Het voorbije joodse dordrecht

Vader Elias Ephraïm Haagens
bleef als enige achter in Dordt
* Overzicht van de familie Haagens
* Monument in Middelharnis voor Goereese familieleden van Elias

Elias Haagens, Engeltje Simons en Cato

Dit is een uitzonderlijke foto, want gemaakt in 1885. Daarmee is het mogelijk wel de oudste persoonsfoto op deze website. De foto is bij toeval ontdekt in de beeldbank van het Joods Historisch Museum (JHM) in Amsterdam. In het kader onderin wordt toegelicht bij welke gelegenheid de foto is gemaakt. De afbeelding toont Elias Haagens, zijn vrouw Engeltje Simons en hun eerste kind Cato.
Foto JMH (nr. F000613)

Ergens op de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg in Dordrecht staat een eenzame grafsteen. “Hier rust E.E. Haagens, overl. 10 menachem 5564”, staat er in de joodse jaartelling. Daarmee wordt 31 juli 1904 bedoeld.
        De initialen E.E. staan voor Elias Ephraïm, een man geboren in Dirksland en overleden in Dordrecht. Nergens op de begraafplaats is nog een andere Haagens bijgezet. E.E. ligt er in zijn eentje.
        Toch is Elias getrouwd geweest, toch heeft hij vijf kinderen verwekt. Vier van hen kwamen ter wereld in het dorp op Goeree-Overflakkee dat ook zíjn geboortegrond was, Dirksland. Alleen de vijfde, Anna Elise, is een heuse, geboren Dordtenaar. En zijn vrouw, Engeltje Simons? Die heeft via het eiland en via Dordrecht een cirkelgang gemaakt: zij kwam van Den Haag en keerde er op het eind terug.
        De familie Haagens komt niet voor op de lijsten elders op deze website van joden die in Dordrecht zijn geboren (Lijst 1), of die er tijdens de oorlog verbleven (Lijst 2). De verklaring daarvoor is een eenvoudige: zij waren slechts voorbijgangers, vergeten passanten.
        Normaal gesproken zou Anna Elise op Lijst 1 moeten staan. Maar zij heeft de Holocaust overleefd – ternauwernood overigens: ze bevond zich al in Theresienstadt. En beide lijsten vermelden nu eenmaal alleen diegenen die hun leven hebben verloren ‘dankzij’ de nazi’s. Dat geldt niet voor Anna Elise; zij heeft 86 mogen worden.
        Wie behoren tot de Haagens die op de Voorstraat een winkel hadden? Hoezeer heeft de jodenvervolging dít gezin getroffen? Een verhaal over een familie die bijna onontdekt was gebleven.

drieluik met familiefoto’s ter gelegenheid van het 30-jarig huwelijk van Engeltjes ouders Mozes Simons en Kaatje de Sterke

Een hoogst bijzondere foto, afkomstig uit de collectie van het Joods Historisch Museum (JHM) in Amsterdam, en gemaakt door een onbekende fotograaf in Den Haag. In de collectie bevinden zich drie foto’s van de familie Haagens: een foto van Cato (zie verderop), een groepsfoto met daarop moeder Engeltje en drie kinderen (zie kader) en deze foto.
De foto is gemaakt in 1885 gemaakt voor een drieluik met familiefoto’s, ter gelegenheid van het 30-jarig huwelijk van Engeltjes ouders Mozes Simons en Kaatje de Sterke. Het JHM licht in een bijschrift uitvoerig toe wie degenen zijn die aan de binnenzijde van het rechterluik bovenaan staan.
En dat blijken zonder meer Elias, Engeltje en hun eerste dochter Cato te zijn. Samen met de groepsfoto zijn dit de enige foto’s die bekend en voorhanden zijn van dit gezin, wat de foto ook fotohistorisch uniek maakt.
Foto JHM (nr. F000613)

gezin Haagens ingeschreven in het bevolkingsregister

Het gezin Haagens is op 9 juli 1895 ingeschreven in het bevolkingsregister. Behalve zijn echtgenote en hun vier Goereese kinderen, kwamen in de loop der tijd dienstboden en een winkeljuf op de Voorstraat 230 wonen − personeel dat Nederlands Hervormd was. Onderaan staat Anna Elise, het kind dat in Dordrecht is geboren.
Foto RAD


magazijn De Zon, opvolger van de kantoorboekhandel die Elias Haagens

Op deze foto, volgens het Dordtse archief gemaakt in de jaren tien van de vorige eeuw, is in het midden magazijn ‘De Zon’ te zien. Dit is de opvolger van de kantoorboekhandel die Elias Haagens op exact deze locatie begon na zijn aankomst in Dordrecht in 1895. Haagens verkocht het pand met de brede gevel aan Bernard Heinrich Brunklaus, de eigenaar van ‘De Zon’. Brunklaus liet het interieur nogal verbouwen; aan de voorgevel is mogelijk niets veranderd. Volgens bezoekers van de website van het Dordtse archief was ‘De Zon’ een filiaal van V&D, dat verderop stond, en Brunklaus dus filiaalchef.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr 552_317182)

Band
Net als het voorgaande artikel op deze site, verhaal 258, is het Jan Both geweest, de plaatsvervangend gemeentearchivaris van Goeree-Overflakkee, die de redactie van deze website, op het spoor heeft gezet. Alle archiefmateriaal ordenend en op een rij zettend voor een aankomend boek over de joodse families op dat eiland, beschreef hij in een pdf alvast de eerste bevindingen over de familie Haagens. En zo kon worden achterhaald dat er een band met Dordrecht bestaat.
        Both duidt eerst de maatschappelijke, eilandelijke context van de dynastie Haagens, voordat hij inzoomt op één van de gezinnen die eruit voortgesproten zijn, dat van Elias Ephraïm. Afstammelingen, zet hij uiteen, hebben zich vooral over het oostelijk deel van het eiland verspreid: Oude-Tonge, Dirksland, Sommelsdijk en Middelharnis.
        “De familie Haagens kan gerekend worden tot een van de kernfamilies van het eiland. Het is ook een zeer uitgebreide familie met verschillende takken op het eiland. Ze strijken in het eerste kwart van de 19de eeuw in Oude-Tonge neer en zwermen vervolgens uit over het midden van het eiland. De familie Haagens is door huwelijken gelieerd aan een groot aantal families, namelijk Van Os, De Haas, Hartogs, Cohensius, Cohen, Van Leeuwen en Rood. Het is een geslacht van kooplieden en winkeliers in manufacturen. Zij behoren tot de meer vooraanstaande joodse families.”
        Elias is zo’n winkelier. Geboren in Dirksland op 3 mei 1860, als zoon van lederhandelaar David Haagens en Grietje Hartogs, trouwt hij op 31 oktober 1883 in Den Haag als 23-jarige met de iets oudere, want 25-jarige Engeltje Simons (Den Haag, 21 maart 1858), dochter van winkelier Moses Simons en Kaatje de Sterke. Engeltje gaat na de bruiloft met haar geliefde, zoals te doen gebruikelijk was, naar Goeree-Overflakkee, naar zijn geboorteplaats Dirksland.
        Daar baart zij vier kinderen, achtereenvolgens: Cato (29.7.1884), David (3.5.1886), Maurits (7.9.1887) en Margot (14.12.1891).

noodweer boven Dordrecht op 3 juli 1899

Bij noodweer boven Dordrecht op 3 juli 1899 liep volgens de ‘Dordrechtsche Courant’ (DC) de boek- en papierhandel van Elias “verschrikkelijke” schade op. Hij bedankte de volgende dag degenen die hem hadden geholpen (DC, 4.7.1899). Op de 7de juli hield hij een opruiming van beschadigde goederen (DC, 7.7.1899). Aan het eind van het jaar kon men alweer in het magazijn terecht voor Sinterklaas-nouveautés.
Foto’s Krantenbank RAD

Elias Haagens heeft talrijke keren geadverteerd in de plaatselijke courant

Elias Haagens heeft talrijke keren geadverteerd in de plaatselijke courant. Twee voorbeelden. Op 4 februari 1902 laat hij weten dat bij hem in de zaak een ‘snel-vermenigvuldiger’ voor schrift en tekeningen verkrijgbaar is. Op 1 september plaatst hij meerdere kleine annonces met het oog op het nieuwe schooljaar.
Foto’s Krantenbank RAD

Dordrecht
Al na twaalf jaar verlaat het gezin het eiland, om zich per 3 juli 1895 te vestigen in Dordrecht. Omdat Elias ook daar weer een winkel gaat exploiteren, mag verondersteld worden dat hij in Dordrecht betere koopmansmogelijkheden zag dan in het piepkleine Dirksland.
        Op de Voorstraat, Dordrechts ellenlange winkelstraat bij uitstek, koopt hij van Hendrik Buijtink kadastraal perceel H 1972, omvattende een huis, een werkplaats en een erf. Dit perceelnummer staat voor Voorstraat 230 (oude huisnummering). Elias begon er een soort kantoorboekhandel, door hemzelf en klanten een magazijn genoemd. Talrijk zijn de advertenties die hij met regelmaat jarenlang plaatste in de Dordrechtsche Courant om klandizie te trekken; zijn nering floreerde kennelijk. Hij beschikte bijvoorbeeld al over een telefoon, nummer 302.
        In 1899 barst er noodweer los boven Dordrecht. Dat takelt volgens de Dordrechtsche Courant (DC) van 3 juli “het bekende magazijn van den heer E.E. Haagens op een verschrikkelijke wijze toe”. Het verslag staat hiernaast. Het magazijn is “in die mate ontredderd” dat Haagens zich genoodzaakt ziet de zaak voor “eenige dagen” te sluiten. Op 7 juli bedankt Haagens in een advertentie degenen die hem op de ongeluksdag “welwillend behulpzaam” zijn geweest, diezelfde dag meldt hij in de DC óók dat er “heden” een opruiming is van “alle door water beschadigde goederen, waaronder een groote partij doozen postpapier”.
        Later dat jaar, op 16 november vraagt hij in de krant aandacht voor het aanstaande Sint Nicolaasfeest. “Evenals vorige jaren is mijn magazijn ruim voorzien van verschillende nouveautés”, laat hij weten, zich “beleefd aanbevelend voor een bezoek”. In de DC van 1 september 1902 plaatst Elias Haagens liefst zeven kleine advertenties tegelijk in een blok. Ze geven een goede indruk van wat hij bijvoorbeeld alleen scholieren al te bieden heeft: schoolpotloden, teekencahiers, schoolagenda’s, boekenriemen, boekendragers, schooltasschen, collegemappen, teekenborden en passerdozen.
        Ook in 1902, op 4 februari, adverteert Elias met de ‘Optimus’, een nieuwste uitvinding. Dit apparaat, een “snel-vermenigvuldiger voor schrift zowel als voor teekeningen”, is bij hem in de winkel verkrijgbaar.

Engeltje Simons beviel op 2 oktober 1900 thuis op de Voorstraat van Anna Elise

Engeltje Simons beviel op 2 oktober 1900 thuis op de Voorstraat van Anna Elise, om 2 uur in de ochtend. Haar naam werd in de geboorteakte genoteerd als Etty Simons, wat bij gerechtelijke beschikking in juli 1903 moest worden gerectificeerd.


Anna geboren op 5 oktober 1900

Anna’s geboorte werd op 5 oktober 1900 bekendgemaakt via de ‘Dordrechtsche Courant’.
Foto Krantenbank RAD

Foutje
Zijn gezin is ondertussen uitgebreid, met Anna Elise. Zij verscheen op 2 oktober 1900, ’s ochtends vroeg om twee uur. De ambtenaar van de burgerlijke stand noemde moeder Engeltje per abuis ‘Etty’. Bij beschikking van de Arrondissementsrechtbank te Dordrecht is op “den tienden juli 1903” in de geboorteakte “verbetering bevolen”: in Engeltje. Drie jaar later dus. 1903 is in ander opzicht ook opmerkelijk: Engeltje verlaat Elias. Officieel wordt de echtscheiding op 22 september 1903 door de rechtbank uitgesproken.
        Twee weken later, op 7 oktober 1903, vertrekt Engeltje uit Dordrecht. Ze gaat naar Hilversum, samen trouwens met haar dochter Margot.
        Andere kinderen keren Dordrecht ook de rug toe. Cato, de eerstgeborene, is iets eerder al, op 25 april 1903, naar Amsterdam vertrokken. Maurits gaat in het jaar daarop, per 6 april 1904, naar Leeuwarden.
        Drie maanden later overlijdt Elias, op 30 juli 1904. Hij is 44 jaar oud geworden. Hij wordt begraven op de joodse begraafplaats aan de Nieuweweg. Waarom hij daar eenzaam en alleen is komen te liggen, is nu te begrijpen: hij was gescheiden, en de kinderen waren weggetrokken.

Elias overleed op 30 juli 1904

Negen jaar nadat hij zich in Dordrecht had gevestigd, overleed Elias, op 30 juli 1904, 44 jaar oud. Hij was in het jaar ervoor gescheiden, zijn vrouw Engeltje Simons staat dan ook niet in de overlijdensadvertentie (DC 2.8.1904). Elias werd begraven op de joodse begraafplaats in Dordrecht.
Foto’s RAD en website ‘Het Stenen Archief’


Schuldeisers
Financieel had hij zijn zaak blijkbaar niet netjes achter kunnen laten. In de Dordrechtsche Courant van 3 april 1905 werden “bekende en onbekende schuldeischers” opgeroepen zich op vrijdag 14 april te melden bij notaris W.H. van Bilderbeek op het adres Groenmarkt 8. De nalatenschap ging verdeeld worden; daarbij moest rekening worden gehouden met uitstaande vorderingen.
        Elias’ onderneming werd rap onttakeld, en verplaatst. In de DC van 5 januari 1905 stond dat de “zaak v/h E.E. Haagens” verhuist naar de nabijgelegen Visstraat 13-15. Het winkelpand mag met “minstens 30% korting” van de hand, alles uit de etalage met 20% korting (zoals spellen, lijsten, messen, schaartjes, inktstellen, ansichtkaarten en portretalbums) en op alle andere artikelen wordt 10% korting geven. Alles moet kennelijk weg.
        Visstraat 13-15 is het adres van de boek- en kunsthandel Morks & Geuze. Aan het eind van 1905, op 4 december, worden Morks & Geuze nog steeds overgebleven artikelen van de firma Haagens te koop aangeboden, met 25% korting.
        Wat gebeurde er in werkelijkheid met Elias’ winkelpand? Uit kadastrale archieven valt op te maken dat het betrokken perceel H 1972 wordt verkocht aan koopman Bernard Heinricht Brunklaus, die op dezelfde plek warenhuis ‘De Zon’ opent. In navolgende jaren wordt er verbouwd (1907 en 1916) en bijgebouwd (1910 en 1917). Volgens archiefonderzoekster Van Dooremalen komen alle veranderingen hier op neer: perceel H 1972 wordt onderdeel van perceel H 4149, oftewel van: Voorstraat 266-268.

advertenties in de Dordrechtsche Courant

Nadat Elias in 1904 was overleden, werd zijn voormalige zaak verplaatst naar de Visstraat 13-15 (Morks & Geuze) en werden zijn pand en koopwaar met kortingen te koop aangeboden (DC 5.1.1905). Begin april riep notaris Van Bilderbeek schuldeisers op zich bij hem te melden (DC 3.4.1905). Morks & Geuze ruimt (nogmaals) de overgebleven spullen van de voormalige firma Haagens op, met 25% korting (DC 4.12.1905).
Foto’s Krantenbank RAD


Maurits keert terug naar Dordrecht

Maurits Haagens is de enige Haagens die nog even terugkeert naar Dordrecht, in augustus 1922 (DC 4.8.1922). Van Maurits, kok van beroep, wordt gemeld dat hij Nederlands Hervormd is. Dit is een zetfout, want volgens de persoonskaart in het Dordtse archief is hij nog onverminderd Nederlands Israëlitisch. Hij verliet Dordrecht alweer in november.
Foto Krantenbank RAD

Even terug
Zo’n acht tot negen jaar hebben de kinderen Haagens in Dordrecht gewoond. Toch is met de dood van Elias het hoofdstuk Dordrecht niet helemaal afgesloten. Op 11 juli 1922 komt Maurits, kok geworden, vanuit Zwolle even terug in zijn voormalige woonplaats. Hij gaat wonen aan de Groenmarkt, op nummer 47, zij het kort: op 8 november dat jaar trekt hij alweer verder, nu naar Den Haag, naar de Rijswijkscheweg 454. Dordrecht was een tussenstationnetje voor hem geworden.
        Maar ook Den Haag is geen blijver. Op 12 mei 1925 trouwt hij in Zwolle met de eveneens joodse Cornelia Grada Simons (Rotterdam, 3.8.1884). Hij is blijkbaar even terug gaan wonen in Zwolle. Nog diezelfde dag vestigt hij zich in Rotterdam, in de Weste Wagenstraat op nummer 86. Hij laat zich nu registreren als winkelier in comestibles. Drie dagen later, op 15 mei, voegt zijn vrouw zich bij hem, zij is afkomstig uit Amsterdam, volgens de gezinskaart.
        Begin 1926 sterft moeder Engeltje, als gescheiden vrouw, op 2 februari 1926, op 67-jarige leeftijd. Zij is terug waar ze als baby begonnen is, in haar Den Haag.

Cato Haagens in het bevolkingsregister Amsterdam

Cato Haagens in het bevolkingsregister Amsterdam


Foto Cato en kaarten uit het Arolsen-archief

Dit is Cato, op een zeldzame portretfoto van een lid van de familie Haagens. De foto is gemaakt circa 1904 door André Scheurs te ’s-Hertogenbosch. Cato is de eerstgeborene van de kinderen Haagens, verpleegster en ongetrouwd gebleven. Op 9.11.1907 vestigde zij zich in Den Haag aan het Stationsplein, komend uit Amsterdam, zoals blijkt uit de persoonskaart voor- en achterzijde.
In de oorlog komt Cato op de zogeheten Lijst Frederiks-Van Dam te staan, wat haar zou moeten vrijstellen van deportatie. Maar dat gebeurt uiteindelijk niet. Een kaart uit het Arolsen-archief van nazi-slachtoffers toont aan dat zij naar Theresienstadt is afgevoerd.
Foto’s Joods Historisch Museum (nr. F000642) en het Arolsen-archief te Bad Arolsen

Oorlog
Een stap voorwaarts in de geschiedenis, naar de Tweede Wereldoorlog.
        Alle vijf kinderen Haagens zijn nog in leven, sommigen ook getrouwd. Dordrecht is voor hen definitief uit het zicht. Wat is er rondom hen gebeurd?
        Eersteling Cato woont intussen in Den Haag. Zij is verpleegster, ongetrouwd en verhuisde op 9 november 1907 van Amsterdam naar de Hofstad, waar zij op het Stationsplein 49 begon, haar eerste adres in een reeks, gevolgd door Rijswijkscheweg 454. Op haar Haagse kaart staat achter dit adres dit: “(de moeder)”. Wie vervolgens de kaart van Engeltje oproept, ziet dat vier van haar kinderen op enig moment op deze adressen zijn komen wonen. Ze hebben hun moeder niet in de steek willen laten.

Overlijden Cato Den Haag

Cato overlijdt in Den Haag op 9 december 1957, 73 jaar oud, om 07.45 uur, zo blijkt uit de overlijdensakte.
Foto Gemeentearchief Den Haag

        Cato woonde in Den Haag op het laatst in de Aart van der Goesstraat 44, en daar begon haar noodlot. Haar persoonskaart in het archief van de Joodsche Raad vermeldt dat zij op de zogenoemde Lijst-Frederiks terecht was gekomen. Daarop stonden uiteindelijk zo’n 670 joodse Nederlanders, die zoveel betekenis hadden voor Nederland of Duitsland, dat zij niet gedeporteerd mochten worden. De lijst was opgesteld door mr. dr. K.J. Frederiks, secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken.
        De ‘uitverkorenen’ werden vanaf eind 1942 geïnterneerd in Barneveld. Dit overkwam ook Cato. Op de kaart staan de stadia die zij heeft doorlopen. Op 28 januari 1943 werd haar plaats op de lijst bevestigd. Op 16 februari schijnt ze naar Barneveld te zijn vervoerd, maar er staat ook “ontslagen”. Is ze uit Barneveld afgevoerd of van de lijst?
        Cato is trouwens niet gevrijwaard gebleven van deportatie. Op 24 mei 1944 ging zij naar “Wbk”, kamp Westerbork. En uit weer een andere kaart blijkt dat zij ‘gewoon’ naar Theresienstadt is getransporteerd, naar het concentratiekamp in die Tsjechische stad.
        Maar Cato heeft de oorlogsverschrikking overleefd. Ze kon na de oorlog terugkeren naar Nederland en is blijven leven tot 9 december 1957. Ze overleed in Den Haag op 73-jarige leeftijd.

Kaarten Arolsen-archief Anna Elise en Margot

Ook Cato’s zussen Anna Elise en Margot zijn in Theresienstadt terechtgekomen.
Foto’s Arolsen-archief, Bad Arolsen

Twee kaarten van Toos Wijler

Twee kaarten van Toos Wijler, een dochter van Margot, uit het Arolsen-archief: ook zij is in Theresienstadt opgesloten geweest, samen met twee zussen, Annie en Marta.
Foto Arsolsen-archief

Kaarten van Annie Wijler

Kaarten van Annie Wijler, een van de kinderen van Margot: ook naar Theresienstadt.
Foto’s Arolsen-archief


Margot sterft op 22 februari 1967

Margot, wonend in Noordwijk, sterft op 22 februari 1967 (75) en wordt begraven op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam. Anna Elise overlijdt in Den Haag, op 25 augustus 1987 (86).
Foto Website ‘Het Stenen Archief’

Overleefd
Twee zussen van Cato zaten eveens in Theresienstadt: Margot, en de Dordtse Anna Elise. Ook hun kaarten werden aangetroffen in het Arolson-archief.
        Anna Elise is net als Cato ongetrouwd gebleven, en 86 geworden. Ook zij stierf in Den Haag.
        Margot was op 6 september 1921 in Den Haag getrouwd met de makelaar in granen Johan Wijler (Lochem, 15.5.1894), zij was al 29, hij pas 21. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, die allen de oorlog hebben overleefd (zie het familie-overzicht). Johan overleed in kamp Westerbork, op 2 maart 1944. Hij is op 6 maart gecremeerd. Hierna is Margot in Theresienstadt beland, samen met haar drie van haar kinderen Martha (1931), Toos (‘Trees’; 1929) en Annie (1935). Ze overleefden allen. Margot stierf in Noordwijk op 22 februari 1967, als 75-jarige. De urn van haar man is naast haar begraven, op de joodse begraafplaats aan het Toepad in Rotterdam.
        Twee kinderen Haagens zijn tot nog toe ongenoemd gebleven. De ene is David, die op 4 oktober 1917 trouwde met Ella Belinfante (Amsterdam, 30.4.1884). Zij kregen twee kinderen, Betsie (Tilburg, 25.5.1920) en Eduard Ernst (Bussum, 31.5.1922). Dit gezin, wonend aan de Torenlaan 4 in Bussum, is compleet vermoord, op 28 mei 1943 in Sobibor, respectievelijk 57, 59, 23 en 20 jaar oud.
        In dat Poolse Sobibor heeft David misschien nog zijn broer Maurits gezien. Of wellicht zaten ze in dezelfde goederentrein. Hoe dat ook zij, Maurits is samen met zijn vrouw Cornelia Grada Simons eveneens op die 28ste mei om het leven gebracht, hij 55 jaar oud, zij 58. Het echtpaar had de Essenburgstraat 14 in Rotterdam als laatste woonadres, en was kinderloos gebleven.

David Haagens en zijn echtgenote Ella Belinfante

David Haagens en zijn echtgenote Ella Belinfante zijn samen met hun kinderen Betsie en Eduard Ernst op 25 mei 1943 op transport gezet naar Sobibor, waar ze tegelijk op 28 mei zijn vergast.
Foto’s Arolsen-archief, Bad Arolsen

Kaart Maurits

Maurits − de Haagens die krap vier maanden terugkeerde in Dordrecht en er zolang woonde aan de Groenmarkt − is op diezelfde 28ste mei 1943, net als zijn broer David, omgebracht in Sobibor, samen met zijn vrouw Cornelia Grada Simons.
Foto’s Arolson-archief

***

Het zal puur toeval zijn – dat het de drie dochters Haagens waren die na de bevrijding nog leefden en dat ze alle drie in Theresienstadt hadden vastgezeten. Ze konden nu ieder hun leven voortzetten. Maar zonder de omringende gezinsleden. De Goerees-Dordtse familie Haagens was onherstelbaar kapot, verloren gegaan.

(Met medewerking van Erica van Dooremalen)

Terug uit Theresienstad 1945


lijst met de namen van de honderden vrijgelatenen van Theresienstadt

In de krant ‘De Nieuwe Amsterdammer’ van 15.7.1945 is een lijst met de namen van de honderden vrijgelatenen van Theresienstadt gepubliceerd. Op pagina 3 staan de namen van de drie zussen Wijler (Trees, Annie en Martha) en die van hun moeder Margot.


Overzicht van de familie Haagens

De joodse familie Haagens komt niet volledig uit Dirksland. Vader Elias is er geboren, maar zijn vrouw Engeltje is een Haagse. En van de vijf kinderen die zij kregen, kwam er één ter wereld in Dordrecht. Zodra de kinderen volwassenen waren, trokken ze naar woonplaatsen die ver verwijderd lagen van Dirksland. Niemand keerde terug.
        Met andere woorden: het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee is, op die ene na, voor de leden van het gezin Haagens slechts tijdelijk hun habitat, hun leefomgeving geweest.
        In dit overzicht wordt weergegeven wie tot het gezin behoorden, en met wie zij eigen gezinnen stichtten. Na de oorlog bleken zeven familieleden tijdens de bezetting te zijn omgekomen en waren er negen overlevenden.

groepsfoto van de familie Simons 1907

In de beeldbank van het Joods Historische Museum bevinden zich enkele foto’s van de familie Simons, verwanten van Elias’ vrouw Engeltje Simons. Op deze groepsfoto van de familie Simons, gemaakt in 1907 door een onbekende fotograaf, is Anna Elise Haagens te zien, het kind van Engeltje en Elias dat in Dordrecht is geboren. Anna (op de foto ‘Anne’ genoemd) is het meisje in witte kleding, prominent in het midden.
Maar de foto biedt meer: ook zus Margot en broer Maurits Haagens staan er op, en hun moeder Engeltje. Margot is de vrouw helemaal links op de achterste rij. Maurits is de vierde persoon van links in die rij. En Engeltje zit rechts van Anna. Zij wordt hier merkwaardigerwijs ‘Etty’ Haagens-Simons genoemd.
Foto Collectie-JHM (nr. F004479)


Vader

Elias Ephraïm Haagens, geboren Dirksland, 3 mei 1860 – overleden Dordrecht, 30 juli 1904, 44 jaar.
Vader David Haagens (lederhandelaar), moeder Grietje Hartogs.

Hij trouwde op 31 oktober 1883 in Den Haag met:

Moeder

Engeltje Simons, geboren Den Haag, 21 maart 1858 – overleden Den Haag, 2 februari 1926, 67 jaar.
Vader Moses Simons (winkelier), moeder Kaatje de Sterke.

Mozes en Kaatje Simons

Zoals in het hoofdartikel hierboven al is uitgelegd, lieten de ouders van Engeltje bij hun 30-jarige huwelijksfeest in 1885 foto’s maken. Die kwamen in een drieluik terecht. Op de zijluiken staan de portretfoto’s van het jubilerende echtpaar Mozes en Kaatje Simons, zoals hier wordt getoond.


Kinderen:
  1. Cato, geboren Dirksland, 29 juli 1884 – overleden Den Haag, 9 december 1957, 73 jaar.
Verpleegster, ongetrouwd. Eén overlevende.
  2. David, geboren Dirksland, 3 mei 1886 – overleden Sobibor, 28 mei 1943, 57 jaar. Handelsreiziger. Trouwde op 4 oktober 1917 in Amsterdam met Ella Belinfante (Amsterdam, 30 april 1884 – Sobibor, 28 mei 1943; 59). Adres: Torenlaan 4, Bussum. Zij kregen twee kinderen:
    1. Betsie Haagens (Tilburg, 25 mei 1920 – Sobibor, 28 mei 1943; 23) en
    2. Eduard Ernst Haagens (Bussum, 31 mei 1922 – Sobibor, 28 mei 1943, 20).
Vier Holocaustdoden.

  3. Maurits, geboren Dirksland, 7 september 1887 – overleden Sobibor, 28 mei 1943; 55 jaar. Kok. Woonadres: Essenburgstraat 14, Rotterdam. Trouwde op 12 mei 1925 in Zwolle met Cornelia Grada Simons (Rotterdam, 3 augustus 1884 – Sobibor, 28 mei 1943, 58). Twee Holocaustdoden.
  4. Margot, geboren Dirksland, 14 december 1891 – Noordwijk, 22 februari 1967, 75 jaar. Trouwde op 6 september 1921 in Den Haag met makelaar in granen Johan Wijler (Lochem, 15 mei 1894 – Westerbork, 2 maart 1944; 49). Het echtpaar kreeg in Rotterdam, wonend aan de Beukelsdijk 22, zes kinderen. Dit zijn:
    1. Samuel (geboren 24.7.1923 – overleden, Küsnacht, Zwitserland, 4.11.2004; 80),
    2. Hettie (geboren 27.11.1924 – overleden Herzlia, Israël, 22.10.2010; 85),
    3. Louis, geboren 4.7.1926 – overleden Nordia, Israël, 12.7.2015; 89),
    4. Toos, geboren 29.5.1929 – overleden Kiryat Tivon, Israël, 29.5.1992; 63),
    5. Martha, geboren 12.4.1931 – … ) en
    6. Annie, geboren 27.8.1935 – Noordwijkerhout, 1.1.2011; 75).
Eén Holocaustdode, zeven overlevenden.
  5. Anna Elise, geboren Dordrecht, 2 oktober 1900 – Den Haag, 25 augustus 1987, 86 jaar. Eén overlevende.

overzicht van de foto's van de tien overlevende kinderen plus aanhang van het echtpaar Mozes en Kaatje Simons

Dit is een overzicht van de foto's van de tien overlevende kinderen plus aanhang van het echtpaar binnenin.
Links bovenin is de foto van Elias, Engeltje en Cato, die al in het hoofdartikel is getoond.
Foto Collectie-JHM (nr. F000613)

Persoonskaart Engeltje Simons

Nadat zij en Elias uit elkaar waren gegaan, ging Engeltje Simons in Den Haag wonen. Haar persoonskaart in het Haagse Gemeentearchief laat zien dat vier van haar vijf kinderen wel een keer een periode bij haar hebben gewoond.
Foto Gemeentearchief Den Haag.


Monument in Middelharnis voor
Goereese familieleden van Elias

In de Tweede Wereldoorlog zijn meerdere leden van het geslacht Haagens, zeven in totaal, vermoord. Het waren kinderen, schoondochters en een kleinkind van Benjamin Haagens, die een neef was van de hoofdpersoon in bovenstaand verhaal, Elias Ephraïm Haagens.

monument op het joodse deel van de begraafplaats aan de Hoflaan in Middelharnis

Het monument op het joodse deel van de begraafplaats aan de Hoflaan in Middelharnis, dat is onthuld in 1957, noemt de namen van alle omgebrachte joodse ingezetenen van het eiland.
Foto Redactie Website

Weggevoerd
Jan Both, de plaatsvervangend gemeentearchivaris van Goeree-Overflakkee, heeft de persoonsgegevens en het trieste lot van alle omgebrachte en overlevende eilandelijke, joodse bewoners uitgeplozen. Sowieso beschrijft hij in een aankomend boek de geschiedenis van de joodse families op Goeree-Overflakkee. Dit verschijnt in november 2023. Hij heeft er jaren aan gewerkt. Desgevraagd stuurde Both al details over de dynastie Haagens. Zij worden hierna weergegeven. Het betreft alleen de familieleden Haagens die op het monument staan.

Boek
Op het joodse deel op de oude algemene begraafplaats aan de Hoflaan in Middelharnis, in gebruik genomen in 1861, is een monument geplaatst ter hunner nagedachtenis, dat is ontworpen door A.M. Koster en is onthuld in 1957. De gedenksteen noemt alle joodse ingezetenen die op het Zuid-Hollandse eiland Goeree-Overflakkee “vredig leefden”, en in 1942 “door wrede hand ten dode werden weggevoerd”, zoals te lezen is.
        Van in totaal de 69 joodse bewoners van Goeree-Overflakkee hebben er slechts zes de oorlog overleefd. In 1947 is de Israëlitische Gemeente Goeree-Overflakke opgeheven.
        Enkele joodse families woonden al meer dan honderd jaar op het eiland. Blijkens een informatiebord op de begraafplaats “hadden de meeste Joodse inwoners een winkel of zaten in de handel. Er waren ook enkele Joodse slagers. Ze hadden een eigen synagoge en een school op het Zandpad in Middelharnis”.


  1. Adriana (Jane) Haagens, geboren Middelharnis, 26 februari 1885, trouwt te Middelharnis op 31 augustus 1920 met Elias Hartogs, geboren te Middelharnis, 25 januari 1871 als zoon van Marcus Hartogs en Betje van Straten, overleden in Arnhem op 19 december 1943 op een onderduikadres, 58 jaar oud. Haar man heeft de Holocaust overleefd.
  2. David Haagens, geboren te Middelharnis, 17 november 1892, manufacturier, overleden in Silezië, op 31 maart 1944, 51 jaar oud
  3. Sara (Sera) Haagens, geboren in Dirksland, 17 mei 1918, winkeljuffrouw, vermoord in Sobibor op 28 mei 1943, 25 jaar oud.
  4. en 5. Manufacturist Bernard Haagens, geboren in Sommelsdijk op 31 mei 1897 is vermoord in Sobibor op 4 juni 1943 (56 jaar), samen zijn echtgenote Wilhelmina Haagens-Rood geboren in Middelharnis op 5 april 1888, vermoord in Sobibor op 11 juni 1943, op 55-jarige leeftijd.
  6. Lion Haagens, geboren Middelharnis op 16 januari 1895, is vermoord in Birkenau op 30 september 1942, tegelijk met zijn echtgenote Annie Haagens-Roos, geboren in Meppel op 19 maart 1898, 44 jaar oud.
  7. Manufacturist Henri Haagens, geboren in Middelharnis 30 maart 1900, is op 23 juli 1943 omgebracht in Sobibor, samen met zijn vrouw, de coupeuse Margaretha Haagens-Roos, geboren in Meppel op 6 maart 1907, 36 jaar. Hun twee kinderen hebben de oorlog overleefd. Henri is een broer van Bernhard en Lion Haagens.

joodse begraafplaats bij Goedereede

Op de joodse begraafplaats bij Goedereede, de oudste van het eiland, zijn geen grafstenen meer te zien, hij is ook sinds lang niet meer in gebruik. Witgeverfde betonpalen geven de omvang van de begraafplaats aan.
Foto Redactie Website

Nog twee
Nu joods Goeree-Overflakkee hier toch aan de orde komt, wordt volledigheidshalve ook bericht over de twee andere joodse begraafplaatsen die het eiland kent, in Goedereede en Dirksland.
        De dodenakker in Goedereede, gelegen aan de Mariadijk, is “de oudste” van het eiland, vertelt een informatiebord. Hij was er al “vóór 1800”.
        Jan Both merkt hierover aanvullend op: “In begraafregisters van de Israëlitische Gemeenten van Rotterdam en Geervliet uit de achttiende eeuw komen we zo nu en dan wel namen van Flakkeese Joden tegen, maar geen van Goeree, terwijl daar in die tijd toch ook enkele Joodse gezinnen woonden. Mogelijk was er dan dus al een speciale begraafplaats, maar helemaal zeker is dat niet.”

informatiebord bij de joodse begraafplaats van Dirksland

Het informatiebord bij de joodse begraafplaats van Dirksland, aan de Oosthavendijk, is onthuld in september 2020.
Foto Dorpsraad Dirksland

Notulenboek
De oudste aantekeningen over de begraafplaats in Goedereede zijn volgens hem te vinden in een notulenboek van de Polders Oud en Nieuw Westerloo en De Nieuwe Oostdijk.
        Both, in een lang citaat:
        “In de vergadering van 30 maart 1802 lezen we: ‘Wijders in overweging genomen zijnde dat de Jooden alhier en door geheel Overflacquee woonachtig van tijd tot tijd hunne dooden begraven in de dijk op het westeinde van de Polder Altena en dat reeds in den jaare 1800 daardoor de kinderziekte uit Overflacquee tot ons overgebragt is, hetwelk een groote slachting onder de menschen zoo hier als in het naburig Ouddorp heeft teweeggebragt, is geresolveerd hetzelve aan alle Jooden alhier woonachtig provisioneel en tot nader order toe te laaten, maar aan die van Overflacquee zulks niet langer te permitteeren als tot ultimo april aanstaande en om alle confusie voor te koomen aan een der alhier woonachtig zijnde Jooden genaamt Jacob Valk verzogt, hun daarvan te adverteeren, ten welker einde hem is ter hand gesteld het navolgend versoekschrift: Jacob Valk gij werd in naam van Dijkgraaf en Heemraaden van de Polders Oud en Nieuw Westerloo en den Nieuwen Oostdijk verzogt aan de Jooden in Overflacquee woonende bekend te maaken, dat men hun na het uiteinde van deese loopende maand niet meer zal permitteeren hunne dooden aan de dijken van gemelde Polders te begraven. Actum deesen 16 April 1802.’”

Twintig
Voor zover bekend zijn in Goedereede ongeveer twintig mensen begraven, onder wie “een aantal zuigelingen en kleine kinderen”, aldus het informatiebord ter plekke.
        In 1994 wilde de NSB-burgemeester van Goedereede de “in zijn ogen verwaarloosde ‘Jodenbegraafplaats’ opruimen”, er een plantsoentje aanleggen en de betonpalen gebruiken voor het maken van schuilkelders voor de bevolking. Hij heeft zijn zin niet gekregen. “Kort na de bevrijding heeft de hervormde dominee van Goedereede, J. Ewoldt, boven de toegangspoort het Hebreeuwse opschrift Beth Hachejiem (Huis des levens) laten aanbrengen. Van grafstenen is nu niets meer te zien. Er is alleen een omheining van karakteristieke, witgeverfde betonpalen, verbonden met ijzerdraad.

Wethouder Feller en Margaliet Engelsman

Wethouder Feller en Margaliet Engelsman, een afstammelinge van de familie Haagens.
Foto Dorpsraad Dirksland

Onbekend
De joodse begraafplaats nabij Dirksland is in 1812 aangelegd, aan de Oosthavendijk op Melissantse grond. Hij is “vrij onbekend, zelfs voor mensen die hun hele leven in Dirksland hebben gewoond”. Dit merkte wethouder Peter Feller op in een toespraak, toen op deze locatie op vrijdag 4 september 2020 een informatiebord werd onthuld. Hij deed dat volgens het Eilanden-Nieuws “in bijzijn van tientallen nabestaanden van Joodse bewoners van Dirksland en de rest van Goeree-Overflakkee” door een doek, de Dirklandse vlag weg te trekken van het bordje.
        Feller verrichtte de handeling samen met Margaliet Engelsman, die een afstammelinge is van de familie Haagens. “Een van haar voorouders ligt hier begraven.” Het “mooie idee” voor het informatiebord is geopperd door bewoner Kees van Rixoort, die hierover in gesprek ging met de Dorpsraad.
        Zelfs vanuit Israël was er volgens Feller belangstelling getoond om de onthulling ‘mee te kunnen maken’. Dit werd mogelijk door een filmverslag ervan online te zetten.

Nekslag
Na de oorlog was de “bloeiende Joodse gemeenschap die Goeree-Overflakkee eeuwenlang” heeft gekend, “tot een einde gekomen”. En het antisemitisme leek “in onze samenleving ook de nekslag te hebben gekregen”.
        Maar, vervolgde hij, “helaas laait dit antisemitisme weer op, ook in ons land als we niet oppassen. En dat is dan ook gelijk de reden dat de onthulling van het informatiebord vandaag niet onopgemerkt voorbij mag gaan. Overal in Nederland zien we dat er van alles wordt gedaan om antisemitisme tegen de gaan. Daarbij helpt het enorm als de herinnering aan de Joden uit het verleden levend wordt gehouden. Educatie is het sleutelwoord.”
        Feller, tot slot: “Met het verstrijken van de jaren gaan sommige verhalen verloren en dreigen we feiten te vergeten. Dit informatiebord helpt ons om de herinnering aan de Joodse gemeenschap in Dirksland en op Goeree-Overflakkee levend te houden, en dat is enorm belangrijk.”






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'