Het voorbije joodse dordrecht

Raadsels rond onderduik van
Henderica Kisch in Dordrecht

Onderduikadres Henderica Krispijnseweg Dordrecht

Dit is het pand aan de Krispijnseweg waar Henderica ondergedoken is geweest.
De fiets met de blauwe plastic zak over het zadel staat bij nummer 95,
de deur ernaast gaat naar de bovenwoning op nummer 97.
Foto Google Streetview

Zoveel staat vast: Henderica Kisch is in Dordrecht ondergedoken geweest.
        Het schuiladres is na de oorlog bekend geworden via het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM) in Washington: Krispijnseweg 105. In de database van overlevenden en slachtoffers van de Holocaust staat dat zij zich daar heeft verstopt, nadat zij haar eigen woning op nummer 27 van de Grote Rozenstraat in Groningen had (moeten) verlaten.
        Maar dat adres is meteen ook het enige feit dat over haar verscholen verblijf in Dordrecht is te vinden. Krantenbanken, burgerlijke-standsarchieven, het internet: alle zoeken is vruchteloos gebleven.
        Zo geheim als haar onderduik zelf al was, zo verborgen is die nadien in openbare bronnen gebleven − op die ene karige vermelding van het USHMM na.
        In het navolgende, noodgedwongen korte artikel wordt de levensloop van deze joodse coupeuse beschreven. Zoveel staat ook vast: Henderica heeft de Holocaust weten te overleven.
        Op de herdenkingswebsite ‘Joods Monument’ staat dat de plaats van overlijden onbekend is, ook de datum wordt niet vermeld. Maar haar Amsterdamse archiefkaart laat zien dat Henderica een hoge leeftijd heeft bereikt: 87 jaar. Ze is op 10 april 1989 gestorven, als een ongetrouwde mejuffrouw.

geboorteregister van Groningen met Henderica Kisch

Dit is het onderste deel van een pagina in het geboorteregister van Groningen.
Henderica blijkt ’s ochtends om half elf te zijn geboren.
Foto Groninger Archieven

Eerder
Op deze Dordtse Stolpersteine-website zijn eerder al eens vijf regels aan Henderica Kisch gewijd, in een overzichtsartikel over Dordtse overlevenden van de Holocaust, zie verhaal USHMM joodse overlevenden. De weinige gegevens die daarin staan, worden hier uitgewerkt.
        Henderica is het eerste kind dat Jacob Salomon Kisch (Groningen, 8 oktober 1875) kreeg met Betje van Hasselt (Groningen, 22 mei 1873). Het echtpaar was op 20 januari 1901 in hun beider geboorteplaats getrouwd, hij was destijds 25 jaar oud, zij 27. Een ruim jaar later, op 27 maart 1902, beviel Betje van het eerste kind, Henderica.
        Nog weer een jaar later verscheen Soestman, op 13 december 1903. Daarna werd op 27 mei 1905 Sophia geboren en ten slotte op 8 februari 1907 verscheen nakomeling Salomon. Het gebeurde allemaal in Groningen, waar vader Jacob als slager werkte. Het woonadres van het gezin was Gedempte Zuiderdiep 65b.
        Moeder Betje is niet oud geworden. Ze stierf als 60-jarige op 1 april 1934. Zij heeft hierdoor in ieder geval niet hoeven meemaken dat haar echtgenoot en kroost zijn vermoord tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Amsterdamse kaart van Henderica Kisch

Uit deze Amsterdamse kaart blijkt dat Henderica al eens in 1929 bij een oom van haar, H. Wijnberg, heeft gewoond.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Amsterdamse archiefkaart van Henderica Kisch

Dit is de volledige Amsterdamse archiefkaart van Henderica. Zij is er na de oorlog definitief gaan wonen,
vanaf 24 april 1953. Het eerste adres was Churchilllaan 224 III.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Verhuizingen
Henderica ontwikkelde zich tot coupeuse en aan haar Amsterdamse archiefkaart is af te lezen dat zij nogal vaak is verhuisd. Lang bleef ze in in haar geboortestad Groningen, al is er in het Amsterdamse Stadsarchief een persoonskaart gevonden waaruit blijkt dat zij vanaf 22 maart 1929 al eens enkele maanden in Amsterdam woonde, bij oom M. Wijnberg in de 1e Leliedwarsstraat, op nummer 7.
        Maar daarna keerde ze toch weer naar Groningen terug, per 4 juli 1929. Ze trok er van Zuiderdiepstraat 114, naar Akkerstraat 7 (op 5 mei 1936), IJsselstraat 47 (13 mei 1938) en vervolgens naar Grote Rozenstraat 27 (8 oktober 1939). Op 17 oktober 1941 houdt deze opsomming op, er staat nog slechts: PB 058474. Is dat misschien het nummer van haar persoonsbewijs?
        Via het USHMM is nu gebleken dat Henderica na de Grote Rozenstraat opdook in Dordrecht, op de Chrispijnscheweg 105, zoals de straat in de oude spelling wordt geschreven. Op de Amsterdamse kaart wordt ‘Dordrecht’ helemaal niet genoemd, wat voor een onderduikadres ook niet verwonderlijk is: dat hield je geheim. Zulke onofficiële woonadressen werden bij de gemeenten immers niet geregistreerd.
        Ook in naoorlogse documenten of krantenarchieven is niet te vinden dat Henderica zich tijdens de oorlog in Dordrecht heeft opgehouden. Het USHMM is en blijft hiervoor de enige bron. Bijgevolg is er dus jammer genoeg verder niets te melden over hoe Henderica haar Dordtse tijd is doorgekomen of heeft beleefd. Dat is nergens gedocumenteerd.

United States Holocaust Memorial Museum laat zien dat Henderica op de Chrispijnscheweg heeft gewoond

De pagina in de database van het United States Holocaust Memorial Museum
laat zien dat Henderica op de Chrispijnscheweg heeft gewoond.
Foto USHMM

Joodse-Raadkaart van Soestman Kisch

De Joodse-Raadkaart van Soestman Kisch,
de broer van Henderica. Hij is op 26 oktober 1942
op transport gezet, en ‘pas’ vier maanden later,
op 28 februari 1943, in Auschwitz vermoord.
Kennelijk heeft hij eerst dwangarbeid moeten verrichten.
Foto Arolsen Archives

Nergens
Hoe is het haar overige familieleden in de Tweede Wereldoorlog vergaan?
        Op Henderica’s jongere Sophia zijn zij allen door de nazi’s vermoord.
        Vader Jacob Salomon Kisch is na het overlijden van zijn vrouw Betje op zeker moment in het Israëlitisch Oudeliedengesticht Beth Zekenim aan Schoolholm 26 in Groningen, gaan wonen. Dit tehuis, opgericht in 1899, is op 9 maart 1943 leeggehaald door de Duitsers. Alle inwoners werden gedeporteerd naar Kamp Westerbork. Daar heeft hij maar kort opgesloten gezeten: Jacob is op 20 maart vermoord in Sobibor, op 67-jarige leeftijd.
        Zijn alleenstaande zoon Soestman, volgens zijn Joodse-Raadkaart in Groningen wonend aan de Coehoornsingel op nummer 73 en koopman van beroep, was een halfjaar eerder al opgepakt. Soestman is op 28 februari 1943 in Auschwitz vergast, 39 jaar oud. De website ‘Joods Monument’ meldt een ander adres in Groningen dan de Joodse Raad: Westerhavenstraat 1a.
        Ten slotte is er nog Salomon, het jongste kind van Jacob en Betje. Hij was wél getrouwd, met Lea Wallage (Onstwedde, 25 december 1904). Het huwelijk had plaats op 27 februari 1936 in Groningen, toen hij 29 en zij 31 jaar oud was. Twee kinderen kreeg het echtpaar: Betje als eerste op 16 augustus 1936, Bartha als tweede dochter op 17 september 1938.
        Moeder Lea en de kinderen zijn alle drie op dezelfde dag vermoord, in Auschwitz op 22 oktober 1942. Zij waren respectievelijk 37, 6 en 4 jaar. Vader Salomon, ook een koopman, eindigde vier maanden later in hetzelfde vernietigingsoord, op 28 februari 1943. Hij is 36 geworden. Het gezin woonde in Groningen in de Torenstraat, op nummer 8a.

Arolsen Archiveslijst met Jacob Salomon Kisch

Jacob Salomon Kisch, de vader van Henderica, is op 20 maart 1943 omgebracht in Sobibor.
Foto Arolsen Archives

Verhuizingen
Na de oorlog waren Henderica en Sophia als enigen van deze familie nog in leven.
        Henderica ging haar Amsterdamse archiefkaart per 13 november 1945 aanvankelijk weer in Groningen wonen, eerst op nummer 6a van de Lorentzstraat, daarna, vanaf 6 maart 1950, op nummer 10 van het H.W. Mesdagplein.
        Op 24 april 1953 lokte kennelijk toch Amsterdam weer. Henderica begon er op het Henrick de Keijzerplein, nummer 31 I. In de loop van de jaren verhuisde nog drie maal, van Churchilllaan 224 III (5 augustus 1954) naar nummer 224 I in dezelfde straat (21 september 1955), vandaar op 30 december 1960 naar Westerstraat 199 IIR om tot slot per 1 november 1984 naar Beth Salom te gaan, een joods bejaardentehuis aan de Akerwateringstraat 243 aan de rand van Osdorp. Daar zou zij op 10 april 1989 sterven, nog altijd alleenstaand zijnd.
        Een overlijdensadvertentie is kennelijk niet gepubliceerd, want zo een is er niet gevonden. Henderica werd alleen genoemd in Het Parool van 19 april 1989, in een opsomming van overledenen, die op 13.4.1989 waren aangegeven. Zo weinig er over haar tijdens haar leven is te vinden, zo onopvallend ging ze heen.

overlijden van Henderica Kisch op 10 april 1989 pagina Joods Monument van Henderica Kisch

Aanvankelijk was het de redactie van ‘Joods Monument’ niet bekend wanneer Henderica is overleden, zoals deze foto van de pagina
over haar laat zien. Dit is inmiddels gecorrigeerd.
Foto Website ‘Joods Monument’

Onderduikgever?
De Dordtse archiefonderzoekster Erica van Dooremalen heeft over het Dordtse onderduikadres van Henderica enkele duidende gegevens gevonden. Het pand Krispijnseweg 105 had twee nummers, 105 rood (nu 97) en 105 zwart (nu 95). Rood was de bovenverdieping. Voor, in en na de oorlog hebben in deze woningen respectievelijk de familie van Hendrik Wetselaar en die van Rokus Eijkelenboom gewoond.
        Wetselaar, geboren in Leiden op 17 mei 1923 en getrouwd met Jantina Berendina Gruizinga (Winschoten, 23 januari 1889), heeft tot de Binnenlandse Strijdkrachten behoord. Metselaar is vanaf 1923 raadslid voor de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) geweest. Hij is op 62-jarige leeftijd overleden op 12 met 1948.
        “Was hij misschien de onderduikgever van Henderica?”, oppert Van Dooremalen. Het is niet meer vast te stellen.

Schatkamer
En Sophia?
        Aanvankelijk leek haar lot vreemd genoeg onbekend. Talrijke genealogische websites zijn geraadpleegd, zo ook websites over de jodenvervolging, maar nergens werd haar overlijdensdatum gevonden.
        Daarop werd ten slotte bij het Centrum voor familiegeschiedenis (CBG) in Den Haag een uittreksel van persoonsgegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) aangevraagd. En aan de hand daarvan konden belangwekkende feiten over haar leven worden vastgesteld. Tegelijkertijd werd ook Tresoar benaderd, de instantie in Leeuwarden die archief, museum en bibliotheek ineen is en zich “één grote schatkamer van Fryslân” noemt. Medewerker Ruben van der Heide hielp de redactie deze Stolpersteine-website al evenzeer aan levensgegevens.
        Sophia blijkt op 9 augustus 1947 in Leeuwarden te zijn getrouwd met Bauke ten Wolde (Folsgare, 24 maart 1903), zij was 42 jaar oud toen, hij 44. Henderica was eerste getuige bij het huwelijk van haar zus. Uit de huwelijksakte die Van der Heide bijvoegde, valt op te maken dat Bauke van beroep papiersnijder was en ook: weduwnaar. Hij was eerder getrouwd geweest met Grietje Reineman.
        Bauke ten Wolde is overleden op 8 september 1970 in Leeuwarden, op 67-jarige leeftijd. Sophia is later klaarblijkelijk uit Friesland vertrokken, want zij is overleden in Amersfoort, op 13 november 1995. Ze heeft een hoge leeftijd bereikt: 90. Met Sophia stierf de laatste van het originele gezin Kisch.

Trouwakte Sophia Kisch

Sophia trouwde op 9 augustus 1947 in Leeuwarden met weduwnaar Bauke ten Wolde.
Hij was 44, zij 42. Sophia’s zus Henderica was eerste getuige.
Foto Tresoar






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'