Het voorbije joodse dordrecht

Oud-Dordtenaar Lodewijk Hamburger
vluchtte met familie bijtijds naar de VS

witte pand rechts aan de Dubbeldamseweg-Noord

In het witte pand rechts aan de Dubbeldamseweg-Noord,
bij de rotonde met het Oranjepark, de Toulonselaan en
de Transvaalstraat, op toenmalig nummer 40 (nu: 58),
woonde de familie Hamburger tijdens de Dordtse periode
het langst, van 26 maart 1920 tot 21 oktober 1924.
Foto Google Streetview

Het was net op tijd.
        Een jaar voordat de nazi’s Nederland zouden bezetten, is het zestallige joodse gezin Hamburger Nederland ontvlucht: vader Lodewijk Hamburger, moeder Josephine Elion en hun vier kinderen. In februari 1939 voeren zij met het ss Nieuw Amsterdam via het Engelse Southampton naar New York. Op hetzelfde schip bevonden zich drie familieleden van Josephine: haar broer Eduard, diens echtgenote en hun kind. Ook zíj wilden per se uit handen blijven van de oorlogszuchtige, jodenhatende Duitsers, in wier land al vanaf 1933 de naziheerschappij heerste.
        Later in 1939 breidde de uittocht zich nog uit. Evelina Elion-De Jong, de moeder van Josephine stak in april de oceaan over, zo ook de ouders van Lodewijk, Alexander en Bertha Hamburger. Twaalf mensen die met opzet hun vaderland verlieten, en er ook nooit meer zouden terugkeren. Ze verspreidden zich over de VS, en wonen er nog altijd of zijn er inmiddels begraven.
        Dr. ir. Lodewijk Hamburger is een oud-Dordtenaar. Dat is de reden waarom hier aan hem en zijn nabije familieleden dit artikel wordt gewijd. Hamburger woonde zeven jaar in Dordrecht. Zijn dochter Bertha Eveline, de eerste van vier kinderen, is er geboren, in januari 1926, enkele maanden voordat het gezin Dordrecht inruilde voor Den Haag.
        In zijn Dordtse tijd heeft Lodewijk de N.V. Stikstofbindingsindustrie ‘Nederland’ gesticht en geleid. Dit was in Nederland de eerste, en bleef de enige onderneming die stikstof uit de lucht kon binden. De fabriek, gevestigd aan de Kilkade nabij de Zeehaven, is in 1952 gesloten. De buitenlandse concurrent (uit Tsjecho-Slowakije) bleek aanmerkelijk goedkoper; de NV had geen afzetgebied meer voor haar producten. Maar toen had Hamburger er al lang geen bemoeienis meer mee; hij was immers voor de oorlog al geëmigreerd.
        In dit verhaal wordt de Dordtse periode van het gezin Hamburger in grote lijnen geschetst. Ook wordt beschreven hoe Lodewijk Hamburger en de zijnen net op tijd in veiligheid de ‘overkant’ wisten te bereiken en hoe het ze overzee is vergaan. Ondertussen veranderde hij overigens driemaal van voornaam (Lodewyk, Lawrence, Ludwig) en tweemaal van achternaam (Harburry en Harbury).

dr.ir. Lodewijk Hamburger

Dit is dr.ir. Lodewijk Hamburger,
de hoofdpersoon van dit artikel, op oudere leeftijd.
Foto uit boek ‘Persoonlijkheden in het koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld’

Website
Eerlijk is eerlijk: Lodewijk Hamburger zou als joodse oud-Dordtenaar onontdekt zijn gebleven, als niet de website JoodserfgoedRotterdam.nl een signalerend verhaal aan hem had gewijd. Hamburger verbleef immers slechts relatief kort in Dordrecht en had de stad ver voor de oorlog verlaten, Nederland zelfs toen ook al. Deze Dordtse Stolpersteinewebsite focust op Dordtse slachtoffers én overlevenden van de Holocaust, en in dat verband wordt niet zo gauw gekeken naar personen die in de jaren twintig even Dordts waren en na de oorlog Amerikaan.
        Op 17 juni 2023 publiceerde ‘JoodserfgoedRotterdam’ het artikel waarin Lodewijk Hamburger en de stikstoffabriek een hoofdrol hebben gekregen. Daaruit wordt hier zo nu en dan geciteerd. Zelf heeft de redactie van deze Dordtse website nader en aanvullend onderzoek gedaan, hierbij geassisteerd door de Dordtse archiefonderzoekster Erica van Dooremalen.
        Hoe Lodewijk later ook is gaan heten, officieel en origineel is hij als Lodewijk Hamburger ter wereld gekomen – op 12 december 1890 in Amsterdam. Zijn vader is de bankier Alexander Hamburger (Utrecht, 7.10.1858), die in Amsterdam de stichter werd van Hamburger & Co.’s Bankierkantoor. Zijn moeder is de Duitse Bertha Cosman (Recklinghausen, 10.9.1860).
        De ouders waren op 25 september 1883 getrouwd in het Duitse Essen, hij was toentertijd 24, zij 23. Lodewijk werd hun vijfde en laatste kind. Aan hem vooraf gingen: Maurits (1884), Albert (1886), Gustaaf (1887) en Celine Frederika (1889).

De stikstoffabriek aan de Kilkade in Dordrecht

De stikstoffabriek aan de Kilkade in Dordrecht, in de jaren dertig. Lodewijk Hamburger was er de directeur van,
samen met dr. E. Ch. Prins uit Delft.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nummer 552_309436)

Proefschrift
Volgens het boek Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld, een naslagwerk dat in 1938 is gepubliceerd en nu digitaal oproepbaar is, bezocht Lodewijk in Amsterdam de hbs en in Delft de TH. In 1912 werd hij “met lof” scheikundig ingenieur en trad hij vervolgens in dienst bij Philips’ Gloeilampenfabrieken, waar hij de eerste research-ingenieur werd.
        In 1917 promoveerde Lodewijk, opnieuw cum laude, tot doctor in de technische wetenschappen, op een proefschrift over “Lichtemissie van gassen en mengsels van gassen bij elektrische ontladingen”.
        Nog in hetzelfde jaar werd hij in Schiedam, tijdens de Eerste Wereldoorlog, leider van het zogenoemde ‘Syndicaat ter Bereiding van Chemische Producten’. Het was op basis van “met dit onderzoekssyndicaat verkregen uitkomsten” dat in Dordrecht de N.V. Stikstofindustrie Nederland was opgericht, met Hamburger als directeur.
        Dit exportbedrijf was niet alleen als zodanig de eerste industrie in Nederland, het was tegelijk de “eerste ter wereld”, dat “aan het probleem der binding langs den zogenaamde cyanide-weg een zoodanige oplossing vermocht te geven, dat het zich zonder eenigen steun van overheidswege uitstekend heeft kunnen handhaven”, aldus het naslagwerk in vooroorlogs Nederlands.

Dordtse archiefkaart van Lodewijk en Josephine

De Dordtse archiefkaart van Lodewijk en Josephine, voor- en achterzijde.
Josephine vestigt zich per 21 oktober 1924 in Dordrecht, zo is te lezen.
Foto’s RAD

Wijnstraat en Oranjelaan

Hamburger woonde al vanaf 4 januari 1919 in Dordrecht, eerst aan de Wijnstraat, op nummer 52 (nu: 92), het pand rechts bij de vrouw met de fiets.
Foto Google Streetview

Een week na haar komst verhuist het echtpaar naar de Oranjelaan, naar nummer 32 (nu 280), het pand met de boom in de tuin.
Foto Google Streetview

trouwdadvertentie Hamburger en Josephine Elion

Op 23 september 1924 trouwde Amsterdammer Hamburger in Haag met Josephine Elion, afkomstig uit Rotterdam.
In een advertentie in het ‘Algemeen Handelsblad’ van dezelfde dag bedankt het bruidspaar voor “de vele blijken van belangstelling, bij hun huwelijk ondervonden”.
Foto Delpher

Verhuisd
Lodewijk Hamburger woonde aanvankelijk alleen in Dordrecht, vanaf 4 januari 1919, komend uit Den Haag. Hij betrok een pand aan de Wijnstraat, op nummer 52 (nu: 92). Ruim een jaar later, op 26 maart 1920, verhuisde hij naar de Dubbeldamseweg, naar nummer 40 (nu: 58). En op dat adres kwam zijn vrouw hem op 21 oktober 1924 vergezellen. Een maand eerder, op 23 september, was Lodewijk in haar woonplaats Den Haag getrouwd met deze eveneens joodse Josephine Elion (Rotterdam, 22 maart 1897). Zij was 27, hij al 33.
        Nog in Dordrecht beviel Josephine van het eerste kind: Bertha Eveline, op 29 januari 1926. Het echtpaar woonde al niet meer op de Dubbeldamseweg, maar was op 30 oktober 1924, dus een week na haar komst, verhuisd naar de Oranjelaan, nummer 32 (nu: 280).
        Vader Lodewijk was zich intussen, vanaf 1925, “weer meer” gaan wijden aan wetenschappelijk onderzoek, “waarbij”, aldus het naslagwerk, “de verworven scholing en ervaring ook op econometrisch en technisch-economisch gebied benut werd”. Hij ging onder veel meer tal van artikelen op chemisch en fysisch gebied publiceren in binnen- en buitenlandse vaktijdschriften.
        De website ‘JoodserfgoedRotterdam’ bericht dat er in het voorjaar van 1925 in de fabriek een staking uitbreekt, die maanden heeft geduurd. “De burgemeester van Dordrecht poogde in mei 1925 te bemiddelen, wat niet tot effect leidde.” Pas eind juli kon de Volkskrant berichten dat de staking werd beëindigd, dankzij bemiddeling van burgemeester Pieter Leonard de Gaay Fortman én de secretaris van de Bestuurdersbond.

Nieuwsberichten over de staking bij de stikstoffabriek

Nieuwsberichten uit ‘Het Volk’ van 24 april, 10 juni en 12 juni 1925, en een bericht uit ‘De Standaard’, van 8.5.1925, over de staking bij de stikstoffabriek.
Foto’s Delpher

Geboorteberichten

Dordrecht, waar Bertha Eveline op 29 januari 1926 als eerste van de vier kinderen Hamburger wordt geboren, wordt op 19 juli van dat jaar verlaten. Het gezin gaat naar Den Haag. De geboorte van Bertha stond onder andere in ‘De Maasbode’ van 31.1.1926. In Den Haag krijgen Lodewijk en Josephine nog drie kinderen, Henri Alexander Albert (‘Algemeen Handelsblad’ van 13.12.1927), Eveline Frederika (‘De Avondpost’ van 9.8.1929) en Albert Leonard (‘De Avondpost’ van 2.10.1931).
Foto’s Delpher

Octrooien
Dordrecht was op 19 juli 1926 voorbij.
        Het driekoppige gezin verhuisde naar Den Haag, naar de nummer 22 van de Jan van Nassaustraat. In die stad worden nog eens drie kinderen geboren, achtereenvolgens Henri Alexander Albert (11.12.1927), Eveline Frederika (8.8.1929) en Albert Leonard (30.9.1931).
        In 1932 wordt Lodewijk Hamburger in Den Haag adviserend ingenieur. Het naslagwerk: “Het aan zijn bureau verbonden research-laboratorium stelt hem in staat op chemisch gebied zoowel wetenschappelijk als practisch werkzaam te blijven.” Hij brengt verschillende octrooien op zijn naam, hij maakt “ettelijke buitenlandse reizen”, hij sticht het Delftsche Hoogeschoolfonds, is lid van de Hoogeschoolraad en bekleedt nog zoveel functies meer.
        De stikstofbindingsfabriek kreeg intussen een verbinding met het spoor. In 1927, zo rapporteert ‘JoodserfgoedRotterdam’, verstrekte de gemeenteraad een krediet van ƒ 11.000,- voor de aanleg ervan. “Voorwaarde was wel dat de N.V. jaarlijks 5% van de helft van de kosten voor haar rekening zou nemen, hetgeen zou vervallen wanneer een andere onderneming ook gebruik zou gaan maken van de spoorlijn. Bovendien moest de onderneming er akkoord mee gaan dat de spoorlijn over de zuidwesthoek van haar terrein zou lopen.”
        In februari 1939 hield de betrokkenheid van de Hamburgers bij Nederland definitief en voorgoed op. Lodewijk, 48 nu, voer met zijn 42-jarige echtgenote Josephine en vier kinderen naar New York, naar de VS. Dit zal zonder twijfel te maken hebben gehad met het oprukkende nazisme. Amerika werd als een veiliger land beschouwd.
        De exodus betrof méér mensen dan de zes leden van het gezin Hamburger. Aan boord van dezelfde Nieuw Amsterdam bevond zich ook de scheikundige ir. Eduard Elion, een broer van Josephine. Hij, geboren op 29 juli 1900 in Den Haag, maakte met zijn vrouw Annechiena Hinderina van Esso (‘Anny’, Rotterdam, 4.10.1911) en hun zoon Erik Harald (Den Haag, 4.12.1938) van krap vier maanden de overtocht, weg uit het onrustige Europa. Zij waren nog pas twee jaar daarvoor getrouwd, op 9 september 1937 in Rotterdam – hij op 37-jarige leeftijd, zij als 25-jarige.

passagierslijst van de ss Nieuw Amsterdam

In 1939 emigreert het gezin Hamburger op 2 april vanuit Southampton met het ss ‘Nieuw Amsterdam’ naar de VS, zoals blijkt uit deze passagierslijst. Ook het gezin van Eduard Elion, een broer van Josephine, verlaat Nederland met hetzelfde stoomschip.
Foto Familysearch

Haagse gezinskaart van dr. Hartog Elion

De Haagse gezinskaart van dr. Hartog Elion. Alle kinderen, ook moeder Evelina, zullen naar de VS vertrekken, op Max na. Vader Hartog overlijdt al op 13 april 1930, 77 jaar oud, aldus een advertentie in het ‘Algemeen Handelsblad’ van de volgende dag.
Foto Gemeentearchief Den Haag

Vader Hartog overlijdt al op 13 april 1930

Vader Hartog overlijdt al op 13 april 1930,
77 jaar oud, aldus een advertentie in het ‘Algemeen Handelsblad’ van de volgende dag.
Foto Delpher

Heineken
Wie was Eduard Elion, die zich in de VS Edward ging noemen, verder nog?
        Hij is een zoon van Heinekenadviseur dr. Hartog Elion (1853-1930) en Evelina de Jong (1873-1944), aldus Wikipedia. “Elions vader ontwikkelde het Heineken A-gist. Deze gist vormt nog steeds de basis voor het Heineken-bier.” In het koffietabelboek It could only be Heineken – 100 Stars, 100 Stories, verschenen in september 2020, valt aanvullend te lezen dat de gist “een merkbaar positieve invloed heeft op de kwaliteit en het bier zijn fruitige krakter geeft. Diezelfde A-gist is ook vandaag nog de kracht van Heineken.”
        Na de hbs studeerde Eduard scheikunde aan de Technische Universiteit van Delft, een studie die hij voltooide in 1925. Nadien was hij onderzoeker bij het Franse Pasteur-instituut.
        In 1927 promoveerde Eduard tot doctor aan de Universiteit van Parijs. Samen met zijn broer, Leonard Elion, ook een doctor in de scheikunde, richtte hij in Den Haag het Laboratorium voor Gistingstechniek en Toegepaste Chemie op. Later werd hij benoemd tot professor aan de hogere school voor Gistingsbedrijven te Gent.
        Dit alles liet Eduard achter zich om naar de VS te kunnen vluchten. Maar hij, zijn vrouw en piepjonge zoon waren niet de enigen.
        Op 22 april kwam ook de moeder van Eduard, Evelina Elion-de Jong, óók met het ss Nieuw Amsterdam, naar New York, waar zij in eerste instantie verbleef in hotel ‘The Brierfeld’. Evelina was een 65-jarige weduwe. Haar man Hartog was op 1 april 1930 in Den Haag gestorven, 77 jaar oud.
        Met Hartog had zij behalve Eduard, Josephine en Leonard ook zoon Max gekregen, op 10 oktober 1895 in Rotterdam. Op haar immigratiepapieren gaf Evelina als adres in Nederland van een naaste (nearest relative), haar zoon Max op – die ondanks de oprukkende jodenhaat aldoor in Nederland is gebleven.
        Bouwkundig ingenieur Max Elion studeerde in 1924 af aan de TH in Delft en woonde aan de Prins van Wiedlaan 26 in Wassenaar. Hij was directeur van de NV Ingenieurs-Bureau voor Bouwnijverheid. Hoe en waar Max de oorlog is doorgekomen, is onbekend. Mogelijk was hij niet joods meer. Want Max Elion, die op 20 januari 1988 in Den Haag als 92-jarige overleed, is begraven op de Nederlands Hervormde begraafplaats bij de Dorpskerk van Wassenaar. Daar ligt ook zijn echtgenote: Mary Rose Nieuwkerk (Amsterdam, 15 maart 1903 – Wassenaar, 1 november 1981; 75), met wie hij als 35-jarige op 25 mei 1931 in Amsterdam was getrouwd. Zij was indertijd 25.

passagierslijst met Evelina Elion-de Jong

Op 22 april 1939, enkele weken na het gezin van Eduard, komt ook zijn moeder, Evelina Elion-de Jong, naar de VS. Zij staat op nummer 16 van deze lijst.
Foto Familysearch

immigratiekaart van Bertha Hamburger en haar man Alexander

Uit deze immigratiekaart blijkt dat Bertha Hamburger en haar man Alexander als tachtigers ook de oversteek maakten, vanuit Monte Carlo. Zij gingen inwonen bij hun zoon Lodewijk, die hier Ludweg heet.
Foto Familysearch

Formulieren met volkstellingsgegevens. Op het ene wordt het gezin van Lodewijk genoemd, maar ook blijkt een neef van hem, Peter L. Hamburger (nr. 57) naar Amerika te zijn gegaan. Hamburger is al veranderd in Harbury. Op het andere staat het gezin van Eudard Elion

Formulieren met volkstellingsgegevens. Op het ene wordt het gezin van Lodewijk (51 t.e.m. 56) genoemd, maar ook blijkt een neef van hem, Peter L. Hamburger (nr. 57) naar Amerika te zijn gegaan. Hamburger is al veranderd in Harbury. Op het andere staat het gezin van Eudard Elion (36 t.e.m. 38).
Klik op de foto voor een vergroting
Foto Familysearch

Verengelst
In het oorlogsjaar 1940 zijn nog vier familieleden op de vlucht geslagen.
        Bijvoorbeeld Alexander en Bertha Hamburger, de ouders van Lodewijk. Zij voeren met het ss Quanza op 9 augustus vanuit het Portugese Oporto naar New York. Blijkbaar waren zij al langer weg uit Nederland, want op de immigratiekaart van Bertha staat dat zij laatst, voor vertrek, in Monte Carlo, in de stadstaat Monaco hadden verbleven.
        De uiteindelijke bestemming in de VS was Beverly Hills in Californië. Daar woonde Celine F. Hamburger, een dochter van hun zoon Lodewijk. Celine F. zal de verengelste naam zijn van Eveline Frederika (1929). Hun zoon Lodewijk heet nu op de immigratiekaart Ludwig, en hij woont in New Rochelle in de staat New York, op het adres 46 Neptune Avenue. Alexander is inmiddels 81, Bertha 80, maar hun gezondheid is “good”.
        Het derde familielid dat mee-emigreerde, betreft de 18-jarige Peter L. Hamburger. Hij is een neef van Lodewijk en Josephine. Ook hij gaat wonen in New Rochelle. Peter heet voluit Peter Lionel, is geboren in Amsterdam op 21 juli 1921 als zoon van Gustaaf Hamburger en Clara Bertha Gerzon.
        Het vierde familielid is dr. Leonard Elion, de broer van Josephine, Max en Eduard. Volgens volkstellingsgegevens van 22 april 1940 woonde hij in Mamaroneck, in de staat New York – samen overigens met zijn 35-jarige vrouw Eline (later: Elaine) Schrijver (Amsterdam, 12.9.1904), hun 8-jarige zoon Henri (Henry) Elion (Den Haag, 24.1.1932) en de 4-jarige dochter Annemarie Sophia (Den Haag, 28.9.1935).
        Al met al blijken in totaal zeventien familieleden te zijn uitgeweken.
        Intussen woedde aan het begin van de oorlog brand op het terrein van de stikstofbindingsindustrie in Dordrecht. Volgens ‘JoodserfgoedRotterdam’ werd een deel van het bedrijf daarbij “verwoest” en “kon de export naar overzeese gebiedsdelen niet meer plaatsvinden”. Bovendien waren de grondstofprijzen “al sinds 1939 hoger en pakten de bedrijfsresultaten voor 1940 daardoor niet goed uit.
        Desondanks draaide de fabriek nog “de hele oorlog door”.

Oorlogsschade aan de stikstoffabriek in Dordrecht

Oorlogsschade aan de stikstoffabriek in Dordrecht, maar de fabriek blijft de hele oorlog doordraaien. Foto RAD (nr. 552_3291034)

Gescheiden
Hoe verging het de uitgeweken Hamburgers en Elions in de VS, hun nieuwe bakermat?
        Voor- en achternamen van de Hamburgers veranderden, zeer waarschijnlijk om ze beter uitspreekbaar te maken in het Amerikaans. In 1940 heette Lodewijk, die al eens Ludwig was genoemd, voortaan Lodewyk Harburry, met dubbel r, meldt ‘JoodserfgoedRotterdam’. In 1941 verhuisde het gezin naar Glenn Falls en werd het Lawrence Harbury, met één r. De achternamen van zijn vrouw Josephine en die van de kinderen veranderden vanzelfsprekend mee. Iedereen heette voortaan Harbury.
        Bertha Evelina, het Dordtse kind van Lodewijk en Josephine, woont blijkens volkstellingsgegevens van 1950, opgezocht door Erica van Dooremalen, niet meer in New Rochelle, maar in Los Angeles, als lodger (huurder) en ze is ongetrouwd. Op een niet-vindbare datum trouwt zij met Charles Robert Dawson (Buffalo, 2.12.1925) en krijgt met hem twee kinderen: Sharon Elizabeth Dawson (nu: Redgrave) en Stephen Scott Dawson.
        In januari 1970 scheidt zij. Bertha hertrouwt op 6 mei 1972 als 46-jarige met William F. Russell; haar ex hertrouwt op 14 juli 1984 met Jacqueline Kincaid Lail.
        Van haar twee broers (Henri Alexander Albert en Albert Leonard) is alleen te achterhalen dat de laatste op 90-jarige leeftijd is gestorven in Clemmons, op 1 december 2021. Bij die gelegenheid leefde Bertha nog; actuelere informatie is niet beschikbaar. Van Dooremalen dolf alleen nog op dat Bertha Eveline Harbury Russell in 1993 vijftig jaar lid was van de studentenvereniging Alpha Omicron Pi van de Syracuse University. Zij moet daar dus in 1943-1944 hebben gestudeerd.

Foto’s van Albert Leonard Harbury en zijn vrouw Ann op de Amerikaanse herdenkingssite Ever Loved.com

Foto’s van Albert Leonard Harbury (het vierde kind van Lodewijk en Josephine) en zijn vrouw Ann, geplaatst op de Amerikaanse herdenkingssite ‘Ever Loved.com’. Albert is 90 geworden.
Foto Website Ever Loved

Josephine overlijdt plotseling in de NRC van 23.3.1971

Josephine, de vrouw van Lodewijk, overlijdt plotseling, vermeldt deze advertentie in de ‘NRC’ van 23.3.1971. Zij is 74 geworden. Haar man stierf drie jaar eerder al.
Foto Delpher

Sterfgevallen
De ouders van de Dordtse Bertha, Lodewijk en Josephine, zijn al decennia niet meer in leven. Lodewijk overleed als een Harbury op 7 januari 1968, 78 jaar oud, in Menlo Park, Californië. Josephine volgde drie jaar later. Zij stierf op 19 maart 1971, als 73-jarige in Santa Barbara. Haar dood werd meegedeeld in een advertentie in de NRC, die de “enige algemene kennisgeving” was. De advertentie was op 21 maart 1971 geplaatst door M. Elion en M.R. Elion-Nieuwkerk uit Den Haag, Jan Muschlaan 58. Dit is de al genoemde Max Elion.
        De ouders van Lodewijk, ofwel: de grootouders van Bertha, stierven al in de jaren veertig. Toen zij de oceaan overbrugden, in 1940, waren zij al tachtigers. Ze hebben beiden nog enkele jaren kunnen leven in hun nieuwe land. Alexander ging als eerste heen, in Los Angeles, op 10 augustus 1943, 84 jaar oud. Het leven van Bertha eindigde eveneens in Los Angeles, bijna vijf jaar later, op 30 juli 1948, op 87-jarige leeftijd.
        En dan is er nog Evelina Elion-de Jong, die als weduwe en als moeder van Josephine de overtocht maakte. Ook zij is in New Rochelle overleden, op 13 juni 1944, 71 jaar oud. Nog een overledene is Eduard Lion, de overgekomen broer van Josephine. Hij stierf in Palm Beach, op 8 februari 1961. Hij is 60 jaar geworden.
        Tot slot: Leonard Elion, de chemicus en bacterioloog, is “plotseling” overleden in Larchmont (N.Y.) op 82-jarige leeftijd. Het was opnieuw de achtergebleven broer Max die dit “met droefheid” meedeelde in een advertentie in de NRC, op 9 februari 1977. Zijn echtgenote Eline overleefde hem. Zij stierf op 19 juli 1989, 84 jaar oud, in Southbury, New Haven County, Connecticut. Zoon Henri, later Hank genoemd, is 72 geworden, hij overleed op 28 juni 2004 in Bedford, New York. Annemarie werd 78, zij ging heen op 12 augustus 2014, als 78-jarige, in Clemmons, Forsyth County, North Carolina.
        Over Peter L. Hamburger zijn geen nadere gegevens gevonden.

Leonard Elion overlijdensadvertentie van Leonard Elion

Leonard Elion stierf op 82-jarige leeftijd in Larchmont. De foto links toont hem op jongere leeftijd.


De overlijdensadvertentie is zowel in ‘De Telegraaf’ als in de ‘NRC’ geplaatst, door de in Nederland gebleven broer Max Elion.
Foto’s uit het boek ‘Persoonlijkheden in het koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld’ en Delpher



Ontslagen bij de sluiting van de stikstoffabriek in 1952 Graf van Alexander en Bertha

De ouders van Lodewijk stierven in Los Angeles,
Alexander op 10 augustus 1943, Bertha op 30 juli 1948, 84 en 87 jaar oud.
Foto Website Findagrave

Concurrentie
Zoals levens voorbijgingen, verdween ook de NV Stikstofbindingsindustrie in Dordrecht. In het Twents dagblad Tubantia van 11 december 1952 stond dat de directie het personeel – volgens deze krant “thans 150” man omvattend – “heeft aangeraden ander werk te zoeken”, daar het “onmogelijk is gebleken de buitenlandse concurrentie het hoofd te blijven bieden”.
        In zijn editie van 23 december meldde Het Vrije Volk dat het bedrijf wordt stopgezet. Tijdens een vergadering van de Algemene Bedrijfsgroepen Centrale (ABC), aangesloten bij de NVV, lichtte hoofdbestuurder Van Tilburg toe dat het bedrijf geen afzetgebied meer heeft voor zijn producten, als gevolg van concurrentie uit Tsjecho-Slowakije, dat de producten “veel goedkoper op de wereldmarkt brengt”.
        Dit betekende het ontslag voor 170 man personeel, “hetgeen voor de betrokkenen een zware slag is”, aldus HVV. De ABC heeft “onmiddellijk de nodige stappen gedaan, zowel bij de directie als bij de regering”. Nog voor de kerstdagen hoopt Van Tilburg een onderhoud te hebben met de minister van Economische Zaken. Maar kennelijk is dat op niets uitgelopen, want de fabriek verdween uit het nieuws en uit de aandacht. Het bedrijf ging dicht en nooit meer open.








< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'