Het voorbije joodse dordrecht

Mietje Viskoper bleef lang raadsel, totdat er
plots een halfbroer en buurtmeisje opdoken
* Ooggetuige Jeanne Kievit: ‘Mietje was een prachtig mooi kindje’
* Antje Wigman had nóg een zoon, Hans
* Waar zaten vader en moeder Mietje Viskoper verstopt?

Mietje Viskoper als kind, vermoedelijk twee jaar oud

Mietje Viskoper als kind, vermoedelijk twee jaar oud.
Toen René Viskoper begin februari 2016 mevrouw Kievit foto’s
van Mietje liet zien en van een kleindochter van Rene’s jongste zus,
kreeg mevrouw Kievit “kippevel van de grote gelijkenis”.
Foto Familiebezit

Een ijzige wind joeg over de Riedijk in Dordrecht, die dinsdagochtend in januari 2016. Het kleine gezelschap dat halverwege stond, rilde verstijfd van de koude.
        Een handjevol mensen was ter hoogte van het gesloopte pand 32 rood bijeengekomen op die 26ste januari, om Mietje Viskoper waardig te herdenken. Zojuist was er in de stoep een gat gegraven en daarin was nu een Stolperstein gemetseld – voor Mietje, dat zeven-jarige Amsterdamse meisje dat hier ondergedoken was geweest, maar toch niet heeft weten te ontkomen aan de helletocht naar Auschwitz.
        Over Mietje Viskoper was schrijnend weinig bekend. Er bevonden zich op die januari-ochtend geen nabestaanden van de familie Viskoper. En de drie speeches die er ter ere van Mietje werden uitgesproken, waren wel vol mededogen en warmhartig, maar vooral kort. De sprekers kwamen geen woorden te kort, maar feiten. Mietje was een beetje een mythe.
        Maar alsof het zo moest zijn, opende zich even vòòr de bescheiden plechtigheid een raam, aan de overkant van de Riedijk. Een mevrouw A.J.C. Kievit-van der Klooster, daar wonend in een gebouw met seniorenappartementen, riep opgewonden naar beneden dat ze 87 jaar is, en Mietje nog heeft gekend. Meteen werd de afspraak gemaakt dat iemand van de organiserende Dordtse werkgroep Stolpersteine zal langskomen om het fijne ervan te horen (zie kader).
        Toen later die week alsnog een poging werd gedaan meer biografische gegevens over Mietje op te diepen, stuitte de werkgroep op twee vondsten: ten eerste een foto van het meisje, waarschijnlijk gemaakt toen ze twee jaar oud was. En ten tweede, en dat was ronduit verbazingwekkend, stond er in het bijschrift bij die zeldzame foto: “Mijn zusje Mietje”.
        Mijn zusje? Wie is dan dat andere familielid? De werkgroep wist totaal niet van broertjes of zusjes, en ook de gezaghebbende site Joods Monument repte daar niet van. Hoe zat dit?
        De uitkomst van alle (vertraagde) navorsingen staat in het verhaal hieronder. Het komt er op neer, dat er inderdaad wel degelijk direct verwanten van Mietje zijn, zij het een halfbroer en twee halfzusters. Maar wat graag hadden zij er op die kille januari-ochtend bij willen zijn.

trouwbericht van Michel Viskoper en Elisabeth Wijnschenk en het geboortebericht van Mietje

Het trouwbericht van Michel Viskoper en Elisabeth Wijnschenk,
in De Tijd van 20 juni 1935.
Daaronder het geboortebericht van Mietje,
in De Tijd van 4 november 1936.
Foto's Delpher

Alinea’s
Het spoor terug: Mietje is het enige kind van Michel Viskoper (Amsterdam, 21.1.1911) en Elisabeth Catharina Viskoper-Wijnschenk (Amsterdam, 6.3.1916). Zij waren in juni 1935 in Amsterdam getrouwd, Mietje verscheen op 2 november 1936. Hoe hun levens zich nadien voltrokken, blijft ongewis. De na-oorlogse familieleden van Mietje weten er vrijwel niets van, en de voor-oorlogse familieleden van Mietje’s moeder zijn, voor zover bekend, tijdens de oorlog allen verdwenen.
        In diezelfde oorlog bevond Mietje, uitgegroeid tot een meisje van zeven jaar, zich opeens in Dordrecht. Hoe zij er terecht is gekomen, en waarom, is onbekend. Bij wie zij verbleef, was aanvankelijk onbekend. Mietje zou ook zelf volslagen onbekend zijn gebleven, als de journalist Sytze van der Zee niet zijn boek Vogelvrij, zijn onderzoeksverslag van de jacht op de joodse onderduikers in Nederland, had gepubliceerd.
        In dat boek staan twee alinea’s die de schijnwerper richten op Mietje. Ze staan in het hoofdstuk over Harry Evers, Dordrechts fanatiekste jodenjager, een politieagent “vol ijver” die in de bezettingsjaren fungeerde als “jachthond voor de SD” (Het Vrije Volk, 10.2.1948). Het was deze meedogenloze Evers die op maandagavond 15 november 1943 Mietje ontdekte tijdens een inval bij een serveerster, onder een deken. “Kom hier smous! Het stikhok moet je in”, schreeuwde Evers tegen het meisje, een uitspraak waarmee hij volgens Van der Zee de gaskamer bedoelde.
        In een eerder verhaal op deze website, nummer 15, staat het brute incident beschreven, gebaseerd op Van der Zees bevindingen. Ook valt daar te lezen dat Mietje nog vluchtte naar een naburig café. Evers kwam haar echter met getrokken pistool achterna en nam haar mee. Hij beet de caféhouder, die woedend protesteerde, toe: “Als je je smoel niet houdt, schiet ik je voor je donder.”
        Maar waar had zich dit nu afgespeeld? Wie was die serveerster? Door toedoen van Maarten-Jan Leentvaar, voorzitter van de Dordtse Max van Pelt-stichting (die onderzoek doet naar en publiceert over verzetsmensen- en groepen in de regio Dordrecht), is vastgesteld dat mejuffrouw Johanna Geertruida Wigman (Dordrecht, 16 april 1919) de serveerster was. Zij woonde op de Riedijk 32 rood, 1ste etage. Leentvaar trof deze gegevens aan in een dossier in het Nationaal Archief en was ook één van diegenen die in januari 2016 sprak, ter nagedachtenis van Mietje.
        Voor hem persoonlijk was het plaatsen van de Stolpersteine “een afsluiting van de meest schokkende zaak” die hij in de afgelopen vijftien jaar heeft onderzocht voor de stichting. “Nooit werd ik zo geconfronteerd met het menselijk tekort.” Hij bracht in herinnering wat Mietje op de Riedijk was overkomen: hoe zij op “zeer hardhandige wijze was meegesleurd” door Evers. Leentvaar prees de “moedige” mejuffrouw Wigman, door hem overigens abusievelijk Agnes genoemd. “Wij kunnen de geschiedenis helaas niet terugdraaien”, sloot hij af, “het enige dat we nog kunnen doen, is vertellen wat er gebeurd is. Dat zijn wij op z’n minst aan Mietje Viskoper en Agnes Wigman verschuldigd.”

zeven dochters van Izaak Braadbaart en Esther Monasch

De gezinskaart van de familie Wigman, bij wie Mietje kon onderduiken.
Foto RAD

Kaal
Veel meer viel er over Mietje niet te zeggen, noch door Leentvaar noch door de andere sprekers. Mietje was weliswaar door het citaat over het stikhok een vrij bekende onderduikster geworden – meerdere media gebruikten dat citaat -, maar verder was en bleef zij een grote onbekende. Vandaar dat de steenlegging zo kaal, zo noodgedwongen kort uitviel.
        Slechts een paar nadere feiten konden worden gemeld. Bijvoorbeeld dat haar moeder tegelijk met Mietje, en op dezelfde dag, is vermoord. Alleen staat bij Mietje vermeld dat de dood in Auschwitz kwam, op 11 februari 1944, en bij haar moeder: “in de omgeving van Auschwitz”. Misschien bezweek zij onderweg, in de veewagon.
        Mejuffrouw Wigman is naar kamp Vught overgebracht, blijkt uit de lijst van Schutzhäftlingen. Ze heeft zich weten te redden, want na de oorlog keerde Johanna Geertruida (‘Antje’) Wigman terug op de Riedijk, in hetzelfde pand. Op 30 januari 1951 trok ze er weg en verhuisde naar de Merwestraat 201, waar ze op 29 november 1952 overleed.
        De dappere mejuffouw Wigman, dit voor de volledigheid, is de oudste dochter van Thijs Wigman (Zwolle, 14.8.1888) en Huiberdina Johanna Scheurwater (Dordrecht, 23.1.1889). Het echtpaar kreeg zeven kinderen: Willem (19.3.1914), Johanna Geertruida nummer 1 (geboren 15.8.1917, overleden 9.10.1917) Johanna Geertruida nr. 2 (16.4.1919), Pieternella (15.7.1920), Thijs (4.8.1923), Pieter (21.10.1925) en Trijntje (7.12.1917). Het gezin Wigman woonde in de Mariënbornstraat, in Zwijndrecht en op de Voorstraat, en was Nederlands-Hervormd. Haar vader werkte als stoker.
        Het gezin streek op 11 maart 1940 neer op de Riedijk. Behalve serveerster, was Antje Wigman ook inpakster en fabriekarbeidster. Ze is weliswaar ongetrouwd gebleven, maar heeft een kind gehad, blijkt uit het Dordtse archief: Willem, geboren op 11 maart 1940 en na drie maanden overleden, op 18 juni*. Op de overlijdensakte wordt geen vader genoemd.

Riedijk

Doordat het pand van de familie Van Baal en Van der Klooster zo herkenbaar is, aan het grote portiek en de drie ramen erboven, was op oude archieffoto’s van de Riedijk vrij makkelijk hetzelfde pand terug te vinden. Deze foto links is van 1935.
In hetzelfde pand aan de Riedijk 32 woonde de familie Wigman, en ook Mietje Viskoper.
Rechts nogmaals het pand Riedijk 32, nu van de andere kant gefotografeerd, in 1967, als bouwval. Het café waarin Mietje vluchtte, was hoogstwaarschijnlijk op nummer 28, twee panden naar links, het pand met de Coca Cola-reclame.
Foto's Regionaal Archief Dordrecht (RAD)


Michel Viskoper hertrouwde in 1952 met Geertruida van der Horst

Michel Viskoper overleefde de oorlog, en hertrouwde in 1952 met Geertruida van der Horst. De foto toont het echtpaar op latere leeftijd.
Foto Familiebezit

Overleefd
Mietje’s vader, Michel Viskoper, ging niet ten onder in de oorlog; hij is een overlever. En zo valt dat wonderlijke fotobijschrift te verklaren, waarin iemand het heeft over ‘Mietje, mijn zusje’.
        Het is op de Community-afdeling van Joods Monument dat bij stug doorzoeken naar Mietje’s levensloop, ineens dat bijschrift wordt aangetroffen. Het is er geplaatst door een zekere René Viskoper. Desgevraagd licht hij welwillend toe hoe de familie in elkaar steekt.
        Michel Viskoper heeft zelf òòk in Auschwitz gezeten, meldt René. “Binnen de familie gaat zelfs het verhaal dat hij er getuige van is geweest dat zijn vrouw en dochter naar de gaskamer werden afgevoerd. Ik weet niet of dit werkelijk gebeurd is. Mijn vader heeft na de oorlog vrijwel nooit gesproken over wat hem en zijn familie is overkomen.”
        Auschwitz was voor Michel Viskoper niet het einde. Hij is doorgestuurd naar Sachsenhausen, Dachau en ten slotte naar Allach, een nevenkamp van Dachau. Dit laatste kamp is bevrijd op 29 april 1945.
        Maar waar zaten vader en moeder Viskoper verstopt, in die tijd dat Mietje in Dordrecht was? René: “Ik ga er vanuit dat beiden in Amsterdam zijn achtergebleven. Een familielid heeft achterhaald dat Mietje op 30 november in ieder geval samen met haar ouders in Westerbork is aangekomen. Wij weten niet hoe die hereniging heeft plaatsgevonden. Op 8 februari is het hele gezin gedeporteerd naar Auschwitz, met transport nr. 86.”*
        Over Mietje’s moeder, Elisabeth Wijnschenk, kan René Viskoper niets zeggen. Hij heeft haar immers als na-oorlogse boreling niet gekend. “Wij hebben een paar foto’s, waarop zij misschien zou kunnen staan, maar wij hebben geen flauw idee hoe zij eruit heeft gezien.”

verslag van het proces tegen jodenjager Harry Evers

Een verslag van het proces tegen jodenjager Harry Evers in het Dordtsch Dagblad van 7 maart 1950.
Onderin de eerste kolom worden de personen genoemd die zoal door Evers zijn gearresteerd.
Mejuffrouw J.C. Wigman en “mej. M. Vischkoper” staan na elkaar genoemd.
Foto Stichting Max van Pelt


Mietje’s vader Michel Viskoper overleed op 11 december 1982

Mietje’s vader Michel Viskoper overleed op 11 december 1982,
dit is de overlijdensadvertentie in De Telegraaf van 14.12.1982.

Kinderen
Dan nu het na-oorlogse tijdperk. Michel Viskoper hertrouwde met Geertruida van der Horst (Amsterdam, 12.2.1922). Dat was in 1952, maar lang voor die tijd kregen zij al kinderen: Miep (1946), Catharina 1 (1947, overleed in 1948), Catharina 2 (1953) en tot slot René (1956). “Voor de oorlog”, legt hij uit, “kende mijn vader mijn moeder al. Vrij snel nadat hij terugkeerde, zijn zij gaan samenwonen. Het was nog niet mogelijk om te trouwen, omdat eerst het overlijden van zijn vrouw officieel moest zijn.”
        Michel Viskoper begon na de oorlog een atelier voor damesconfectie, eerst op meerdere adressen in Amsterdam, later in Hilversum. In 1957 verhuisde hij met zijn gezin naar Hilversum, weer later vestigden hij, zijn vrouw en hun jongste kind René zich in Amstelveen, nog altijd de woonplaats van de laatste. In Amstelveen is Michel Viskoper op 11 december 1982 overleden. Zijn tweede echtgenote Geertruida stierf vele jaren later pas,
op 4 februari 2003.
        Van Michel’s eerste vrouw mag dan geen foto voorhanden zijn (althans niet herkenbaar voor René en zijn twee zussen) van Michel’s tweede gezin is overvloedig materiaal beschikbaar.”Mijn vader was een fervent filmamateur en heeft veel gebeurtenissen uit ons leven vastgelegd.”
        Dat deed hij ook van de bijeenkomsten en feesten die een vereniging van familieleden organiseerde. “Ongeveer zeven jaar na de oorlog,” zegt René, “kwam een groep overlevenden bij elkaar voor de viering van het 12,5-jarig huwelijk van een familielid van ons. Daar ontstond het idee om een vereniging te starten en vaker dingen met elkaar te doen.”
        Die beelden zijn in 2011 de basis geweest van een documentaire van David Blitz. De Joodse Omroep heeft de documentaire uitgezonden, via deze link is zij nog terug te kijken: http://www.npo.nl/van-feest-komt-feest/.

Stolperstein voor Mietje

De Stolperstein voor Mietje werd in januari 2016 gelegd in afwezigheid van de familie. Die was de werkgroep toen nog niet bekend. Inmiddels heeft de familie het steentje bezichtigd en mevrouw Kievit gesproken. Foto Redactie Website

Schok
Terugkerend naar zijn halfzusje Mietje vertelt René dat het hem en zijn zussen tot een paar jaar geleden “totaal onbekend” was dát zij in Dordrecht zat ondergedoken en al helemaal hoe honds zij door Evers is behandeld. Hij las erover op deze website. “Het was een grote schok voor ons om dat verhaal te lezen. Deze ontdekking was een complete verrassing voor ons” - doordat zijn vader over de oorlogstijd voornamelijk zweeg.
        Naar aanleiding van het verhaal ging René Viskoper proberen uit te vissen naar welké zijn halfzusje indertijd vluchtte. Hoewel de Riedijk meerdere cafés en proeflokalen heeft gekend, denkt hij dat ’t het legendarische schipperscafé Van Zon was, op nummer 88-90 (in de oorlog: 48 rood en zwart). Hij ontdekte althans in de beeldbank van het Regionaal Archief Dordrecht, bij foto’s van deze populaire kroeg, een oude oproep van L. Wigman-Pukropp. “Dat bleek een nichtje te zijn van de mejuffrouw Wigman bij wie Mietje ondergedoken was. Zij kon mij vertellen dat Mietje vaak werd genoemd binnen de familie, al had zij zelf geen herinnering aan haar.”
        Maar René’s vaststelling klopt chronologisch niet. Café Van Zon dateert van ver na de oorlog; het is een anderé (zie het kader).

****

steenlegging voor Mietje Viskoper

Een klein gezelschap van belangstellenden en betrokkenen luistert op de koude Riedijk naar Maarten-Jan Leentvaar, een van de drie sprekers bij de steenlegging voor Mietje Viskoper.
Foto Perry Bos


De Stolperstein voor Mietje is al geplaatst, buiten medeweten van René en zijn zussen. De werkgroep wist spijtig genoeg van hun bestaan niet af. “Jammer dat wij niet bij de onthulling aanwezig waren, maar het doet ons goed te horen dat er een steentje voor haar is.”
        Het is pas kort geleden dat tot hem en zijn zussen echt doordrong dat Mietje “gewoon ons zusje was”: lang is Mietje de dochter geweest uit het eerste huwelijk van hun vader. “Waarschijnlijk was dit uit zelfbescherming, want anders komt de ellende wel opeens heel dichtbij.” Maar nu ontlopen ze dat besef niet meer.
        Inmiddels hebben ze met z’n allen de Stolperstein op de Riedijk bekeken. En om de herinnering aan het halfzusje levend te houden, heeft René Mietje’s naam geadopteerd voor het namenmonument, dat in Amsterdam komt te staan.

huizen waarin de verschillende gezinnen Braadbaart woonden

René Viskoper, de halfbroer van Mietje, heeft zijn zusje opgegeven voor het Namenmonument
dat in Amsterdam komt te staan.


Ooggetuige Jeanne Kievit:
‘Mietje was een prachtig mooi kindje’

Wonderlijk is de route die mevrouw A.J.C. (‘Jeanne’) Kievit-van der Klooster in haar leven heeft genomen.
        Ze is geboren op de Riedijk 32. En thans, 87 jaar later en na allerlei omzwervingen door de stad, woont ze aan de overkant, eenhoog in de ‘Schouwse Stock’, een complex seniorenappartementen. Ze kijkt zo uit op de plek waar het leven voor haar begon.
        Weliswaar is haar geboortehuis lang geleden al gesloopt - zoals zoveel op de Riedijk, vroeger Dordrechts bekendste volksstraat, is afgebroken. Maar ze kan het pand moeiteloos terugroepen in haar geheugen, en even moeiteloos kan ze opsommen wie zoal waar woonde toentertijd, pand na pand.
        Mietje Viskoper bijvoorbeeld, dat joodse meisje dat zo ongenadig werd behandeld door politieagent Harry Evers, is één van diegenen. Jeanne Kievit heeft haar gekend. Ze herinnert haar zich als een “prachtig mooi meisje”. Het kind zat ondergedoken bij mejuffrouw Wigman. Hoe Jeanne Kievit dat zo zeker weet? Heel eenvoudig: de familie Wigman woonde in het pand waar Jeanne geboren is. Dan is elke vergissing uitgesloten.
        Jeanne Kievit is de enige, nog levende Dordtse die Mietje Viskoper kan omschrijven. Dat maakt haar tot een belangwekkende ooggetuige. Vandaar dit interview.

Kroeg
Ze kwam ter wereld op 19 oktober 1928, als enige dochter van Adrianus (‘Adrie’) Cornelis van der Klooster en Adriana Cornelia (‘Jaantje’) van Baal. Het gezin, dat verder nog twee jongens telde, woonde op de Riedijk 32. Beneden bevond zich café C. van Baal, dat eigendom was van Jeanne’s opa en oma. Boven was een groot woonhuis, twee verdiepingen hoog.
        In 1936 of 1937 verhuisde het gezin Van der Klooster naar de Voorstraat 26. Daar hadden opa en oma een kroeg gekocht, het Hof van Holland, dat Jeanne’s vader vervolgens ging runnen. Nog regelmatig kwam Jeanne op de Riedijk. “Als kinderen speelden we op de Voorstraat en op de Merwekade. En op de Riedijk haalde je de boodschappen, bij de slager, de melkboer. Ik kwam er eigenlijk elke dag. Je kende elkaar.”
        Zo kon het gebeuren dat Jeanne Kievit, hoewel een eind verderop wonend, in de oorlog Mietje Viskoper leerde kennen, een Amsterdams meisje dat acht jaar jonger was. “Ze woonde in ons oude woonhuis. Het café was al opgeheven, op die plek was nu een groot portiek. Boven woonde de weduwe Dien Wigman-Scheurwater - de oude vrouw Wigman, zoals wij haar noemden - met haar kinderen. Ik weet hun namen nog. Haar oudste dochter heette Antje (voluit: Johanna Geertruida, red.), verder had je de zonen Wim, Thijs en Pieter, en de jongere dochters Pieternella (‘Nel’) en Trijntje.”

Illegaal
Het was Antje aan wie de zorg over Mietje was toevertrouwd, merkte Jeanne, waarschijnlijk omdat ze de oudste was. “Het was zogenaamd haar kindje.”
        “Miepie noemde wij Mietje. Ze was er ineens, in 1942 of 1943; die tijd zal het wel geweest zijn. Waar ze vandaan kwam; daarover hebben we haar nooit lastiggevallen. Wij respecteerden dat. We hebben nooit gevraagd: ‘Wie is dit?’ Ze was er gewoon.”
        “We wisten wel dat het een jodenmeisje was, en een onderduikster. Dat ze illegaal was. Dat zei je als kinderen tegen elkaar. Maar verder zwegen we erover. Miepie kwam ook wel mee naar buiten, hoor. Overdag wandelde ze met Antje. Hoe lang ze ondergedoken is geweest? Hooguit een jaar, elf maanden. Even plotseling als ze was gekomen, was ze weer verdwenen. En daar werd door ons verder ook nooit over gesproken. We waren zelf nog kinderen, ik was elf toen de oorlog begon.”
        “Het was een prachtig mooi kindje, een schat. Ze droeg mooie, dure kleren. Ik weet nog heel goed wat voor kleren ze aan had, da’s heel stom. Ik zie een angora-vestje voor me, en een gebreide of gehaakte muts, een leuke muts.”

Verbaasd
Jeanne Kievit begreep pas bij de steenlegging in januari 2016 wat er met Mietje Viskoper is gebeurd: vergast in Auschwitz. Ze schrok ervan; ze heeft dat nooit geweten. Als haar tijdens het interview nog meer details worden verteld, bijvoorbeeld over het brute gedrag van jodenjager Evers, kan ze alleen maar zwijgend het hoofd schudden, met verbaasde ogen.
        Zodra het vermoeden ter sprake komt van halfbroer René Viskoper, namelijk dat Mietje Café Van Zon was ingedoken toen ze op de vlucht sloeg, reageert ze meteen resoluut. “Ach, nee, dat kan helemaal niet. Café Van Zon is van ver na de oorlog, en er hebben er nog een paar vòòr gezeten, Windhuis, Engels. Bovendien lag dat café verder weg van nummer 32. Ik denk dat het eerder het Café van Cornelis (‘Cees’) van Tooren is geweest, op nummer 28. Da’s bijna naast de deur.”

Esther
Ze grijpt de gelegenheid aan om te informeren naar het lot van een ander meisje, Esther Sera Meijer. Jeanne Kievit heeft haar nog beter gekend dan Mietje. Esther, geboren in 1923 en dus vijf jaar ouder dan Jeanne, woonde op de Voorstraat recht tegenover de familie Van der Klooster, op nummer 27. Ze heeft Esther gearresteerd zien worden, en dát beeld achtervolgt haar nog altijd, dagelijks. Het gebeurde, zo blijkt uit gedigitaliseerde politierapporten, op dinsdag 10 november 1942.
        Vooraf vertelt Jeanne dat Esther’s moeder, Betje Meijer-Braadbaart (1882), vaak voor de deur op de stoep zat. “Het was een dikke, lieve vrouw, zo’n typische jodenmoeder, met een wijde rok aan. Ik deed wel eens boodschappen voor haar, bijvoorbeeld bij V&D, met een bon. Ik weet niet meer wat het was, zeep misschien of een toiletartikel.”
        Op die 10de november werd de familie Meijer ingeladen, althans vader Salomo Herman (1883) en twee van de drie kinderen, Esther en Karel (1917). De moeder en zoon Izaak Philip (1915) verbleven elders; zij worden niet genoemd in het politierapport. Jeanne, zichtbaar ontdaan: “Ik heb het nog steeds op mijn netvlies; dat ze weggehaald zijn. Dat gaat nooit meer weg. Het was met een vrachtwagen, de klep was omlaag gedaan. Esther had een appel in d’r hand en een flesje.” Esther was als enige van het gezin al na negen dagen dood, omgebracht in Auschwitz op 19 november. De andere gezinsleden werden op andere dagen de dood ingestuurd, en soms in andere vernietigingsoorden: Salomo: Auschwitz, 12 februari 1943, Betje: Sobibor, 5 maart 1943, Izaak: Auschwitz, 30 september 1942 en Karel: Blechhammer, 13 februari 1943.
        Tijdens het interview herhaalt Jeanne Kievit het voorval steeds opnieuw, in vrijwel gelijke bewoordingen; ze is er merkbaar gewond geraakt. “Het heeft me nooit meer losgelaten. Ik ben er altijd mee bezig, elke dag. ’t Is niet dat ik er ziek van ben, maar het laat me ook niet los.”

****

Jeanne Kievit keerde in 1989 terug op de Riedijk, die deels onherkenbaar was geworden. Haar man, K.C. Kievit, overleed in 1993, haar moeder in 1994.
        Eerlijk gezegd heeft ze niet zoveel binding meer met de Riedijk, zegt ze, ze is de buurt ontgroeid. Maar laatst sprak ze een man, die maar verlekkerd bleef zeuren over de Riedijk van vroeger – er waren veel kroegen en veel hoeren, oh, oh, oh.
        Dit afgeven op de Riedijk irriteerde Jeanne. “Mijn haren gingen er van overeind staan, dat komt misschien omdat ik er geboren ben. ‘Meneer’, beet ze de man toe, ‘niet de mensen die hier op de Riedijk woonden, waren slecht, maar de mensen die er kwamen.’”

moeder mevrouw Kievit

Deze foto koestert mevrouw Kievit. Haar moeder staat erop (midden) en haar oma (links met schort).
De vrouwen staan voor de ingang van café Van Baal, dat in de jaren dertig is opgeheven.
Foto Familiebezit


Antje Wigman had nóg een zoon, Hans

Antje Wigman, de moedige onderduikhelpster uit het verhaal hierboven, heeft nóg een kind. Dat openbaarde mevrouw Addy Bos in een e-mail aan de redactie van deze Stolpersteine-website. Zij had daar het verhaal doorgenomen en was verbaasd te lezen dat Antje slecht één kind zou hebben gehad, zoon Willem − die werd geboren op 11 maart 1940, maar die al na drie maanden stierf, op 18 juni. “Dit klopt niet”, corrigeerde zij. “Er is ook nog een Johan Wigman, roepnaam Hans, geboren in 1950.”
        De redactie meldde Addy Bos dat zij van zijn bestaan gewoonweg niet afwist, en dat hij daarom ongenoemd is gebleven. Maar het is een kleine moeite om dit recht te zetten – en dat gebeurt bij deze.
        Ter herinnering: Antje Wigman, voluit geheten Johanna Geertruida geheten, was de ongetrouwde serveerster die woonde op de Riedijk, op nummer 32 rood, bij wie de 7-jarige Mietje Viskoper kon onderduiken. Het kind werd bij een inval op 15 november 1943 onder een deken gevonden door de agent en jodenjager Harry Evers. Op 11 februari 1944 werd ze vermoord in Auschwitz.

overlijdensadvertentie voor Hans Wigman

De overlijdensadvertentie voor
Hans Wigman, in ‘De Dordtenaar’
van 18 juni 2003.

Schoonouders
Addy Bos legde in haar e-mail waarom juist zij weet van het bestaan van Hans Wigman: zijn moeder Antje (16.4.1919) heeft Hans opgevoed totdat zij overleed op 29 november 1952, op 33-jarige leeftijd. Daarna kwam Hans terecht bij Nellie Bos, officieel geheten Pieternella Bos-Wigman (15.7.1920). Nellie was een zus van Antje en getrouwd met Jan Bos. En Nellie en Jan zijn schoonouders van Addy Bos; zo zit het.
        Het echtpaar Bos heeft voor Hans gezorgd tot zijn 16de of 17de jaar. Hij is toen gaan werken voor en varen bij een Zwitserse maatschappij. Op die manier heeft hij op een dag kennisgemaakt met de Zwitserse Maja Eichenberger. Zij trouwden in Dordrecht. Het echtpaar ging per 21 september 1971 wonen op de Riedijk, op nummer 5 rood (nu: 7). Voor die tijd was het woonadres van Hans Torenstraat 66, de woning van zijn pleegouders.
        Hans Wigman is net als zijn moeder betrekkelijk jong overleden, op 12 juni 2003, 52 jaar oud. In de overlijdensadvertentie in De Dordtenaar van 18 juni schrijven zijn echtgenote en andere familieleden dat hun man, neef en zwager “voor ons veel te vroeg”, maar “zacht en kalm na een geduldig gedragen lijden” is heengegaan.
        Nellie Wigman, de pleegmoeder van Hans, overleed twee jaar later, op 18 april 2005. Zij verbleef toen in ‘Het Parkhuis’, een verpleeghuis in Dubbeldam. Zij is 84 jaar geworden. Ook haar man Jan Bos leeft niet meer.


Waar zaten vader en moeder
Mietje Viskoper verstopt?

dag- en nachtrapport van de Amsterdamse politie met vermelding ouders van Mietje

In het dag- en nachtrapport van de Amsterdamse politie staat genoteerd dat de ouders van Mietje,
vader Michel en moeder Elisabeth, op 24 november 1943 zijn binnengebracht, om 17 uur.
De bedragen die erbij staan, zijn kennelijk de hoeveelheid geld die zij bij zich hadden.
Foto Stadsarchief Amsterdam


Rotterdamse arrestantenkaart van Antje Wigman

De Rotterdamse arrestantenkaart van Antje Wigman,
de vrouw die Mietje in Dordrecht verborg. Antje werd op
17 november 1943 in bewaring genomen en op 31 december naar Vught gebracht.
Foto Stadsarchief Rotterdam

[* In september 2020 zond drs. Aaldrik Hermans uit Laren, wetenschappelijk onderzoeker WOII, de redactie van deze Stolpersteine-site documenten toe, waaruit iets meer valt af te leiden over de verblijfplaats van de ouders van Mietje Viskoper. Zoals René Viskoper in het bovenstaande verhaal al veronderstelt, zijn vader Michel Viskoper en moeder Elisabeth Catharina inderdaad in Amsterdam achtergebleven. Op 24 november 1943 worden zij tegelijk gearresteerd, om 17 uur. Dit staat zo genoteerd in de dag- en nachtrapporten van de Amsterdamse politie, zie de afbeelding van de desbetreffende pagina. Hermans meldt dat de ouders op 30 november 1942 aankomen in kamp Westerbork, waar zij in strafbarak 67 komen te zitten. Zo’n tien dagen later, op 10 december, komt ook Mietje in Westerbork aan, met een gevangenentransport uit Rotterdam. Zoals in het hoofdverhaal is beschreven, werd zij in Dordrecht opgepakt. Gedrieën zijn vader, moeder en Mietje vervolgens op 8 februari 1944, twee maanden later, op transport gesteld naar Auschwitz. Daarvan getuigt de notitie op hun persoonskaarten van de Joodsche Raad, die zijn aangetroffen in het zogenoemde Arolsenarchief, het Duitse nazi-archief: “Tr 8.2.44”.
        Mietje en haar moeder werden op 11 februari 1944 bij aankomst direct vermoord, stellen ‘Joods Monument’ en ook Aaldrik Hermans. Eerder kon JM geen datum melden. Mietje is 7 geworden, Elisabeth 27.
Vader Michel werd in Auschwitz van zijn gezin gescheiden. Via Sachsenhausen en Dachau kwam hij uiteindelijk in het bijkamp Allach van Dachau terecht, waar hij op 29 april 1945 werd bevrijd, zoals René Viskoper al meedeelde. Michel Viskoper is overleden in december 1982.
        Onderzoeker Hermans heeft ook nog aanvullende informatie gestuurd over Johanna Geertruida (‘Antje’) Wigman, de ongetrouwde serveerster bij wie Mietje Viskoper was ondergedoken. Hij schrijft: “Op 10 december 1943 krijgt de Transportdienst Rotterdam de opdracht om een groep gedetineerden af te voeren naar de kampen Westerbork en Vught. Een deel van deze groep komt uit Laren (NH), waar op 15 november 1943 twee invallen geweest zijn op onderduikadressen, de rest lijkt uit Rotterdam zelf te komen.” Antje Wigman is volgens de Rotterdamse arrestantenkaart op 31 december 1943 afgevoerd naar Vught.
        De niet-joodse Antje Wiegman heeft de oorlog overleefd, zij stierf in november 1952.]

persoonskaarten van Michel, Elisabeth en Mietje Viskoper

De persoonskaarten van Michel, Elisabeth en Mietje Viskoper uit het archief van de Joodsche Raad,
laten zien dat zij tegelijk op transport werden gesteld, op 8 februari 1944.
Vader Michel overleefde verschillende concentratiekampen én de oorlog.
Foto Arolsen Archives



< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'