Het voorbije joodse dordrecht

Roza van Leeuwen

Deze serie foto's tonen Roza van Leeuwen op steeds latere leeftijd
Foto's Privébezi

Vals persoonsbewijs van geboren Dordtse redt het leven van een joodse vrouw

Nooit heeft Leo Arbeid het geweten, totdat een digitale zoektocht, in stadsarchieven en krantenbanken, uitkomst bracht.
         Roza van Leeuwen, zijn joodse moeder, had tot tweemaal toe, via het dak, kans gezien te ontsnappen uit de Hollandsche Schouwburg. Voor de oorlog was dit een geliefd theater in de Amsterdamse Plantagebuurt, in de oorlog werd het omgevormd tot de vreeswekkende, centrale deportatieplaats voor alle joden uit alle windstreken van Nederland.
         Met behulp van een vervalst persoonsbewijs wist Roza na haar tweede ontsnapping via Woerden ten slotte Eindhoven te bereiken. Daar dook ze onder, totdat de geallieerden Zuid-Nederland in 1944 bevrijdden.
         Op het persoonsbewijs heette Roza anders: hier luidde haar naam Lammerdina Hendrika Koks, geboren te Dordrecht op 24 mei 1919. De pasfoto op dit document was van Roza zelf, verder is alles vals – bijvoorbeeld dat ze als hulp in de huishouding werkte, dat ze woonde aan de Kleverlaan 117 in Haarlem en dat ze per 3 augustus 1942 was verhuisd naar de Joubertstraat 11hs in Amsterdam.
         Allemaal verzinsels, bedoeld om haar veilig door eventuele controles van de Duitsers te loodsen.

         Leo Arbeid, haar na-oorlogse zoon (1952), plaatste het persoonsbewijs in 2014 op de website van Joods Monument. Zijn moeder was inmiddels overleden, in 1990, maar hij wilde niet dat ze in de vergetelheid raakte. In de Community-afdeling van de website mogen mensen zelf informatie en foto’s plaatsen, en kunnen ze contact met elkaar leggen. Op die manier gaat de herinnering aan vermoorde joden “opnieuw deel uitmaken van een dynamische levende gemeenschap”, hopen de websitebeheerders. Volgens de joodse traditie ‘leeft’ iemand immers voort zolang er herinneringen aan hem of haar worden bewaard.
         Leo Arbeid droeg aan de site het valse persoonsbewijs bij, met een korte toelichting die als ondertoon heeft: dit document heeft destijds misschien wel het leven van mijn moeder gered. Daarnaast plaatste hij er haar echte persoonsbewijs, met de levensgevaarlijke, grote ‘J’ erop gestempeld, en een foto van het Amsterdamse kappersteam waartoe zij ooit behoorde.
         Door toeval ontstond door deze plaatsing een speurtocht naar Lammerdina, die tot een onverwachte ontknoping leidde.

Bestaand?
Leo Arbeid aarzelde. Uit Dordrecht, van de redactie van deze Stolpersteine-website, kreeg hij de vraag voorgelegd of Lammerdina Hendrika Koks ook een bestaand persoon is. Of is alles ontsproten aan de fantasie van de vervalser?
         Het duurde enige tijd voordat Leo Arbeid reageerde. Hij zei, toen hij eenmaal e-mailde, dat hij “goed had moeten nadenken” of hij dit wel wilde. Die schroom heeft te maken met zijn moeder. Hij weet “vrij weinig” van haar oorlogsperiode, omdat zijn moeder “hierover niets kwijt wilde”. “En als ze al eens een opmerking maakte, kwam daar veel verdriet door los.” De familie Van Leeuwen is namelijk, zowel van vaders- als moederskant, door de nazi’s ongenadig hard getroffen, zo goed als weggevaagd.
         Maar terugkomend op die allereerste prangende vraag, liet Leo Arbeid weten: Nee, hij weet niet of Lammerdina Koks ook werkelijk heeft bestaan. En nee, hij heeft van zijn moeder nooit gehoord hoe, waar en van wie zij het vervalste persoonsbewijs heeft gekregen.

vervalste persoonsbewijs op naam van L.H. Koks

Het vervalste persoonsbewijs op naam van L.H. Koks, met een pasfoto van zogenaamde eigenaresse, 
de joodse Roza van Leeuwen.
Foto Privébezit

echte, stigmatiserende persoonsbewijs van Roza

Het echte, stigmatiserende persoonsbewijs van Roza, met de 'J'.
Foto Privébezit

Seconden
Internet is in één opzicht zeker onvolprezen: het heeft archieven, fotocollecties en krantenverzamelingen geopend, die daarvóór alleen met de grootste moeite door te nemen waren – als je al wist waar ze zich bevonden en wat je moest zoeken. Moeiteloos kan iemand tegenwoordig digitaal binnen enkele seconden de weg vinden in kolossale hoeveelheden informatie, en zo ook gegevens vergelijken.
         Heeft in Dordrecht ene Lammerdina Hendriks Koks gewoond? Dit was wat de redactie, samen met de Dordtse archiefonderzoekster Erica van Dooremalen, ging proberen op te helderen. Openbare lokale persoonsbestanden werden razendsnel doorgeploegd. Aanvankelijk leek zich teleurstelling te gaan aftekenen: geen enkele Koks te Dordt met die naam en met die geboortedatum. De focus werd verlegd naar archieven elders in Nederland, naar Noord-Hollandse krantenarchieven, zoekend op de Kleverlaan 117 in Haarlem. Daar woonde Lammerdina immers tot 1942, volgens het persoonsbewijs.
         Zou dit wel resultaat opleveren?

kappersploeg van de joodse kapperszaak Lobatto in Amsterdam

De kappersploeg van de joodse kapperszaak Lobatto in Amsterdam.
Roza (tweede van rechts achteraan) en haar broer Louis (hand in de zij)
maakten er deel van uit, voor en ook nog kort in de oorlog.
Foto Privébezit

Kappersvakschool
Roza van Leeuwen staat in geen enkel verband tot Haarlem. Zij is op 11 november 1923 geboren in Amsterdam, als vierde en jongste kind van bakker Manus van Leeuwen (30 januari 1892) en Rachel Montezinos (4 maart 1883). Het joodse gezin woonde op de Nieuwe Prinsengracht 50 I en bestond verder uit drie jongens: Benjamin (1916), Louis (1918) en Asser (1921).
         Volwassen wordend volgde Roza samen met haar broer Louis de kappersvakschool. Voor de oorlog, en zelfs nog een poos in de oorlog, kwamen zij beiden te werken in de joodse kapperszaak van de familie Lobatto, in de Sarphatiestraat 70 hs. Daar is die vrolijke foto gemaakt, die Leo Arbeid op de website Joods Monument plaatste. Zeven mensen in witte jassen kijken glimlachend in de lens, zich onbewust van de verwoestende verschrikkingen die de Duitsers gingen teweegbrengen.
         Roza dook onder, vanaf wanneer precies weet Leo Arbeid niet. Ze werd niettemin ontdekt, opgepakt en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Vanaf hier vervoerde de bezetter de joden naar kamp Westerbork, en vandaar naar de concentratiekampen. Op “miraculeuze wijze” wist Roza echter via het dak te ontkomen, en nog eens, op dezelfde manier, toen ze opnieuw was gearresteerd en opnieuw in de schouwburg was opgesloten.
         Na de tweede ontsnapping hielp ziekenverpleger Joost van Krimpen, de echtgenoot van Roza’s nicht Rachel, Roza te vluchten. In haar hand had ze dat valse persoonsbewijs. Leo Arbeid heeft het vermoeden dat zijn moeder dit via Joost heeft bemachtigd, “maar ik heb daar totaal geen bewijs van” – zijn moeder zweeg immers voornamelijk over de oorlogsjaren.
         Vaststaat dat Roza van Leeuwen mét dit persoonsbewijs eerst Woerden wist te bereiken. “Hierover heeft ze alleen verteld dat ze daar, of in het nabijgelegen dorp Zegveld, op een boerderij ondergedoken heeft gezeten.” Later reisde Roza door naar het zuiden, naar Eindhoven, waar ze opnieuw onderdook, totdat de geallieerden haar ontzetten. Bij wie dat was, en in welke straat, is nooit duidelijk geworden.
         Roza heeft zich ook nog op een ander onderduikadres verstopt; zoveel liet ze nog los. “Daar was ze kindermeisje van een jongen en meisje, met wie ze regelmatig over straat ging. Ze viel niet op met haar donker haar en donkere ogen, omdat veel inwoners van die streek dezelfde kleur hadden. Dit zou kunnen duiden op Brabant, maar de plaatsnaam heeft ze me nooit verteld.”

broer van Roza: Asser
broer van Roza: Benjamin
broer van Roza: Louis

De drie broers van Roza: Asser, Benjamin en Louis. Zij zijn alle drie vermoord.
Foto Privébezit



Rachel en Manus van Leeuwen

Rachel Montezinos en Manus van Leeuwen, de ouders van Roza.
Foto's Privébezit

Ontstellend
Nadat ook de rest van Nederland was bevrijd, in mei 1945, keerde Roza terug naar Amsterdam. Tijdelijk trok ze in bij de schoonfamilie van haar broer Louis, die in 1941 was getrouwd. En toen, langzaam, kwamen die ontstellende berichten binnen, van familieleden die in verre kampen waren vermoord. Hele gezinnen, allemaal dierbare familieleden, bleken soms uitgemoord.
         Haar moeder, Rachel Montezinos, stierf nog in Amsterdam, op 6 oktober 1941. Maar haar broers, alle drie, verdwenen in Auschwitz: Louis op 3 september 1944, Benjamin en Asser beiden op 30 september 1942. Van de complete familie Van Leeuwen – ooms, tantes, neven, nichten, schoonfamilies – overleefden slechts twee ooms. Van de vrij grote familie Montezinos, van moederskant, heeft niemand het weten te redden.
         Roza, die zeldzame overlevende, pakte het kappersvak weer op. Ze ging aan de slag in de Rijnstraat in Amsterdam.
         In die tijd leert zij in de Ysbreeker, aan de Weesperzijde 23, Salomon Arbeid (16 mei 1921) kennen. De Ysbreeker, voor de oorlog landelijk bekend als een van de belangrijkste biljartcentra, was op dat moment kort in bezit van de twee ooms van Roza die de oorlog hadden overleefd. Zij maakten van de zaak een café dansant, een ontmoetingsplek voor de Amsterdamse joden die er nog waren.
         [Decennia later veranderde de IJsbreker achtereenvolgens in een centrum voor eigentijdse muziek, een koffieshop en een balletstudio, en ten slotte in het café-restaurant dat het nog altijd is. De IJsbreker verwierf legendarische status door de vele radio- en televisieprogramma’s die hiervandaan werden uitgezonden, zoals de literaire talkshow ‘Hier is Adriaan van Dis’.]

Roza  en Salomon

Nade oorlog trouwt Roza van Leeuwen
met Salomon Arbeid.
Foto Privébezit

Philipskommando
Roza en Salomon raakten verliefd op elkaar; meegespeeld zal hebben dat ze zielsverwanten waren: ook de familie van Salomon is grotendeels vermoord. Slechts een neef, een nicht en Salomon zelf hadden de nazi’s overleefd.
         Salomon was al, samen met enkele leden van het zogeheten Philipskommando in Vught, naar Auschwitz getransporteerd, in juni 1944. Maar de groep werd daar afgezonderd, en enkele maanden later doorgestuurd naar het subkamp Reichenbach Lange Bilau van het concentratiekamp Gross Rozen. Daar is hij samen met de groepsleden op 9 mei 1945 door het Russische leger bevrijd.
         [Het Philipskommando bestond in totaal in anderhalf jaar uit zo’n 3100 gevangenen, onder wie 500 joodse mannen, die in Kamp Vught werkten in een speciale werkplaats van Philips, B 677. Voor hen was het leven iets draaglijker.]
         Op 21 juli 1948 trouwde Roza met Salomon. Ze bleef werken als kapster, ook nadat in 1952 Leo werd geboren. Leo Arbeid is het enige kind gebleven. Hij denkt dat dit samenhangt met de zwakke gezondheid van zijn moeder. “Of die gezondheid een gevolg is van de onderduik, is onbekend gebleven. Maar ze was desondanks een sterke en zelfstandige vrouw, en ze bleef parttime werkzaam, totdat haar gezondheid het niet langer toeliet, begin jaren tachtig.”
         Bewonderenswaardig vindt hij het ook dat zijn moeder hem feitelijk “min of meer alleen” heeft opgevoed: zijn vader, een vertegenwoordiger in uurwerken, was doordeweeks niet thuis.
         “Veel te jong” is Roza Arbeid-van Leeuwen op 18 januari 1990 overleden, 66 jaar oud. “Gelukkig heeft ze nog de warmte en liefde mogen ontvangen van een kleindochter, die in 1980 werd geboren.” Zijn vader Salomon overleed op 20 april 2013, 91 jaar oud.

valse handtekening

Onder de valse handtekening van L.H. Koks
is nog net de originele naam te vinden,
met herkenbaar de 'B' van Boks.

Eén letter
Bij de zoektocht in de Noord-Hollandse archieven bood een overlijdensadvertentie in het Haarlems Dagblad van 16 september 1953 een eerste clou. Op het adres Kleverlaan 117 bleek ene Dirk Jan Boks te hebben gewoond, hij was zojuist overleden, op de 13de. De naam van zijn echtgenote stond er bij: J.M.E. Boks-Viets. Op deze namen opnieuw zoekend in Dordtse archieven, en in de studiezaal microfiches van gezinskaarten raadplegend, loste het raadsel zich op: Lammerdina Hendrika Koks heeft bestaan, maar als Boks.
         Eén letter verschil was er, verder klopte alles: de geboortedatum, de voornamen, het Haarlemse adres. Nu dit bekend was, was het zoeken op het valse persoonsbewijs zelf ook makkelijker: digitaal inzoomend op de handtekening van L.H. Koks, links boven de pasfoto van Roza van Leeuwen, is (met moeite) de originele handtekening te ontwaren, de ‘B’ van Boks wordt zichtbaar.
         Een korte schets van de familie Boks, volledigheidshalve: Lammerdina is, zo geeft de gezinskaart aan, het tweede kind van werktuigkundig ingenieur Dirk Jan Boks, op 8 april 1885 in Rhenen geboren, en Johanna Maria Esmine Viets, op 28 oktober 1887 geboren in het Duitse Scharmbeck. Het echtpaar vestigde zich op 25 september 1915 in Dordrecht, op de Dubbeldamseweg 224 (nu: 300), samen met hun dochter Sigrid Sophie Disna Pauline Heine Victoria (19 november 1913), komend uit Watersgraafsmeer. De heer Boks wordt er leraar op de MTS.
         Op 24 mei 1919 wordt Lammerdina geboren, die zich later in haar leven kortweg Ineke gaat noemen. Op 8 april 1920 verlaat het gezin Boks Dordrecht alweer, en verhuist naar de Van Houtenstraat 2 in Hof van Delft – toentertijd een zelfstandige gemeente, nu een wijk van Delft. Nog weer later belandt de familie in Haarlem, op het adres dat het persoonsbewijs van Roza van Leeuwen noemt, de Kleverlaan.

Roza van Leeuwen

Roza van Leeuwen. Zij overleed in 1990, pas 66 jaar oud.
Foto's Privébezit

         Roza heeft dus tijdens de oorlog een persoonsbewijs gekregen dat heeft toebehoord aan Lammerdina Boks, en dat kunstig, maar niet helemaal onuitwisbaar vervalst was tot Koks. Maar heeft zij misschien in contact gestaan met deze Ineke Boks? Of is het document haar aangereikt via een tussenpersoon? En hoe identificeerde Ineke Boks zich indertijd (ze is pas overleden in 1994) dan zelf, zo zonder dat verplichte persoonsbewijs? Heeft ze geweten dat haar persoonsbewijs bij een joodse vrouw terecht is gekomen, en mogelijk het leven van Roza heeft gered?
         Allemaal vragen die onmiddellijk opkomen, maar Leo Arbeid kan ze niet beantwoorden.
         Hij is ronduit verbaasd over de resultaten van de digitale speurtocht. “Dit is nogal een verrassing.” Arbeid is direct naar het Stadsarchief Amsterdam gegaan om er te zoeken naar de persoonskaart van Lammerdina Boks. Hij heeft deze gevonden, en stond toen voor een tweede verrassing: op die kaart staat dat Boks haar persoonsbewijs nr. 010769 op 27 mei 1941 is kwijtgeraakt. Het persoonsbewijs van Lammerdina Koks, Roza dus, is juist gedateerd op 27 mei 1941 en heeft hetzelfde nummer. Arbeid concludeert koeltjes: “Geen toeval dus.”
         Op zijn beurt vraagt Leo Arbeid zich nu af of de echte Lammerdina haar persoonsbewijs niet gewoon aan het verzet heeft gegeven? En of dat bewijs daarna aan zijn moeder is verstrekt, en door wie dan wel? Hij heeft geen idee hoe hij hier achter kan komen. Vele mogelijke betrokkenen zijn immers intussen overleden. Dit raadsel zal na zoveel verstreken decennia wel meer niet sluitend op te lossen zijn, denkt hij.

Interieurs
Ineke Boks groeide uit tot een regionaal vrij bekende binnenhuisarchitecte. Zij trouwde met de weduwnaar en makelaar Willem Ferdinand Zeeger (Amsterdam, 6 november 1913). Volgens een biografische schets van het Nederlands Architectuur Instituut begon zij in 1948 samen met Elsbeth Bout-van Bierkom (Vlissingen, 1919) in Amsterdam, aan de Amstel, een bureau onder de naam ‘Interieurarchitectenbureau Van Bierkom en Boks’. De vrouwen ontwierpen “vooral interieurs van woonhuizen, maar ook van kantoren, een uitgeverij en een bank”, soms samen, soms los van elkaar.
         Ineke Boks is op 31 augustus 1994 overleden, op 75-jarige leeftijd. Haar man, W.F.Z. Deenik, stierf op 8 februari 2005, 91 jaar oud. Haar zus S. Boks was in haar jonge jaren beambte bij de Leidse Universiteitsbibliotheek, totdat zij trouwde met de heer A. Hack.

geboortehuis van Lammerdina Hendrika Boks

Dit is het geboortehuis van Lammerdina Hendrika Boks aan de Dubbeldamseweg in Dordrecht. Mevrouw Boks is de vrouw van wie Roza's persoonsbewijs eigenlijk was. Het is niet bekend of Roza het persoonsbewijs van mevrouw Boks zelf heeft gekregen of via het verzet.
Foto Redactie Website.

Stiefzoon
Maar hiermee is het verhaal nog niet afgelopen. Nadere naspeuringen kwamen uit bij een nazaat van Ineke Boks, stiefzoon Zeeger Deenik in Amsterdam. Hij is een kind uit het eerste huwelijk van zijn vader, met Maria Bax.
         Zeeger Deenik (1945) vindt het “erg curieus” dat het persoonsbewijs voor Roza van Leeuwen met één letter verschil afkomstig is van zijn stiefmoeder. “Maar”, voegt hij toe, “misschien heeft ze het persoonsbewijs wel met opzet vervalst.” Hij licht dit toe: Ineke Boks heeft een grafische opleiding gevolgd, en die bekwaamheid ingezet in de oorlog. “Ze heeft me zelf verteld dat zij toen persoonsbewijzen heeft vervalst.”
         Niet dat zij zich daar op liet voorstaan, in tegendeel. Zeeger Deenik: “Zij was een bescheiden vrouw; niet iemand die opschepte over haar eigen prestaties in de oorlog. Je moest het haar nadrukkelijk vragen, wilde zij er iets over vertellen.” En zo kwam Deenik aan de weet dat zijn stiefmoeder een van diegenen was, die uit de joodse crèche aan de overkant van de Hollandsche Schouwburg kinderen smokkelde om ze ergens veilig te kunnen onderbrengen.
         Het is dus heel wel mogelijk: dat Lammerdina Boks haar persoonsbewijs heeft afgestaan als een verzetshandeling.


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'