De USHMM lijsten

Lijst 2: de Holocaust-overledenen uit Dordrecht

In dit tweede dossier worden de joodse Dordtenaren vermeld die tijdens de Tweede Wereldoorlog in concentratiekampen het leven lieten, de overledenen. Hoe deze Shoah-slachtoffers heetten, is bekend: hun namen worden gememoreerd op de onovertroffen herdenkingswebsite ‘Joods Monument’. Ook op de Dordtse Stolpersteinesite zijn hun namen te vinden, op de zogenoemde Lijsten 1 en 2.
        In dit dossier wordt er 72 genoemd. In werkelijkheid telde de Dordts-joodse gemeenschap veel meer slachtoffers, tot over de tweehonderd. Maar op de USHMM-lijsten, waarop dit dossier is gebaseerd, zijn er niet meer dan 72 aangetroffen, en het USHMM is richtsnoer geworden voor dit dossier.
        Waarom het Amerikaanse Holocaustmuseum tot slechts 72 personen komt, is niet te achterhalen. Een reden is misschien dat het archiefmateriaal dat het USHMM heeft verzameld, onvolledig is.
        Hoe dan ook: voor dit dossier zijn in uiteenlopende, vooral digitale archieven achtergrondgegevens bijeengezocht over die 72 personen. Van wie stamden zij af, wanneer zijn zij geboren, waar eindigde hun leven? En ook: hoe is het met hun familieleden afgelopen? Het kan dus zijn dat tussen de overledenen, overlevende broers, zussen of ouders staan.

Jeannette Andriesse-Snijders Betje van Arend-Elsas Rebecca Barend-Stodel Sara Barkelau-Meijer Sientje van Beugen-Cohen
Sophia van Beugen-Groen Theodora Blitz-Witstein Henriëtte Johanna Bloemkoper-van den Bergh Kaatje Braadbaart-Breemer Betje Braadbaart-de Goeije
Rijntje Buitekant-Tonninge Sophia Rosette Cahn-Leviticus Mietje Chasler-vanDam Marianne Cohen-Cohen de Heer Bertha Cohen-Hartog
Esther Cohen-Meijer Simon Dasberg Rosetta Dasberg-Cohen Jenny Dasberg-Zadoks Sara Davidson-Cats
Adriana Doodewaard-Cohen Sophia Dorsman-Giltay Beletje Drees-Tonninge Abraham Duiks (= Duits) Berta Eijl-Cohen
Veronica Englander-Braadbaart Saartje Faijnleijbe-van Dam (ook: Faynleijbe) Saartje Flora-de Jong Veronica Frank-Cohen Sara Garber-Cohen de Heer (= Garbar)
Simon van Gelder Rozetta Groen-den Hartog Anna Groenstat-Tonning Debora de Groot-Meijer Sara Hartog de Jong-Courlander
Carolina den Hartog-Braadbaart Hendrika Hartog-Breemer Anna Hartog-Cohen Cornelia den Hartog-Hemelraad Sara Hartog-Monasch
Cato Hen-Braadbaart Saartje de Jong-de Goeye (= Goeije) Reine Kadiks-Polak Sophia Kalf-van den Bergh Jakob (= Jacob) Kleinkramer
Eva Kleinkramer-Breemer Rachel Johanna Levie-Herzfeld Johanna Liepmann-Noach Betje Lion-Monasch Hester van Loon-van Dam
Sara Meijer-Braadbaart Betje Meijer-Braadbaart Johanna Meijer-Braadbaart Netje Phillipina Nathans-Zadoks Johanna Nieuwendijk-van den Bergh
Flora Nieweg-Cohen de Heer Betje Noach-van Gelder Sara Pesaro-Hartog Mietje Polk-Cats Setje Presburg-Witstein
Rebecca Rubens-Witstein Cato Ilse Simons-van den Bergh Betje Son-Braadbaart Roosje Tukkie-Monasch Duifje Vet-Tonninge
Jenny Vos-Zadoks Sara de Vries-Groen Frederica Elizabeth van de Waal-Snijders Elizabeth Hester Walvis-van Dam Saartje de Winter-de Kriek
Leentje Witsenhuijsen-Tonninge Elizabeth van Zanten-Peper      

1. Abraham Duiks (= Duits)

Huwelijksfoto uit 1935 van Abraham Duits en Cornelia de Korver
Huwelijksfoto uit 1935 van
Abraham Duits en Cornelia de Korver.
Foto Privé-collectie / Joods Monument
Dordrecht, 1 februari 1909 – Ladelund, Duitsland, 16 november 1944

Abraham Duits is een zoon van Salomon Emanuel Duits en Daatje Fonteijn. Hij trouwde in juni 1935 met Cornelia Engelberta de Korver (Zwijndrecht, 11.1.1914) en verhuisde met haar naar Amersfoort.
        Tijdens de oorlog dook Abraham, roepnaam Bram, onder, eerst met zijn zoontje Salomon Hans (‘Sal’), later apart van elkaar. Zijn vrouw kwam via gevangenissen in Antwerpen, Breda en Vught terecht in het concentratiekamp voor vrouwen Ravensbrück. Onverwacht werd zij daar in vrijheid gesteld. In juni 1944 kon het gezin herenigd, zie verhaal 201 op deze site.
        Gedrieën woonden zij op diverse onderduikadressen in Amsterdam. Maar op 16 september werd Abraham bij een razzia alsnog gearresteerd. Via de kampen Amersfoort en Neuengamme kwam hij terecht in het werkkamp Ladelund. Daar overleed hij, waarschijnlijk als gevolg van totale uitputting, op 16 november, op 35-jarige leeftijd.

(Bron: Den Toten des Konzentrationslagers Neuengamme 1938 bis 1945 III)

top

2. Jakob (= Jacob) Kleinkramer

’s-Gravendeel, 10 juni 1897 – Gross-Rosen, 7 februari 1945

Persoonskaart uit het archief van de Joodse Raad van Jacob Kleinkramer
Persoonskaart uit het archief van de
Joodse Raad van Jacob Kleinkramer.
Hij ging op 16.11.1942 op transport.
Foto Arolsen Archives


Veehandelaar Jacob woonde met zijn echtgenote Sophia Helena Weijl en hun dochters Esther Rosalina en Rosalina op de Reeweg Oost, op nummer 195 (nu: 233). Op dinsdag 10 november werd deze woning tijdens een razzia leeggehaald. De betrokken Dordtse politieagenten vierden in het leegstaande huis daarna twee avonden lang feest, zie verhaal 97 op deze site.
        Nog geen negen dagen nadat de familie Kleinkramer uit haar woning was gesleurd, waren drie van de vier gezinsleden dood. Moeder Sophia en haar dochters gingen ten onder in Auschwitz, op 19 november 1942. Vader Jacob stierf ruim twee jaar later, in het concentratiekamp Gross Rosen in Oost-Polen, op 7 februari 1945.
        De familie Kleinkramer is na de Braadbaarts de tweede joodse familie in Dordrecht die grootschalig is vermoord, met 27 slachtoffers.

(Bron: Prisoner registration forms from Auschwitz)

top

3. Rosetta Dasberg-Cohen

Rosetta Cohen en haar echtgenoot Eliazar Dasber
  Rosetta Cohen en haar echtgenoot
Eliazar Dasber.
Foto Privé-collectie /
Website ‘Joods Monnument’
Dagboek van Eliazar Dasberg Bergen Belsen
Dagboek van Eliazar Dasberg
over Bergen Belsen
Klik op plaatje om pdf te openen
Dordrecht, 26 december 1865 – Sobibor, 9 april 1943

Rosetta, een dochter van Elizar Cohen en Sara van de Graaf, trouwde als 22-jarige op 25 april 1888 in Rotterdam met de 22-jarige Eliazar Dasberg (Rotterdam, 19 januari 1864).
        Zij kregen vijf kinderen, van wie er twee de oorlog hebben overleefd: Geertruij (Rotterdam, 16.2.1889 – Rotterdam, 26.10.1890), Eliazar (Rotterdam, 18.3.1890 – Rotterdam, 6.4.1890), Sara (Rotterdam, 11.8.1891 – Apeldoorn, 23.5.1978; 86), Eva (Rotterdam, 1.4.1893 – Rotterdam, 10.2.1911; 17) en Isidoor (Rotterdam, 9.12.1903 – Amsterdam, 23.1.1972; 68 jaar).
        Hun ouders, die op het laatst woonden in Amsterdam, op het adres Laplacestraat 50 huis, werden tegelijk omgebracht in Sobibor, op 9 april 1943. Hij, handelsreiziger van beroep, was 79, zij 77.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

4. Jenny Dasberg-Zadoks

Dordrecht, 20 januari 1917 – Sobibor, 9 juli 1943

Jenny Zadoks, dochter van Henri Zadoks en Sara Paërl, trouwde met kantoorbediende Maurits Dasberg (Rotterdam, 27 oktober 1913) en woonde met hem in Rotterdam, aan de Pleinweg, op nummer 90b. Zij hadden een zoon, Henri Samuel (Rotterdam, 23.10.1941), die nog twee jaar oud is geworden. Hij kwam om het leven in het concentratiekamp Vught op 21 mei 1943.
        Jenny en haar man Maurits zijn op dezelfde dag vermoord in Sobibor, op 9 juli 1943, 26 en 29 jaar oud. Op die vrijdag zijn in totaal 28 geboren Dordtenaren in hetzelfde vernietigingskamp door gas verstikt, zie verhaal 68 op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

5. Rijntje Buitekant-Tonninge

Dordrecht, 29 mei 1895 – Auschwitz, 14 september 1942

Persoonskaart Rijntje Tonninge

Persoonskaart Rijntje Tonninge

Verloving Flora Buitekant met Edward Moscow
Verloving Flora Buitekant met Edward Moscow



Rijntje was een dochter van Abraham Tonninge en Duifje Broekewasscher. Zij trouwde op 28 maart 1917 in Amsterdam met Lion Buitekant (Amsterdam, 16.12.1887), een grossier in kalfsvlees. Vijf kinderen kreeg het echtpaar, dat woonde in de Johann Keplerstraat, op nummer 61 I huis. Op eerstgeborene Flora (16.8.1917) na, zijn al deze kinderen in Auschwitz vermoord, evenals hun ouders, sommigen van hen op dezelfde dag.
        Dit zijn de overlijdensdata: Lion (14.9.1942; 54), Rijntje (14.9.1942; 47) Dora (14.1.1923 – 30.9.1942;19), Paulina (31.12.1925 – 30.9.1942;16), Abraham (21.12.1927 – 14.9.1942;14) en Greta (24.9.1929 – 14.9.1942;12).
        Overlevende Flora trouwde in de oorlog in Amsterdam met Edward Moscow (Londen, 17.12.1913). Zij is op 1 mei 1943 afgevoerd naar Kamp Westerbork, maar heeft dit kennelijk mogen verlaten. Want de persoonskaart in het Stadsarchief van Amsterdam vermeldt dat zij daarna naar Leeds is gegaan, op 16 september 1948 terugkeerde naar Amsterdam (Overtoom 406 I) en ten slotte op 6 december van dat jaar emigreerde naar Sydney in Australië.
        Zie ook verhaal 121 op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)
Persoonskaart Flora Buitekant

Persoonskaart Flora Buitekant



top

6. Sophia Rosette Cahn-Leviticus

Dordrecht, 4 december 1913 – Auschwitz, 11 december 1942

Beate Hildegard Mansbach
Beate Hildegard Mansbach,
de echtgenote van Louis Leviticus.
Foto Joods Monument

Persoonskaart uit archief Joodse Raad <br>
        van Isidor Leviticus
Persoonskaart uit archief Joodse Raad
van Isidor Leviticus, een overlevende.
Foto Arolsen Archives

Sophia was een dochter van metaalhandelaar Felix Leviticus (Grave, 8.4.1879) en Emma Golstein (Heerlen, 14.2.1883), zie verhaal 25 op deze site. Zij trouwde in 1941 met Louis Jacques Cahn (Valkenburg, 1.12.1910), die de oorlog heeft overleefd.
        Sophia werd omgebracht in Auschwitz, op 11 december 1942 (29). Haar ouders, die woonden in de Cornelis de Wittstraat, op nummer 54 rood, eindigden daar ook, beiden op 24 september 1942, 63 en 59 jaar oud. Van hun in totaal zes kinderen overleefden er twee de Holocaust: Nelly (Dordrecht, 27.7.1916 – Utrecht, 4.1.1979; 62), Cato (Dordrecht, 16.3.1915 – Melbourne, Australië, 29.4.2019; 104) en Isidor (Dordrecht, 6.1.1920).
        Zoon en opticien Louis (Dordrecht, 18.7.1918) werd vermoord in Sobibor, op 30 april 1943 (24), samen met zijn vrouw Beate Hildegard Mansbach (Gudensberg, 4.2.1916), 27 jaar oud. Zoon Henri (Dordrecht, 5.12.1012), ook metaalhandelaar, werd in Auschwitz gedood, op 31 januari 1943 (30). Zijn zwangere vrouw Rozette Henriëtte van Dam (Winterswijk, 9.8.1911) wist te overleven met baby Hanneke, zie verhaal 99 op deze site.
        Van de ongehuwde zoon en kantoorbediende Isidor (Dordrecht, 6 januari 1920) was tot voor kort niet bekend of hij de oorlog heeft overleefd. Er bevindt zich in het Duitse Arolsen-archief een Joodse-Raadkaart van hem, die echter niets meedeelt over zijn lot.
        Maar in juni 2022 deelde een nicht van hem, Emma Meijler, de Dordtse werkgroep Stolpersteine desgevraagd mee, dat Isidor (‘Ies’) in de onderduik de oorlog heeft overleefd, in 1948 naar Israël is geëmigreerd en daar is overleden op 24 november 2009, 89 jaar oud, als echtgenoot van Saida Muallem.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

7. Mietje Chasler-van Dam

Dordrecht, 8 februari 1888 – Auschwitz, 1 oktober 1942

Persoonskaart uit archief Joodse Raad van Mietje Chasler-van Dam
Persoonskaart uit archief Joodse Raad
van Mietje Chasler-van Dam. Zij ging op transport op 28.9.1942.
Foto Arolsen Archives
Mietje, was het vijfde van de zeven kinderen van Godschalk van Dam en Esther Coenraad. Zij trouwde in Rotterdam met koopman Burich Kelmanof Chasler (Odessa, 10.8.1882), op 28 maart 1914, zie verhaal 218 op deze website. Mietje en haar man zijn tegelijk vermoord in Auschwitz, op 1 oktober 1942, 54 en 60 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

8. Marianne Cohen-Cohen de Heer

Marianne Cohen de Heer (rechts) met haar zus Grietje
Marianne Cohen de Heer (rechts)
met haar zus Grietje in circa 1892.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD) / Joods Monument
Dordrecht, 29 november 1886 – Sobibor, 23 juli 1943

Marianne was een van de negen kinderen, allemaal dochters die Mozes Cohen de Heer kreeg met Sientje van Baale. Er is een aandoenlijke foto van twee van de zusjes, Marianne en Grietje (2.11.1885), zie verhaal 80 op deze website.
        Marianne trouwde op 27 oktober 1920 in Dordrecht met kelner Hartog Cohen (Dordrecht, 3.6.1888) en kreeg met hem Sientje (Dordrecht, 20.8.1921). Dit gezin, wonend in het Kromhout, op numer 133 rood (nu: 185), is compleet vermoord: vader en moeder op 23 juni 1943 (55 en 56 jaar oud) en dochter Sientje, samen met haar echtgenoot Elias van Beugen (Onstwedde, 1.5.1915) op 9 juli 1943, ook in Sobibor, 21 en 28 jaar oud.
        Marianne’s zus Sophia is de enige van de zussen die de Shoah heeft overleefd. Zij stierf ongehuwd op 17 januari 1981, 89 jaar oud, in een joods verzorgingstehuis in Rotterdam. Zij is begraven in Dordrecht.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

9. Saartje Flora-de Jong

Dordrecht, 29 november 1877 – Sobibor, 14 mei 1943

Joodse-Raadkaart van Saartje Flora de Jong
Joodse-Raadkaart van Saartje Flora de Jong.
Zij is op 11 mei 1943 gedeporteerd.
Foto Arolsen Archives

Kaatje Peper-Flora
Kaatje Peper-Flora

Saartje, dochter van Abraham de Jong en Kaatje Appel, trouwde op 9 augustus 1900 in Oud-Beijerland met Abraham Flora (Rotterdam, 10.11.1878). Het echtpaar, dat woonde in Schiebroek in de Potgieterstraat, op nummer 5a, kreeg drie kinderen:
- Jonas (Rotterdam, 27.5.1901),
- Kaatje (Rotterdam, 2.12.1903) en
- Roosje (Rotterdam, 10.7.1905).
        De kinderen zijn allen vermoord: Jonas in Auschwitz (30 september 1942; 41 jaar; krantenbezorger), Kaatje in Auschwitz (23 november 1942; 38 jaar; echtgenote van Hartog Peper, Amsterdam, 10.2.1882 – Sobibor, 20.3.1943; 61 jaar, transportarbeider) en Roosje in Auschwitz (19.10.1942 (37 jaar), als echtgenote van Bernard Philip van Gelder, Groningen, 22.7.1900 – Midden-Europa, 31.3.1943; 42 jaar; winkeleigenaar).
        Hun ouders, Saartje en Abraham, eindigden in Sobibor, tegelijk op 14 mei 1943, 65 en 64 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

10. Veronica Frank-Cohen

Dordrecht, 30 maart 1878 – Auschwitz 15 oktober 1942

Joodse-Raadkaart van Veronika Frank-Cohen
Met de Joodse-Raadkaart van Veronika Frank-Cohen is iets merkwaardigs.
Zij is op 15 oktober 1942 vermoord, maar de kaart stelt dat zij op
30 oktober 1942 op transport is gegaan.
Administratieve vergissing?
Foto Arolsen Archives 
Veronica is een van de negen kinderen van Machiel Joseph Cohen en Helena van Stratum, zie verhaal 257 op deze site. Zij trouwde op 23 maart 1910, staat daar, in Dordrecht met George Simon Frank (Tubbergen, 18.3.1873), een depothouder in sigaren. In Rotterdam, wonend in de Claes de Vrieselaan, op nummer 115a, kreeg dit echtpaar een zoon: Machiel (9.11.1911).
        Vader Georg stierf in 1935, op 2 december, 62 jaar oud. Moeder Veronica en zoon Machiel, winkeleigenaar geworden en wonend in de Mathenesserlaan, op nummer 445b, werden allebei omgebracht in Auschwitz, zij op 15 oktober 1942 (64), hij op 15 augustus 1942 (31).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

11. Frederica Elizabeth van de Waal-Snijders

Dordrecht, 13 oktober 1868 – Sobibor, 9 april 1943

Joodse-Raadkaart van Frederica van der Waal-Snijders
Frederica van der Waal-Snijders heeft in Westerbork in verschillende barakken
opgesloten gezeten, voordat zij op 6 april 1943 op transport werd gezet.
Foto Arolsen Archives



Frederica was een dochter van Mozes Snijders (1837-1901) en Sophia Davidson (1832-1906). Zij trouwde op 19 maart 1892 in Dordrecht met de leerlooier en koopman Elias van de Waal (Den Bosch, 18.11.1860), die in 1907 in Brussel zelfmoord pleegde, zie verhaal 242 op deze website.
        Met hem had zij twee kinderen gekregen, als eerste Jeanna Carolina Leonie van de Waal (Den Bosch, 9.6.1894), daarna Jeannetta Suzanna Nathalie (‘Channa’, Den Bosch, 4.1.1896), die echter na zes jaar overleed in Borculo. In de oorlog woonde Frederica samen met Jeanna in de Amsterdamse Bestevâerstraat, op nummer 3 huis.
        De dochter is omgebracht in Auschwitz, op 25.1.1943 (48), moeder Frederica in Sobibor, op 9.4.1943 (74).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

12. Rozetta Groen-den Hartog

Dordrecht, 9 augustus 1906 – Sobibor, 11 juni 1943

Rozetta, dochter van Jacob den Hartog en Cornelia Hemelraad, was sinds 14 juni 1933 (Amsterdam) de echtgenote van diamantbewerker Leendert Groen (Amsterdam, 5.5.1897). Zij woonden met hun kinderen Jettie (Rotterdam, 11.11.1933) en Jacob (Rotterdam, 29 september 1937) in de Blokmakersstraat, op nummer 79b in Rotterdam.
        In de oorlog is dit gezin uitgemoord. Vader Leendert kwam om ergens in Midden-Europa, op 21.1.1945 (47). Moeder Rozetta eindigde op 11 juni 1943, samen met haar dochter en zoon in Sobibor, respectievelijk 36, 9 en 5 jaar oud. De kinderen waren via het zogenoemde kindertransport uit Kamp Vught via Westerbork naar Sobibor getransporteerd.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

13. Betje Son-Braadbaart

Bep Braadbaart en Loe Son
Op 22 maart 1942, midden in de oorlog, verloofden Bep Braadbaart en Loe Son zich, aldus de aankondiging in ‘Het Joodsche Weekblad’ van 20.3.1942.
Foto Website Delpher
Dordrecht, 29 mei 1918 – Sobibor, 2 juli 1943

Betje (‘Bep’) is een dochter van Philip Jacob Braadbaart en Kaatje Breemer. Zij wilde trouwen met Alouis Herman (‘Loe’) Son (Breda, 3.9.1906). In Het Joodsche Weekblad van 20 maart 1942 werd althans hun verloving op de 22ste maart aangekondigd. Een huwelijksdatum is niet gevonden.
        Alouis, inspecteur bij een warenhuis, was eerder getrouwd, als 33-jarige op 6 september 1939 in Rotterdam, met de 21-jarige Catharina Lea Brucker (Rotterdam, 19.12.1917). Maar zij scheidden twee jaar later, op 31 januari 1941.
        Betje en Alouis zijn tegelijk omgebracht, 25 en 36 jaar oud, in Sobibor, op 2 juli 1943. De ouders van Betje zijn eveneens op dezelfde dag vermoord, ook in Sobibor, op 9 juli 1943, 56 en 50 jaar oud, samen overigens met hun andere dochter Rozetta (Dordrecht, 7.8.1922), die 20 is geworden.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

14. Henriëtte Johanna Bloemkoper-van den Bergh

Dordrecht, 12 december 1909 – Auschwitz, 8 april 1944

gezinskaart van Barend Bloemkoper

De gezinskaart van Barend Bloemkoper, Henriëtte Johanna en hun zoon Marius Jo.
Foto Haags Gemeentearchief

Henriëtte werkte als huishoudster in het Haagse Israëlitisch Oude Mannen- en Vrouwenhuis toen zij werd opgepakt en op 8 april 1944 vermoord in Auschwitz (34). Haar man, Barend Bloemkoper (Den Haag, 2.7.1908), een groothandelaar in klokken, eindigde daar ook, op 30 april 1944, 35 jaar oud. Het echtpaar, dat in Den Haag woonde in de Riouwstraat, op nummer 179, had twee kinderen, die tegelijk met hun moeder zijn vermoord in hetzelfde vernietigingskamp: Marius Jo (Den Haag, 7.9.1938; 5) en Margaretha Meta (Den Haag, 30.11.1939; 4). Henriëtte was een dochter van Joseph van den Berg en Margaretha Goldschmidt, zie verhaal 39 op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

15. Betje Lion-Monasch

Dordrecht, 11 november 1882 – Auschwitz, 14 januari 1943

Joodse- Raadkaart van Betje Lion Monasch
De Joods-Raadkaart van Betje Lion Monasch. Zij werd op 11.1.1943 afgevoerd.
Foto Arolsen Archives
Betje was een dochter van Louis Monasch en Rosette Bremer. Zij trouwde op 28 december 1942 in Kamp Westerbork met Isadore Lion (Steenbergen, 23 februari 1879), een weduwnaar van Anna Monasch, een zus van Betje. Betje kon de huwelijksakte niet ondertekenen, zij was blind. Zij is vermoord in Auschwitz, op 14 januari 1943 (60), op dezelfde dag als haar echtgenoot, die handelsreiziger was en 63 is geworden. Hij woonde voorheen in Amsterdam aan de Tweede Boerhaavestraat 58 huis.
        In Kamp Westerbork zijn 261 huwelijken gesloten, tussen 4 september 1940 en 17 september 1944. Fotograaf en schrijver Saskia Aukema heeft er een boek over geschreven, getiteld Tot de dood ons scheidt. De huwelijken van Kamp Westerbork. Dat is eind januari 2022 verschenen en kost 29.95 euro. Zie het artikel daarover op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

16. Simon van Gelder

Dordrecht, 8 februari 1890 – Bergen-Belsen, 17 december 1944 (54)

Sterbeurkunde Simon van Gelder

Sterbeurkunde van Simon van Gelder, zijn Duitse overlijdensakte.
Foto Arolsen Archives

Joodse Raadkaart van Simon van Gelder
De Joodse-Raadkaart van Simon van Gelder,
omgebracht in Bergen-Belsen op 17.12.1944. Foto Arolsen Archives

De joodse pianoleraar Simon (‘Jim’) van Gelder is een zoon van Salomon van Gelder en Branco van Gelder-Bobbe, zie verhaal 151 op deze website. Hij woonde in Scheveningen, aan de Maastrichtsestraat 86. Volgens de website ‘Joods Monument’ heeft hij "een tijdje ondergedoken gezeten bij de familie Nethe, in de Courbetstraat 27 in Amsterdam”, zie het boek Het Werk van Etty Hillesum (uitgegeven in 2012), pagina 663.
        Vanuit Kamp Westerbork is hij naar het concentratiekamp Bergen-Belsen vervoerd, waar hij volgens de Duitse overlijdensakte als gevolg van Kreislaufschwache is overleden om 07.45 uur.

(Bron: Registry of Names of the Bergen-Belsen Concentration Camp Prisoners)

top

17. Simon Dasberg

Dordrecht, 13 november 1902 – Bergen-Belsen, 24 februari 1945

Raphael Dasberg
Raphael Dasberg, de zoon
die de Holocaust niet overleefde.
Foto Privécollectie
Leni Dasberg-Bollegraaf /
Joods Monument
Simon Dasberg
Deze foto is gemaakt bij de installatie van Simon Dasberg als opperrabbijn te Leeuwarden, in 1929.
Foto Sal de Jong, ‘Joods leven in de Friese hoofdstad. 1920-1925 voltooid verleden tijd’ (Leeuwarden, 1970 / Joods Monument)

Simon was eveneens een van de zeven kinderen Dasberg (zie hierboven nummer 3 en nummer 4) Hij, die opperrabbijn van Friesland werd in 1929 en in 1931 van Groningen en die was getrouwd met Isabella Franck (Altona, Duitsland, 20.4.1906), is vermoord in Bergen-Belsen, op 24 februari 1945, 42 jaar oud. Zijn echtgenote werd daar twee dagen eerder omgebracht, 38 jaar oud. Het echtpaar had vier kinderen, van wie er drie de oorlog overleefden. Alleen Raphael (Groningen, 4.6.1936) werd slachtoffer van de nazi’s, hij kwam om in Tröbitz, op 22 april 1945, 8 jaar oud.

(Bron: Registry of Names of the Bergen-Belsen Concentration Camp Prisoners)

top

18. Adriana Doodewaard-Cohen

Dordrecht, 18 januari 1862 – Auschwitz, 15 oktber 1942

De Rotterdamse gezinskaart van de familie Doodewaard
De Rotterdamse gezinskaart, voor- en achterzijde, van de familie Doodewaard.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam

Op de website ‘Joods Monument’ stond jaren geleden over Adriana, die op 15 oktober 1942 als 80-jarige in Auschwitz is vermoord: ‘Adres onbekend’. Anno 2022 blijkt er voor haar een Stolperstein te zijn gelegd, op de Spoorsingel, voor nummer 86 in Rotterdam. Dat moet dan haar laatste woonadres zijn geweest.
        Hulptelegrafiste Adriana was vanaf 26 maart 1884 de echtgenote van lijstenmaker Abraham Daniël Doodewaard, die is geboren in Rotterdam op 29 oktober 1859 en al ver voor de oorlog is overleden, in dezelfde stad op 29 december 1920, 61 jaar oud. Het echtpaar kreeg in Rotterdam, wonend aan de Gedempte Botersloot, op nummer 123, vier kinderen van wie er drie in de oorlog zijn omgebracht.
        Het zijn: Sara (Rotterdam, 2.2.1886 – Sobibor, 11.6.1943; 57, getrouwd met Hendrik van Daelen), Daniël (Rotterdam, 14.5.1887 – Auschwitz, 8.10.1942; 55, vertegenwoordiger, getrouwd met Cornelia Suzanna van Daelen) en Eliazar (Rotterdam, 13.8.1888 – Sobibor, 20.3.1943; 54; getrouwd met Rika Wilhelmina Godschalk).
        Maria (‘Rie’, Rotterdam, 19.11. 1885) bleef als enige in leven. Zij is op 10 november 1969 in Amsterdam overleden, op 84-jarige leeftijd, als echtgenote van Abraham van Leeuwen. Adriana, dochter van Sara Cohen-van de Graaf en Eliazar Cohen, is een zus van Rosetta Dasberg-Cohen, zie nummer 3 op deze lijst.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

19. Sara Meijer-Braadbaart

Sara Meijer-Braadbaart
Sara Meijer-Braadbaart,
op onbekende datum.
Foto Herman Duizend / Joods Monument
Dordrecht, 10 april 1881 – Auschwitz, 11 oktober 1944

Sara is een dochter van Izaak Braadbaart (1860-1943) en Esther Monasch 1854-1930). Op 5 december 1906 huwde zij in Dordrecht Izaak Herman Meijer (Dordrecht, 29.5.1876), een grossier in vee en vlees. Drie kinderen kreeg het echtpaar, dat woonde aan de Reeweg, op nummer 92 (nu: 190) en van wie er één is omgebracht in de oorlog: Esther Kaatje (Dordrecht, 8.9.1912 – Auschwitz, 17.9.1943; 31).
        De twee andere kinderen overleefden de Holocaust: Eva Esther (Dordrecht, 18.6.1911 – Den Haag, 24.1.2001; 89; echtgenote van Abraham Wiseman) en Betty Rozette (Dordrecht, 27.4.1918 – Amsterdam, 23.12.2005; 87; echtgenote van Hartog Duizend).
        Hun ouders kwamen de oorlog niet door. Sara kwam om in Auschwitz, op 11.10.1944 (63), haar man Izaak was als in Kamp Westerbork overleden, op 28.1.1943; 66). Ook Sara’s vader Izaak verdween in de oorlog, in Sobibor, op 5.3.1943; 82). Zie ook verhaal 59 op deze site.

(Bron: Registry of Names of the Bergen-Belsen Concentration Camp Prisoners) <

top

20. Sara Davidson-Cats

Dordrecht, 31 augustus 1868 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Joodse-Raadkaart van Sara Davidson-Cats
De Joodse-Raadkaart van Sara Davidson-Cats:
op transport op 12.10.1942.
Foto Arolsen Archives
Sara was op 16 juni 1897 in Gouda als 28-jarige getrouwd met de 43-jarige David Davidson (Gouda, 29 mei 1854). Het echtpaar woonde vanaf 28 mei 1923 in Rotterdam in de Polslandstraat, op nummer 142b.
        David is als 86-jarige in Rotterdam is overleden, op 16 februari 1941. Hij is begraven op de joodse begraafplaats daar. Sara werd omgebracht in Auschwitz, op 15 oktober 1942 (74).
        Ook hun twee kinderen stierven in de oorlog: slager Isaac (Gouda, 16.9.1897) in Extern kommando Bobrek, op 30.9.1943 (46) en Betsy Rosalina (Gouda, 5 mei 1901), in Auschwitz, 41 jaar, op 30.9.1942, als weduwe van David Bouwman.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

21. Cato Ilse Simons-van den Bergh

Dordrecht, 27 februari 1908 – Sobibor, 23 april 1943

Amsterdamse gezinskaart van de familie Simons
Amsterdamse gezinskaart van de familie Simons.
Foto’s Stadsarchief Amsterdam

wit
Een advertentie in het ‘Algemeen Handelsblad’ van 21.9.1946: of mensen die vorderingen hebben op, of schulden aan, onder anderen Cato Ilse Simons, zich willen melden bij de bewindvoerder van het Nederlandsche Beheersinstituut.
Foto Delpher
Cato is een dochter van Joseph van den Bergh (1880-1942) en Margaretha Goldschmidt (1882-1942). Zij trouwde op 25 augustus 1938 in Amsterdam met Salomon Elias Simons (Amsterdam, 28.6.1901), een koopman in tapijten. Het echtpaar, dat woonde in Amsterdam vanaf 1.9.1938 in de Roerstraat, op nummer 75 I en kreeg een dochter, Vera Margaretha Simons.
        Cato en Salomon zijn tegelijk in hetzelfde vernietigingskamp, Sobibor, om het leven gebracht, op 23 april 1943, 35 en 41 jaar oud. Hun dochter Vera heeft de Shoah overleefd. Zij verbleef in Maastricht bij de zus van een aangetrouwde katholieke oudtante en werd liefdevol opgenomen in dit gezin.
        Vera’s grootouders, Joseph en Margaretha van den Bergh, overleefden de oorlog net zomin als dochter Cato. Beiden werden omgebracht in Auschwitz, op 7 december 1942, 62 en 60 jaar oud. Zij woonde aan de Singel op nummer 135.

Vera de Jong-Simons













(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

22. Elizabeth Hester Walvis-van Dam

Dordrecht, 13 juli 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Rotterdamse gezinskaart van de familie Walvis
De Rotterdamse gezinskaart van de familie Walvis.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam

Elizabeth, dochter van Godschalk van Dam en Esther Coenraad, was de vrouw van vleeshouwer Jacob Levy Walvis (Rotterdam, 4.4.1876) en woonde in Rotterdam, aan de Pompenburgsingel, op nummer 23 c. Het echtpaar trouwde in Dordrecht, op 21 oktober 1908, en kreeg twee kinderen: Esther Catharina (Rotterdam, 19.4.1909) en Catharina (25.8.1911). Hun ouders zijn vermoord in Auschwitz, op 15 oktober 1942, hij was toen 66, zij 63.
        Esther Catharina trouwde als 28-jarige op 22.9.1937 in Rotterdam met de 31-jarige, Nederlands Hervormde kantoorbediende Hendrik Johannes Schipper (Rotterdam, 30.6.1909). Zij kregen na de oorlog twee kinderen (blijkbaar een tweeling), die kort na de geboorte overleden in Rotterdam: Ronaldus Adrianus, na 10 dagen op 31.5.1945 en Renatus Jacobus, die na 18 dagen overleed op 8 juni 1945. Esther is overleden in Rotterdam, op 29.3.1985 (75), Hendrik op 20.12.1982 (76).
        Catharina trouwde op 28-jarige leeftijd op 14.8.1940 in Rotterdam met de 31-jarige, joodse kleermaker Godel Gurka (Zychlin, Polen, 25.8.1908). Het echtpaar is geëmigreerd naar de VS, waar Godel volgens de website ‘Geneanet.org’ is overleden in New York op 2.11.1984 (76) en Catharina op 26.10.1999, 88 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

23. Veronica Englander-Braadbaart

Elisabeth Englander-Polak
Elisabeth Englander-Polak,
de vrouw van Nathan Englander,
een van de twee kinderen van Veronica
en Eliazar Englander.
Foto Joods Monument

Dordrecht, 13 juli 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Veronica Braadbaart is een dochter van Jacob Braadbaart en Betje de Goeije. Zij trouwde op 23 april 1914 in Zaandam met Eliazar Englander. Het echtpaar kreeg twee kinderen: Nathan Eliazar (Amsterdam, 11.3.1916) en Betje (Amsterdam, 10.1.1922). Dit gezin is volledig vernietigd door de nazi’s.
        Nathan, assistent-bedrijfsleider, was op 7 oktober 1942 in Amsterdam gehuwd met Elisabeth Polak. Hij kwam op 29.9.1943 in Westerbork aan en werd vandaar gedeporteerd naar Auschwitz. Op 28.10.1944 was hij een van de dertig Nederlandse joden, die via Stuthof naar het vliegveld van Hailfingen werden vervoerd. Daar kwam hij, volgens de website ‘Joods Monument’, op 13.2.1945 in het zieken- en sterfkamp Vaihingen terecht, waar hij op 7.3.1945 stierf, 28 jaar oud. Echtgenote Elisabeth werd in Auschwitz omgebracht, op 19 november 1943, 30 jaar oud.
        Betje trouwde op 5.3.1941 in Amsterdam met reiziger Henri Magnus van Gelder (Amsterdam, 8.11.14). Zij eindigde in Auschwitz op 28.1.1944 (22), Henri was een week eerder daar al vermoord, op 21.1.1945 (30).
En de ouders? Veronika en Eliazar zagen hun leven tegelijk beëindigd in Sobibor, op 16 juli 1943, zij 58 jaar oud, hij 57 (zie ook verhaal 238).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

24. Rebecca Rubens-Witstein

Dordrecht, 14 januari 1885 – Sobibor, 16 juli 1943

Amsterdamse archiefkaart van het echtpaar Rubens
Amsterdamse archiefkaart van het echtpaar Rubens.
Stadsarchief Amsterdam

Jakob Gijs Rubens
Jakob Gijs Rubens,
een van hun vier kinderen.
Foto’s Joods Monument
Marcus Rubens
Marcus Rubens,
de man van Rebecca Witstein.
Foto’s Joods Monumen





Rebecca, een dochter van Ezechiël Witstein en Hesther Benedictus, was op 8 maart 1911 in Rotterdam getrouwd met koopman Marcus Rubens (Zutphen, 15.4.1881) en kreeg met hem vier kinderen: Ella (6.12.1911), Betty Rosa (13.3.1914), Theodora (14.3.1916) en Jakob Gijs (25.10.1918). Het echtpaar woonde in de Van Breestraat, op nummer 183.
        Vader en moeder zijn tegelijk vermoord in Auschwitz, op 22 mei 1944, 63 en 59 jaar oud, zoon en handelsbediende Jakob Gijs in Mauthausen, op 7 augustus 1941, 22 jaar oud. De drie dochters hebben de oorlog overleefd, zie verhaal 169 op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

25. Jenny Vos-Zadoks

Dordrecht, 20 mei 1905 – Sobibor, 16 juli 1943

Jakob Vos
Jakob Vos
Foto’s Joods Monument
Jenny Zadoks
Jenny Vos-Zadoks
Foto’s Joods Monument




Jenny, analiste melkcontrolestation Duivendrecht en later kantoorbediende, was een dochter van Abraham Zadoks en Cato Emanuel, die beiden zijn omgebracht in Sobibor, op een en dezelfde dag: 30 april 1943, 74 en 68 jaar oud.
        Jenny trouwde op 29 juni 1938 in Amsterdam met analist Jacob Vos (Beilen, 15.6.1913) en ging met hem wonen in de Eemsstraat, op nummer 23 II. Ook zij zijn beiden in Sobibor vermoord, op 16 juli 1943 (38 en 30 jaar oud).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

26. Rebecca Barend-Stodel

Dordrecht, 7 januari 1873 – Sobibor, 26 maart 1943

Kaart Joodse Raad Rebecca Barend-Stodel
Rebecca werd op 23 maart 1943 op transport gezet, volgens de Joodse Raad.
Drie dagen eerder was zij in Kamp Westerbork aangekomen.
Foto Arolsen Archives
Rebecca is een dochter van Benedictus Stodel en Marianne Slap. Zij trouwde op 11 augustus 1897 met schijvenschuurder Mozes Barend (Amsterdam, 30.1.1874). Het gezin woonde in de Ruyschstraat, op nummer 93 huis in Amsterdam en telde drie kinderen, die net als hun ouders in de oorlog zijn vermoord. Rebecca stierf in Sobibor, op 26 maart 1943 (70), Mozes in Auschwitz, op 17 september 1942 (68).
        Dochter Clara (Amsterdam, 14.5.1903), getrouwd met Meijer Stad (Amsterdam, 18.11.1904), werd omgebracht in Sobibor, op 11 juni 1943 (40), haar man in Auschwitz, op 17 februari 1944 (39). Hun zoon Herman (Amsterdam, 12.1.1934) is met het zogeheten kindertransport uit Vught via Westerbork naar Sobibor getransporteerd, waar hij, 9 jaar oud, werd vergast op 11 juni 1943.
        Dochter Elisabeth (Amsterdam, 24.3.1900), een nakijkster van japonnen, eindigde ook in Auschwitz, op 31 januari 1944 (43). En dochter Marianna (Amsterdam, 7.11.1897), handnaaister en gehuwd met diamantslijper Levie van Praag (Amsterdam, 10.10.1893), is tegelijk met hem omgebracht in Sobibor, op 11 juni 1943, hij 49 jaar oud, zij 45.
        Het echtpaar Van Praag had een zoon, Jacques, geboren in Amsterdam op 11 januari 1922, die al na 13 jaar overleed, in Amsterdam op 28 januari 1935.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

27. Sara Barkelau-Meijer

Dordrecht, 13 januari 1889 – Auschwitz, 1 februari 1943

Stolpersteine voor Levie Barkelau
Stolpersteine voor Levie Barkelau
Foto’s Redactie Website




Stolpersteine voor Sara Barkelau
In juni 2019 werden in de
Lange Vorststraat in Goes
Stolpersteine gelegd voor Sara en
haar man Levie Barkelau.
Foto’s Redactie Website


Sara is een dochter van Mozes Meijer en Elisabeth Barkelau, zie verhaal 123 op deze site. Zij trouwde op 29 oktober 1925 in Goes met Levie Marcus Barkelau (Goes, 7.3.1868). Zij was huishoudster, hij winkelier.
        Beiden zijn omgebracht op 1 februari 1943 in Birkenau, respectievelijk 54 en 74 jaar oud. Vlak voordat zij daar aankwamen, waren zij vanuit Zeeland onder dwang naar Amsterdam vertrokken, vervolgens werden zij naar Kamp Westerbork gestuurd.
        In juni 2019 zijn pal voor hun voormalige winkel, in de Lange Vorststraat, twee Stolpersteine aangebracht.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

28. Sara de Vries-Groen

Retiefstraat in Amsterdam
De Retiefstraat in Amsterdam, gefotografeerd in 2021, met links bij de lantaarnpaal de nummers 14.
Foto Google Streetview
Dordrecht, 8 januari 1904 – Sobibor, 23 juli 1943

Sara de Vries-Groen was de echtgenote van kantoorbediende Manuel de Vries (Lochem, 19.11.1902), met wie zij op 5 december 1929 was getrouwd in Amsterdam. Zij woonden met hun zoon Henny (Amsterdam, 30 juli 1931) in Amsterdam op het laatst in de Retiefstraat, op nummer 14 huis. Het gezin zat ondergedoken in de Johann Keplerstraat 25b huis, maar werd ontdekt op 23 juni 1943, zie verhaal 64 op deze site. Sara, Manuel en Henny zijn een maand later vermoord in Sobibor, op 23 juli, respectievelijk 39, 40 en 11 jaar oud.
        Sara was de eerste dochter van depothouder Nathan Groen (Den Haag, 11.10.1880 – Amsterdam, 14.4.1935; 54) en Alida Velensa (Amsterdam, 16.12.1875) − die ook in Sobibor is omgebracht, op 30 april 1943 (67). Sara had een jongere zus, Sophia (Dordrecht, 16.8.1905), die was getrouwd met Leonard van Beugen (Veendam, 1.8.1905) en met hem in Amsterdam zoon Nico (20 mei 1936) had gekregen.
        Ook dit gezin is compleet vermoord, Leonard op 17.8.1942 in Auschwitz (37), Sophia en Nico tegelijk op 18 juli 1942, 36 en 6 jaar oud, eveneens in Auschwitz.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

29. Berta Eijl-Cohen

Dordrecht, 8 januari 1874 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Rotterdamse gezinskaart Hendrik Eijl en Berta Cohen
Voor- en achterzijde van de Rotterdamse gezinskaart van (de hertrouwde weduwnaar) Hendrik Eijl en Berta Cohen.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam

Ook Bertha was een kind van Machiel Joseph Cohen en Helena van Stratum (zie verhaal 257). Zij trouwde op 2 januari 1919 in Rotterdam met weduwnaar Hendrik Eijl (Rotterdam, 3.9.1870), een magazijnbediende wiens eerste vrouw Catharina Harkman op 9.12.1917 was overleden. Met Berta ging Hendrik aan de Schietbaanlaan wonen, op nummer 22a. Berta en Hendrik zijn tegelijk vermoord in Auschwitz, op 15 oktober 1942, zij 68 jaar oud, hij 72.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

30. Saartje Faijnleijbe-van Dam (ook: Faynleijbe)

Dordrecht, 8 augustus 1883 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Rotterdamse kaart van de familie Faijnleijbe
De kaart van de familie Faijnleijbe, met onderaan de gegevens over Saartje van Dam.
Foto’s Stadsarchief Rotterdam

Borduurster Saartje, dochter van Godschalk van Dam en Esther Coenraad, is op 25.8.1920 in Dordrecht als 37-jarige getrouwd met de 44-jarige in Rotterdam wonende, kleermaker en weduwnaar Nachmann Faijnleijbe (Kischenew, Rusland, 15.8.1876 – Rotterdam, 8.10.1938; 62). Zijn eerste vrouw was Fanny Shemann (Kischenew, 21.11.1872), die op 31 juli 1918 was overleden en met wie Nachmann zes kinderen had gekregen, deels in Rusland, deels in Rotterdam.
        Saartje scheidde na drie jaar van Nachmann, op 22 augustus 1923. Daarna trouwde Nachmann nog een derde keer, op 29.4.1931, nu met de Nederlands Hervormde Cornelia Petronella van Rees (Amsterdam, 24.7.1888), met wie hij op 12 juni 1935 dochter Sonja Jacoba kreeg. Nachmann is overleden op 18 oktober 1938, 62 jaar oud, in Rotterdam.
        Tweede echtgenote Saartje woonde in de Harddraverstraat, op nummer 21 b in Rotterdam, voordat zij werd afgevoerd naar Auschwitz. Daar werd zij op 15 oktober 1942 omgebracht, op 59-jarige leeftijd.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

31. Duifje Vet-Tonninge

Dordrecht, 19 november 1888 – Auschwitz, 13 november 1942

Amsterdamse gezinskaart van Duifje en Abraham Vet
De gezinskaart van Duifje en Abraham Vet.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Duifje was de tweede echtgenote van de koopman in allerlei Abraham Vet (Amsterdam, 27.5.1891). Hij was eerder getrouwd geweest, van 3.12.1913 tot haar overlijden op 26.7.1920, met Eva Slager (Amsterdam, 11.5.1887), met wie hij drie kinderen kreeg. Hij huwde Duifje in Amsterdam op 4 januari 1933. Duifje zowel als haar man is vermoord in Auschwitz, op 13 november 1942, 53 en 51 jaar oud. Hun laatste woonadres was: Nieuwe Amstelstraat 33 II.
        De website ‘Joods Monument’ meldt dat twee van drie kinderen Vet eveneens zijn omgebracht in de oorlog: werkman Benjamin (Amsterdam, 26.7.1920 – Auschwitz, 12.8.1942; 22) en Rebecca Schelvis-Vet (Amsterdam, 19.1.1914 – Sobibor, 26.3.1943, 29).
        Maar uit nadere research blijkt ook het derde kind te zijn vermoord. Zij is Rachel, geboren in Amsterdam op 19 oktober 1915. Zij is overleden in Auschwitz op 30 september 1942, tegelijk met haar echtgenote, de chauffeur David Fransman (Amsterdam, 22.2.1913). Hij was 29, zij 26. Het echtpaar woonde op het laatst in de Louis Bothastraat, op nummer 21 I in Amsterdam.
        Duifje en andere leden van de Dordtse familie Tonninge komen voor in verhaal 163 op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

32. Jeannette Andriesse-Snijders

De voormalige (groene) toegangspoort van het Joods Ziekenhuis aan de Schoetbaanlaan 42 in Rotterdam
De voormalige (groene) toegangspoort van het Joods Ziekenhuis aan de Schoetbaanlaan 42 in Rotterdam. Hier vandaan werd Jeannette in februari 1943 afgevoerd.
Foto Google Streetview
Dordrecht, 19 augustus 1860 – Sobibor, 26 maart 1943

Jeanette, dochter van Mozes Snijders (1832-1906) en Sophia Davidson (1837-1901), verbleef in het Joods Ziekenhuis, dat was gevestigd aan de Schietbaanlaan in Rotterdam. Op 26 februari 1943 joegen de nazi’s alle zieken daar uit hun bed, de vrachtwagens in (zie het kader onder verhaal 54 op deze site).
        Jeanette, officieel als Jeannette geschreven, was de weduwe van Aron Andriesse (1855-1930), met wie zij vier kinderen had gekregen, die allen in de oorlog zijn omgebracht. Het zijn: Elizabeth de Groen-Andriesse (Rotterdam, 3.10.1885 – Sobibor 14.5.1943; 57), Leon (Rotterdam, 29.7.1888 – Auschwitz, 28.2.1943; 54), David (Rotterdam, 9.9.1889 – Sobibor, 16.7.1943; 53) en Frederika (Rotterdam, 28.12.1892 – Auschwitz, 5.11.1942; 49).
        Jeanette zelf is vermoord in Sobibor, op 82-jarige leeftijd, op 26 maart 1943.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

33. Betje van Arend-Elsas

Dordrecht, 9 juni 1869 – Auschwitz, 15 oktober 1942

gezinskaart van Jacob Arend en Betje Elsas
De gezinskaart van Jacob Arend en Betje Elsas.
Foto Gemeentearchief Rotterdam

krantenfoto Jacob van Arend
De conversatiezaal van het Israëlitisch Oudeliedengesticht in Rotterdam, aan de Claes de Vrieselaan. Hier verbleven
Betje Elsas en haar man Jacob van Arend
op het laatst.
Foto Joods Monument
Jacob van Arend
Jacob van Arend, de man van Betje,
op de krantenfoto uit 1928.
Foto Joods Monument
Betje woonde samen met haar man, de voormalige groentenkoopman Jacob van Arend (Rotterdam, 10.1.1866), in het Israëlitisch Oudeliedengesticht, dat zich bevond aan de Claes de Vrieselaan in Rotterdam. Zij waren al op hoge leeftijd.
        Na hun huwelijk in Dordrecht op 98 mei 1890 hadden zij elf kinderen gekregen, allen te Rotterdam, van wie er vijf op "zeer jonge leeftijd” zijn overleden, aldus de website ‘Joods Monument’: Hester (1), Mozes (1), Hester (2) Grietje en Nathan.
        De andere zes zijn tijdens de Shoah vermoord, net als hun ouders. Jacob en Betje werden op 12 oktober 1942 via Kamp Westerbork naar Auschwitz afgevoerd en daar bij aankomst, op de 15de, meteen vermoord, hij 76 jaar oud, zij 73. De kinderen heetten: Jacob, Levie, Wolf, Leentje, Mozes (2) en Hester (3).
        Zie voor een verhaal over Jacob als de bekendste almanakverkoper van Rotterdam aan het begin van de vorige eeuw.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

34. Bertha Cohen-Hartog

trouwfoto van Salomon Cohen en Bertha Hartog
Een trouwfoto van Salomon Cohen
en Bertha Hartog.
Foto Privécollectie / Joods Monument
Dordrecht, 25 mei 1912 – Sobibor, 23 april 1943

Bertha en haar man Salomon Cohen (Neheim, Duitsland, 29.5.1913), getrouwd in Rotterdam op 29.3.1939, zijn beiden vermoord in Sobibor, op 23 april 1943, 30 en 29 jaar oud. Zij woonden aan de Schieweg, op nummer 85b in Rotterdam, en hadden een dochter: Ellen van der Spiegel Cohen, over wie is geschreven in verhaal 61 op deze website.
        Bertha was een dochter van Selomo Hartog (’s-Gravendeel, 30.1.1869) en Sara Monasch (Dordrecht, 1.2.1880), die beiden zijn vermoord in Auschwitz, op 15 oktober 1942, 73 en 62 jaar oud. De ouders hadden zes kinderen gekregen, in deze volgorde: Gudula Rozette, Rozette Bertha, Herman Louis, Bertha, Louis en Anna.
        Alleen Rozette Bertha (Dordrecht, 13.5.1909 – Apeldoorn, 11.3.2002; 92) en Anna (Dordrecht, 13.5.1914 – Deventer, 22.3.1987; 72) hebben de oorlog overleefd.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

35. Esther Cohen-Meijer

Dordrecht, 10 september 1881 – Auschwitz, 10 september 1942

Haagse gezinskaart van Esther en Jacob Cohen
De Haagse gezinskaart van Esther en Jacob Cohen en hun vier kinderen.
Foto Gemeentearchief Den Haag

Esther, een dochter van Mozes Meijer (1854-1931) en Elisabeth Barkelau (1853-1913), trouwde in Dordrecht op 30.11.1905 met mede-Dordtenaar en kelner Jacob Cohen (8.2.1880). Zij verhuisden in april 1907 naar Den Haag, waar Esther beviel van vier kinderen: Rozetta (7.11.1907), Elisabeth Esther (20.6.1909), Sophia (5.12.1912) en Meijer Jozeph (5.9.1915) − die na een halfjaar al stierf, zie verhaal 202 op deze site.
        Esther en haar man, op het laatst wonendop het adres Leuvenschestraat 27 in Scheveningen, eindigden in Auschwitz, op 10 september 1942, 61 en 62 jaar oud. Kassière Rozetta (‘Roo’) kwam daar om op 19 november 1943, 36 jaar oud, nadat zij op haar onderduikadres was verraden. Controleur Sophia is ook gedood in Auschwitz, eerder al, op 26 september 1942 (29).
        Elisabeth is in leven gebleven. Zij was al gedeporteerd naar Duitsland, maar dook op 6 december 1945 weer op in Amsterdam. Ongehuwd en kinderloos, én alleen, is zij op 8 mei 1981 in Amsterdam overleden, 71 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

36. Mietje Polk-Cats

Dordrecht, 8 maart 1869 – Sobibor, 16 juli 1943

Amsterdamse gezinskaart van Mietje en Nico Polk
De Amsterdamse gezinskaart van Mietje en Nico Polk.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Gerard Douplein
Mietje Cats was gehuwd met Nico Polk. Woonadres: Gerard Douplein 3 I, Amsterdam
Mietje, een dochter van Aron Mozes Cats (1821-1884) en Klara Frenk (1829-1901), huwde diamantslijper Nico Polk (Rotterdam, 16.11.1866) in Gouda op 15 november 1893. Zij kregen tien kinderen, in Amsterdam, Gouda en Antwerpen. Nico is voor de oorlog overleden in Amsterdam op 2 februari 1932 (65), zie het achtergrondverhaal over dit gezin op nummer 161 van deze website.
        Nico’s echtgenote Mietje kwam ten einde in Sobibor, op 16 juli 1943, 74 jaar oud. Van hun kinderen kwamen er vier om in Sobibor of Auschwitz (Arie, Klaartje, Beatrice en Maurice), drie overleden kort na de geboorte (Philip, Tobias en Maurits), één overleed in de oorlog in Zwolle (Isidor, 6.2.1945), één overleefde de Holocaust (Jacques, 11.8.1952), terwijl het lot van Catharina (geboren 8.2.1900) onbekend is; zij is spoorloos.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

37. Sara Hartog de Jong-Courlander

Dordrecht, 2 september 1900 – Sobibor, 21 mei 1943

Joodse-Raadkaart van Sara Courlander
De Joodse-Raadkaart van Sara Courlander.
Zij ging op 18 mei 1943 op transport, een week eerder was zij in Westerbork aangekomen.
Foto Arolsen Archives
Sara is een dochter van Hartog Courlander (1875-1942) en Alida Kalf (1870-1930). Op 26.11.1925 trouwde zij in Utrecht met Andries de Jong (Amsterdam, 5.12.1900). In die stad werd hun dochter Alida geboren, op 13.6.1930. In de oorlog woonde het gezin in Den Haag, in de Klimopstraat, op nummer 214. De drie gezinsleden zijn allen vermoord, op dezelfde dag, 21 mei 1943, in Sobibor, 42, 42 en 12 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

38. Saartje de Jong-de Goeye (= Goeije)

ritueel pension van mevrouw Mok-van der Hoeden
Het ‘Nieuw Israëlitisch Weekblad’
meldde op 16.6.1939 dat aan de Ruijschstraat, op nummer 37,
in Amsterdam een ritueel pension is gevestigd, door mevrouw
Mok-van der Hoeden. Hier kwam
Saartje de Jong-de Goeije te wonen.
Foto Delpher
Dordrecht, 26 oktober 1868 – Sobibor, 13 maart 1943

Saartje trouwde op 23 augustus 1898 in Zaandam met diamantslijper Mozes de Jong (Amsterdam, 5.10.1871 – Amsterdam, 3.12.1937; 66 jaar). Hij was 26 jaar indertijd, zij 29. Per 27 augustus 1898 ging het echtpaar in Amsterdam wonen.
        Saartje, een dochter van Abraham de Goeije en Veronika van der Meusen, woonde in de oorlog op het laatst in Pension ‘Mok’ in de Ruyschstraat, op nummer 37 huis. Zij is op 13 maart 1943 omgebracht in Sobibor, 74 jaar oud. Zij en Mozes hadden twee kinderen, Abraham (12.6.1899) en Salomon (24.2.1902), de oudste werd ook omgebracht in Sobibor, de jongste in Auschwitz, zie dit familieoverzicht Van der Meusen.
        Saartje is een zus van Betje Braadbaart-de Goeije, zie Betje Braadbaart verderop.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

39. Saartje de Winter-de Kriek

Dordrecht, 25 april 1867 – Sobibor, 23 april 1943

Saartje, aan wie op deze website verhaal 227 is gewijd, is een dochter van Johanna van de Graaf en vleeshouwer Jacob de Kriek. Zij trouwde op 16 december 1914 met weduwnaar Benjamin Simon de Winter (Middelharnis, 2.5.1857). Zij was al 47, hij al 57. Het echtpaar bleef kinderloos, maar Benjamin had al twaalf kinderen gekregen met zijn eerste vrouw, Sientje de Koster. Hij overleed op 23 augustus 1934 in Rotterdam, Saartje verhuisde drie jaar later naar Dordrecht, naar de Almondestraat 37b.
        Op 20 april 1943 ging zij vanuit Kamp Westerbork op transport, om op 24 april te worden vergast in Sobibor, 73 jaar oud. Haar archiefkaart is in 2019 geopenbaard door het Holocaust-archief in Bad Arolsen.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

40. Netje Phillipina Nathans-Zadoks

In Memoriam over de huisarts S.B. Nathans
Een In Memoriam in het ‘Nieuwsblad
van het Noorden’ van 28.4.1941 over de huisarts S.B. Nathans, de man van Netje.
Foto Delpher
Dordrecht, 29 april 1879 – Sobibor, 2 juli 1943

Netje Philippina was een dochter van Philip Zadoks en Reintje van Creveld. Zij trouwde op 14.8.1912 in Dordrecht met Samuel Benjamin Nathans (Assen, 2.11.1881), die zich op 8 maart 1908 als huisarts in Groningen had gevestigd. Hij overleed in die stad op 28 april 1941 (59).
        Volgens een necrologie in Het Joodsche Weekblad was hij "een bekende en populaire figuur”, ook een man die "in het Joodsch Kerkelijk leven zeer op de voorgrond trad”. Enkele jaren voor zijn overlijden was hij al gedwongen zich uit de praktijk en het openbare leven terug te trekken, vanwege "zijn lichamelijke toestand”.
        Zijn vrouw Netje is omgebracht in Sobibor, op 2.7.1943 (64). Hun ene kind, zoon Martijn Paul (Groningen, 24.11.1913) eindigde daar ook op 11.7.1943 (29).
        Het tweede kind, dochter Renee Selma (Groningen, 17.10.1915), overleefde de Shoah. Zij trouwde eerst op 25.3.1942 in Zwolle met Bentsion Baruch Hirsch (Zwolle, 27.3.1913), die omkwam in Senftenberg, Brandenburg, Duitsland, op 18.4.1945 (32). Met hem had zij de kinderen Nettie Judith en Betty Sulamieth Hirsch gekregen.
        Renee hertrouwde op 5 augustus 1952 met Elias Munk (Koningsbergen, Kaliningrad, Rusland, 11.4.1900) en vertrok met hem vervolgens naar Londen.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

41. Johanna Nieuwendijk-van den Bergh

Dordrecht, 14 november 1876 – Auschwitz, 5 februari 1943

Amsterdamse archiefkaart van het gezin Nieuwendijk
De Amsterdamse archiefkaart van het gezin Nieuwendijk.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Johanna is een dochter van David van den Bergh en Kaatje Allemans, zie op deze website verhaal 39 en verhaal 269. Op 11 augustus 1897 trouwde zij in Dordrecht met Emanuel Samuel Nieuwendijk (Asperen, 28.1.1867). Beiden werden vermoord in Auschwitz, op dezelfde dag: 5 februari 1943, 66 en 76 jaar oud.
        Zij hadden twee kinderen, een tweeling. Mozes David (Leerdam, 25.6.1899) is omgebracht in Auschwitz op 6 maart 1944, tegelijk met zijn echtgenote Selma Blog (Leipzig, 16.3.1907). Hij is 45 geworden, zij 36. Het echtpaar woonde in Amsterdam aan de Weteringschans, op nummer 110 huis.
        Cato Rijna (Leerdam, 25.6.1899), de andere helft van de tweeling, overleed al voor de oorlog, op 24 december 1932 in Amsterdam, 33 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

42. Flora Nieweg-Cohen de Heer

Dordrecht, 23 december 1889 – Auschwitz, 27 augustus 1943

Flora Nieweg-Cohen de Heer
Flora, gefotografeerd als kind
in Dordrecht.
Foto Joods Monument
Flora was een dochter van Mozes Cohen de Heer (Dordrecht, 9.4.1863) en Sientje van Baale (Amsterdam, 15.2.1859 – Dordrecht, 24.7.1920). Zij was in 1922 in Dordrecht de echtgenote geworden van slager en koopman Aron Henry Nieweg (Bierum, 7.5.1895) en woonde met hem op het laatst in de Waterstraat in Delfzijl, op nummer 41.
        Het echtpaar had twee kinderen, die net als hun ouders in de oorlog zijn omgebracht. Zoon Mozes (‘Maupie’, Groningen, 5.7.1925) eindigde in Sobibor op 4 juni 1943 (17), dochter Rebekka Sientje (‘Beppie’, Groningen, 29.6.1924) werd vermoord in Auschwitz, op 27.8.1943 (19), samen met haar moeder Flora (53) en haar vader Aron (48).
        Flora was een van de negen dochters Cohen de Heer. Alleen haar zus Sophie heeft de oorlog overleefd, zie verhaal 80 op deze site. Hun vader Mozes, wonend in de Boomstraat, op nummer 22 rood in Dordrecht, werd in Auschwitz gedood, op 15.12.1942 (79).

Mozes Nieweg
Zoon Mozes (‘Maupie’) Nieweg.
Foto Joods Monument
Rebekka Sientje Nieweg
Dochter Rebekka Sientje (‘Beppie’) Nieweg.
Foto Joods Monument

(Bron: Index to Dutch Married Women)


top

43. Betje Noach-van Gelder

Dordrecht, 18 juli 1884 – Auschwitz, 6 september 1944

De familie Noach in Deventer
De familie Noach in Deventer, met links Betje en als vijfde van links haar man Samuel.
Foto Joods Monument

Van de laatste momenten van Betje en haar man, de koopman Samuel (‘Sam’) Noach (Deventer, 6.7.1882), zijn in 2009 zeldzame foto’s opgedoken. Zij zijn indertijd gemaakt op hun dakterras in hun woonplaats Deventer, vlak voordat zij moesten vertrekken naar het joodse werkkamp De Wittebrink, niet ver van het gehucht Hummelo in de Achterhoek. Dit valt te lezen in verhaal 151 op deze site.
        Betje is een dochter van Salomon van Gelder en Branco Bobbe. Zij was eerst huishoudster bij Sam Noach en Bela Vellman, maar Sam trouwde met haar, nadat zijn vrouw Bela op 23 maart 1927 was overleden. Het huwelijk bleef kinderloos. Betje is op 6 september 1944 vermoord in Auschwitz, 60 jaar oud. Haar man Sam was daar twee jaar eerder al omgebracht, op 26 oktober 1942, ook op 60-jarige leeftijd.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

44. Cato Hen-Braadbaart

Dordrecht, 12 februari 1891 – Auschwitz, 25 januari 1943

Amsterdamse persoonskaart van Cato Hen-Baardbaart
De Amsterdamse persoonskaart van Cato Hen-Baardbaart.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Cato, dochter van Nathan Braadbaart (Dordrecht, 4.1.1857 – Amsterdam, 3.9.1940; 82) en Belia Frank (Zierikzee, 4.8.1862 – Amsterdam, 3.3.1939, 76) trouwt op 20 september 1916 in Zaandam met kleuretser Elias Hen (Amsterdam, 8.7.1886). Zij krijgen twee kinderen, op het laatst wonend in de Roerstraat, op nummer 92 II.
        De ene zoon, de latere kleermaker Alfred Carel Hen (Amsterdam, 18.11.1917), trouwt op 1 april 1942 in Amsterdam, met plaatsgenote Reina Stork (Amsterdam, 23.2.1919). Beiden weten de oorlog te overleven en vertrekken op 17 juli 1945 naar Enschede. De andere zoon is Gustaaf Adolf (Amsterdam, 3.3.1922), over wie geen nadere gegevens zijn te vinden.
        Cato wordt omgebracht in Auschwitz, op 25 januari 1943, 51 jaar oud. Cato is een van de patiënten geweest die op 22 januari 1943 vanuit het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht ‘Het Apeldoornsche Bos’ is afgevoerd, zie verhaal 54 op deze site. Haar echtgenoot heeft de Holocaust overleefd, hij stierf in 1955. Zie verder ook verhaal 240.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

45. Sara Pesaro-Hartog

Dordrecht, 4 juli 1878 – Auschwitz, 15 december 1942

Joodse-Raadkaart van Sara Pesaro-Hartog
De Joodse-Raadkaart van Sara Pesaro-Hartog. Zij ging op 12.12.1942
op transport, en was op 21.11.1942 in Westerbork aangekomen.
Foto Arolsen Archives
Sara was een dochter van Machiel Hartog (Mijnsheerenland, 1829 – Dordrecht, 1908) en Eva Roeper (Amsterdam, 1835 – Dordrecht, 1914).
        Zij is op 15 december 1942 vermoord in Auschwitz, 60 jaar oud, als de echtgenote van Samuel Pesaro (Amsterdam, 2.1.1878) − die zelf enkele maanden later werd omgebracht in Auschwitz, op 19 februari 1943. Hij, werkzaam als koopman, is 65 jaar geworden.
        Het gezin Pesaro woonde in Amsterdam in de Swammerdamstraat, op nummer 3 I, en telde drie kinderen, die ook allen zijn gedood: de tweeling Eva Hanna (Amsterdam, 22.7.1913 – Auschwitz, 28.9.1942; 29) en Mozes (Auschwitz, 1.10.1942; 29), allebei handelsbediende van beroep, en naaister Hanna Blom- Pesaro (Amsterdam, 28.1.1916 – Auschwitz, 28.9.1942; 26 jaar). Zij was de vrouw van ambtenaar Jacob Blom (Amsterdam, 16.3.1918 – Auschwitz, 31.1.1943; 24).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

46. Anna Groenstat-Tonninge

Dordrecht, 24 maart 1887 – Auschwitz, 28 september 1942

Amsterdamse archiefkaart van Eduard en Anna en zoon Mozes
De Amsterdamse archiefkaart van Eduard en Anna en zoon Mozes.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Anna is een dochter van Mozes Tonninge (1855-1928) en Rijntje Merts (1857 - 1929). Eduard Groenstat (Amsterdam, 1.10.1891) trouwde met haar op 13 augustus 1924 in Amsterdam. Het echtpaar woonde in de Joubertstraat, op nummer 3 huis, vanaf 28 februari 1940 in de Maritzstraat, op nummer 21 huis, waar het een winkel in huishoudelijke artikelen had – volgens een lijst van winkels met joodse eigenaren, opgesteld door de Amsterdamse politie in 1940, aldus de website ‘Joods Monument’. Het paar had één zoon, Mozes (Amsterdam, 12.4.1927).
        Niemand van dit gezin is in leven gebleven. Vader en zoon werden vermoord in Auschwitz, tegelijk op 31 januari 1943, 51 en 15 jaar oud, moeder Anna was op 29.9.1942 al vergast, ook in Auschwitz, 55 jaar oud.
        Anna was een zus van Duifje Vet-Tonninge (zie nummer 31 op deze lijst) en Leentje Witsenhuijsen-Tonninge (zie nummer 62). De familie Tonninge is in Dordrecht in aantal de derde meest vermoorde familie, na de Braadbaarts en de Kleinkramers, zie verhaal 121 op de Dordtse Stolpersteine-website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

47. Debora de Groot-Meijer

Dordrecht, 31 december 1888 – Auschwitz, 28 september 1942

archiefkaart van Gerson en zijn tweede vrouw Debora
De archiefkaart van Gerson en zijn tweede vrouw Debora.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Debora, dochter van Noach Meijer en Saartje Uit de Tuinen, woonde met haar echtgenoot, de handelsreiziger Gerson de Groot (Steenwijk, 3.1.1879) en zoon Noach (Amsterdam, 8.3.1928) in Amsterdam, in de Ruyschstraat, op nummer 67 II. Het echtpaar was getrouwd in Amsterdam op 16 september 1920, hij was 41, zij 31.
        Voor Gerson was dit het tweede huwelijk. Zijn eerste echtgenote was, vanaf 28.1.1903 in Amsterdam, Maria Schoen (Hoorn, 10.4.1875 – Amsterdam, 14.9.1917; 42) geweest. Debora, Gerson en hun zoon Noach zijn omgebracht in Auschwitz, op dezelfde dag, 28 september 1942, respectievelijk 63, 53 en 14 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

48. Hester van Loon-van Dam

Dordrecht, 30 juli 1881 – Sobibor, 14 mei 1943

Hester, een dochter van Godschalk van Dam en Ester Coenraad, was de echtgenote van winkelbediende Jacob van Loon (Bergen op Zoom, 19.6.1883) en woonde in diens geboortestad, op het adres Moeregrebstraat 29. Zij waren op 9 augustus 1922 in Rotterdam getrouwd, 41 en 39 jaar oud. Beiden zijn omgebracht in Sobibor, op 14 mei 1843, 59 en 61 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

49. Elizabeth van Zanten-Peper

Dordrecht, 26 september 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Rotterdamse gezinskaart van de familie Van Zanten
De Rotterdamse gezinskaart van de familie Van Zanten: zeven kinderen.
Foto Stadsarchief Rotterdam

Elizabeth is een dochter van Emanuel Peper en Veronika Appel. Zij trad op 6 juni 1906 in Rotterdam in het huwelijk met de pianist Nathan van Zanten (Rotterdam, 30.1.1884). Na bijna dertig jaar scheidden zij op 30.1.1933. Nathan hertrouwde op 19 april 1933 met de rooms-katholieke Clara Jansen (Den Haag, 3.3.1899), met wie hij zoon Nicolaas kreeg (7.1.1934).
        Met Elizabeth had Nathan al zeven kinderen gekregen, van wie er drie na korte tijd zijn gestorven: Emanuel (27.7.1906 – 8.10.1906), Annetje (18.5.1907 – 23.6.1907)), Veronika (6.10.1908), Juda (22.2.1910), Emanuel nr. 2 (4.11.1911 – 1.9.1912; 9 maanden), Abraham (29.1.1914) en Jetje (10.12.1914 – 3.1.1915). Hun vader Nathan overleed voor de oorlog, in Rotterdam op 31 oktober 1936, 52 jaar oud Moeder Elizabeth is vermoord in Auschwitz, op 15 oktober 1942, op 63-jarige leeftijd.
        Drie van de overgebleven kinderen zijn een begaafd musicus geworden en eveneens omgebracht: Veronika (Birkenau, 30.9.1942; 33; violiste), Juda (Auschwitz, 16.8.1942; 32; pianist) en Abraham (Sobibor, 4.6.1943; 29; cellist). Zie ook verhaal 254 op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

50. Setje Presburg-Witstein

Dordrecht, 26 september 1879 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Haagse gezinskaart van Wolf Presburg en Setje Witstein
De Haagse gezinskaart van Wolf Presburg en Setje Witstein.
Foto Gemeentearchief Den Haag

Ook Setje is een dochter van Ezechiël Witstein en Hester Benedictus, zie nummer 24 op deze lijst. Zij trouwde op 23 oktober 1912 in Rotterdam met Wolf Presburg (Rotterdam, 19.10.1886) en kreeg met hem drie kinderen: Ester (12.4.1913), Rosetta (19.11.1916) en Arie (12.7.1920). Op Ester na, over wie overigens niets naders is te vinden, zijn alle gezinsleden vermoord: handelaar en later dagbladschrijver bij Holland Expres in Rotterdam op 28.1.1944 in Auschwitz (57), zo ook Setje (57). Boekhoudster Rosetta eindigde in Auschwitz op 28 februari 1944 (27), haar broer Arie, handelsreiziger, daar op 31 december 1944, 24 jaar oud. Het gezin woonde op het laatst in Den Haag, op de Valkenbuskade, op nummer 88.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

51. Reine Kadiks-Polak

Dordrecht, 29 oktober 1876 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Joodse-Raadkaart Reine
Op haar Joodse-Raadkaart wordt Reine abusievelijk Reina genoemd.
Ze is op transport gezet op op 12.10.1942.
Foto Arolsen Archives
Modiste Reine was een dochter van Michel Polak (1845-1917) en Klaartje van Gelder (1846-1915), zie verhaal 54 en verhaal 213 op deze website. Zij was op 8.8.1907 getrouwd met Jacob Kadiks (Rotterdam, 10.9.1878), die voor de oorlog overleed, 60 jaar oud, op 17 juli 1939. Zij hadden twee zonen, Samuel (Rotterdam, 2.2.1887) en Joseph (Rotterdam, 21.3.1908).
        Reine is in Auschwitz om het leven gebracht, op 15 oktober 1942, 65 jaar oud. Haar ene zoon Joseph werd vermoord in Sobibor, op 7 mei 1943, 35 jaar oud. Haar andere zoon Samuel (‘Salles’) stierf in Maastricht, op 13 april 1943, 56 jaar oud.
        Op de website ‘Joods Monument’ staat te lezen dat hij op 5 augustus 1942 met nog zeven andere Rotterdamse joden in Limburg werd gearresteerd. Samuel deed bij de arrestatie een zelfmoordpoging, en werd opgenomen in het ziekenhuis van Maastricht, waar hij op 13 april 1943 overleed. De zeven anderen werden teruggebracht naar Rotterdam en als strafgeval gedeporteerd naar Westerbork.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

52. Sophia Kalf-van den Bergh

gezin Kadiks woonde in de Eemsstraat, op nummer 64
Het gezin Kadiks woonde in de Eemsstraat, op nummer 64 huis. Op de foto is dat de woning met twee fietsen voor de deur.
Foto Google Streetview
Dordrecht, 23 juli 1867 – Auschwitz, 26 januari 1943

Sophia is een dochter van Heijman van den Bergh en Jetta Salomons. Zij trouwde in Amsterdam op 20 juni 1907 met Hijman Kalf (Amsterdam, 31.5.1910) en kreeg met hem op 31 mei 1910 dochter Keetje, die zich ontwikkelde tot assistent-apotheker. Zij woonden in de Eemsstraat, op nummer 64 huis.
        Dit gezin is uitgemoord, in Auschwitz, op drie verschillende dagen: Sophia op 26.1.1943 (75), Hijman op 24.1.1943 (67), Keetje op 24.6.1943 (33). Haar man Philip van Dijk (Tiel, 24.6.1907), met wie zij op 25 maart 1942 in Amsterdam trouwde, eindigde in Sobibor, op 16.7.1943 (36). Het huwelijk heeft iets meer dan een jaar geduurd.
        Voor Philip was dit het tweede huwelijk. Van Juliette Celine Anholt (Amsterdam, 7.4.1905 – Amsterdam, 9.12.2008; 103) scheidde hij na acht jaar op 3 februari 1938, in Den Haag.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

53. Betje Meijer-Braadbaart

trouwfoto van Betje Braadbaart en Salomo Herman Meijer
De trouwfoto van Betje Braadbaart
en Salomo Herman Meijer, 1910.
Foto Collectie Joods Historische Museum / Joods Monument
Dordrecht, 30 juni 1882 – Sobibor, 5 maart 1943

Betje trouwde op 22 juni 1910 in Dordrecht met Salomo Herman Meijer (Zwijndrecht, 17.10.1883). Zij kreeg met hem in Dordrecht, wonend op de Voorstraat, op nummer 27 rood (nu 35), vier kinderen: Herman Salomo (7.8.1911), Izaäk Philip (5.6.1915), Karel (13.5.1917) en Esther Sera (7.2.1923).
        Dit gezin is compleet vermoord, de meesten in Auschwitz en allen op een andere dag. De gegevens: vader Salomo (Auschwitz, 12.2.1943; 59), moeder Betje (Sobibor, 5.3.1943; 60), vertegenwoordiger Herman Salomo (Auschwitz, 30.4.1943; 31), slager Izaäk Philip (Auschwitz, 30.9.1942; 27), grossier in bouillonproducten Karel (Blechhammer, 13.2.1943; 25) en Ester Sera (Auschwitz, 19.11.1942; 19).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

54. Johanna Meijer-Braadbaart

Stolpersteine voor de vier leden van het gezin Meijer
Op 22 februari 2016 werden aan de
Reeweg Oost Stolpersteine gelegd voor
de vier leden van het gezin Meijer.
Foto Perry Bos
Dordrecht, 6 oktober 1883 – Sobibor, 5 maart 1943

Johanna is een dochter van Izaäk Braadbaart (Dordrecht, 14.3.1860 – Sobibor, 5.3.1943; 82) en Esther Monasch (Dordrecht, 30.12.1854 – Dordrecht, 12.6.1930; 75). Haar echtgenoot werd op 13 juli 1927 in Dordrecht slager Samuel Herman Meijer (Zwijndrecht, 14.8.1891), zie verhaal 59 en verhaal 233 op deze site. Het gezin woonde op het laatst aan de Reeweg Oost in Dordrecht, op nummer 82.
        Johanna is omgebracht in Sobibor, op 5 maart 1943, 59 jaar. Haar man Samuel eindigde in Auschwitz, op 15 december 1942, 51 jaar.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

55. Hendrika Hartog-Breemer

Dordrecht, 28 april 1871 – Auschwitz, 22 oktober 1943

Haagse archiefkaart van Herman Hartog en Hendrika Breemer
De Haagse archiefkaart van Herman Hartog en Hendrika Breemer.
Op twee tijdstippen zijn zij vanuit Dordrecht in de Jan van Riebeekstraat 58 gaan wonen, op 1.2.1926 en op 6.5.1932.
Foto Gemeentearchief Den Haag

Hendrika is een dochter van Levie Nathan Breemer en Kaatje Breemer. Zij trouwde op 18 november 1897, 26 jaar oud, in Dordrecht met de 24-jarige Herman Hartog (Mijnsheerenland, 29.9.1873), zie verhaal 230 op deze site. Het echtpaar woonde in de oorlog in Den Haag, in de Jan van Riebeekstraat, op nummer 58. Herman werd vermoord in Auschwitz, op 15 december 1942, 69 jaar oud. Zijn vrouw Hendrika kwam daar op 22 oktober 1943 ten einde, 72 jaar oud. Volgens de Haagse archiefkaart van het echtpaar is het kinderloos gebleven.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

56. Anna Hartog-Cohen

Dordrecht, 4 augustus 1875 – Auschwitz, 9 november 1942

Rotterdamse gezinskaart van Abraham Hartog en Anna Cohen
De Rotterdamse gezinskaart, voor- en achterzijde, van Abraham Hartog en Anna Cohen.
Foto Stadsarchief Rotterdam

Anna is een dochter van Machiel Joseph Cohen (1848-1900) en Helena van Stratum (1839-1903), zie ook de nummers 13 en 39 van deze lijst. Op 23 april 1904 trouwde zij als 28-jarige in Dordrecht met de 27-jarige Abraham Hartog (Dordrecht, 31.3.1877). Het echtpaar woonde in de oorlog in Rotterdam, aan het G.W. Burgerplein, op nummer 9.
        Zij kregen drie kinderen, van wie er twee in de oorlog werden omgebracht: 1. verkoopster Bertha van Dam-Hartog (Rotterdam, 26.5.1913 – Auschwitz, 14.2.1943; 29), echtgenote van winkelier Alexander Frederik van Dam (Amsterdam, 6.4.1900- Auschwitz, 14.2.1943; 42) en 2. Eveline (Rotterdam, 11.1.1912 – Auschwitz, 9.11.1942; 30).
        Een derde kind, Helena (Rotterdam 13.8.1909), heeft de oorlog overleefd, samen met haar twee kinderen, Anna Paulina (Rotterdam, 23.8.1931) en Bertha Eveline (Rotterdam, 17.6.1933). Zij was de echtgenote, vanaf 10.7.1930 in Rotterdam, van filiaalhouder Leo Koster (Rotterdam, 11.6.1907), die is omgebracht in Mauthausen, op 14 oktober 1942, 35 jaar oud.
        Anna is omgebracht in Auschwitz op 9 november 1942 (67), tegelijk met haar man Abraham (65).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

57. Sara Hartog-Monasch

Dordrecht, 1 februari 1880 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Sara is een dochter van Louis Monasch (1852-1904) en Rosette Bremer (1855-1885). Zij trad op 18 december 1907 in het huwelijk met Selomo Hartog (’s-Gravendeel, 30.1.1869). Beiden zijn vermoord in Auschwitz, op 15 oktober 1942, 62 en 73 jaar oud. Het echtpaar had zes kinderen, van wie er vier zijn omgebracht door de nazi’s. Zie verhaal 61 op deze site, en nummer 34 op deze lijst.
(Bron: Index to Dutch Married Women)

58. Carolina den Hartog-Braadbaart

Caroline den Hartog-Braadbaart en haar zoon Philip Nathan
Caroline den Hartog-Braadbaart en
haar zoon Philip Nathan, juli 1931.
Foto uit ‘Bèèh! Groot Dordts volksverhalenboek’ van R.A. Koman /
Joods Monument
Dordrecht, 12 maart 1876 – Sobibor, 9 juli 1943

Op 16 augustus 1899 gaf Carolina, dochter van Philip Nathan Braadbaart (1819-1899) en Saartje Witsteijn (1834-1917), in Dordrecht het ja-woord aan koopman Benjamin den Hartog (Heerjansdam, 26.3.1869) − en omgekeerd.
        Zij kregen, wonend aan de Bankastraat 9 (nu: 13) in Dordrecht, vier kinderen: Simon (19.5.1900), Saartje (Dordrecht, 21.4.1902), Philip Nathan (8.12.1903) en Stijntje Elisabeth (Dordrecht, 14.12.1906). Vader, moeder en hun twee zonen zijn in de oorlog vermoord: Carolina in Sobibor (9.7.1943; 67), samen met haar man Benjamin (74), handelsreiziger Philip Nathan in Midden-Europa (31.3.1944, 40) en commies Simon in Auschwitz (6.3.1944; 43).
        De twee dochters overleefden de Shoah: zie het dossier over de familie Braadbaart op deze website.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

59. Cornelia den Hartog-Hemelraad

Dordrecht, 29 juni 1881 – Sobibor, 28 mei 1943

Amsterdamse archiefkaart van Cornelia Hemelraad en Jacob den Hartog
Amsterdamse archiefkaart van Cornelia Hemelraad en Jacob den Hartog.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Cornelia was een dochter van Willem Hemelraad (1854-1925) en Rozetta Stranders (1850-1904). Handelsreiziger in herenkleding Jacob den Hartog (H.I. Ambacht, 24.3.1882) werd op 29 maart 1905 in Dordrecht haar echtgenoot. Vijf kinderen kregen zij, van wie er drie in de oorlog zijn gedood (Rozetta, Elias en Willem).
        Een kind, Anna, leefde maar kort (10.11.1914-11.7.1916) en het vierde, Betsij, overleefde alle gezinsleden: 10.11.1914 – 20.10.1922, zie verhaal 178 op deze site.
        De ouders, Cornelia en Jacob, zijn beiden op dezelfde dag in Sobibor omgebracht, op 28 mei 1943, beiden 61 jaar oud. Het echtpaar woonde voordien in Amsterdam, in de Pretoriusstraat, op nummer 97 I. In september 1934 had het gezin zich vanuit Rotterdam in deze stad gevestigd.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

60. Kaatje Braadbaart-Breemer

Trouwfoto van Philip Braadbaart en Kaatje Breemer
Trouwfoto van Philip Braadbaart
en Kaatje Breemer.
Foto RAD/Joods Monument
Dordrecht, 23 september 1892 – Sobibor, 9 juli 1943

Kaatje was een dochter van Hendrik Breemer en Rozetta Hartog. Op 4 juli 1917 trouwde zij in Dordrecht met Philip Jacob Braadbaart (Dordrecht, 10.5.1887).
        Twee kinderen kwamen er: Betje (Dordrecht, 29.5.1918) en Rozetta (Dordrecht, 7.8.1922). Het gezin woonde op de Voorstraat, op nummer 213. Philip en zijn vrouw Kaatje werden vermoord in Sobibor op 9 juli 1943, samen met dochter Rozetta. Zij waren respectievelijk 50, 56 en 20 jaar oud. Betje eindigde ook in Sobibor, eerder, op 2 juli 1943, 25 jaar oud. Zij was de vrouw van Alouis Herman (Loe) Son, zie ook nummer 16 op deze lijst.
        In totaal zijn op die 9de juli in Sobibor 28 Dordtenaren tegelijk vergast, zie verhaal 68 op deze website, en ook het overzicht van de familie Braadbaart via deze link op dezelfde site.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

61. Betje Braadbaart-de Goeije

Dordrecht, 5 oktober 1862 – Auschwitz, 27 augustus 1943

Joodse-Raadkaart van Betje Braadbaart
De Joodse-Raadkaart van Betje Braadbaart.
Gedeporteerd op 24.8.1943, uit Westerbork. Foto Arolsen Archives


Betje is een zus van Saartje (zie verder terug) en was sinds 2 mei 1883 getrouwd met mede-Dordtenaar Jacob Braadbaart (1865-1935). Hij was toentertijd 17, zij al 20. Er was ook nog een broer, Mozes (Dordrecht, 26.10.1860).
        Alledrie waren zij kinderen van Veronika van der Meusen (1829-1914) en Abraham de Goeije (1831-1887). Sinds het overlijden van haar echtgenoot woonde Betje in Amsterdam in bij haar dochter, de vroedvrouw Veronika Braadbaart (Dordrecht, 11.3.1885) en haar schoonzoon, pensionhouder Eliazer Englander (Amsterdam, 18.4.1886 – Sobibor, 16.7.1943; 57).
        Op 27 augustus 1943 eindigde het leven van de 80-jarige Betje in Auschwitz. Ook haar twee andere kinderen zijn vermoord: dochter Veronika in Sobibor op 16.7.1943 (58) en zoon Philip Jacob (Dordrecht, 10.5.1887), eveneens in Sobibor, op 9 juli 1943 (56). Zie ook verhaal238 en verhaal98 op deze website.
(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

62. Leentje Witsenhuijsen-Tonninge

Dordrecht, 2 augustus 1890 – Auschwitz, 17 september 1943

Amsterdamse gezinskaart van Isaac Witsenhuijsen en zijn tweede vrouw Leentje Tonninge
Amsterdamse gezinskaart van Isaac Witsenhuijsen en zijn tweede vrouw Leentje Tonninge.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Isaac Witsenhuijsen
Foto van Isaac Witsenhuijsen,
afkomstig van zijn marktvergunning.
Foto Joods Monument
Leentje is ook een dochter van Mozes Tonninge en Rijntje Merts, zie ook nummer 31 en nummer 46 op deze lijst. Zij trouwde op 31 december 1930 in Amsterdam met weduwnaar en lijstenmaker Isaac Witsenhuijsen (Amsterdam, 3.9.1891). Hij is in de oorlog overleden in zijn woonplaats, op 31 augustus 1942 (50).
        Leentje was zijn tweede echtgenote. Zijn eerste was Vrouwtje Velleman (1887-1930), met wie hij de kinderen Abram (22.4.1916-14.2.1917), Louis (Amsterdam, 11.6.1918-17.11.1969)), Clara (19.2.1920-22.12.1920) en Alida (3.2.1922-22.11.1922) had gekregen. Drie van hen stierven al uiterst op jonge leeftijd; alleen constructietekenaar Louis heeft de oorlog overleefd.
        Leentje is in Auschwitz omgebracht, op 17 september 1943, 53 jaar oud. Zij woonde met haar man op het adres Insulindeweg 89 II in Amsterdam.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

63. Theodora Blitz-Witstein

Dordrecht, 21 januari 1888 – Auschwitz, 9 november 1942

Isaac Blitz
Isaac Blitz
Foto Joods Monument
Theodora Witstein
Theodora Witstein
Foto Joods Monument





Theodora is een van de zeven kinderen van Ezechiël Witstein en Hester Benedictus, zie ook nummer 24 op deze lijst en verhaal 169 op deze website.
        Zij trouwde op 31-jarige leeftijd in Rotterdam de 41-jarige Isaäc Blitz (Amsterdam, 3.4.1878). Zij woonden in Rotterdam aan de Oranjelaan, op nummer 10a en kregen op 19 juli 1922 een zoon die de oorlog zou overleven: Arnold Blitz.
        Zijn ouders werden gelijktijdig omgebracht in Auschwitz, op 9 november 1942, hij 64 en zij 54 jaar oud. Arnold, die trouwde met Henny Langerijs (1921-2010), stierf in Leiden op 11 maart 2016, 93 jaar oud.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

64. Johanna Liepmann-Noach

Dordrecht, 12 januari 1884 – Auschwitz, 19 november 1943

Johanna, dochter van Levie Noach en Bertha Cappel, was op 17 juli 1918 in Dordrecht getrouwd met de protestantse Adolph (‘Dolf’) Johannes Liepmann (Dordrecht, 1.6.1889), die door een administratieve fout te boek stond als jood en werd behandeld als gedoopte jood, zie verhaal 96 op deze site.
        Hij overleefde Theresienstadt, doordat het werd bevrijd door de Russen en schreef direct na de oorlog het boekje Westerbork en Theresienstadt. Het echtpaar woonde aan de Singel in Dordrecht, op nummer 146. Johanna is vermoord in Auschwitz, op 19.11.1943, 59 jaar oud.
        Haar man, die na de bevrijding ging wonen aan de Krispijnseweg, is op 4 augustus 1950, 61 jaar oud, overleden in het Franse Soissons.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

65. Sientje van Beugen-Cohen

Sientje van Beugen
Sientje van Beugen
Foto Joods Monument
Dordrecht, 20 augustus 1921 – Sobibor, 9 juli 1943

Kinderverzorgster Sientje trouwde in september 1942, met kantoorbediende Elias van Beugen (Onstwedde, 1.5.1915). Hij was een van de zeven kinderen die Hartog van Beugen, leraar Hebreeuws en de hulp van de Dordtse rabbijn, kreeg met Roosje Monasch, zie verhaal 112 op deze site. Elias en Sientje zijn krap een jaar later omgebracht in Sobibor, beiden op 9 juli 1943, 28 en 21 jaar oud.
        Elias woonde met zijn ouders op de Varkenmarkt, op nummer 7 rood (nu: 11). Zijn vader Hartog stierf in Amsterdam op 13.6.1943 (68), zijn moeder in Sobibor (73), ook op die negende juli. De ouders van Sientje, kelner Hartog Cohen en Marianne Cohen-Cohen de Heer, eindigden iets later in Sobibor, op 23 juli 1943, 55 en 56 jaar oud. Zij woonden aan het Kromhout, op nummer 133 rood.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

66. Sophia van Beugen-Groen

Sophia van Beugen-Groen
Sophia van Beugen-Groen
Foto Joods Monument
Dordrecht, 16 augustus 1905 – Auschwitz, 18 juli 1942

Op 25 juli 1934 trad Sophia Groen, dochter van Nathan Groen (1880-1935) en Alida Valensa (1875-1943), in Amsterdam in het huwelijk met koopman Leonard van Beugen (Veendam, 1.8.1905). Zij gingen wonen in Amsterdam, in de Volkerakstraat, op nummer 12 huis. In die stad werd hun enige kind geboren, Nico (Amsterdam, 20.5.1936). Dit gezin eindigde in de oorlog. Moeder en zoon werden op 18 juli 1942 vermoord in Auschwitz (36 en 6), vader Leonard enkele weken later, op 17 augustus (37).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

67. Sara Garber-Cohen de Heer (= Garbar)

Dordrecht, 15 juni 1896 – Auschwitz, 21 januari 1943

Haagse archiefkaart van Sara Cohen de Heer en Fajwel Garbar
Haagse archiefkaart van Sara Cohen de Heer en Fajwel Garbar.
Foto Gemeentearchief Den Haag

Sara was een dochter van Mozes Cohen de Heer en Sientje van Baale (zie ook de nummer 11 en 52 op deze lijst). Zij woonde aan de Spinozastraat 11 in Den Haag, met haar man, de kapper Fajwel Garbar (Warschau, 9.10.1897). Hun huwelijk op 2 maart 1932 in Dordrecht voltrokken. Het echtpaar is gelijktijdig vermoord in Auschwitz, op 21 januari 1943, hij was 45 jaar oud, zij 46. Ook in de Haagse bevolkingsadministratie werd Fajwel’s naam verkeerd geschreven, als Gerber, en zijn voornaam als Filips.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

68. Rachel Johanna Levie-Herzfeld

Dordrecht, 24 maart 1908 – Sobibor, 11 juni 1943

Kaart Rachel Levie
Rachel Levie is eerst opgesloten geweest
in Kamp Vught, vanaf 20 februari 1943, daarna ging zij op 6 juni 1943
naar Kamp Westerbork.
Foto Arolsen Archives


Rachel was op 10 april 1929 in Dordrecht gehuwd met kleermaker Frans Levie (Breda, 22 mei 1896) en woonde met hem aan de Hartstenhoekweg in Scheveningen, op nummer 54. Zij hadden twee kinderen, die tegelijk met hun ouders zijn vermoord in Sobibor, op 11 juni 1943. Eva Jenny (Den Haag, 7.10.1933) is 9 geworden, zij was met het kindertransport uit Vught via Westerbork naar Sobibor vervoerd. Datzelfde gebeurde ook met Anna (Dordrecht, 26.3.1930), die de leeftijd van 13 jaar bereikte, zie verhaal 110 op deze site.
        Rachel, een dochter van Hugo Herzfeld (Ballenstädt, Duitsland, 11.3.1863) en Eva Gobits (Amsterdam, 18.3.1869), is 35 geworden, haar man Frans 47. Moeder Eva woonde in bij haar dochter Rachel en is omgebracht in Sobibor op 20 maart 1943 (74). Eva’s echtgenote Hugo stierf al voor de oorlog, op 2.2.1938 in Den Haag, op 74-jarige leeftijd.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

69. Beletje Drees-Tonninge

David Drees en Beletje Tonninge
De Amsterdamse marktvergunning van David Drees, met daarop een foto van hem
en zijn vrouw, Beletje Tonninge.
Foto Joods Monument
Dordrecht, 16 september 1890 – Auschwitz, 24 september 1942

Beletje is tweemaal getrouwd geweest. Eerst vanaf 31 juli 1912 in Amsterdam met los werkman Samuel Lopes Dias (Amsterdam, 27.4.1891), die overleed op 6 februari 1918. Zij had met hem twee kinderen gekregen, Rachel (Amsterdam, 14.9.1912) en David (Amsterdam, 30.1.1916).
        Op 23 augustus 1922 hertrouwde zij met de Amsterdammer David Drees (14.5.1867). Het echtpaar, dat woonde op het adres Sparrenweg 26 II in Amsterdam, is gelijktijdig omgebracht in Auschwitz, op 24 september 1942. Hij is 75 geworden, zij 52. Haar zoon David, bakkersknecht inmiddels, eindigde ook in Auschwitz, eerder al, op 6 augustus 1942 (26).
        Dochter Rachel Lopes Dias, getrouwd met poeliersknecht Meijer del Canho (Amsterdam, 27.12.1912), kwam om in Sobibor, op 7 mei 1943 (30), samen met de vijfjarige dochter Henny (Amsterdam, 13.9.1937). Haar man is vermoord in Auschwitz, op 8 januari 1944 (31).

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

70. Roosje Tukkie-Monasch

Dordrecht, 5 december 1867 – Sobibor, 20 maart 1943

Amsterdamse archiefkaart van Roosje Monasch en Salomon Tukkie
De Amsterdamse archiefkaart van Roosje Monasch en Salomon Tukkie.
Op 2.12.1920 ging zij in Amsterdam wonen, op de dag van haar huwelijk in Dordrecht.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Roosje, zevende kind van Isaac Monasch (1828-1889) en Betje Hartog (1827-1889), was eerst 49 jaar getrouwd, vanaf 19.10.1893 in Dordrecht met Alexander van Duuren (Utrecht, 27.6.1867). Vanaf 2.12.1920 werd haar man diamantversteller Salomon Tukkie (Amsterdam, 7.1.1866), met wie zij in Amsterdam ging wonen, op het adres Swammerdamstraat 50 II. Voor hem was dat het derde huwelijk. Zij werd op 20 maart 1943 in Sobibor als 75-jarige vermoord, net als Salomon, die 77 jaar oud was. Over Alexander van Duuren is niets naders gevonden.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

71. Sophia Dorsman-Giltay

Dordrecht, 4 april 1886 – Ravensbrück, 6 maart 1945

inlichtingen gevraagd over Willem Dorsman
Een oproep in ‘Het Vrije Volk’ van 6 juli 1945:
inlichtingen gevraagd over Willem Dorsman, de echtgenoot van Sophia Giltay.
Dorsman was toen al enkele maanden dood.
Foto Delpher
Sophia was een dochter van Jacob Giltay (Hilversum, 1912; 58) en Johanna Cornelia Filedt Kok. Zij trouwde op 17 juli 1914 in Laren met Willem Dorsman (Amsterdam, 22.12.1887), die net als zij apotheker was. Zij ging met hem in Amsterdam wonen in de Ferdinand Bolstraat, op nummer 103. Daar dreven zij apotheek ‘De Vijzel’. Sophia is om het leven gekomen in het vrouwenkamp Ravensbrück boven Berlijn, op 6 maart 1945, als kampnummer 66804.0.
Haar man eindigde in de omgeving van Wittstock op 31 maart 1945.
Zie verhaal Dordtse verstopt samen met haar man joodse assistente.

(Bron: Index to Dutch Married Women)

top

72. Eva Kleinkramer-Breemer

Dordrecht, 8 november 1894 – Sobibor, 9 juli 1943

Joodse-Raadkaart van Eva Kleinkramer-Breemer
De Joodse-Raadkaart van Eva Kleinkramer-Breemer,
gedeporteerd op 6.7.1943 vanuit Westerbork.
Foto Arolsen Archives
Eva trouwde op 11 juli 1922 in Dordrecht met Ruben Salomon Kleinkramer (’s-Gravendeel, 3.4.1893). Zij kreeg met hem, wonend op het adres Voorstraat 281 in Dordrecht, twee kinderen, die net als hun ouders in de oorlog zijn omgebracht, allen op dezelfde dag, 9 juli 1943, in Sobibor. Eva is 48 geworden, Ruben 50, zoon Hendrik (Dordrecht, 27.5.1925) achttien, zoon Simon (Dordrecht, 30.8.1928) veertien. Zie verhaal 97 op deze site.

(Bron: Index to Dutch Married Women)


top




***

(Dit is de link die voor dit artikel is gebruikt)





< terug naar inleiding USHMM lijsten