NIEUWS

Standbeeld in Boedapest onthuld
voor DFC-trainer Árpád Weisz

In de Hongaarse hoofdstad Boedapest is woensdag 31 mei een standbeeld onthuld van Árpád Weisz, de joodse oud-trainer van DFC die eerder toptrainer was van Inter Milaan en FC Bologna. De plechtigheid ging vooraf aan de (matige) UEFA Europa League-finale 2023 tussen Sevilla en AS Roma, in het uitverkochte stadion Puskas Arena. Sevilla versloeg Roma na strafschoppen.

Facebook
Een bericht over de onthulling werd nog diezelfde dag op Facebook geplaatst, vergezeld van een foto, door oud-DFC-voorzitter Arie Heijstek. Dit veroorzaakte een misverstand bij sommige niet-wetenden, zoals de redactie van deze Stolpersteine-website en de redactie van het huis-aan-huis-blad Dordt Centraal. Men dacht dat Heijstek in persoon was afgereisd naar Boedapest. Desgevraagd zette hij dat recht: hij was er niet bij.
        Zo vreemd zou het anders ook niet zijn geweest als Heijstek aanwezig was geweest. Hij vooral heeft zich in zijn functie bij DFC nogal ingespannen om de legendarische Árpád Weisz in de herinnering te houden.
        Zoals te lezen is in het tweedelige verhaal elders op deze site (zie verhaal 180 en verhaal 181), arriveerde de geboren Hongaar Weisz op 16 februari 1939 met de trein in Dordrecht, komend uit Parijs, in gezelschap van zijn vrouw Ilona Rechnitzer en hun kinderen Robert en Klara. Het gezin ging wonen aan het Betlehemplein, op nummer 10a rood. Moeder Ilona en de kinderen zijn op 5 oktober 1942 vermoord in Auschwitz; vader Árpád op 31 januari 1944.

standbeeld van Árpád Weisz onthuld

In Boedapest is op 31 mei 2023 dit standbeeld van Árpád Weisz onthuld.
Foto Privébezit

Foto
Heijstek had, en heeft nog altijd, “veel contact” met FC Bologna, de laatste Italiaanse club van Árpád Weisz, e-mailt hij. “Ze houden mij op de hoogte van welke acties zij ondernemen in Italië.” Het was in dat verband dat Heijstek werd geïnformeerd over de onthulling van het standbeeld. Een foto van de ceremonie werd hem vanuit Boedapest toegestuurd, en die zette hij direct op Facebook. In een begeledend bericht lichtte Heijstek een en ander toe.
        Daarin meldde hij: “DFC is de club die sinds 2006 enorm veel heeft gedaan aan de nagedachtenis van Árpád Weisz, en daar nog steeds veel aandacht aan besteedt. Deze gebeurtenis in zijn geboorteland Hongarije is een definitieve erkenning voor hem als een groot voetballer en trainer. Aanwezig waren onder anderen de Hongaarse premier, de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, de vice-voorzitter van de FIFA en de voorzitter van zijn laatste Italiaanse club, FC Bologna.”
        Enkele dagen later, op zaterdag 3 juni, wijdde Dordt Centraal on-line een bericht aan het standbeeld. Dat was volgens Heijstek “bijna woordelijk overgenomen” uit zijn Facebook-bericht. Maar er was een zin toegevoegd, namelijk deze: “... stelt Heijstek, die zelf ook bij de onthulling van het standbeeld aanwezig was”. Dit nu zette volgens Heijstek meerdere mensen “op een verkeerd spoor”, want hij zat gewoon thuis, in Bergen op Zoom.
        Heijstek verwijt Dordt Centraal overigens niets. “Per slot van rekening doen zij moeite om een verhaal te publiceren”, zegt hij.

Boos
Wondertrainer Weisz is in Boedapest geëerd met een standbeeld, in Dordrecht herinnert vrij wel niets meer aan hem, op een Árpád Weisz-pad in het Weizigtpark na, dat echter nog officieel moet worden ingewijd.
        DFC negeert Weisz ondertussen nog altijd volledig. Er is ooit een plaquette gemaakt, die in augustus 2015 werd opgehangen in de kantine. Het initiatief voor deze gedenkplaat was uitgegaan van Arie Heijstek. Begin maart 2021 bleek de plaquette ineens verdwenen: in stilte had het DFC-bestuur haar verwijderd. Zij werd teruggevonden in een kast in de bestuurskamer. Heijstek was zo kwaad over dit kinderachtige, smadelijke gedrag dat hij naar Dordrecht reed en de glazen plaat weghaalde. Hij nam de plaquette mee naar huis, en daar bevindt zij zich nog altijd, “in afwachting van betere tijden”.
        Heijstek beleeft een zekere genoegdoening aan het standbeeld, in dubbel opzicht. Met het standbeeld erkent − en eert − Hongarije onbekrompen de kwaliteiten van Weisz als voetbaltrainer. Tegelijk haalt het standbeeld de kritiek onderuit die de overleden Dordtse sportjournalist Peter de Roo eens uitte over Weisz: hij vond dat er ten onrechte mythevorming was ontstaan over het Dordtse trainerschap van Weisz, zie: Tegengeluid_ArpadWeisz.html
        Heijstek daarover nu, doelend op De Roo: “Het is nu ook wel duidelijk dat Árpád Weisz niet zo’n onbelangrijk figuur was als iemand ooit probeerde te doen geloven.”

Árpád Weisz, de latere DFC-trainer

Árpád Weisz, de latere DFC-trainer.
Archieffoto

Column
Kees Thies, de langjarige columnist van het lokale dagblad De Dordtenaar, heeft in de krant van 2 juni melding gemaakt van het standbeeld. Met zijn hond Blafmans wandelend over de Wantijdijk vertelt Thies dat hij daar een oude man ontmoette, die er ook liep met een hond. De man blijkt in 1956, na de Russische inval, gevlucht te zijn uit Hongarije, waar ook zijn hond Puskás vandaan komt.
        Pratend over het standbeeld voor Weisz licht Thies de man erover in dat er sinds kort zelfs een Árpád Weiszpad is, in het Weizigtpark. Dat wist de Hongaar weer niet, maar, zegt deze: “Ik ben daar wél trots op, want deze man (Weisz, red.) is écht een legende in mijn land… vergelijk het met Rinus Michels.”
        Dat er in Boedapest die middag een standbeeld is onthuld, wist Thies op zijn beurt weer niet. Waarna hij mijmerend afsluit met: “Best bijzonder, dacht ik, toen ik naar huis wandelde, dat je in deze digitale tijden je wereldnieuws soms nog gewoon ‘van straat’ haalt.”