Het voorbije joodse dordrecht
De pijn van de Holocaust kerfde
de levens van Pieter en Aaltje
Pieter Bomas en zijn eerste bruid Sipora Appelboom trouwden op 9 augustus 1939 in Amsterdam. |
Toen Pieter Coenraad Bomas na de oorlog in Amsterdam trouwde met Aaltje Roodveldt en zij bij hem in Dordrecht ging wonen, deelde het bruidspaar behalve de liefde nog iets: groot verdriet, veroorzaakt door de Holocaust.
De niet-joodse Pieter Bomas was eerder getrouwd geweest, in Amsterdam in augustus 1939, met Sipora Appelboom. Zij is vijf jaar later, in augustus 1944, vermoord in Birkenau, nog pas 28 jaar oud. Eenzelfde lot trof eerder al haar vader Levie Appelboom, haar moeder Rachel Worms en haar broer Emanuel: zij allen werden onmeedogend vermoord in Auschwitz, in september 1942.
Voor Aaltje Roodveldt, de naoorlogse, eveneens joodse echtgenote van Pieter Bomas, was het oorlogsdrama zo mogelijk nog immenser. Op haar zelf na – én haar vader Salomon die al in 1924 in Apeldoorn was gestorven − zijn al haar mede-gezinsleden in de oorlog omgebracht, in Polen of in Oostenrijk: haar moeder, haar drie broers en haar drie zussen.
Met al die herinneringen aan de afgebroken familielevens vestigde Aaltje zich op 22 mei 1946 in Dordrecht bij haar man, die al enkele maanden woonde in de Breitnerstraat in de wijk Oud-Krispijn. Een jaar later werd hun eersteling Pim geboren, nog eens tien jaar verder gevolgd door Martijn. Maar toen was het echtpaar alweer vertrokken naar Amsterdam, hun beider bakermat.
In deze korte reconstructie: het familieleed van twee oud-Dordtenaren.
Sipora werd op 16 december 1943 opgesloten in |
Zelfde voornaam
Op 9 juni 1908 kwam hij ter wereld, in Amsterdam: Pieter Coenraad Bomas, die kortweg Piet zou worden genoemd. Hij was vernoemd naar zijn vader, ook een Pieter Coenraad, die op 3 november 1866 was geboren in Zeist. De moeder van Pieter junior was Alberdina Wilhelmina Martina Ebli, een heuse Amsterdamse, geboren op 20 maart 1866.
Piet ontwikkelde zich tot kantoorbediende, vervolgens tot verwarmingsmonteur. Hij woonde aan de Sparrenweg op nummer 5-I, totdat hij op 9 augustus 1939 trouwde met stadgenote Sipora Appelboom (2 mei 1916). Zij was nog pas 23, hij al 31. Zij was joods, hij niet. (Op de Joodse Raadkaart van Sipora staat genoteerd dat zij ‘gemengd gehuwd’ was.) Een dag na het huwelijk betrokken Piet en Sipora een eigen, gezamenlijke woning aan de Chr. de Wetstraat, op nummer 65-I.
Vier jaar later sloeg voor Sipora, die kinderloos is gebleven, het noodlot toe. Zij werd gearresteerd en gevangengezet in Barak 67 van Kamp Westerbork, op 16 december 1943. Krap drie maanden later, op 3 maart 1944, werd zij vandaar naar het Poolse concentratiekamp Auschwitz-Birkenau getransporteerd, om er enkele maanden later te worden gedood.
Haar Amsterdamse persoonskaart vermeldt bovenaan ook geen overlijdensdatum, alleen dat het in Birkenau was. |
Dit is een persoonsfoto van vader Levie Appelboom, |
Geen datum
Op de website Joods Monument wordt geen datum van overlijden genoemd, alleen de maand: augustus. Ook de website Oorlogsbronnen meldt dat “de exacte datum niet bekend is”, zij houdt het op “vóór 31 augustus 1944”. Sipora was 28 jaar toen haar leven eindigde.
Sipora’s vader Levie was twee jaar daarvoor al vermoord, in hetzelfde doodsoord, op 21 september 1942. Levie, geboren in Amsterdam op 22 mei 1890 en diamantbewerker van beroep, is 52 geworden. Zijn echtgenote Rachel Worms (Amsterdam, 23 november 1891), is op dezelfde dag als Levie vergast. Zij is 50 geworden.
En dan waren er nog hun zoon Emanuel (‘Mani’, Amsterdam, 6 december 1918), die werkte als stikker. Ook hij in Auschwitz omgebracht, als 23-jarige op 30 september, negen dagen na zijn ouders. Op het familieadres Tugelaweg 61 III woonde Judic Appelboom (Amsterdam, 20 december 1888), een ongetrouwde zus van Levie, die ‘tante Grietje’ werd genoemd. Zij werd in het verder gelegen Sobibor gedood, op 26 maart 1943, 54 jaar oud.
Met andere woorden: de familie Appelboom is compleet uitgeroeid.
Op de website van het ‘Nationaal Comité 4 en 5 mei’ worden de namen genoemd |
Op de Paasheuvel, het voormalige AJC-terrein in Vierhouten, staan een bronzen noodklok en |
AJC
Behalve op de website ‘Joods Monument’ wordt Sipora ook herdacht op een monument op De Paasheuvel, het legendarische, voormalige kamphuis en kampeerterrein van de Arbeiders Jeugd Centrale, gelegen op een heuvel in het Veluwse dorp Vierhouten. Het monument bestaat uit twee onderdelen, de bronzen herdenkingszuil met de namen van ruim 400 AJC’ers die in de oorlog zijn omgekomen en een bronzen luidklok − met een tekst waarvan de eerste regel luidt: “1940-1945 Als blijvende herinnering aan onze jonge kameraden”.
Siep Bomas-Appelboom, zoals zij op de zuil wordt genoemd, was onmiskenbaar een socialiste.
De AJC is in maart 1918 opgericht door de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) en het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV). De organisatie richtte zich, aldus de website ‘4en5mei.nl’ op “het opvoeden en ontwikkelen van de arbeidersjeugd, zowel in lichamelijke als in geestelijke zin”. De AJC had een eigen stijl en karakteristieke omgangsvormen: geen tabak of alcohol, een aparte manier van kleden, vrijetijdsbesteding en van feestvieren.
Na de oorlog hertrouwde Pieter Bomas met Aaltje Roodveldt, ook een joodse vrouw en de enige overlevende van de familie Roodveldt. Zoals haar Amsterdamse persoonskaart laat zien, vestigde Aaltje zich per 24 september 1946 in Dordrecht. |
Haar echtgenoot Pieter Bomas was al eerder in 1946 in Dordrecht gaan wonen, op 22 mei. |
Dit is de woning aan de Breitnerstraat, op nummer 44, |
Dordrecht
Toen de oorlog voorbij was, vertrok weduwnaar Piet Bomas naar Dordrecht, waar hij ging wonen in de Breitnerstraat, op nummer 44. Dat was op 22 mei 1946, een jaar na de bevrijding.
Bijna vier maanden later, op 19 september, trouwde hij in Amsterdam met Aaltje Roodveldt, kortweg Ali genoemd. Piet was inmiddels 38 jaar oud, Aaltje 26. Zij had als japonnennaaister gewerkt.
Ook Aaltje was, net als Sipora, een jodin en haar familieverleden was des te gruwelijker. Zij was de enige overlevende van het gezin Roodveldt, dat acht kinderen had geteld. Volledigheidshalve worden hier hun namen genoemd, alsmede de datum en de locatie waar zij zijn omgebracht. Vader Salomon Roodveldt (Amsterdam, 16.8.21878) overleed, zoals gemeld, ver voor de Holocaust, in Apeldoorn, op 17 december 1924, 46 jaar. De oorlogsslachtoffers zijn:
1. Moeder Judith Roodveldt-Kokernoot (Amsterdam, 5.10.1882 – Sobibor, 30.4.1943; 60) en de kinderen:
2. Isaac (Amsterdam, 7.2.1914 – Auschwitz, 28.2.1943; 29, chauffeur).
3. Abraham (Amsterdam, 6.6.1917 – ergens in Polen, 31.3.1944; 26, magazijnbediende).
4. Eva (Amsterdam, 17.4.1910 – Sobibor, 28.5.1943; 33).
5. Naatje (Amsterdam, 14.12.1912 – Auschwitz, 26.1.1943: 30, werkster).
6. Sara (Amsterdam, 19.9.1915 – Auschwitz, 30.9.1943; 27).
7. Mozes (Amsterdam, 30.3.1921 – Mauthausen, 6.9.1941; 20).
8. Lena (Amsterdam, 25.6.1923 – Sobibor, 4.6.1943; 19; japonnennaaister).
Nog in Dordrecht liet Pieter Bomas in januari 1947 een portretfoto maken bij Foto Beerman op het Vrieseplein. Pieter Bomas werd in Dordrecht vakbondsbestuurder |
Pieter Bomas overleed als 81-jarige in Amsterdam,
op 2 maart 1990, aldus deze overlijdensadvertentie
in ‘Het Parool’ van 6 maart. Hij is gecremeerd.
Zijn vrouw Aaltje stierf tien jaar later,
op 22 mei 2000, 80 jaar oud.
Foto Website ‘Delpher’
Zwanger
Met Aaltje bouwde Pieter Bomas in Dordrecht een gezin op. Als eerste kind werd Pim geboren, nog in Dordrecht, op 25 december 1947. Toen Aaltje zwanger werd van het tweede kind, in 1957, was Dordrecht alweer uit zicht geraakt. Het gezin was per 3 februari 1950 teruggekeerd in Amsterdam, en woonde daar nu in de Hofwijckstraat, op nummer 26 I. In deze woning werd op 29 december 1957 zoon Martijn geboren.
Het gezin is op 2 maart 1960 weer verhuisd, naar de Wilhelmina Druckerstraat (39 IV) en op 19 september 1979 naar Amstelveen, naar Donau 56. Maar het was in Amsterdam dat Pieter Bomas uiteindelijk is overleden, op 2 maart 1990, 81 jaar oud inmiddels. Zijn echtgenote Aaltje stierf in Amstelveen, op 80-jarige leeftijd, op 22 mei 2000.
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'