdam, zoals deze archiefkaart laat zien. Op 28 september 1943 wordt hij uitgeschreven als zijnde vertrokken naar ‘Duitschland’. Maar dit is slechts de ambtelijke waarheid. In werkelijkheid is Bernard al op 19 februari van dat jaar vergast in Auschwitz.

Ravage
Als in mei 1940 de oorlog Nederland bereikt, heeft Bernard Falkenburg zich teruggetrokken in Amsterdam. Rondreizen doet hij niet meer, tenminste niet de stad uit. Nog wel trekt hij in Amsterdam van straat naar straat, in 1940, 1941 en 1942 verkast hij telkens drie keer.
        En toen was het ineens voorbij. De jacht op de joden is in volle gang. Bernard, ondertussen wonend aan de Middenweg op nummer 201 huis, wordt opgepakt en gedeporteerd. Op 19 februari 1943 ligt hij ontzield op de vloer van de gaskamer in Auschwitz.
        In zijn familie richtten de Duitsers een ravage aan. Van zijn broers en zussen weet alleen Louis te overleven. De rest verwordt tot anonieme as in de vernietigingskampen, en is definitief uit de samenleving gehaald.



[M.m.v. archievenonderzoekster Erica van Dooremalen]

 


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'