NIEUWS

Namenmonument Alkmaar
herdenkt ook Dordtse jood

Op het stationsplein van Alkmaar is zondag 10 september het Namenmonument onthuld, waarop de namen staan van 173 joodse oorlogsslachtoffers. Een van hen is de geboren Dordtenaar Elias den Hartog. Ook de namen van zijn vrouw en hun vier kinderen worden vermeld. Zij zijn allen geboren in Rotterdam. Het monument, ontworpen door Alkmaarder Niko Hoebe, bestaat uit zwarte, granieten kolommen, samengehouden door een bronzen band. Op dat lint staan de leeftijden en namen van de omgekomen Alkmaarse joden.

het Alkmaarse Namenmonument

Deze foto toont de ene kant van het Alkmaarse Namenmonument. De naam van Elias den Hartog is hierop te lezen.
Foto Paul Post, directeur Regionaal Archief Alkmaar

Boek
Tegelijk met de onthulling van het Namenmonument is er een ingebonden herdenkingsboek verschenen, geschreven door Jan van Baar, uitgegeven door het Regionaal Archief Alkmaar en getiteld De vervolging van joods Alkmaar. Het telt ruim 460 pagina’s, en is via het archief te bestellen voor € 24,95. Aan alle 173 slachtoffers is in het boek een korte biografische schets gewijd. Maar ook zijn er de namen in opgenomen van 43 overlevende (half-)joodse gezinnen en alleenstaande stadsgenoten, plus die van 75 joodse burgers van elders, die in Alkmaar ondergedoken zaten en zo de Holocaust hebben overleefd. Tot die laatste categorie behoort Mirjam Spalter, die in Dordrecht is geboren op 3 september 1939. Zij heeft zich als kind verborgen weten te houden in Alkmaar.
        Het monument is er na jaren van vertraging gekomen. Het initiatief ertoe is in november 2019 genomen door het VVD-raadslid John van der Rhee. Hij diende een motie in met de naam ‘Opdat wij nooit vergeten’, die door de gemeenteraad unaniem werd aangenomen. Van der Rhee heeft het monument mogen onthullen, samen met burgemeester Anja Schouten. Bij die gelegenheid beklemtoonde Van der Rhee, volgens de nieuwswebsite Streekstadcentraal.nl, dat hij als initiatiefnemer niet vindt dat het monument bij hem hoort. “Dit verhaal hoort bij Alkmaar. Daar ging het om.”
        In Alkmaar zijn herdenkingsstenen geplaatst, in de synagoge is een plaquette met namen aangebracht en op de joodse begraafplaats staat een monument. Maar er was tot voor kort geen openbare plek waar alle joodse slachtoffers werden herdacht. Onbegrijpelijk vond Van der Rhee dat, gelet op het hoge aantal Holocaustdoden en ook omdat de stad een lange joodse traditie heeft gekend, met een eigen synagoge. Maar nu is er dus het Namenmonument, met daaraan gekoppeld een boek.
        Hiermee is tevens een einde gekomen aan de Stichting Herdenkingsstenen Joods Alkmaar. “Het werk is klaar”, berichtte de ontbonden stichting op haar website. De stichting gebruikte overigens niet de klassieke Stolpersteine, maar eigen natuurstenen, zwarte plaatjes van 14 bij 14 cm.

Moeizaam
In verschillende nieuwsartikelen – terug te vinden op de websites van Jonet.nl, Streekstadcentraal.nl, Rodi.nl en NHnieuws.nl – wordt niet alleen het ontwerp van Niko Hoebe toegelicht, maar is ook beschreven hoe moeizaam het monument tot stand is gekomen. In eerste instantie had de gemeente bijvoorbeeld een andere plek en opzet in gedachten, maar daar kwamen joodse Alkmaarders tegen in het geweer.
        De procedure werd overgedaan en toen is gekozen voor het stationsplein, de plek vanwaar tientallen joden op 5 maart 1942 op transport werden gezet naar de vernietigingskampen. “Het was voor de slachtoffers het eindpunt binnen Alkmaar, van de route naar een toen nog ongewis einde”, zei Hoebe tegen ‘NHnieuws.nl’.
        Vorig jaar had het monument al klaar moeten zijn, maar er ontstonden problemen met de levering van het materiaal. Ook daarna ging het mis, nu met het lint. Het brons was volgens ‘Jonet.nl’ al gegoten, toen bleek dat er drie namen op stonden die volgens nabestaanden niet de juiste waren: het waren de namen die de bezetter had veranderd. De namen waren genazificeerd. Volgens ‘NHnieuws’ voegden de Duitsers bij namen die niet joods genoeg klonken, bij mannen tussenvoornaam Israel toe en bij vrouwen Sara.

Kop
In overleg met de joodse gemeenschap is toen besloten, vertelde Hoebe, om de bronzen band opnieuw te gieten. “We hebben al die keren”, zei burgemeester Schouten samenvattend, “gekozen voor de zorgvuldigheid. Gezamenlijkheid en zorgvuldigheid waren leidend in het hele proces. Geen concessies, maar gezamenlijk en zorgvuldig – of het nu ging om de locatie, het ontwerp, het materiaal of de goede namen op het monument.”
        Bij de nieuwsgaring over de onthulling ging het echter weer mis. ‘NHnieuws.nl’ had als kop boven het bericht erover gezet: ‘180 Joden die enkeltje hiernamaals kochten geëerd met namenmonument’. Dit sloeg op het gegeven dat de joden door de nazi’s werden gedwongen om zélf hun treinkaartje te kopen.
        De kop werd nogal misplaatst bevonden, bleek uit verontwaardigde reacties. De redactie heeft daarop in het bericht, in een opvallende groene kleur, een rectificatie gezet. Deze luidt: “Boven een eerdere versie van dit artikel stond een kop die als kwetsend werd ervaren. Die betreuren we ten zeerste. De kop is zo snel mogelijk aangepast aan de respectvolle strekking van het artikel. We bieden onze excuses aan voor deze fout.”

Onderdoorgang
Het Namenmonument staat op de plaats waar vroeger de oude onderdoorgang naar de perrons liep, vlak bij de hoofdingang van het stationsgebouw. “Het monument”, meldt de gemeente op haar website, “is van alle kanten benaderbaar en bestaat uit 173 kolommen. Deze kolommen staan voor ieder individueel slachtoffer. De kolommen verschillen in lengte. Dat verschil staat voor het verschil in leeftijd van de slachtoffers.”
        De bronzen band rondom de kolommen “symboliseert en verbeeldt de treinwagons en daarmee de koude systematiek van de deportatie”. “Rondom het monument ligt een rand van bronzen klinkers. Deze klinkers symboliseren de overlevenden die zo de slachtoffers omarmen.” Ontwerper Hoebe legde uit dat de kolommen aan de bovenzijde ruw zijn afgebroken, herinnerend aan de bruusk afgebroken levens.
        “Juist die namen”, benadrukte Van der Rhee volgens ‘Streekstadcentraal.nl’, “zijn zo belangrijk. Een joods gezegde zegt: Als je naam vergeten wordt, dan sterf je voor de tweede keer.” Doordat ze nu in brons gegoten zijn, kunnen ze niet meer worden vergeten. Iedere treinreiziger die Alkmaar verlaat of betreedt, wordt met het monument geconfronteerd. En dat is goed, zei burgemeester Schouten: “Nu het er is, kunnen we het nooit meer wegdenken.”
        Onderaan de namen staat de tekst: ‘Mogen hun zielen opgenomen zijn in de bundel van het eeuwige leven’. Via een QR-code bij het monument kunnen voorbijgangers informatie opzoeken over de vermelde namen. Daarnaast is op de website Joods Monument een pagina op te roepen met gedetailleerde informatie over de zeven verschillende groepen Alkmaars-joodse slachtoffers – een uiteenzetting die is gebaseerd op het boek van Jan van Baar.

Dordrecht
Tot slot: handelsreiziger Elias den Hartog is geboren in Dordrecht op 2 juli 1907. Op 22-jarige leeftijd trouwde hij in Rotterdam op 17 oktober 1929 met de 18-jarige Rebecca Annegien Lermer (Rotterdam, 13 november 1910). Zij kregen in die gemeente vier kinderen, achtereenvolgens Cornelia (1 april 1930), Engeltje (24 juni 1932) en Jacob Aron (19 oktober 1935) en Aron (7 juni 1938) Het gezin verhuisde later naar Alkmaar, naar het adres Koningsweg 72a, en is volledig vermoord in Sobibor op 9 juli 1943. De gezinsleden waren toen respectievelijk 36, 32, 13, 11, 7 en 5 jaar oud.
        Over onderduikster Mirjam Spalter en haar ouders Georges en Lieselotte Spalter, is op de Dordtse Stolpersteinewebsite een uitgebreid verhaal te vinden, zie link.

Familiefoto met Elias den Hartog, Rebecca Annegien Lermeren hun zoon Aron

Op deze foto, afkomstig van de website ‘Joods Monument’, staan Elias den Hartog en zijn echtgenote Rebecca Annegien Lermer. Zij is de derde persoon van links staand, Elias is de eerste persoon links. Achter Rebecca staat hun zoon Aron. De man zittend rechts is de vader van Rebecca, ook Aron geheten.
Foto Joods Monument