Het voorbije joodse dordrecht
Wirwar aan lijsten met Dordtse
Holocaustdoden: aflevering 2
Het Namenmonument aan de Weesperstraat in Amsterdam, dat de namen noemt van de 102.000 Nederlandse Holocaustslachtoffers die geen graf hebben. Het monument is een ontwerp van de Pools-Amerikaanse architect Daniël Libeskind en noemt de namen van 247 Dordtse joden, Roma en Sinti. Foto Dirk P.H. Smits/Website ‘Holocaustnamenmonument.nl’ |
In 2021, op zondag 19 september, heeft koning Willem-Alexander aan de Weesperstraat in Amsterdam het Nationale Holocaust Namenmonument onthuld. Hij deed dat samen met Jacques Grishaver, de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité. Dit comité heeft het initiatief genomen tot het monument, dat ontworpen is door de Amerikaanse architect Daniel Libeskind en dat op wanden van bakstenen de namen vermeldt van de Nederlandse slachtoffers van de Holocaust: 102.000 Joden en 220 Sinti en Roma.
Aan het Namenmonument is een website gekoppeld (holocaustnamenmonument.nl), waarop een database is te vinden. Die is vooral bedoeld voor mensen die een naam willen adopteren en die daartoe willen doneren. De donateurs krijgen een certificaat van het Auschwitz Comité. In de database kunnen donateurs op verschillende manieren het Holocaustslachtoffer zoeken dat zij willen adopteren: op de voornaam, achternaam, meisjesnaam of geboorteplaats – en zelfs op een combinatie daarvan.
Nadrukkelijk wordt erbij vermeld dat de database mogelijk niet compleet is. Wie een naam mist of een fout heeft ontdekt, kan de database helpen verbeteren door een correctieformulier in te vullen.
Als in de database de geboorteplaats Dordrecht wordt ingetikt, zoals de redactie van de Dordtse Stolpersteine in november 2023 deed, twee jaar naar de onthulling, verschijnen er 247 namen. Dit aantal is niet alleen verrassend, maar zorgt ook voor verwarring. Want in de hal van het Dordtse stadhuis staat sinds 12 september 1989 een gedenkteken, dat óók is gekoppeld aan een namenlijst.
Deze perkamenten kubus toont op één zijde via een beeldscherm, 215 namen en data van Holocaustslachtoffers die “in Dordrecht en Zwijndrecht ingeburgerd waren”. Van hen zijn er 93 daadwerkelijk in Dordrecht geboren en tien in Zwijndrecht. Alle overigen komen uit tientallen andere gemeenten.
Met andere woorden, het Dordtse namenmonument noemt vanaf 1989 93 namen van vermoorde geboren joodse Dordtenaren, het Amsterdamse komt 34 jaar later op een aantal van 247. Feitelijk zijn het er trouwens 246. Want bij nader onderzoek bleek dat Wilhelm de Groot (Dordrecht, 21.3.1903 – Midden-Europa, 27.1.1945) rooms-katholiek was en niet joods.
Het Dordtse gedenkteken in het stadhuis mist dus in vergelijking met het Amsterdamse monument 153 namen.
Verschillen zijn ook geconstateerd bij het controleren van de twee lijsten die elders op deze Stolpersteinewebsite staan, lijsten die zijn gebaseerd op de gezaghebbende website ‘Joods Monument’. Lijst 1 (in totaal 206) noemt de joden die in Dordrecht zijn geboren (92) of die in Dordrecht zijn opgepakt (114). Lijst 2 (in totaal 184) somt de geboren Dordtse joden (177) op en de in Dordrecht wonende joden op die elders zijn gearresteerd (7).
Blijkens deze lijst zijn er dus tijdens de Tweede Wereldoorlog 269 (92 + 177) geboren joodse Dordtenaren omgebracht. Er circuleren, kortom, drie getallen: 247 (Namenmonument) tegen 93 (stadhuis) tegen 269 (Joods Monument).
Is deze wirwar te wijten aan slordigheid? Geenszins. Veeleer hebben de verschillen vermoedelijk te maken met de beschikbaarheid aan gegevens. In 1989, toen de kubus van Dordrecht in gebruik werd gesteld, bestond internet nog maar net en was het zeker niet al massaal toegankelijk, laat staan dat er al enige digitalisering op gang was gekomen. Wie de Dordts-joodse oorlogsslachtoffers zocht, moest in persoon her en der archieven raadplegen.
Anno 2023 is zulks niet meer nodig; Nederland is bijna volledig gedigitaliseerd, vrijwel alles is op- en doorzoekbaar geworden. Maar ondanks die ‘luxe’ blijken foutjes en onvolkomenheden nog altijd niet te vermijden. Op het Amsterdamse Namenmonument bijvoorbeeld, onthuld in 2022, staat bijvoorbeeld niet de vermoorde Levi Nathan Breemer (Dordrecht, 29.7.1896 - Sobibor, 9.7.1943).
In dit dossier worden de afzonderlijke lijsten nader beschouwd. Wie ontbreken er op welke lijst? Wat klopt er niet aan bepaalde data? 78 Jaar na afloop de Tweede Wereldoorlog wordt hier geprobeerd recht te doen aan de persoonsgegevens van vermoorde Dordtse joden, Roma en Sinti.
Voor de volledigheid: al bijna tien jaar geleden, in december 2014, is op deze Stolpersteinewebsite al eens een verhaal gepubliceerd over de wirwar aan cijfers en lijsten, nummer 57. Toen al werd geconcludeerd dat er op dit punt hiaten zijn en zelfs dat het een “regelrecht ratjetoe” is.
Dit nieuwe verhaal, feitelijk deel 2, is een vervolg, met als directe aanleiding het Amsterdamse Namenmonument dat in 2021 in gebruik is genomen. Is dit nationale monument nu eindelijk volledig over de Dordtse slachtoffers? Zijn de gegevens nu onverkort betrouwbaar? Opnieuw werden de beschikbare Dordtse gegevens vergeleken met die van het Namenmonument en dat leidde tot dit artikel. De ontmoedigende conclusie: de verwarring duurt voort.
De namen in het Dordtse stadhuis
Het namenmonument in Dordrecht bestaat eigenlijk uit twee delen. Aan de gevel van het stadhuis is een hardstenen, kubusvormige gedenksteen bevestigd, met daarop de tekst ‘Je moet het je kinderen vertellen’ en een davidster. Deze foto’s tonen de kubus in zwartwit en in kleur. |
In de hal het stadhuis staat een witte zuil, met deze tekst: ‘1940 Dordrecht verloor haar joodse gemeenschap tengevolge van de volkerenmoord door de nazi’s 1945’. Aan de binnenzijde van de kubus worden doorlopend de namen geprojecteerd van de 221 Joodse oorlogsslachtoffers uit Dordrecht. |
Het begin was een tentoonstelling, in Dordrecht in 1985, over Dordrecht in de oorlogstijd.
“Toen bleek dat het lot van de joodse gemeenschap nauwelijks was gedocumenteerd”, valt te lezen in het boekje Naamlijst omgekomen Joodse inwoners van Dordrecht en Zwijndrecht, dat de Stichting Joods Monument Dordrecht (SJMD) uitgaf in 1999. Vooral “het gemis aan een openbaar gedenkteken voor de omgekomen joodse Dordtenaren deed zich op dat moment ernstig voelen”.
Er kwam een oproep tot de oprichting van een monument en als gevolg daarvan werd op 22 oktober 1985 de SJMD opgericht. Op advies van de gemeentelijke Commissie Kunst en Architectuur kreeg beeldend kunstenaar Jurriaan Schrofer uit Amsterdam de vraag voorgelegd om een schetsontwerp voor een joods monument te maken. In april 1989 presenteerde hij een model op schaal in de hal van het Stadhuis. Met enkele aanpassingen werd het vervolgens uitgevoerd.
Op 12 september van datzelfde jaar onthult Haim Dasberg, een kleinzoon van de vroegere Dordtse rabbijn Dasberg, het monument. Het bestaat uit twee delen, aan en in het stadhuis. Op een hoek van de stadhuisgevel hangt een granieten kubus. Op de drie zijden ervan staat: “Je moet het je kinderen vertellen” – in het Nederlands en in het Hebreeuws en met daaronder een davidster, het embleem van het jodendom. De tekst is een aansporing die voorkomt in het boek Exodus van de bijbel (hoofdstuk 13, vers 8), een tekst ook die het devies was van rabbijn Samuel Dasberg.
In de hal staat een pendant van het beeld aan de gevel. Het heeft de vorm van een vierkante zuil, “bekroond door een van binnenuit verlichte perkamenten kubus”. De zuil is twee meter hoog, 37 cm breed en op één zijde van de zuil is in het graniet dit te lezen: “1940 – Dordrecht verloor haar joodse gemeenschap ten gevolge van de volkerenmoord door de nazi’s – 1945”. Op de tegenoverliggende zijde staat deze tekst in het Hebreeuws.
De ontwerper van het Dordtse monument, |
Geluidloos
Wat in de perkamenten kubus is te zien, wordt in het begeleidende boekje toegelicht. Op de ene zijde van de kubus, vertelt het, is de tekst “Je moet het je kinderen vertellen” aangebracht “door middel van insnijdingen die door belichting en schaduw het letterbeeld vormen”. De tegenoverliggende zijde bevat deze tekst in het Hebreeuws. Op de tussenliggende zijde staat een davidster. En aan de vierde zijde van de kap ten slotte is een beeldscherm zichtbaar, waarop één voor één, computergestuurd, geluidloos en permanent de namen van de slachtoffers en hun geboorte- en sterfdatum oplichten.
Merkwaardigerwijs rept het boekje voorin van 221 namen en data. Maar achterin, op de pagina’s waarop die desbetreffende namen zijn te vinden, staan er 215. Er ontbreken er zes, en wie die ontbrekenden zijn, wordt niet verklaard.
Het tweeledige monument in het stadhuis bleek achteraf “het laatste grote werk” te zijn geweest dat Jurriaan Willem Schrofer (1926) heeft gemaakt: hij, geboren in Den Haag op 15 april 1926, overleed in Amsterdam op 1 juli 1990 – iets meer dan negen maanden nadat het Dordtse namenmonument was onthuld.
Overigens is dit monument intussen allerminst in de vergetelheid geraakt. Er is namelijk een traditie ontstaan.
Sinds 1989 wordt het elk jaar symbolisch geadopteerd door een groep scholieren uit het voortgezet onderwijs in Dordrecht. Volgens het boekje van de Stichting Joods Monument Dordrecht − dat in een oplage van 500 exemplaren een jaar na de onthulling is verschenen in september 1999 − verbinden de scholieren steeds “allerlei activiteiten en projecten” aan Schrofers monument. Jaarlijks ook worden bij de overdracht door een volgende groep leerlingen, meestal rond 12 september, telkens weer alle namen op het monument “hardop genoemd”.
Het boekje waarin de totstandkoming van het monument wordt beschreven en waarin ook de zogeheten Naamlijst staat. |
Vanwaar
Zoals in de inleiding al is opgemerkt, noemt het boekje geen 221, maar 215 namen. Ook de namen die doorlopend voorbijkomen op het scherm van de kubus, zijn er in totaal 215. Het betreft in alle gevallen mensen die tijdens de Holocaust zijn vermoord, en op het moment dat zij werden gearresteerd, zich in Dordrecht bevonden.
Maar waar komen de 215 slachtoffers vandaan, wat is hun geboortegemeente? De redactie van deze Stolpersteinewebsite is alle namen op dit punt nagelopen. Verreweg de meesten waren geboren Dordtenaren (93), kleinere aantallen kwamen uit Zwijndrecht (10), Rotterdam (20), Amsterdam (21) en Den Haag (11). Zij vormden de grootste groep, met 155 van de 215 personen.
De overige zestig mensen kwamen uit alle windstreken van Nederland, enkelen zelfs uit Duitsland (Kelsterbach, Dortmund, Lemförde, Kaiserslautern, Alsbach, Berlijn en Kreuznach) of Letland (Riga), Frankrijk (Parijs), Italië (Milaan), Hongarije (Szombathely) en Polen (Czudec). Al deze buitenlanders hadden zich op enig moment in Dordrecht gevestigd, in verband met werk of huwelijk, of bevonden zich in de stad tijdens de bezetting.
In een overzicht dat via deze link is op te roepen, is na te gaan vanuit welke gemeente in binnen- of buitenland de 215 mannen, vrouwen, jongens en meisjes afkomstig zijn. Wie de namen wil weten van deze mensen, kan daarvoor terecht op deze website: 4en5mei.nl
Asterisk
Het boekje is gepubliceerd in een tijd dat internet nog in ontwikkeling was. Inmiddels zijn archieven doorgaans digitaal beschikbaar en doorzoekbaar. Daardoor is het vrij simpel geworden om bijvoorbeeld onvolledige gegevens in het boekje te controleren. Bij sommige namen staat een asteriks (*). Achterin wordt uitgelegd dat dit betekent dat “de genoemde gegevens betreffende overlijdensdatum en -plaats onzeker zijn”.
Die gegevens zijn nu, anno 2023, gecheckt met behulp van de gezaghebbende website Joods Monument, het online monument voor de meer dan 104.000 mensen die in Nederland als Joden werden vervolgd en de Holocaust niet overleefden. Daardoor kon worden vastgesteld dat van de twaalf mensen met een asteriks bij twee van hen hun gegevens niet kloppen. Dat zijn Flora Blitz en Abraham Simon Kleinkramer.
Van Flora meldt het boekje dat zij op 22 april 1921 in Amsterdam is geboren; dat moet zijn 4 februari 1921. Bij Abraham staat dat hij op 22 februari 1889 is geboren in Den Haag,, zijn geboorteplaats is echter ’s-Gravendeel. Het boekje zal niet meer herdrukt worden; daarom worden in dit artikel de correcte gegevens vermeld.
Maar het boekje bevat nog veel meer fouten – al blijft het de vraag of er werkelijk sprake is van fouten of eerder van ontoereikende of destijds onvindbare gegevens.
Maria Woudhuijzen heet Woudhuijsen.
Bij Abraham Wijnberg ontbreekt de geboortedatum, er staat alleen: Groningen 1913. De datum is: 17 oktober 1913.
Irwin Serpos heeft in werkelijkheid Serphos.
Rozalina de Groot komt er in het boekje uiterst karig vanaf. Er staat slechts: ?-?-1880 -?-?-1943-? Dit moet zijn: Rozalina Hartog-de Groot, Gestel, 20.5.1880 – Sobibor, 5.3.1943: 62 jaar.
Henriëtte Rachel van Tijn heet volgens ‘Joods Monument’ Henrietta en is niet geboren in Dordrecht op 14 april 1908, maar op 14 maart 1908.
Henriëtte Judith van Dam (Auschwitz, 19.11.1942) is niet geboren op 27.7.1896, maar op 27.6.1896.
Lena de Jong (Auschwitz, 26.10.1942): niet geboren in Dordrecht op 26.10.1925, maar op 26.7.1925.
Albert Kleinkramer (Auschwitz, 3.9.1942: 14 jaar): niet geboren op 20.7.1923 in Dordrecht, maar op 20 juli 1928.
Jaarlijks wordt het monument in het Stadhuis geadopteerd door middelbare scholieren. |
Ontbreken
Achterin het boekje wordt niet alleen erkend dat gegevens met een asteriks “onzeker zijn”. Op dezelfde pagina 24 staat ook dat de namen, data en plaatsen die verder in het boekje worden genoemd, “zijn gecontroleerd op juistheid” – en wel aan de hand van de publicatie In Memoriam (Sdu Uitgeverij, Den Haag, 1995). Ook melden de samenstellers, Mieke Jansen en Ger Boonstra, hier dat “de verzamelde gegevens voor zover mogelijk zijn geverifieerd” in bevolkingsregisters.
Geruststellend als dit klinkt, zijn er desondanks nog meer onvolkomenheden gevonden. Bij het vergelijken van de Dordtse Holocaustslachtoffers op de website ‘Joods Monument’ met de namen die in het stadhuis oplichten en die in het boekje staan, is vast komen te staan dat er bijvoorbeeld drie vermoorde, joodse Dordtenaren ontbreken. Dit zijn:
1. Johanna Liepman-Noach, getrouwd met de protestantse Adolph Johannes Liepman. Zij is een geboren Dordtse: 12 januari 1884 en op 19 november 1943, als 59-jarige in Auschwitz vermoord. Zij woonde in de oorlog op de Singel, op nummer 146 (nu 214). Haar echtgenoot is door een administratieve fout als jood te boek komen en is ook als gedoopte jood behandeld, terwijl hij per se juist geen joods wilde zijn. Het verhaal daarover staat op deze website, zie deze link. Zijn officiële achternaam is niet met een dubbele ‘n’ zoals ‘Joods monument’schrijft, maar met een enkele.
2. Sophia Rosette Cahn-Leviticus (Dordrecht, 4.12.1913 − Auschwitz, 11.12.1942: 29) woonde in de oorlog aan de Cornelis de Wittstraat, op nummer 54 rood (nu: 106). Zij trouwde in 1941 met Louis Cahn, die de Holocaust heeft overleefd.
3. Meijer de Jong: ook hij woonde in Dordrecht, hij is in deze stad geboren op 3 december 1923. Het adres van deze ongehuwde fotograaf was Knoopmakersgang 2 rood, dat is nu op de hoek van de Vrankenstraat en Mariënbornstraat. Meijer is op 16 april 1943 als 19-jarige omgebracht in Sobibor.
Het is niet aan te nemen dat de onvolledigheden nog worden gecorrigeerd. Het Dordtse namenproject is lang geleden al afgerond, de foutjes zullen blijven voortbestaan. En niet alleen Jurriaan Schrofer is overleden, maar ook Ger Boonstra, op 8 januari 2012.
De namen in het Amsterdamse Namenmonument
Het Amsterdamse Namenmonument uit vogelperspectief. |
Hoe onvolledig de namenlijsten in het zwarte boekje en die in de kubus in het stadhuis zijn, wordt duidelijk als je die gegevens vergelijkt met de namen op het Amsterdamse Namenmonument. Dan blijken er tientallen namen in het boekje te ontbreken.
Waar in 1999 onder de 215 Dordtse Holocaustslachtoffers nog 93 geboren Dordtenaren werden geteld, komt het Namenmonument in 2021 uit op 247 geboren, joodse Dordtenaren (min de rooms-katholieke Wilhelm de Groot = 246). ‘Dordrecht’ mist dus ten opzichte van ‘Amsterdam’ liefst 153 namen – een even schrikbarend als ontluisterend hoog aantal.
Waar zit ’m dit grote verschil in? Is het werkelijk alleen aan de voortschrijdende digitalisering van archieven te danken dat er in 2021 tientallen namen van Dordtse Holocaustdoden méér zijn gevonden dan indertijd? En is er 22 jaar later überhaupt nog wel een verklaring te geven voor dit manco? Zelf laat de redactie van de Dordtse werkgroep het in dit artikel louter bij het signaleren van de feitelijke verschillen.
Dat zijn er nogal wat en dan valt het op dat óók, dat zelfs het vrij ‘jonge’ Namenmonument tekortkomingen heeft. Twee Dordtse voorbeelden:
1. Rozalina Hartog-de Groot (zie ook hier boven). Zij, vermoord in Sobibor op 5 maart 1943 (62), komt niet voor in het Namenmonument, al evenmin als haar echtgenoot Emanuel Hartog (’s-Gravendeel, 28.3.1874 – Auschwitz, 15.12.1942: 68).
2. Salomon Barend van der Meusen (Auschwitz, 7.12.1942: 68 jaar): wordt hier Solomon genoemd.
3. Roosje den Hartog-Zwart (Alblasserdam, 22.8.1852 – Sobibor, 5.3.1943: 90 jaar) ontbreekt in het Namenmonument, terwijl ‘Joods Monument’ haar wel noemt. Roosje woonde in Dordrecht op het adres Varkenmarkt 9, daarna in Rusthuis Breemer aan de Singel, op nummer 229 (nu: 351).
Het Namenmonument: ook van bovenaf gezien, maar dichterbij. |
Foutjes?
In tegenstelling tot het boekje en de kubus, valt het Namenmonument nog wél te verbeteren of aan te vullen.
Op een vrij moeilijk vindbare plek op de website − namelijk in het hoofdstuk ‘Namen adopteren’ (zie: link) − worden bezoekers althans nadrukkelijk uitgenodigd om correcties op te sturen. Kennelijk beseft het Auschwitzcomité dat foutjes onvermijdelijk zijn. Er staat: “Ontbreekt een naam in de zoekresultaten of kloppen de gegevens niet? Mist u een naam in de database of heeft u een fout ontdekt? Laat het ons weten via het correctieformulier en help mee de database te verbeteren.”
Elders is in dit hoofdstuk nog te lezen: “De database die de basis vormt voor de namen op het Nationaal Holocaust Namenmonument, is gebaseerd op gegevens van de Oorlogsgravenstichting, het Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland. Geen van deze lijsten is compleet. De bouw van het Nationaal Holocaust Namenmonument biedt de kans omissies en fouten in deze lijsten te herstellen.”
Of dit ertoe leidt dat ook de steentjes zelf wordt aangepast of hun aantal uitgebreid, is uit de website niet op te maken.
De spiegels boven de muren met bakstenen werken vervreemdend. |
De namen op deze Dordtse Stolpersteinewebsite
De website ‘Stolpersteine Dordrecht’ toont zowel de ( 206) namen van in Dordrecht geboren of opgepakte joden als die van (184) in Dordrecht geboren joden die elders zijn gearresteerd. |
Tot slot: bij het nalopen van namen en geboorte- en overlijdensdata van Dordtse Holocaustdoden is ook deze Stolpersteinewebsite betrokken.
De site biedt vanaf de start in 2012 twee slachtofferlijsten:
1. van joden die in Dordrecht zijn geboren of opgepakt en
2. van joden die in Dordrecht zijn geboren en elders zijn opgepakt.
Lijst 1 bevat de Dordtse woonadressen van 206 joden, van wie er 92 autochtoon zijn en 114 niet, maar die tijdens de oorlog wel in Dordrecht woonden of er verbleven. Lijst 2 noemt de namen van geboren Dordtenaren die al voor de oorlog de stad hadden verlaten en zich elders in Nederland bevonden. Dit zijn er 184. Zeven van hen zijn bijvoorbeeld door huwelijk in Dordrecht terechtgekomen, met andere woorden: 177 van hen zijn geboren Dordtenaren.
De aantallen geboren Dordtenaren (92 en 177) komen uit op een totaal van 269. Ook dit getal wijkt nogal af van het aantal dat het Namenmonument in Amsterdam noemt: 246. Er is, kortom, een verschil van 23 personen.
Het Verliesregister van het Dordtse Museum 1940-1945 is nog incompleet. |
Register
Het Dordtse Museum 1940-1945 toont op zijn website een zogenoemd Verliesregister. Het meldt dat het nog in wording is. Vooralsnog biedt dit register de namen van 203 omgekomen joden, maar dit betreft niet alleen de Dordtse, ook enkele Zwijndrechtse. Het aantal dat het museum noemt, is wéér anders dan het aantal van de Stolpersteinesite (269), van de kubus in het stadhuis (93) en van het Namenmonument (246).
Op de website 4en5mei.nl komt het monument ‘Je moet het je kinderen vertellen’ ter sprake. Hier wordt weer gerept van “221 Joodse oorlogsslachtoffers uit Dordrecht”.
Er is door de redactie vanaf gezien om de namen op de verschillende lijsten tegen elkaar weg te strepen. Daarmee zou kunnen worden achterhaald wie waar niet wordt genoemd, en vooral: waaróm niet? Maar de strekking van de uiteenlopende cijfers is zo al duidelijk genoeg: de wirwar is een warboel. Acht-en-tachtig jaar de oorlog is het klaarblijkelijk nog altijd niet mogelijk een foutloze lijst te presenteren van de Nederlandse (en daarmee: Dordtse) Holocaustdoden. Dat is het wel het minste, en tegelijk het droevigste, dat kan worden vastgesteld.
Terug naar Over de Dordtse joden bestaat een wirwar aan cijfers en lijsten
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'