Het voorbije joodse dordrecht
De onontdekte foto’s van Dordtse
joden in het archief: aflevering 2
Op 17 mei 1982 kreeg Herman Beerman in het Stadskantoor, samen met nog enkele Dordtenaren, het Verzetsherdenkingskruis opgespeld door burgemeester J.H. van Zuuren. Beerman heeft in de oorlog als fotograaf gewerkt voor de internationale spionagegroep ‘Wim’. Hij kreeg ook Belgische onderscheidingen voor zijn verzetwerk. |
Vader Beerman, van wie geen persoonsfoto is gevonden in zijn eigen collectie, overleed in de oorlog, op 14 april 1944. Hij is 64 geworden, meldt de overlijdensadvertentie in de ‘Dordrechtsche Courant’ van 14.4.1944. Zijn zoon Herman, die werkte in de fotozaak, woonde in Dordrecht, zijn dochter Antonia in Almelo, zijn zoon Wilhelmus in Nijmegen. |
Dit is het tweede deel van de serie over herontdekte foto’s van joodse Dordtenaren uit het archief van vader en zoon Beerman.
Voordat een nieuwe reeks herontdekte foto’s wordt getoond, eerst dit: wie waren deze fotografen eigenlijk? Waar kwamen zij vandaan? Had Beerman junior broers en zussen? Van wanneer tot wanneer leefde dit gezin? Dat wordt in deze aflevering verteld.
De navolgende korte biografie van Hermanus Gerardus senior en junior is ook bedoeld als een eerbetoon. Er zijn in Dordrecht geen andere fotografen (geweest), die zó’n belangwekkend fotoarchief hebben nagelaten van de voormalige, plaatselijke joodse gemeenschap. Zonder dat vader en zoon het beseften, legden zij met de portretten die zij maakten van joodse Dordtenaren, of van bezoekende familieleden, een verdwenen bevolkingsgroep vast.
Hun dagelijkse werk is erfgoed geworden.
Katholiek
Om maar meteen mogelijk illusies te voorkomen: het gezin Beerman is allerminst Dordts van oorsprong. Vader, moeder en hun drie kinderen zijn stuk voor stuk geboren Amsterdammers. Joods kunnen ze al evenmin genoemd worden. De Beermannen waren overtuigde katholieken, hun voornamen geven er blijk van.
Toen Hermanus Gerardus Beerman, het hoofd van dit gezin, op 25-jarige leeftijd op 12 oktober 1905 in Amsterdam trouwde met de 22-jarige plaatsgenote Alida Maria Wilhelmina Hompe, liet hij zich nog registreren als “bediende”. Achttien jaar later vestigde hij zich op 9 mei 1923 met zijn gezinsleden in zijn nieuwe woonplaats Dordrecht, komende uit Den Bosch. Hij liet zich inschrijven in de burgerlijke stand. Als beroep gaf hij op “photograaf” te zijn, als zijn adres noemde hij: Vrieseplein 1.
Hermanus Gerardus is een zoon van pakhuisknecht Antoon Beerman (Amsterdam, 26 augustus 1853) en Geertruida Cornelia Schreuder (Amsterdam, 23 december 1851). Hij werd geboren op 13 december 1879, als tweede van vijf kinderen, in Marnixstraat 124. Zijn echtgenote Alida kwam op 2 februari 1883 ter wereld, in Van Houweningenstraat 10, als dochter en derde kind van vier. Haar ouders waren meubelmaker Wilhelmus Josephus Hompe (Amsterdam, 1 mei 1850) en Maria Alida Oudejans (Amsterdam, 12 november 1847). Beide families waren het rooms-katholieke geloof toegedaan.
Het echtpaar Beerman kreeg zijn drie kinderen in Amsterdam. Als eerste beviel Alida van dochter Antonia Geertruida op 7 september 1906, zoon Wilhelmus Adrianus volgde op 20 augustus 1909 en ten slotte verscheen Hermanus Gerardus junior op 10 juni 1914. De kinderen bleven tot in de jaren dertig allen bij hun ouders in Dordrecht. Antonia, die winkeljuffrouw werd, vertrok op 3 mei 1933 naar Zwolle. Wilhelmus, die zich tot fotograaf en agent-rechercheur ontwikkelde, verruilde Dordrecht voor Nijmegen op 1 februari 1935.
Junior is de enige nazaat die in Dordrecht zou blijven, arbeidend in de fotohandel van zijn vader.
Vier foto’s die het interieur tonen van de fotohandel. Wanneer precies de foto’s zijn gemaakt, is niet bekend, in elk geval in de begintijd van de zaak. |
Beerman junior liet op 22 april via een advertentie in dezelfde krant weten dat het fotoatelier “voorloopig op denzelfden voet wordt voortgezet”. |
Tollens
Voordat de Beermannen op het Vrieseplein hun ‘Foto-Atelier H.G. Beerman’ openden, werd in hetzelfde, kasteelachtige pand ook al fotografie bedreven, door de legendarische fotograaf Henricus Jacobus Tollens (Dordrecht, 13 juni 1864 – Hillegersberg, 29 juli 1936). Sterker nog, Tollens heeft het kenmerkende hoekhuis met fotoatelier pal naast de Spuihaven laten bouwen. In 1910 verwierf hij de benodigde grond; op 1 april 1921 werd “het fraaie pand met het alom geprezen atelier geopend”, aldus het Biografisch Woordenboek op de website van her Dordtse archief.
Tollens bleef er maar kort. “Na het overlijden van zijn vrouw op 26 maart 1920 gaf hij aan geen plezier meer te beleven aan de fotografie en ging zich wijden aan de schilderkunst.” In april 1923 verkocht hij zijn woonhuis, “evenals de meeste negatieven, aan twee fotografen uit ’s-Hertogenbosch”: Hermanus Johannes Eickholt en Hermanus Gerardus Beerman. Tollens verhuisde naar een bovenwoning in de Wijnstraat. Volgens het Woordenboek liet hij “duizenden foto’s en negatieven na, die aanvankelijk beheerd werden door fotograaf Beerman en die begin jaren zeventig naar het Stadsarchief Dordrecht werden overgebracht.”
Op 1 mei 1923 nam Beerman senior officieel Tollens’ atelier over. Vijftig jaar later, bij het houden bedrijfsjubileum op 1 mei 1973, opende toenmalig burgemeester mr. J.J. van der Lee in het Leprooshuis (dat tegenover Foto Beerman ligt, aan de andere zijde van de Vriesehaven) een expositie, in bijzijn van een glunderende Beerman junior.
De zwart-witfoto bovenaan dit artikel is afkomstig uit die collectie van H.J. Tollens. Kennelijk bracht hij het nog op om zijn voormalige huis te fotograferen toen de Beermannen er al woonden. De datering in de beeldbank van het archief is uiterst onprecies: ergens tussen 1920 en 1931.
Volgens de huidige bewoonster van het pand, Jacqueline Hoevenberg, kan dit niet kloppen. Hoevenberg, als archeoloog werkzaam voor de Gemeente Dordrecht, schreef in de beeldbank van het archief dit commentaar: “Deze foto is gemaakt na de vernieuwing/vergroting van de vensters op de verdiepingen, waarvoor in december 1939 een aanvraag werd ingediend.”
Enkele maanden na zijn vader, op 6 juni 1944, overleed Wilhelmus, de broer van Herman. Volgens de Oorlogsgravenstichting is hij als lid van het verzet geëxecuteerd in de duinen bij Bloemendaal Overveen. |
Schreurs
Aanvankelijk heette de zaak van Beerman en Eickholt “Atelier Schreurs”, naar de fotograaf André Schreurs, die “garant staat voor een deel van de hypotheekaflossing”, verklaart bezoeker Ton Waalboer op de website van het archief. “In 1936 stapt Eickholt eruit, waarop de naam verandert in fotoatelier Beerman”, meldt hij. In het Adreshoek van 1938 kwam de naam ‘Atelier Schreurs’ overigens nog altijd voor.
Beerman senior overlijdt in de Tweede Wereldoorlog op 14 april 1944. Hij is 64 jaar geworden. In de overlijdensadvertentie in de Dordrechtsche Courant van diezelfde dag staat dat hij “na een kortstondige ziekte, zacht en kalm, geheel onverwacht” is gestorven, “voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden”. Zoon Wilhelmus Adrianus blijkt volgens deze advertentie nog altijd in Nijmegen te wonen, getrouwd met verkoopster Maria Antonia van Almen (Rotterdam, 25 december 1910). Dochter Antonia bevindt zich inmiddels in Almelo. Zij is getrouwd met monteur Cornelis Wilhelmus van Loon (Dordrecht, 28 januari 1907).
Nog geen twee maanden na haar man raakt de weduwe Beerman zoon Wilhelmus kwijt. Hij wordt geëxecuteerd in de duinen bij Bloemendaal Overveen, op 6 juni, nog geen 34 jaar oud. Wilhelmus, een rechercheur van politie en verzetsdeelnemer, maakte deel uit van een verzetsgroep binnen de Nijmegense politie. Op 24 september 1943 was hij volgens de website ‘Oorlogslevens’ betrokken bij een mislukte aanslag op J.C. van der Burch, bij drogisterij Poelen aan de Daalseweg in Nijmegen. Van der Burch was “een infiltrant en collaborateur, die contacten onderhield met de Sicherheitsdienst in Den Haag”; als infiltrant noemde hij zich Cor Ederveen.
Vijf verzetsmensen werden opgepakt en ter dood veroordeeld, onder wie Wilhelmus Beerman. De anderen zijn Herman Oolbekkink, Albertus H. Marcusse, Bartholomeus T.h Hendriks en Cees de Jong. Op 4 november 1943 belandt Beerman in Kamp Vught, op 6 juni wordt hij samen met de vier anderen gefusilleerd.
Beerman junior zette de zaak voort. Hij plaatste op 22 april, een week na het overlijden van zijn vader, een geruststellende advertentie in de Dordrechtsche Courant, op 22 april, luidende: “Foto Atelier Beerman [...] wordt voorloopig op denzelfden voet voortgezet. Het atelier is dagelijks geopend voor opnamen van 10-4 uur.”
Maar zo gemoedelijk en onvervaard als dit klinkt, zo verliep in die oorlogstijd zeker niet het dagelijks leven van Beerman junior, die inmiddels een dertiger was. Wat gebeurde er met hem, rondom hem? Dit wordt uiteengezet in aflevering 3 van deze serie, bij een volgende reeks foto’s van joodse Dordtenaren.
Vooroorlogse foto's van joodse Dordtenaren
Witte strik |
|
Deze foto blijft noodgedwongen ongeïdentificeerd. In de administratie heeft de foto nummer 29618 gekregen, in de beeldbank nummer 309_108857. Het enige dat erover bekend is, is wat in de rand staat: “Cohen sepia”. Twee kinderen staan erop. |
|
Gedekte tafel | |
Nog een raadsel dat naar alle waarschijnlijkheid is opgelost. In de rand van foto 309_1007224 in de beeldbank van het RAD staat: “13866 LIEVENDAG sepia”. De groepsfoto is duidelijk gemaakt bij een feestelijke gelegenheid. Om wie gaat het hier? |
|
Bloemenzee | |
Hier kun je met recht spreken van een bloemenzee. Omringd door talrijke boeketten vieren de heer Nathan Samuel Cohen en mevrouw Isabella Cohen-Schlicher waarschijnlijk hun huwelijksfeest. In de rand van de ongedateerde foto, nummer 309_101168 in de beeldbank en nummer 23626 in administratie van Beerman, staat niet meer dan: “23626 COHEN Voorstraat”. Maar elders op de beeldbank is nog een foto van dit echtpaar te vinden (nummer 556_3305). Zodoende konden deze Cohens vrij eenvoudig geïdentificeerd worden. |
|
Winkels | |
Twee foto’s van een en dezelfde jonge vrouw. In de beeldbank hebben zij opeenvolgende nummers gekregen: 309_10532-1 en 309_10532-2. In de administratie staat bij opdrachtnummer 10532 de datum (3 juni 1928). In de rand van de foto is “Stad, Voorstraat” te lezen. Het gaat dus om de familie Stad, die inderdaad twee, tegenover elkaar staande winkels had in deze straat. Wonen deed de familie op de Burg. de Raadtsingel. |
|
Anoniem | |
Twee foto’s van dezelfde vijf kinderen, vier meisjes en een jongen. In de beeldbank zijn de foto’s op te zoeken via de nummers 309_109444 en 309_109445, in de administratie van Beerman hebben ze op pagina 1719 allebei nummer 9508 gekregen. Verder wordt er alleen vermeld, ook op de foto’s in de rand, dat het “BRAADBAART sepia” betreft. |
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 3 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 4 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 5 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 6 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 7 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 8 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 9 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 10 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 11 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 12 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 13 >
Verder naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 14 (slot) >
< Terug naar De onontdekte foto’s van Dordtse joden in het archief: aflevering 1
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'