Het voorbije joodse dordrecht
Hans van Leeuwen kon in Dordt
zijn noodlot niet meer ontwijken
![]() |
De arrestantenkaart van Hans van Leeuwen, voorzien van een grote ‘J’, uit het Rotterdamse archief. Nadat hij op 24 oktober in Dordrecht even was vastgezet, werd Van Leeuwen nog diezelfde dag nog naar Rotterdam gebracht en daar ingesloten, voor de duur van bijna drie maanden. Op 19 januari 1943 werd hij overgebracht naar Westerbork, op 26 januari lag hij dood in Auschwitz. |
Dordrecht was voor Hans van Leeuwen het begin van het einde.
In die stad werd hij midden in de oorlog, op zaterdag 24 oktober 1942, gearresteerd en achteraf gezien was dat een vooraankondiging van zijn naderende dood: drie maanden later wordt hij rücksichtslos ter dood gebracht in Auschwitz. Hij is slechts 23 jaar oud geworden.
Wat Hans van Leeuwen op die onfortuinlijke dag in Dordrecht deed, is niet vast te stellen. Maar hij was vertegenwoordiger van beroep en dat doet veronderstellen dat hij misschien in de stad was om er waren aan te prijzen of te slijten.
Maar hij droeg geen Jodenster, en dat was voor de rechercheurs A.C. Uil en L.N. van der Hagen reden om hem om 12.30 uur ‘aan het bureau te brengen’. Hij werd in bewaring gesteld en twee uur later door de marechaussee opgehaald voor transport naar Rotterdam.
Hoe deze collaborerende politiemannen überhaupt wisten dat de reiziger Van Leeuwen joods was, laat zich niet meer achterhalen. Feit is dat zij hem opbrachten en daarmee kreeg zijn misschien wel argeloze bezoek aan Dordrecht een tragische afloop.
In dit verhaal: wie was Hans van Leeuwen verder en hoe was het gezin waartoe hij behoorde samengesteld? Het blijkt dat zijn − volledig joodse − familie deels Nederlands, deels Duits is en via Berlijn in Den Haag belandde, de stad die Hans van Leeuwen op een dag in 1942 verliet om in Dordrecht misschien zijn vertegenwoordigersgeluk te beproeven.
![]() |
Door een administratieve fout die steeds is gekopieerd, is de moeder van Hans, Leonie Johannette, steeds van achteren ‘Salamon’ blijven heten, zoals te zien is op de website ‘Joods Monument’. Maar zij heette ‘Salomon’, zoals blijkt uit haar handtekening op de huwelijksakte en trouwens ook uit de geboorteakte hierboven. |
![]() |
De ‘Gebursurkunde’ van Hans van Leeuwen. |
Achternaam
Formeel is Hans van Leeuwen een Duitser. Zijn naam doet het niet vermoeden, maar hij is wel degelijk in Duitsland geboren, op 5 mei 1919 in Worms. Hij was het tweede en laatste kind dat zijn Nederlandse vader Max van Leeuwen (Eindhoven, 29 april 1886) kreeg met de Duitse Leonie Salomon (Trier, 3 oktober 1910). Op hun latere Haagse gezinskaart is de huwelijksdatum niet genoteerd, maar in het Stadsarchiv van Worms is die gevonden: 18 mei 1917, in Trier.
Op de huwelijksakte zijn overigens de handtekening en volledige naam van Leonie te vinden: Leonie Johannette van Leeuwen, geborene Salomon. Er waren twee getuigen, de ene heette Eugen Salomon, de andere Jakob Schloss. Dit waren de vader en opa van Leonie.
De spelling van Leonie’s achternaam is nogal van belang, want toen zij in Den Haag kwam te wonen, werd haar achternaam geregistreerd als ‘Salamon’. Deze schrijffout heeft tot gevolg gehad dat anno 2022, 130 jaar na haar geboorte, haar achternaam nog altijd consequent verkeerd wordt gespeld − op de voorouder-website ‘WieWasWie’ bijvoorbeeld, maar ook op de herdenkingswebsite ‘Joods Monument’, in haar overlijdensakte van 23 mei 1951 en op de website ‘Oorlogsbronnen’. Maar op de huwelijksakte staan de handtekeningen van Leonie en Eugen, en die ‘zegt’ onbetwistbaar ‘Salomon’, zie de foto hierboven.
Twee kinderen kwamen voort uit de echtverbintenis van Leonie en Max, in twee verschillende steden, als eerste Liselotte (Stuttgart, 7.4.1918) en als tweede Hans, in Worms – waar de familie op 18.9.1918 vanuit Stuttgart was aangekomen.
Op 17 mei 1934 vestigde vader Max zich in Nederland, in Den Haag. Hij was alleen en kwam volgens zijn Haagse archiefkaart rechtstreeks uit Berlijn geëmigreerd, waar hij met zijn gezin op 18 november 1928 was gaan wonen. In Den Haag verbleef hij drie jaar lang op diverse adressen, zoals Laan 12, Annastraat 17 en Kleine Nobelstraat 4. Ten slotte betrok hij, per 8 april 1937, een woning op het adres Weteringkade 141. Volgens de bevolkingsadministratie was hij inmiddels van beroep ‘bediende’.
Op diezelfde achtste april voegden zijn vrouw en kinderen zich bij hem. Zij waren al die tijd in Berlijn gebleven, want de gezinskaart noemt die stad als hun ‘vorige woonplaats’. Hun adres daar was: Lutherstrasse 26.
In Duitsland woedde intussen al jaren het nazisme, joden waren er vogelvrij geworden. Misschien was dát de reden geweest dat Max van Leeuwen met zijn gezin uitweek naar het nog ‘vrije’ Nederland. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat hij zijn gezin kennis wilde laten maken met zijn vaderland. Of dat hij ‘gewoon’ dringend om werk verlegen zat.
![]() |
Volgens de Haagse gezinskaart van Max en Leonie kwamen zij op 17 mei 1934 met hun twee kinderen vanuit Berlijn in Den Haag wonen. |
Ontucht
Wat was de achtergrond van Leonie, zijn echtgenote? Daarover zijn vooral trieste feiten te melden.
Leonie was het enige meisje in het gezin Salomon, dat verder drie zonen telde: Ernst Simon, Leo Gustav en Friedrich Paul (14.1.1898). Ernst en Leo vormden een een-eiige tweeling, geboren op 3 oktober 1894 in Trier. Zij waren homoseksueel. De kinderen stamden uit een gevestigde, joodse koopmansfamilie. Hun vader was Eugen Moritz Salomon (Bingen, 17.5.1859 – Trier 11.1.1927), hun moeder Emilie Schloss (Trier, 13.3.1867 – Trier, 5.11.1934). Op 11.9.1891 waren zij in Trier een echtpaar geworden.
De geaardheid van de tweeling wordt hier niet zomaar vermeld. Leo is in 1925 al eens door het Landgericht van Trier tot een gevangenisstraf van vier maanden veroordeeld, wegens widernatürlicher Unzucht (tegennatuurlijke ontucht). Op 28 augustus 1935 wordt zowel Ernst als Leo gearresteerd in Saarbrücken op beschuldiging van homoseksuele contacten, en in voorarrest overgebracht naar Trier. Daar veroordeelt het Landgericht ze allebei in april 1936 tot 5,5 jaar gevangenisstraf, opnieuw wegens widernatürlicher Unzucht. Ernst en Leo hadden met geld en kleine geschenken jongeren verleid tot seksuele handelingen, luidde het. De straf was buitengewoon hard, maar de rechters oordeelden dat daar alle aanleiding toe was: de broers vormden “eine große Gefahr für die heranwachsende Jugend in Trier”.
Korte tijd later werd Ernst Salomon tot nog een extra maand gevangenisstraf veroordeeld, nu omdat hij de Gestapo had beledigd.
Nadat de broers drie jaren van hun straf hadden uitgezeten, werd ze in een volgend proces verweten dat zij bedrieglijke bankbreuk hadden gepleegd met de kledingfabriek van hun vader in Trier (die zij na zijn overlijden op 11 januari 1927, op 67-jarige leeftijd hadden overgenomen). Er kwam daarvoor nog een jaar bij, zodat Ernst al bij al tot 6 jaar en 7 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld, en Leo één maand minder.
De broers moesten de straf volledig uitzitten, ze werden daartoe steeds verplaatst – van Trier, Wittlich, Düsseldorf, weer Wittlich, Siegburg, Bochum en tot slot Wolfenbüttel. Daar stierf Leo twee weken voordat zijn gevangenistijd erop zat, op 11 oktober 1942 aan tuberculose en als gevolg van een slechte behandeling en onvoldoende medische verzorging. Hij was 1.82 meter groot, maar woog nog slechts 55 kilo.
Vrijgelaten hadden de broers toch niet zullen worden. De politie had zulks op voorhand al uitgesloten. En zodoende herkreeg Ernst in november 1942 zijn vrijheid niet. Hij werd opnieuw door de politie gearresteerd en naar Auschwitz afgevoerd, waar hij op 18 februari 1943 werd vermoord.
Van de tweeling is geen enkele foto overgeleverd.
![]() |
Van Ernst en Leo Salomon, beiden veroordeeld in de nazi-tijd omdat zij ontuchtige homo’s waren, zijn geen foto’s bewaard gebleven, alleen hun handtekeningen. Deze komen uit een document over hen op de website ‘Rosa Strippe.de’, dat is samengesteld toen er voor de broers ‘Stolpersteine’ werden gelegd in Trier. |
![]() |
De struikelstenen voor Ernst en Leo Salomon, in de Hohenzornstrasse 13 in Trier. |
Zelfmoord
Broer Paul, geboren in 1898, werd net als zijn broers Ernst en Leo koopman. Hij trouwde op 1 juni 1929 in Berlijn met de niet-joodse, maar evangelische Olga Lange (Berlijn, 1894). In september 1930 werd hun eerste zoon geboren, Eugen Paul Wolfgang Salomon; in mei 1933 de tweede, René Max Heinrich Salomon. De kinderen werden gedoopt als christenen, maar dat betekende allerminst dat deze joods-christelijke familie onder het bewind van Nationalsozialisten onbezorgd konden leven. De NSDAP voerde een hetze tegen joden.
Paul Salomon heeft uiteindelijk in 1936 zelfmoord gepleegd. In een persbericht dat is verspreid toen op 6 november 2017 in Trier twee Stolpersteine werden gelegd voor Ernst en Leo Salomon, in de Hohenzollernstraße 13 in Trier, staat dat er twee aanleidingen waren: Paul is in 1935 mishandeld door de SA (Sturmabteiling), de bruinhemden die in 1921 als beschermingsdienst (knokploeg) waren opgericht door Hitler, en in 1936 verloor hij zijn arbeidsplaats als vertegenwoordiger van een drankenfirma.
[Het persbericht, dat grondig uiteenzet wat de familie Salomon voor en in de oorlog is overkomen, is te vinden via de website Rosa Strippe.de. De site vertelt, en laat zien op een overzichtelijke landkaart, welke homoseksuele mannen waar in de omgeving van Bochum tijdens de “nationalsozialistischen Terrorherrschaft” zijn vervolgd. Hun levensgeschiedenissen zijn uitgeplozen door Jürgen Wenke, red.]
Paul’s echtgenote Olga en hun twee zonen Eugen en René, evangelisch van geloof, hebben de Holocaust overleefd.
![]() |
Zeldzame pasfoto’s van Max en Leonie van Leeuwen, de ouders van Hans, nog uit de tijd dat zij in Worms woonden. De foto’s zijn bevestigd aan de ‘Meldekarte’, een soort registratiekaart. |
Zeven kinderen
En Max van Leeuwen, de Nederlandse man van de Duitse Leonie, wat is zíjn herkomst?
Max is het derde kind dat Maurits van Leeuwen (Eindhoven, 23 februari 1859), een kramer met manufacturen benevens looier, kreeg met Julie Levij, van origine een Duitse uit Duisburg, geboren op 3 mei 1858. In totaal bevalt Julie van zeven kinderen. Het zijn: Philip Isidore (Eindhoven, 2.5.1884 – Eindhoven, 5.6.1884), 2. Gustav (Eindhoven, 21.4.1885 – Woensel, 11.8.1885), 3. Max (Eindhoven, 30.4.1886), 4. Anna (Woensel, 26.5.1888), 5. Ida Amalia (Woensel, 1.6.1890), Helena Emmij (Woensel, 9.1.1893) en 7. Philip (Eindhoven, 26.5.1895).
Moeder Julie overlijdt op 4 december 1918, 58 jaar oud; vader Maurits vele jaren later pas, op 10 januari 1937, 77 jaar oud.
Tegen de tijd dat zijn vader Maurits van Leeuwen sterft, heeft zoon Max al zelf een gezin gevormd en zijn de twee kinderen die hij met Leonie Salomon kreeg, Liselotte en Hans, al twintigers.
Als de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 Nederland bereikt, duurt het niet lang meer of ook hier worden joden opgejaagd en via Westerbork gedeporteerd. Het gezin Van Leeuwen is niet langer veilig meer.
![]() |
De derde persoon van links op deze foto uit het ‘Dordts Dagblad’ van 18 januari 1971 is de rechercheur Van der Hagen, een van twee mannen die Hans van Leeuwen arresteerden in de oorlog. De andere personen hebben niets met die arrestatie te maken, maar het zijn: v.l.n.r. een onbekende vrouw, Dordrechts burgemeester mr. J.J. van der Lee, hoofdinspecteur L.N. van der Hagen, politie-adjudant Piet Liefaart, het PvdA-raadslid C. Nieuwpoort, wethouder L. van Bohemen en Sliedrechts wethouder H. van Kooten. De foto is gemaakt toen de politie de gemeenteraad een in beslag genomen partij drugs en pornografie liet zien. |
![]() |
Het niet dragen van de Jodenster viel twee Dordtse rechercheurs op, waarna zij Hans van Leeuwen naar het politiebureau brachten. |
![]() |
De kaart uit het archief van de Joodse Raad van Hans van Leeuwen. Hij is op 23 januari 1943 vanuit Westerbork op transport gezet naar Auschwitz. |
Jodenster
Op 29 mei 1942 hoorde de voorzitter van de Joodsche Raad om 16 uur van SS-Hauptsturmführer Aus den Fünten dat er een nieuwe Duitse maatregel wordt ingevoerd. Bepaling 1 van Artikel 1 luidde: “Een Jood, die zich in het openbaar vertoont, moet een Jodenster dragen.” En volgens bepaling 3 van Artikel 1 hoort de Jodenster te bestaan uit een zwart getekende zespuntige ster uit gele stof ter grootte van een handpalm met het zwarte opschrift ‘Jood’. “Deze moet zichtbaar en vast opgenaaid op de linkerkant ter borsthoogte van het kledingstuk gedragen worden.”
Hans van Leeuwen negeert dit voorschrift als hij op zaterdag 24 oktober 1942 Dordrecht betreedt. De rechercheurs Uil en Van der Hagen houden hem aan en nemen hem mee naar het Hoofdbureau van Politie aan de Groenmarkt. In het dagrapport wordt geschreven dat Van Leeuwen “een Jood blijkt te zijn, terwijl hij geen ster draagt”. Dat is een doodzonde, die hij ook letterlijk met de dood moet bekopen.
Hans van Leeuwen wordt door de marechaussee overgebracht naar Rotterdam, waar hij volgens zijn arrestantenkaart nog diezelfde dag wordt ingesloten door de Sicherheitspolizei. Bijna drie maanden later, op 19 januari 1943, wordt hij overgebracht naar Kamp Westerbork.
Onderzoekster Aline Pennewaard, bezig met een proefschrift over de deportaties van Nederlandse joden naar concentratiekampen, meldde desgevraagd dat de vader van Hans, Max van Leeuwen, “een dag later om inlichtingen vroeg” over zijn zoon. Max bevond zich op dat moment in het Rijkshospitaal in Den Haag. Pennewaard: “Waarschijnlijk was hij daar min of meer ‘ondergedoken’. Dat gebeurde wel vaker. Joden lieten zich dan in ziekenhuizen opnemen in de hoop daar veiliger te zijn.”
![]() |
De notitie in het dagrapport van de Dordtse politie: om 12.30 wordt hij geregistreerd. |
![]() |
De overlijdensakte voor moeder Leonie, opgemaakt in Den Haag op 23 mei 1951. Leonie is op 14 januari 1943 vermoord in Auschwitz. |
![]() |
Van zijn zus Liselotte is geen Joodse-Raadkaart gevonden. Maar ook zíj is in Auschwitz, vermoord, getuige deze pagina uit de ‘Sterbebücher’ van Auschwitz. |
![]() |
De ouders van Hans en Liselotte woonden, voordat zij werden omgebracht in Auschwitz (moeder) en Sobibor (vader), met hun kinderen in Den Haag aan de Vondelstraat, in het hoekpand rechts van de zijstraat, bovenin op nummer 105. |
![]() |
De kaart van vader Max, aangelegd voor zijn verblijf in Kamp Vught. Max van Leeuwen, fabrikant van babyconfectie, is van Vught naar Westerbork naar ten slotte Sobibor gedeporteerd, waar hij is gedood op 21 mei 1943. |
Uitwisseling
De research van Pennewaard leverde verder op dat vader Max op 20 januari 1943 nog heeft geprobeerd om Hans op een Palestinalijst te laten plaatsen. Joden die in het bezit kwamen van een Palestina-certificaat, werden uit Westerbork naar Bergen-Belsen vervoerd, naar het zogenoemde Austausch-lager. Daar moesten zij wachten totdat ze werden uitgewisseld tegen in Palestina verblijvende Duitse Tempeliers. Maar in het geval van Hans van Leeuwen is dat er niet van gekomen. “Voordat dit kon worden gerealiseerd, werd Van Leeuwen al doorgestuurd”, aldus Pennewaard.
Hans, die in Westerbork was opgesloten in Barak 66, werd op 23 januari op transport gesteld naar Auschwitz. Bij aankomst, drie dagen later, op 26 januari 1943, is hij omgebracht, 23 jaar oud.
Zijn zus Liselotte, net als hij ook nog ongehuwd, was vier maanden daarvoor al in hetzelfde vernietigingskamp vermoord, op 20 september 1942. Zij is 24 geworden.
Hun ouders ontkwamen evenmin aan de moordzuchtige nazi’s. Net voordat haar zoon Hans in Auschwitz ‘aankwam’, was moeder Leonie daar al heen gebracht. Zij is er vergast op 14 januari 1943, op 50-jarige leeftijd.
Vader Max eindigde oostelijker in Polen, in Sobibor, op 21 mei 1943. Op de herdenkingspagina voor hem op Joods Monument staat dat hij en Leonie op het laatst woonden in de Vondelstraat, op nummer 105 in Den Haag en dat hij ‘fabrikant’ was, van baby-confectie overigens.
Met de moedwillige dood van vader Max was de laatste van deze Van Leeuwens uitgeroeid. Het gezin bestond niet meer.
Tantes
Maar hoe is het de overgebleven broers en zussen van vader Max in de oorlog vergaan? Hun lot was al even gruwelijk.
Anna, kind nummer 4 en de zus die direct na Max ter wereld kwam, is op 21 september 1942 op 54-jarige leeftijd vermoord. ‘Joods Monument’ meldt dat zij een gezelschapsdame was. Anna is “opgepakt na verraad in Nijmegen door een zekere Koren, die informatie had doorgegeven aan de SD’er Gerritsen”. Behalve joden die in Nijmegen waren ondergedoken, werden als gevolg daarvan ook joden in Den Haag opgepakt. Zoals Anna, die in Scheveningen in de Statenlaan woonde, op nummer 141.
Philip, als nummer 7 het laatste kind, woonde met haar echtgenoot Kato Schnitzler (Rotterdam, 17.10.1897), in Den Haag, op het adres Schoolstraat 25. Kato is omgebracht in Auschwitz, op 8 oktober 1942, in de leeftijd van 44 jaar; haar man Philip in Extern kommando Siemianowitz, op 28 oktober 1942, 47 jaar oud. Hij was manufacturier en winkeleigenaar.
Twee gezinsleden Van Leeuwen hebben de Holocaust overleefd, beiden tantes van de Hans van Leeuwen, voor wie Dordrecht zo noodlottig is geworden.
De ene is Helene Emmij van Leeuwen, kind nummer 6. Zij huwde op 14 april 1938 in Vlissingen als 45-jarige met de 63-jarige Joseph Vles (Zutphen, 12.8.1874). Hij is op 92-jarige leeftijd overleden op 18 september 1966 in Utrecht. Helene stierf twee jaar later, eveneens in Utrecht, op 27 mei 1968, op 75-jarige leeftijd.
De andere is Ida Amalia van Leeuwen, kind nummer 5. Zij blijkt naar Israël te zijn geëmigreerd en is er in Haifa overleden op 15 oktober 1971, op de leeftijd van 81 jaar.
(Met medewerking van de onderzoeksters Erica van Dooremalen en Aline Pennewaard.)
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'