Het voorbije joodse dordrecht

De onontdekte foto’s van Dordtse
joden in het archief: aflevering 7

Vooroorlogse foto's van joodse Dordtenaren

Hulp

Chawwa Wijnberg en Lenie Akker

Chawwa Wijnberg en Lenie Akker
Foto RAD 48756 Weinberg Vlietweg 26

In de orderadministratie van Foto Beerman staat, bij 16-17 december 1947 slechts: “48756 Weinberg Vlietweg 26”. Zoveel is dan wel duidelijk: de foto heeft te maken met de familie Wijnberg, die op dat adres woonde. Maar wie zijn het meisje met de strikjes en die jonge vrouw?
        Gelukkig is er nog iemand aan wie de vraag kan worden voorgelegd: de vertaalster Frans en Engels Marianne Gossije uit Middelburg. Zij was de vrouw van wijlen Chawwa Wijnberg, het meisje op de foto. Haar toekomstige partner is daar vijf of zes jaar oud. Maar hoezeer dat er misschien de schijn van heeft, de vrouw naast Chawwa is niet haar moeder, Mietje (‘Mimi’) Gobits (Den Haag, 29.12.1914). Het is de hulp in huis van Mimi: Lenie Akker uit Appingedam, verduidelijkt Gossije desgevraagd.
        Chawwa Hadassah Riwka Wijnberg-Gossije is in Dordrecht geboren op 6 juli 1942. Zij is op 77-jarige leeftijd in Middelburg overleden, op 21 december 2019. Ze was kunstenaar, dichter en columnist. Haar vader – Abraham (‘Bob’) Wijnberg (Groningen, 17.10.1913) –heeft zij nooit gekend. Omgekeerd heeft hij zijn dochter na de geboorte maar zestien dagen meegemaakt. Daarna werd hij als joods verzetsstrijder gevangen genomen: hij had als lid van de Ordedienst (OD) deelgenomen aan het gewapend verzet. Een jaar later, op 29 juli 1943, werd Bob Wijnberg door de Duitsers gefusilleerd op de Leusderheide bij Kamp Amersfoort, zoals op deze website te lezen is in verhaal 12.
        Mimi en Chawwa zijn op enig moment ondergedoken. Daarover kan Gossije melden: “Mimi is gewaarschuwd door buurvrouw Els van As dat ze moest onderduiken. Waarschijnlijk de dag dat Bobs OD-groep in Ede werd gearresteerd of de dagen er vlak na. Mimi heeft met Chawwa op meer dan tien adressen gezeten voordat ze in Ilpendam terechtkwam. Vermoedelijk als eerste op een adres in Den Haag, bij de vrouw van een mede-verzetsstrijder. Chawwa vertelde dat ze zelfs bij een hoertje hebben gebivakkeerd.”
        Na de oorlog kwam een oom van Chawwa, Nol (voluit: Arnold Hartog Gobits, Dordrecht, 10.1.1922), moeder en dochter daar ophalen. Zij betrokken de woning die ze voor hun vlucht hadden moeten verlaten, aan de Vlietweg. En daar kwam op een dag Lenie Akker werken.
        “Lenie”, vertelt Marianne Gossije, “was de enige overlevende van het gezin Akker. Voor Mimi leek zij op haar vermoorde zus Greta Gobits. Het klikte meteen en Lenie werd een tweede moeder voor Chawwa. Mimi zelf had het in die tijd druk met haar werk in de – na lang procederen teruggekregen – meubelzaak op de Voorstraat. Lenie trouwde vanuit het huis aan de Vlietweg met Herman Preger. Zij gingen op allija (de terugkeer van joden naar Israël, het Beloofde Land, red.). Al deze mensen zijn inmiddels overleden.”

Bewerkt

Marcus Meijer en Esther Barkelau

Marcus (‘Marc’) Meijer en zijn echtgenote Esther (‘Jet’) Barkelau
Foto RAD 309_48856 en 309_48857

Nog twee naoorlogse afbeeldingen uit de Collectie-Beerman. Beide foto’s zijn enigszins bewerkt: de achtergrond is rondom het bovenlichaam van deze man en vrouw witgekalkt, misschien om ze beter te laten uitkomen. De foto’s zijn besteld op 17 januari 1948, op naam van “Meijer Vest 57”. Op de beeldbank van het RAD hebben zij de opeenvolgende nummers 309_48856 en 309_48857 gekregen.
        Het vermoeden is dat dit Marcus (‘Marc’) Meijer (Dordrecht, 16.3.1890) en zijn echtgenote Esther (‘Jet’) Barkelau (Vlissingen, 25.12.1914) zijn: dit echtpaar woonde namelijk op dat adres. Wat er ook voor pleit, is dat Marc en Esther de Holocaust hebben overleefd. Marc overleed op 86-jarige leeftijd in Dordrecht, op 28 maart 1976; Esther op 85-jarige leeftijd op 19 mei 1980, in het ‘Centraal Tehuis’ in Rotterdam.
        In verhaal 123 is te lezen hoezeer met name de familie Meijer in de oorlog door de nazi’s is uitgedund. Van de vijftien oorspronkelijke kinderen van Mozes en Elisabeth Meijer leefden er voor de oorlog nog slechts zeven, daarna nog maar twee. Behalve Marc (kind nummer acht) was dat Carolina (kind nummer twaalf).
        De veronderstelling bleek een juiste. Jacques Marc (‘Jack’) Cohen, een kleinzoon van Marc en Esther, meldde desgevraagd: “Dit zijn inderdaad mijn grootouders. Mooie foto’s trouwens, die ik nog nooit heb gezien.”
        Jack Cohen is een zoon van Israël (‘Ies’) Cohen en Helena (‘Leni’) Meijer (het enige kind van Marc en Esther). Hij is in 1948 geboren in Rotterdam, waar zijn ouders na de oorlog gingen wonen. Zelf woont hij in Capelle aan den IJssel.
        Midden in die oorlog waren Leni en Ies getrouwd, op 3 juni 1942, nog in de Dordtse synagoge aan de Varkenmarkt. Daarna moesten ze onderduiken, in de Rotterdamse wijk Berkendaal. Op deze website is in verhaal 101 beschreven hoe Leni en Ies en ook Leni’s ouders Marc en Esther (Jet) de oorlog wisten te overleven.
        Afgelopen april was Jack Cohen degene aan wie de historicus en auteur drs. C. Weltevrede het eerste exemplaar overhandigde van het jaarboek van de vereniging Oud-Dordrecht. Dit gaat over de jodenvervolging in Dordrecht.

Overlevenden

Carolina samen met Marianne Sons en oma Marianne Stad-Cohen

Links Carolina en Marianne Sons en rechts oma Marianne Stad-Cohen.
Foto RAD 309_5044-1 en 309_5044-2

Drie foto’s werden ontdekt in de Collectie-Beerman, betrekking hebbend op de families Sons en Stad. De ene, met het nummer 309_5028, toont twee vriendelijk glimlachende meisjes, en is op 29 oktober 1949 besteld door ene “Sons, Geversleynootweg 194, Scheveningen”. Op de andere twee is dezelfde vrouw te zien, eind oktober-begin november 1949 gefotografeerd in opdracht van “Stad Burg. de Raadtsingel” en genummerd 309_5044-1 en 309_5044-2.
        Wie de twee jonge vrouwen zijn, viel eenvoudig te achterhalen. Op de Gevers Deynootweg 194 woonde tot zijn overlijden Louis Sons, de vader van deze dochters. Louis Sons (Den Haag, 6.11.1907, ook wel ‘Louwie’ genoemd, trouwde op 23 maart 1932 in Dordrecht met Rebecca Stad (Rotterdam, 2.6.1911). Samen begonnen zij op de Voorstraat 209 de winkel ‘Het Lampenpaleis’.
        Twee kinderen kregen Louis en Rebecca: Carolina op 11 februari 1935 en Marianne op 10 januari 1938. De vader heeft met zijn twee dochters de oorlog weten te overleven, moeder Rebecca is vermoord in Auschwitz, op 4 juni 1944, 33 jaar oud. Louis ging nadien met zijn kinderen in Scheveningen wonen, waar hij overleed op 10 augustus 1980, op 72-jarige leeftijd. Blijkbaar is hij degene geweest die de foto van de twee meisjes liet maken in 1949.
        Rebecca was een dochter van David Stad (Rotterdam, 8.12.1884) en Matje Cohen (Rotterdam, 1.8.1886). Dit echtpaar woonde aan de Burgemeester de Raadtsingel, op nummer 23E (later: 77). Waarschijnlijk is de oudere vrouw op de twee andere foto’s deze Matje. Ook het echtpaar Stad doorstond de jodenvervolging. David overleed op 78-jarige leeftijd op 28 november 1963, Matje in op 26 februari 1956, 70 jaar oud, beiden in Dordrecht.
        Marian Bont-Sons bevestigt desgevraagd dat de foto van de twee meisjes haar en haar zusje laat zien. “Ik heb deze foto zelf ook. Het grote meisje is mijn zus Carolina, maar zij wordt Lineke genoemd. De ander ben ik zelf. Wij woonden toen inderdaad op de Gevers Deynootweg.”
        Nadat Marian over de foto’s was benaderd door de redactie van deze site, duurde het even voordat ze kon reageren. De reden? “Zulke foto’s brengen altijd veel emoties mee, vandaar.” Ze is niettemin “erg blij” met de drie digitaal toegezonden foto’s.
        De dame op de twee andere foto’s, licht zij verder toe, is inderdaad haar oma Marianne Stad-Cohen. Die foto’s kende zij niet. “Er zijn nog twee kleindochters van deze oma, Rudy en Riny Offenbach uit Eindhoven. Beiden zijn na de oorlog geboren. Ik heb regelmatig contact met ze. Zij zullen deze foto’s zeker ook waarderen.”

Emigratie

Joseph Jacob en Bruintje Suzanna Cohen

Joseph Jacob (‘Jos’) en Bruintje Suzanna (‘Betty’), de enige twee kinderen van Meijer Michiel Cohen en Gesina Keesje.
Foto RAD 309_5044-1 en 309_5044-2

Hij, de jongeheer, ziet er op de twee foto’s eender gekleed uit. Maar zij, de jongedame, heeft zich na foto 1 verkleed voor foto 2. Beide foto’s zijn op dezelfde dag gemaakt bij Foto Beerman, op 3 september 1946. Dat gebeurde in opdracht van “Meijer Michiel Cohen” van de “Toulonschelaan”. En daarmee viel betrekkelijk makkelijk vast te stellen wie de jongen en het meisje zijn: Joseph Jacob (‘Jos’) en Bruintje Suzanna (‘Betty’), de enige twee kinderen van Meijer Michiel Cohen en Gesina Keesje.
Meijer Michiel is geboren in Dordrecht op 30 augustus 1900, Gesina in Velsen op 1 april 1906. Zij trouwden in Amsterdam op 5 maart 1930. Exact een jaar na hun trouwdag beviel Gesina op 5 maart 1931 van Bruintje, vier jaar later op 10 maart 1935 van Joseph Jacob. Het gezin woonde op nummer 7 (nu ook nog 7) van de Toulonselaan.
        Zoals in verhaal 47 uitgebreid wordt uiteengezet, was Meijer Michiel medefirmant van de metaalhandel Jos Cohen & Zoon, die zijn vader Joseph was begonnen op de Staart, aan de Maasstraat 27. In de oorlog werd het gezin van Meijer Michiel opgepakt en opgesloten in kamp Westerbork, maar het mocht dit doorgangskamp na korte tijd verlaten, omdat Meijer Michiel nodig was om het bedrijf draaiende te houden voor de Duitse oorlogsindustrie.
        Het gezin overleefde de oorlog, de kinderen in de onderduik. In de jaren vijftig is Betty geëmigreerd naar Israël, waar zij trouwde met Raphael Smoli. Jos vertrok in 1977 naar de VS. Meijer Michiel overleed in 1958 in Dordrecht, zijn vrouw Gesina in 1998 in Amersfoort. Zoon Jos stierf op 8 januari 2016 als 80-jarige echtgenoot van de Dordtse Jet Zadoks (1937) in Somerset, New York, zie ook kader onderaan verhaal 39.
        Dat de twee kinderen op de foto’s metterdaad Jos en Betty zijn, is beaamd door Erna Zwart-Cohen, een geboren Dordtse die tegenwoordig in Naarden woont. Zij heeft de kinderen in haar jeugd gekend.

Pasfoto

Trijntje Treure en ene Bervoets

Links zie je Trijntje (ook wel: Tine) Treure, vrouw van Hendrik Willem Weinberg.
De man rechts is ene Bervoets uit Numansdorp.
Foto RAD 309_51968, 309_51973 en 309_51968

Precies dezelfde foto komt in de beeldbank van het RAD tweemaal voor, onder nummer 309_51968 en 309_51973. Links staat een vrouw, rechts een man. Die nummers corresponderen met de nummers in de administratie van Beerman. En dáár staat dat de opdrachtgever voor de linker pasfoto “Weinberg van de Singel 289” was, en dat de foto is gemaakt in september 1952.
        Op dat adres woonde in die tijd Hendrik Willem Weinberg. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het dan ook om zijn echtgenote, Trijntje (ook wel: Tine) Treure, geboren in Dordrecht op 11 februari 1924. In de rand van de foto is nog net de ‘uitstekende’ letter ‘g’ van Weinberg te zien. De man rechts is ene Bervoets uit Numansdorp (309_51968). Zij hebben niets met elkaar te maken; het zijn gewoon twee opeenvolgende pasfoto’s.
        Hendrik Willem Weinberg was een zoon van handelsreiziger Meijer Weinberg (Groningen, 31.1.1878) en Pieternella Hendrika van der Kloet (Dordrecht, 27.9.1876). Hij was joods, maar veranderde zijn geloof later in ‘geen’. Zij was Nederlands Hervormd, en dat werd ‘Rem’ (remonstrants). Na hun huwelijk in Dordrecht op 6 november 1907 kregen zij, intussen wonend in Zwijndrecht, twee kinderen – als eerste Erna op 10 december 1910 (zij stierf na dertien weken), daarna op 13 juni 1912 Hendrik Willem. Het gezin verhuisde naar Dordrecht en is daar blijven wonen, aan de Stooplaan op nummer 9, zie verhaal 188.
        Meijer, zijn vrouw en de kinderen hebben de oorlog overleefd, in tegenstelling tot de broers en zussen van Meijer. Die zijn allen vermoord. Meijer Weinberg was de enige overlevende. Trijntje Treure was al eens getrouwd geweest toen zij in 1948 in ondertrouw ging met Meijer’s zoon Hendrik Willem – namelijk vanaf 3 maart 1943 met Pieter Johannes van Aardenne. Dat liep uit op een echtscheiding. Haar tweede man Henk, filmtechnieker van beroep en net als zijn vader Meijer toneelspeler bij Inter Amicos, overleed in Dordrecht op 28 januari 1979, op 66-jarige leeftijd. Het echtpaar woonde indertijd aan de Dubbelsteijnlaan 31.
        Op de website ‘Dordtenazoeker’ zijn enkele politieberichten over Trijntje Treure te vinden, sommige uit de oorlogstijd. Op 3 september 1942 werd zij bekeurd omdat zij, toen wonend aan de Reeweg Oost 131, geen persoonsbewijs kon vertonen. Op 17 februari 1943 bleek zij haar rijwiel onbeheerd te hebben laten staan. Op 21 januari 1947 kreeg ze opnieuw een bon, nu, wonend aan de Gevaertsweg 4, omdat zij er als fietser op werd betrapt niet rechts te rijden.
        De weduwe Tine stierf in de nieuwe eeuw, op 1 maart 2003, 79 jaar oud.
        Een achternicht van Meijer Weinberg, Connie van Praag-Weinberg uit Australië, laat desgevraagd weten te denken dat de vrouw links inderdaad Trijntje Treur is. “Ik heb haar een paar maal ontmoet en zij lijkt wel op de vrouw van de foto.”

Twee hondjes

hondjes van zuster Henriëtte van Ameringen

De hondjes zijn eigendom van zuster Henriëtte van Ameringen
RAD 309_112485

Een ongewone foto ten slotte nog: niet van personen, maar van hondjes. De dieren zijn eigendom van zuster Henriëtte van Ameringen (Amsterdam, 18 mei 1886), de joodse vroedvrouw die wordt beschreven in verhaal 115.
        Zij had samen met de Nederlands Hervormde zuster Helena Schaap (Dordrecht, 23.1.1885) een verloskundigenpraktijk in Dordrecht, aan de Burg. de Raadtsingel op nummer 17 (later: 53, inmiddels gesloopt). Henriëtte is op 17 september 1943 vermoord in Auschwitz, 57 jaar oud. Haar collega Helena stierf, nog altijd wonend op hetzelfde adres, op 17 juni 1970, 85 jaar oud.
        Bij het artikel over de familie Van Ameringen op deze site staan ook al twee foto’s met een hondje; de zuster was duidelijk een hondenliefhebster. De twee hondjes op deze ‘nieuwe’ foto zijn door Beerman gefotografeerd op 3 februari 1931. De foto is te vinden in de beeldbank van het Dordtse archief onder nummer 309_112485.





Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 8 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 9 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 10 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 11 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 12 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 13 >

Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 14 (slot) >

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 6

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 5

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 4

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 3

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 2

< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 1


< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'