Het voorbije joodse dordrecht
Foto’s ‘hervonden’ van de Dordts-joodse
zusjes Lenie en Nettie Snijders van Driel
* Gezin Snijders van Driel was in Oss op het laatst inwonend
Dit is Helena Sara (1894), de ene dochter van Eliazar en Kaatje Snijders van Driel. Volgens het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) is de foto, |
De oorlog was uitgebroken en Lenie Snijders van Driel woonde nog maar alleen, in haar bovenhuis aan de Singel. Haar vader was kortgeleden overleden, haar moeder lang geleden. Haar zus hield zich op in het verre Bolivia, haar broer verbleef in Oss. Onheilszwangere tijden wachtten Lenie, het zou niet lang meer duren of de Duitsers gingen joden voorsorteren voor de dood.
Maar na de oorlog was Lenie er nog, misschien wel tot haar eigen verbazing. Zij had de horror van de Holocaust weten te ontwijken. Hoe en op welke veilige locatie, is onbekend. Maar in oktober 1945 werd zij geregistreerd in Amersfoort, als bewoonster van de Daam Fockemalaan 83. Was het daar in de buurt dat zij uit handen van de jodenjagers had weten te blijven?
Nog zo’n onuitsprekelijk geluk: haar zus Nettie, weduwe inmiddels sinds haar echtgenoot Frits Spanjaard in mei 1943 was gestorven, kwam terug naar Nederland, met haar dochter Kitty (1933). Zij gingen in Amersfoort wonen, per 6 augustus 1946, op het adres Utrechtseweg 111. Nettie voegde zich daar bij haar zus, die dit pand al op 21 mei had betrokken.
Maar wie niet meer terugkwam, was hun broer Max Léon. Hij, zijn vrouw Johanna en hun zoon Albert waren in juli 1943 in Sobibor de gaskamer ingedreven. Zíj hadden de dood gekregen die de Duitse bezetting voor hen in petto had. De zussen Snijders van Driel waren dan wel na tientallen jaren herenigd, het onnodige verlies van hun broer, schoonzus en neef zal ze ontroostbaar hebben gemaakt.
In dit verhaal: de lotgevallen van het gezin Snijders van Driel − een familie die eerst niet zo heette en van wie twee kinderen, Lenie en Nettie, zich na de oorlog aanwezig hebben weten te houden. Nóg wonderbaarlijker is dat in de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht (RAD) foto’s bleken te berusten, die onweerlegbaar aan de zussen kunnen worden toegeschreven, plus een aan Frits Spanjaard. Namen hebben daarmee een gezicht gekregen.
De gezinskaart van de familie Snijders van Driel, voor- en achterzijde. Moeder Kaatje komt er al niet meer op voor, zij is gestorven in 1905. Kaatje van Driel droeg de ene helft bij aan de gecombineerde, nieuwe achternaam die het gezin kreeg in 1907, haar man Eliazar Snijders de andere helft. |
Kaatje overleed vrij jong, op 11 juni 1905, nog slechts 37 jaar oud. Zij is begraven op de joodse begraafplaats van Dordrecht. |
Onbekend
De familienaam Snijders van Driel komt in hedendaags Dordrecht niet meer voor; er zijn geen sporen van achtergebleven. Het is ook een naam die in samenhang met het joodse leven in Dordrecht niet snel opdoemt. De familie is ter plaatse relatief onbekend. Maar joods was het gezin wel degelijk, en daarnaast zo Dordts als wat.
Een lange historie heeft de familienaam niet. Aan het begin van de vorige eeuw bestonden er geen Snijders’ van Driel. Het is eigenlijk een soort fusienaam.
Eliazar Snijders is de ene helft ervan. Hij is geboren op 4 oktober 1864 in Dordrecht, als zoon van Mozes Snijders (Dordrecht, 21.9.1832) en Sophia Davidson (Parijs, 16.6.1825). Kaatje van Driel, geboren in Driel op 27 november 1867, is de andere helft. Zij is een dochter van vleeshouwer Meijer van Driel (Kerkdriel, 21.12.1833) en vleeshouwster Lena Goudsmit (Oud-Beijerland, 23.1.1846). Het dorp Driel heet tegenwoordig Kerkdriel. Op 20 december 1890 koppelden Eliazar en Kaatje zich, in Driel − een huwelijk dat 17 jaar later, op 12 april 1907, nog eens extra werd bekrachtigd doordat zij hun achternamen officieel lieten wijzigen tot Snijders van Driel. Te Dordrecht was een ‘nieuw’ geslacht ‘geboren’.
Misschien heeft Eliazar hun beider achternamen wel laten aaneensmeden als eerbetoon aan zijn vrouw. Kaatje van Driel was twee jaar eerder namelijk al overleden, op 11 juni 1905, nog pas 37 jaar oud.
Vijf kinderen heeft ze hem geschonken, twee van hen waren al bij de geboorte kansloos: ze kwamen levenloos ter wereld, de eerste op 11 maart 1892, een volgende op 8 november 1897. Tussendoor beviel Kaatje van twee kinderen die het wisten te redden, dochter Helena Sara (‘Lenie’ en ook wel ‘Lena’) op 7 augustus 1894 en zoon Max Léon, op 18 mei 1896. Als laatste baby verscheen Jeannette Frederika (‘Nettie’), op 12 augustus 1898. Deze kinderen zijn met terugwerkende kracht Snijders van Driel gaan heten.
Toen Kaatje stierf, leefde haar moeder Lena nog. Zij zou overlijden in Rotterdam op 4 juli 1918, 72 jaar oud. Haar vader Meijer was al heengegaan, in Driel op 16 oktober 1890, 64 jaar oud. Hij werd begraven in Zaltbommel, Lena uiteindelijk in Dordrecht. Van Kaatje’s schoonouders leefde schoonvader Mozes nog; hij zou een jaar ná haar overlijden, in Dordrecht op 3 april 1906. Schoonmoeder Sophia was al heengegaan op 27 februari 1901, ook in Dordrecht. Beiden zijn, net als Kaatje, begraven op de joodse begraafplaats in Dordrecht.
Na het overlijden van Kaatje verhuisde het gezin van de Grotekerksbuurt naar de Reeweg-Oost, naar nummer 26 |
Collecteur
Eliazar had nu alleen nog de drie kinderen bij zich. Tot het overlijden van Kaatje woonde hij aan de Grotekerksbuurt, op nummer 39 (nu: 53-55). Daarna trok hij met de kinderen naar de Reeweg-Oost, naar nummer 26 (nu: 46-48). Hij verdiende de kost als collecteur en kantoorchef van de Staatsloterij.
De kinderen naderen de volwassenheid en dat ging zich uiten: ze gingen werken of ze trokken weg. Van Helena is een foto bewaard gebleven, die volgens het archief ergens tussen 1912 en 1916 is te dateren. De foto toont een glimlachende jonge vrouw met een vriendelijk, goedlachs gezicht. Ze zit paraat voor de typemachine. Ze werkt als kantoorbediende in de lokale hoefijzerfabriek ‘Hippos’ aan de Maasstraat. Helena is in deze jaren 18 tot 22 jaar oud. Zij is degene die tot in de oorlog in Dordrecht zal blijven wonen.
Max Léon is de eerste die Dordrecht echt definitief verlaat. Volgens de gezinskaart gaat hij op 30 april 1919 naar Boxmeer. Zijn zus Jeannette is een jaar eerder, op 26 februari 1918, al eens naar Amsterdam vertrokken, maar keerde daarvan terug op 23 april 1918, na krap twee maanden. Max Léon, die zich ontwikkelde tot vertegenwoordiger en bedrijfsleider, trouwt tien jaar na zijn vertrek uit Dordrecht, op 3 september 1929, in Gennep met Johanna Abraham Kaufman, in dit dorp geboren op 21 januari 1899. Twee jaar later, op 28 augustus 1931, wordt in Nijmegen hun eerste en enige zoon geboren, Albert Eduard. Het gezin woonde toen op het adres Hendrik Hoogersstraat 3 en vestigde zich later, per 6 oktober 1939, in Oss, eerst in de Burgemeester van den Elzenlaan op nummer 3, later in de Kruisstraat, op nummer 89. En daar treft hun het noodlot.
Dit zijn twee foto’s van Jeannette (1898), de andere dochter van het echtpaar Snijders van Driel. De ene foto is van 1925, de andere van 1927. Alle portretfoto’s bij dit verhaal zijn gevonden in de beeldbank van het RAD. Daarin bevinden zich nog enkele foto’s op naam van Snijders en Van Driel, maar deze konden niet worden thuisgebracht. |
Eliazar Snijders van Driel, de vader van Helena, Jeannette en Max Léon, stierf op 20 juli 1938, 73 jaar oud. Ook hij werd begraven in Dordrecht. |
Italië
Jeannette, de zus, is reislustiger dan Helena. In hetzelfde jaar als broer Max Léon trouwt ook zij, als 30-jarige, op 15 juli 1929, met de 25-jarige Frits Spanjaard, geboren in Borne op 8 augustus 1903. Frits is een leerling van de HTS aan de Oranjelaan, volgens de archiefkaart over hem. Hij heeft Jeannette vrijwel zeker leren kennen toen hij inwoonde bij het gezin Snijders van Driel, van 4.9.1920 tot 19.7.1923. Hij verhuisde even naar Almelo, maar kwam terug naar Dordrecht en ging nu wonen aan de Willemstraat 13. Hij bleef daar vervolgens tot 21 juli 1925, vermoedelijk beslaat dit zijn studietijd. Hij studeert af als werktuigbouwkundig ingenieur.
Na zijn huwelijk met Jeannette begint voor het echtpaar het avontuur van rondreizen over de wereld, ongetwijfeld houdt dit verband met zijn werk. Op 12 september 1929 vertrekken zij eerst naar Spezia in Italië. Latere persoonskaarten laten zien dat hierna Argentinië volgt. In de hoofdstad Buenos Aires wordt hun enige kind geboren, Kitty, op 28 juni 1933. Nog weer later blijkt het gezin Spanjaard in Bolivia neer te strijken.
Van Frits en Jeannette is eveneens een foto beschikbaar, ook opgedoken in de beeldbank van het RAD. De foto is gemaakt in hun huwelijksjaar 1929, misschien wel kort voor hun emigratie naar Italië. Van Jeannette alleen zijn daarnaast nog twee portretfoto’s aangetroffen, uit 1925 en 1927. Ze staan hierboven afgebeeld. Dat de foto’s na bijna honderd jaar kunnen worden opgeduikeld, komt doordat de collectie van de fotografen, vader en zoon H.G. Beerman, aan het RAD is geschonken en is gedigitaliseerd.
|
Ook in het oorlogsjaar 1940 heeft Helena zich nog laten portretteren door Beerman, op 29 september. |
Kantoor
Eind jaren dertig zijn alleen vader Eliazar en dochter Helena nog in Dordrecht. Zij is inmiddels komen te werken op het advocatenkantoor van mr. Jacques Salomonson (Almelo, 29.11.1869) op de Wolwevershaven, nummer 19 (nu: 23). Haar vader heeft er enkele functies bij genomen: algemeen secretaris van de Dordrechtsche Winkeliersvereniging en lid van de Vereniging ‘Armenzorg’. Helena is per 21 april 1931 in de Transvaalstraat gaan wonen, op nummer 38 rood (nu: 4). Uit de archiefdocumentatie is niet goed op te maken of haar vader, midden 60 inmiddels, haar toen heeft vergezeld.
Eliazar overlijdt op 20 juli 1938, 73 jaar oud. Hij wordt vanzelfsprekend begraven in Dordrecht.
Helena blijft nu als enige over in Dordrecht. Ze verhuist, opnieuw: van de Burg. de Raadtsingel 1 D rood (later 19, maar gesloopt), waar zij wellicht met haar vader verbleef, gaat ze enkele maanden later, op 1 november 1938, naar de achterliggende Singel, naar nummer 115 rood (nu: 171). Aan het begin van de oorlog, op 28 juni 1940, gaat ze recht naar de overkant van deze lange straat, naar nummer 106 A rood (nu: 160), een bovenwoning naast een poort.
De oorlog maakt, al helemaal voor joden, alles ongewis. De werkelijkheid zal uit de voegen worden gelicht.
In 1940 is Helena 46 jaar oud. Ook van dat jaar is een foto herontdekt. Zij maakt deel uit van een reeks portretfoto’s. Ze is zichtbaar niet meer de vrolijke Helena van de vorige foto, zij kijkt ernstig nu, zonder glimlach, met enigszins wantrouwende ogen.
Na het overlijden van haar vader kwam Helena, als enig kind overgebleven in Dordrecht, te wonen op drie achtereenvolgende adressen: eerst op de Burgemeester de Raadtsingel 1D rood (later 19, gesloopt), daarna op de Singel. Van 1 november 1938 tot 28 juni 1940 verbleef zij in het bovenhuis op nummer 115 rood (nu: 171; het donkerbruine pand in het midden), daarna ging ze in rechte lijn naar de overkant, een bovenwoning op nummer 106 A rood (nu: 160; rechts van de poort). |
Dit briefje kreeg Helena Snijders van Driel kort na 30 april 1942: de mededeling dat de verplichte jodenster kan worden opgehaald op drie adressen (allen van joodse Dordtenaren), voor 4 cent per ster. |
In de Kruisstraat in Oss, vlak voor hun woning op nummer 89, zijn in 2014, |
Brief
Behalve de foto is er uit de oorlogstijd nog iets van haar overgebleven: een mededeling die zij op donderdag 30 april 1942 kreeg van het Dordtse Bureau van de Joodse Raad in Amsterdam. De brief, een algemene die alle Dordtse joden in die dagen zullen hebben ontvangen, deelt mee dat de volgende dag, op vrijdag 1 mei, de verplicht gestelde jodensterren kunnen worden afgehaald, van 10 tot 18 uur, op drie adressen: I. van Huiden, Voorstraat 180, M.M. Cohen, Toulonselaan 7 en B.J. Katan, Levensverzekeringstraat 22. Deze laatste persoon is de rabbijn, Barend Josua. Per persoon worden tegen inlevering van 1 textielpunt ten hoogste vier sterren verstrekt, die per stuk 4 cent kosten. Zaterdag, waarschuwt de Raad, “worden er geen meer verkocht” en met ingang van zondag “moeten deze Jodensterren gedragen worden”.
“We zullen ook dit fier dragen!”, sluit de brief − die bij toeval is opgedoken in de collectie van het Joods Historisch Museum in Amsterdam − zelfverzekerd af.
Fier zijn helpt niet tegen de moordzucht van de nazi’s, zoals tienduizenden Nederlandse joden al snel zullen ondervinden. De gruwelen van de oorlog gaan hen teisteren.
In Oss wordt het gezin van Max Léon ingerekend en afgevoerd naar kamp Westerbork. Moeder Johanna is dit klaarblijkelijk eerder overkomen, want ze komt een week eerder in Westerbork aan. Op 13 juli 1943 wordt zij gedeporteerd. Zij eindigt drie dagen later in het Vernichtungslager Sobibor, op de 16de. Vader Max Léon en zoon Albert, een scholier van twaalf nu, komen op 17 juli aan in Westerbork, gaan de 20ste op transport en worden tegelijk vergast in hetzelfde Sobibor, op 23 juli 1943. In de straat waar zij op het laatst verbleven in Oss, de Kruisstraat, liggen sinds 9 april 2014 drie Stolpersteine voor hen.
Helena en Jeannette hebben de gruwelen van de oorlog weten te overleven, in tegenstelling tot hun broer Max Léon. Hij is, samen met zijn vrouw Johanna Abraham Kaufman en zoon Albert Eduard, vermoord in Sobibor. Deze foto toont de overlijdensakte, na de oorlog opgemaakt, op 10 januari 1947, in de gemeente Oss. |
De werkgever van Helena van voor de oorlog, de Dordtse advocaat mr. Jacques Salomonson, kwam met zijn vrouw Anna Hoyer om bij een vliegtuigongeluk, in maart 1947. |
Bolivia
Midden in de oorlog, maar op grote afstand, sterft Frits Spanjaard, in Bolivia, 39 jaar oud. Onder welke omstandigheden dit is gebeurd, is niet bekend. Of Jeannette en haar dochter Kitty hierna zijn teruggereisd naar Nederland, is evenmin te achterhalen. Gelet op de jodenvervolging die daar in hevigheid gaande was, is het aannemelijk dat zij ginds is gebleven totdat de bezetting voorbij was.
Waar Helena al die tijd ondergedoken is geweest, is ook niet te traceren. Misschien bleef ze ‘gewoon’ in Dordrecht, misschien verstopte zij zich elders in het land. Het staat in ieder geval vast dat zij op 30 oktober 1945 tevoorschijn kwam in Amersfoort, op het eerder gemelde adres Daam Fockemalaan 83. Op 28 december betrekt ze in deze stad een andere woning, aan de Barchman Wuytierslaan 50, een halfjaar verder gaat ze op 21 mei 1946 naar de Utrechtseweg 111. En hier komt haar zus Jeannette ruim twee maanden later bij haar wonen, op 6 augustus 1946, samen met Kitty, die nu een 13-jarige is.
De zussen zijn weer bijeen en blijven dat ook. Samen gaan ze op 27 mei 1949 naar Amsterdam, naar de Watteaustraat 38-I. Volgens de Amsterdamse persoonskaarten gaat weduwe Jeannette aan de slag als privé-secretaresse, de ongehuwd blijvende Helena wordt chef de bureau op een advocatenkantoor. Haar vorige werkgever, de Dordts-joodse advocaat mr. J. Salomonson, heeft de oorlog overleefd, evenals diens vrouw Anna Hoyer. Maar op 14 maart 1947 slaat het noodlot alsnog toe: beiden komen om het leven als gevolg van een vliegtuigongeval bij Grenoble, hij is dan 77 jaar oud, zij 70.
Dit zijn de persoonskaarten van Helena en Jeannette. Ze laten zien dat de zussen na de oorlog samen zijn gaan wonen, eerst nog in Amersfoort, nadien in Amsterdam, in de Watteaustraat. |
Dapper
Dertig jaar later, op 19 april 1977, eindigt ook het leven van Helena Sara Snijders van Driel, op 82-jarige leeftijd. Ze woonde nog altijd op het adres Watteaustraat 38, beletage. Jeannette en Kitty schreven in de overlijdensadvertentie in De Telegraaf dat ze was heengegaan “na een dapper leven”. Zij is gecremeerd op vrijdag 22 april, in het crematorium ‘Westgaarde’.
Kitty, die trouwde met Jan de Jong, woonde toentertijd in Oss, de gemeente waar het gezin Spanjaard zich ooit had gevestigd. Haar moeder Jeannette vertrok op 11 oktober 1977, zo’n zes maanden na het overlijden van haar zus, ook naar Oss, naar de Nieuwe Hescheweg 146, om bij haar dochter te gaan wonen. Iets meer dan zes maanden later stierf ook Jeannette, 79 jaar oud, op 27 mei 1978. Kitty meldde in de overlijdensadvertentie, ook weer geplaatst in De Telegraaf, dat haar moeder “volkomen onverwacht” was overleden.
Zelf liet Kitty het leven in Oss op 11 november 2002, zij is 69 geworden. Met haar verdween de laatste die nog uit eigen beleving kon getuigen van het Dordtse gezin Snijders van Driel. Het verleden verkalkt.
De zussen Snijders van Driel overlijden kort na elkaar, Helena op 19 april 1997, Jeannette op 27 mei 1978, |
Deze foto’s tonen grafstenen van familieleden van het gezin Snijders van Driel. |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'