Het voorbije joodse dordrecht

Dochters van Jacques Blitz staan
op deze foto, maar wie zijn het?

foto uit de album van de familie Wildeman
foto uit de album van de familie Wildeman achterzijde

Dit is de foto, voor- en achterzijde, uit de album van de familie Wildeman.
Gerrit Wildeman zit op de achterste rij links, zijn jarige zus Johanna Aafke (‘Joke’, Zwijndrecht, 12.1930 – Haarlem, 10.4.2013 uiterst rechts, met strikken in het haar. Wie de meisjes Blitz zijn, viel aanvankelijk niet vast te stellen. Maar Ottelien, de zus van Maartje, viel het op dat twee meisjes bloesjes van dezelfde stof dragen en een eendere haardracht hebben: de derde van links in de bovenste rij en de tweede van links in de onderste. Het was destijds niet ongebruikelijk dat zusjes dezelfde kleren aankregen.
Foto Familiebezit

De aanleiding is een foto.
        Begin 2023 vond Maartje Wildeman, een Amsterdamse geboren in Dordrecht, tussen oude familiefoto’s van haar hoogbejaarde vader Gerrit Wildeman (20 december 1928), een intrigerende foto – toen zij weer eens op bezoek was bij hem, in het ouderlijk huis aan de Nieuweweg.
        De foto is midden in de oorlog gemaakt, op 12 juli 1943, zijnde de verjaardag van Joke Wildeman, de jongste zus van Gerrit. Zij zit op de bovenste rij rechts, met drie strikken in het haar. Haar broer Gerrit staat er ook op, ook op de bovenste rij, links. Vijftien was hij indertijd. Op de achterzijde van deze afbeelding staat: “Meisjes Blitz?” – met een vraagteken.
        Nu zijn er op de foto vier meisjes te zien, twee in de bovenste en twee in onderste rij. Wie zijn het? En vooral ook: wat is er met hen gebeurd?
        Er heeft inderdaad een familie Blitz vlakbij de familie Wildeman gewoond, toen de Wildemannen nog op hun vorige adres woonden, aan de Frans Lebretlaan, op toenmalig nummer 29 (nu: 11). Het gezin Blitz woonde iets verderop, om de hoek, op nummer 51 (nu: 33).
        De vader van dit gezin, de geboren Antwerpenaar Jacques Blitz, was joods, zijn vrouw Jacoba Dierika Gerardina Christoffels Nederlands Hervormd. De drie kinderen die zij kregen, waren dus evenmin joods.
        Jacques Blitz heeft de Holocaust overleefd, zoveel staat vast. Hij vestigde zich kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Dordrecht, op 25 april 1940, met vrouw en twee kinderen. En aangevuld met derde dochter Karolina Virginie, verliet het gezin de stad twaalf jaar later, in april 1952. Misschien is Jacques, juist omdat hij gemengd gehuwd was, gesperrt geweest, vrijgesteld van deportatie.
        Maar hoe dan ook: Jacques is een overlevende van de jodenvervolging. Zijn moeder Rosette daarentegen is hij tijdens de oorlog juist kwijtgeraakt aan de moordzuchtige nazi’s.
        Dit betekent niet dat de naoorlogse levens van de gezinsleden Blitz verder zorgeloos zijn verlopen, allerminst. In november 1947 speelde zich alsnog een treurig, persoonlijk drama af in het Dordtse familiehuis.

Vreemdelingendossier van de familie Blitz

Dit is het document uit het Vreemdelingendossier van de familie Blitz. Jacques, geboren in Antwerpen op 3 augustus 1898, wordt hier Jacob genoemd. Het witte velletje dat enigszins het zicht belemmert, lag blijkbaar in dit dossier en is meegefotografeerd.
Foto Felix Archief

Haagse archiefkaart van Jacques en zijn eerste vrouw Mathilda

Deze Haagse archiefkaart laat zien dat Jacques en zijn eerste vrouw Mathilda korte tijd in Den Haag hebben gewoond, voor hun vertrek naar Brussel.
Foto Gemeentearchief Den Haag

echtscheiding van Jacques Blitz en Mathilda Pruijssen

Het eerste huwelijk van Jacques Blitz, met Mathilda Pruijssen, eindigde na vijf jaar en per 29 mei 1925 in een echtscheiding, zoals bij de stempel links is genoteerd op de huwelijksakte.
Foto Noord-Hollands Archief

Buurland
Jacques Blitz kwam ter wereld in Antwerpen, op 3 mei 1898. Vier en tachtig jaar later zou hij in zijn vaderland overlijden, iets verderop, in Brussel, op 1 december 1982. Tussendoor had zijn leven zich voornamelijk in buurland Nederland afgespeeld.
        Hij had een broer, die twee jaar voor hem was geboren, in Amsterdam, op 29 maart 1896. Deze Maurits was vanzelfsprekend meegekomen naar Antwerpen, waar het gezin volgens het zogeheten Vreemdelingendossier arriveerde op 23 augustus 1896. Jacques wordt in dit dossier overigens Jacob genoemd, en Maurits Maurice.
        Jacques Blitz, die in Nederland de roepnaam Jack kreeg, was de ‘Belgische’ zoon van diamantslijper Abraham Blitz (Amsterdam, 20.2.1869) en Rosette Speelman (Amsterdam, 14.4.1873). Waarschijnlijk is hij in Antwerpen geboren omdat zijn vader er tijdelijk als diamantklover aan de slag kon.
        Op 3 november 1920 begon deze Jacques, inmiddels meerjarig (22) en arbeidend als handelsreiziger in radio-onderdelen, in Amsterdam aan zijn eerste huwelijk. De bruid was de danseres Mathilda Lucia Catharina Pruijssen, een minderjarige dochter (20) van accountant Jacob Pruijssen en Catharina Sophia Kousbroek. Zij was Nederlands Hervormd van geloof, en geboren in Amsterdam op 20 augustus 1900.
        Abraham en Rosette woonden de huwelijksplechtigheid bij. In de huwelijksakte staat: “Beiden wonende alhier.” Zij waren trouwens zelf ook jong getrouwd, als 26- en 22-jarige, op 3 juli 1895 in Weesp. Vijf later was het huwelijk van Jacques met Mathilda alweer voorbij. Op 16 oktober 1925 werd in de burgerlijke stand van Amsterdam genoteerd dat zij gescheiden waren.

huwelijksakte van Jacques Blitz en Jacoba Christoffels

Op 3 mei 1928 hertrouwde Jacques Blitz in Amsterdam met Jacoba Christoffels, zoals blijkt uit deze huwelijksakte.
Foto Noord-Hollands Archief

Jacoba Christoffels verpleegster

Jacoba werkte als verpleegster in de Amsterdamse Boerhaave Kliniek, zie nummer 257 op deze personeelslijst.
Foto Stadsarchief Amsterdam

In het Algemeen Handelsblad werd de geboorte vermeld van Rosette Elisabeth

Met Jacoba kreeg Jacques drie kinderen. De eerste was, nog in Amsterdam, Rosette Elisabeth op 15 februari 1930. In het ‘Algemeen Handelsblad’ van de 18de werd de geboorte vermeld. Foto Delpher

Hertrouwd
Zij hertrouwden beiden, hij eerder dan zijn ex.
        Op 3 mei 1928 trad de inmiddels 29-jarige Jacques in het huwelijk met de 24-jarige Jacoba Diederike Gerardina Christoffels, opnieuw een niet-joodse vrouw. Zij, een verpleegster in de lokale Boerhaave Kliniek, was een geboren Amsterdamse (27 maart 1904). Haar vader Jacobus Christoffels was al overleden ten tijde van de bruiloft. Haar moeder Johanna Elisabeth Maria Kornelis, die in Haarlem woonde, was evenmin aanwezig. Jacques had ondertussen een ander beroep, blijkt uit de huwelijksakte. Hij was nu leider van kookdemonstraties.
        Mathilda, de ex, vond ook een nieuwe geliefde: de 37-jarige, van Grietje Scheringa gescheiden (pers)fotograaf Jacques Gerard Charles Joseph Hezemans (Haarlem, 29.1.1895). Zij huwde hem als 31-jarige op 14 april 1932 in Haarlem. Hezemans zou, dit voor de volledigheid, overlijden in Warnsveld op 8 maart 1964. Van zijn Mathilda is geen overlijdensdatum gevonden in openbare archieven.
        Met zijn tweede echtgenote kreeg Jacques Blitz wél kinderen, drie. De eerste werd Rosette Elisabeth, nog in Amsterdam geboren op 15 februari 1930. Het tweede kind werd Marie Louise, zij is in Den Haag geboren op 21 juli 1934. De derde nakomeling werd Karolina Virginie. Zij zag op 9 januari 1942 het levenslicht, mogelijk in Dordrecht. De geboorteplaats staat niet vast, omdat van haar geboorte – in die oorlogstijd – geen advertentie of krantenbericht is te vinden.
        Maar Dordrecht zal het heus zijn, want daar woonde het gezin immers, aan de Frans Lebretlaan op nummer 51. Jacques was alweer van beroep veranderd. Op de gezinskaart staat dat hij nu werkte als vertegenwoordiger van de NV Thabur, gevestigd in de Zuilingstraat in Den Haag. Dit was een groothandel in huishoudelijke, elektrotechnische artikelen zoals stofzuigers en verlichtingsartikelen, waarvan Joseph Blik de joodse eigenaar was.

Dordtse gezinskaart van de familie Blitz

Op 25 april 1940 gaat het gezin Blitz, nu komend uit Wassenaar, in Dordrecht wonen, aan de Frans Lebretlaan op nummer 51. Inmiddels zijn er twee kinderen geboren: Rosette in Amsterdam op 15 februari 1930 en Marie Louise in Den Haag op 21 juli 1934. Het geloof van de gezinsleden is van ‘geen’ veranderd in ‘NH’. Vader Jacques was oorspronkelijk Nederlands Israëlitisch. In Dordrecht kwam er nog een derde kind bij, Karolina, op 9 januari 1942.
Foto’s Regionaal Archief Dordrecht (RAD)

Frans Lebretlaan op nummer 51

Dit is de woning van het gezin Blitz anno 2024. Nummer 33
(51 in de huidige nummering) is bij de grijze auto.
Foto Google Streetview

Rosette Blitz op de website Joods Monument

De pagina gewijd aan Rosette Blitz op de website ‘Joods Monument’. Er is van haar geen afbeelding gevonden.
Foto ‘Joods Monument’

Gordelroos
Op 25 april 1940 is het gezin Blitz naar Dordrecht gekomen, vanuit Wassenaar, waar het had gewoond op het adres Hyacinthstraat 9. Twee kinderen waren er zoals gezegd al, Karolina zou er pas ruim 1,5 jaar later bijkomen.
        Hoe het gezin de oorlog heeft doorstaan, daar aan de Frans Lebretlaan, is onbekend. Er zijn in archieven geen informatieve documenten over gevonden. Het enige dat is overgebleven van de oorlogstijd, is die vrolijke foto van het verjaardagsfeestje in huize Wildeman, op 12 juli 1943.
        Vaststaat verder in ieder geval dat Rosette, de moeder van Jacques, niet uit handen van de Duitsers is gebleven. Rosette is op 15 oktober 1942 vermoord in Auschwitz, op 69-jarige leeftijd. Zijn vader Abraham was vóór de oorlog al gestorven, op 18 april 1935 (66) in Den Haag.
        Op de website ‘Joods Monument’ heeft ene Claudia Huisman-Burger meegedeeld dat Rosette bij haar arrestatie woonde aan op de Weteringkade op nummer 135 in Den Haag. “Ze werd van haar bed gelicht, terwijl ze ziek was (gordelroos) en naar Westerbork gebracht.”
        Huisman reageerde met haar mededeling op wat ‘Joods Monument’ aanvankelijk op de site had gemeld, namelijk dat Rosette in Den Haag in de Schenkstraat woonde, op nummer 205. Maar dat adres is niet correct. Van Rosette bevinden zich in het voormalige nazi-archief Arolsen Archives namelijk twee persoonskaarten, beide afkomstig van de Joodsche Raad, en die vermelden beide adressen.
        Met rood potlood staat op de kaart ‘van’ de Schenkstraat dat Rosette op 12-10-’42 op transport is gesteld. Dat gebeurde blijkbaar via Westerbork, want er staat de afkorting “Wbk”. Interessant is een andere notitie, op de kaart ‘van’ de Weteringkade. Daar valt dit te lezen: “zoon Ned. Herv. gem. geh. + kinderen”.
        Hieruit is af te leiden dat Jacques inmiddels niet meer joods was, maar NH, en gemengd gehuwd. Dat komt overeen met notities op zijn Dordtse gezinskaart. Daarop is, zie de afbeelding ervan hierboven, te zien dat hij van alle vier gezinsleden het geloof (“Geen”) had laten vervangen door “NH”. En dat heeft hem waarschijnlijk het leven gered.

Joodse-Raadkaarten van Rosette Blitz-Speelman

De Joodse-Raadkaarten van Rosette Blitz-Speelman, de moeder van Jacques. Zij is vermoord in Auschwitz, op 15 oktober 1942. De ene kaart vermeldt over haar zoon dat hij (nu) Nederlands Hervormd is en gemengd gehuwd. Waarschijnlijk is hij om die reden niet gedeporteerd.
Foto’s Arolsen Archives

dagrapport over de zelfmoordpoging van Jacoba Christoffels

Het dagrapport over de zelfmoordpoging van Jacoba Christoffels, de tweede echtgenote van Jacques (‘Jack’) Blitz.
Foto Website ‘Dordtenazoeker’

Joodsche-Raadkaart Jacques en Jacoba

Dat Jacques en Jacoba een derde kind kregen, in Dordrecht op 9 januari 1942, blijkt uit deze Joodsche-Raadkaart van na de oorlog. De gegevens over de familie zijn gebaseerd op informatie uit het bevolkingsregister van Dordrecht van 6 februari 1948. Er is geen geboortebericht in een Dordtse krant gevonden.
Foto Arolsen Archives

Verstikking
Zoals gemeld, is tijdens de oorlog de derde dochter van Jacques en Jacoba geboren, Karolina. Dat feit is aangetroffen op een persoonskaart van Jacques (zie hiernaast), die zich eveneens in de Arolsen Archives bevindt, maar die dateert van na de oorlog. Er staat dat de namen van de drie kinderen en de andere persoonsgegevens op 6 februari 1948 zijn ontleend aan het bevolkingsregister van Dordrecht. Kennelijk hield de Joodsche Raad drie jaar na de oorlog nog steeds gegevens bij over joodse Nederlanders, misschien wel om overlevenden te kunnen melden wat er met hun familieleden is gebeurd.
        Op zaterdag 15 november 1947 voltrekt zich in huize Blitz dat drama, de zelfmoordpoging van Jacoba Christoffels. Het politierapport daarover is gedigitaliseerd en te vinden op de website ‘Dordtenazoeker’.
        ’s Middags om 15 uur rapporteert brigadier De Heus dat Jacoba zich die ochtend, “te omstreeks 11.35 uur”, door gasverstikking van het leven heeft proberen te beroven, terwijl zij over een divan in haar woonkamer lag. Ze was al bewusteloos. De GG en GD-arts Koopman, “die reeds ter plaatse was”, heeft haar met een ziekenauto naar het Gemeenteziekenhuis aan de Bankastraat laten vervoeren.
        Het was Jacoba’s dochtertje Els, “oud 17 jaar”, die haar moeder in de keuken zittend op een stoel bewusteloos had aangetroffen, “terwijl de gaskraan van het gasstel open stond”. Met behulp van een buurvrouw had Elsje (dit is de Rosette Elisabetha van 1930, red.) haar moeder naar de voorkamer gebracht en op een stoel gelegd.
        Wat was de reden van de zelfmoorpoging?
        “Haar moeder”, vervolgt het rapport, “had meermalen gezegd zich van het leven te willen beroven”, omdat haar echtgenoot Jack Blitz, kapitein in het Nederlandse leger, “wonend te Rotterdam Mathenesserlaan 484, gescheiden van haar leeft en omgang heeft met een andere vrouw”.
        Elsje heeft haar vader in kennis gesteld van “het ongeval” met zijn vrouw, maar “deze weigerde te komen”. Pas nadat een adjudant van politie, Van Mourik, Jacques Blitz “nogmaals” had opgebeld, is “deze overgekomen en heeft zich met zijn kinderen naar het Gemeenteziekenhuis begeven”.
        Daar bleek dat Jacoba “tot bewustzijn was teruggekeerd”. Ze heeft het gered.

persoonskaart van Jacoba, afkomstig uit het archief van het Centraal Bureau voor Genealogie

Uit de persoonskaart van Jacoba, afkomstig uit het archief van het Centraal Bureau voor Genealogie, blijkt dat zij op 5 juli 1950 in Dordrecht is overleden. Zij was een voormalig correspondente op een technisch handelsbureau.
Foto CBG

Jacoba Christoffels is op 8 juli 1950 in Dordrecht overleden

Jacoba Christoffels is op 8 juli 1950 in Dordrecht overleden, op 46-jarige leeftijd, aldus ‘De Dordtenaar’ van diezelfde dag.
Foto RAD

weduwnaar Jacques vertrok naar Breda

In 1952 vertrok weduwnaar Jacques naar Breda, naar de Cimburgalaan 60, berichtte ‘De Dordtenaar’ op 17 april.
Foto RAD

Terug
Jacoba heeft hierna nog vijf jaar geleefd. Op 5 juli 1950 is zij in Dordrecht overleden. Ze is slechts 46 jaar oud geworden.
        Jacques Blitz, haar voormalige man, is op 17 april 1952 eerst verhuisd naar Breda (Cimburglaan 60), om uiteindelijk terug te keren naar België, waar hij stierf in Brussel, op 1 december 1982, 84 jaar oud.
        Van zijn drie kinderen is alleen te achterhalen dat Rosette, de eerstgeborene, 66 is geworden en is overleden in Rozendaal, op 31 augustus 1996. Zij trouwde met Pieter van Es en woonde van 7 maart tot 30 november 1956 aan de Reeweg Oost op nummer 106 (nu: 196), totdat zij vertrokken naar Arnhem. Van de zussen die na Rosette kwamen, is niet achterhaald kunnen worden waar zij heen zijn gegaan of waar zij thans zijn. En Maurits Blitz, die ene broer van Jacques? Hoe is het hem vergaan?
        Als diamantbewerker vestigde hij zich per 4 januari 1915 in Leiden, op het adres Haarlemmerstraat 111A, wijk 6. Op 17 augustus 1921 trouwt hij als 26-jarige, nog altijd wonend in Leiden en de kost verdienend als handelsreiziger, in Amsterdam met de 25-jarige plaatsgenote Bertha Polak (Amsterdam, 12 februari 1895), een dochter van Andries Polak en Johanna Hendrika Susanna Slinger.
        Het echtpaar gaat in Leiden wonen, op het adres Haarlemmerstraat 163a. Volgens de website ‘Leiden4045.nl’ begonnen zij daar een winkel in kachels en haarden, met in de Breestraat op nummer 120 een filiaal, ’t Hoekje genaamd. De site meldt dat Maurits en Bertha twee dochters kregen. De familie heeft voltallig de Tweede Wereldoorlog weten te overleven door onder te duiken.
        Met andere woorden: zoals zijn broer Jacques de Holocaust wist te doorstaan, deed ook Maurits dat.

Droefheid
Maurits Blitz is bijna een jaar eerder dan zijn vrouw overleden, op 25 april 1984, als 88-jarige. Hij verbleef op het laatst in ‘Park Overbosch’, een verpleeghuis aan de Sportlaan in Voorhout. Bertha stierf op 23 februari 1985, op de leeftijd van 90 jaar. Zij werd verzorgd in Verpleeghuis Van Wijckerslooth in Oegstgeest. In de overlijdensadvertenties, beide geplaatst in NRC Handelsblad, geven de twee dochters “met veel droefheid” kennis van de sterfgevallen.
        De ene dochter is de voormalige arts en anesthesist Rosette (‘Roos’) Aleman-Blitz (Leiden, 18.9.1925 – Maarssen, 26.6.2022: 96), weduwe van de chirurg Paulus Jacob Aleman. Het echtpaar woonde aanvankelijk vijf decennia lang in Son en Breugel, ten slotte vanaf januari 2017 in Maarssen-dorp. De andere dochter was mr. Johanna Matthijsse-Blitz (Leiden, 4 mei 1929), echtgenote en weduwe van oud-rechter Johannes Jan Matthijsse (Rotterdam, 19.3.1930 – Haarlem, 2.5.2010: 80). Zij woonden in Santpoort-Zuid.
        Allebei hebben zij drie kinderen gekregen, daarna weer kleinkinderen – de lijn zet zich voort.






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'