Het voorbije joodse dordrecht

Nieuwe documenten over de Dordtse
familie Haagman bekend geworden
* Charlotta ontbreekt op de woonkaart van haar ouders

Links het hoekpand op de Voorstraat van de familie Haagman en tegenover rechts de hoedenwinkel De Vlinder

Links het hoekpand op de Voorstraat waarin de familie Haagman kwam te wonen op 16 juli 1938.
Anno 2023 is er het eetcafé Babylon gevestigd.
Rechts de hoedenwinkel ‘De Vlinder’ die zich tegenover de kousenwinkel van de familie Haagman bevond.
Van de kousenwinkel is geen foto aangetroffen in de beeldbank van het Dordtse archief.
Foto Redactie Website en Regionaal Archief Dordrecht (RAD, nr. 552_323770)

Eindelijk zijn ze weer bij elkaar, herenigd.
        In de afgelopen jaren is op deze website tweemaal bericht over de Dordts-joodse familie Haagman, die behalve vader Levie en moeder Charlotta drie kinderen omvatte: David Willy, Herman George en Arthur Leopold.
        Dat gebeurde voor het eerst tien jaar geleden, in november 2013, toen deze Stolpersteine-website nog maar net was gestart, in verhaal nummer 6. Daarin werd bekendgemaakt dat bij toeval een foto was gevonden van David Willy, de oudste zoon. H.G.M. (‘Jet’) Kunkeler, een geboren Dordtse (1936) en oud-journaliste van Trouw, trof de afbeelding aan in de nalatenschap van een tante van haar, Wilhelmina Lachnit. Deze dreef op de Voorstraat in Dordrecht de hoedenwinkel ‘De Vlinder’, en die stond tegenover de winkel van de familie Haagman.
        Twee jaar geleden, in september 2021, werd er opnieuw een vondst gedaan. In het omvangrijke fotoarchief van vader en zoon Herman Beerman – dat is gedigitaliseerd door het Regionaal Archief Dordrecht – dook ineens een zeldzame foto op van moeder Charlotta, met op haar mouw zichtbaar een jodenster. Zij heeft zich op 29 augustus 1942, midden in de oorlog, glimlachend laten portretteren in de studio van Beerman op het Vrieseplein. Iets meer dan twee maanden later werd zij vergast in Auschwitz.
        Fotohistorisch gezien was het portret van Charlotta ook om een andere reden opvallend: er zijn maar weinig foto’s bekend waarop Dordtenaren de davidster dragen. In verhaal 266 op deze site is kort aandacht besteed aan de vondst.
        In dit nieuwe verhaal worden al die voorgaande, fragmentarische gegevens nu bijeengebracht. En daaraan zijn toegevoegd documenten die naderhand zijn gevonden, evenals nieuwe feiten over de onderscheidene gezinsleden Haagman. Waar die vandaan komen? Doordat de digitalisering van archieven almaar voortschrijdt, duikt er telkens opnieuw iets nieuws op.
        De originele artikelen 6 en 266 blijven op hun plek staan. Als die zouden worden weggehaald, zou de nummering van alle verhalen op deze website compleet in de war raken.
        Intussen blijft één gegeven toch nog onopgehelderd: waarom is David Willy veel eerder dan zijn ouders en twee broers in Auschwitz omgebracht, namelijk al op 30 september 1942? En waar is hij opgepakt, in Dordrecht of elders? En waarom bevindt zich van David Willy, de oudste zoon, geen persoonskaart in het archief van de toenmalige Joodsche Raad? Deze vragen blijven vooralsnog onbeantwoord.
        In dit verhaal: een reconstructie van de levens van de Haagmannen – een familie die volledig is verdwenen in de hel van Auschwitz.

vijf struikelsteentjes voor de familie Haagman

Op 18 april 2017 werden vlak voor het hoekpand de vijf struikelsteentjes voor het vermoorde gezin geplaatst.
Op de ene foto legt Jet Kunkeler bloemen bij de Stolpersteine.
Foto’s Per Bos

Regen
Op dinsdag 18 april 2017 had in druipende regen een bescheiden plechtigheid plaats op de Voorstraat, bij nummer 293, pal om de hoek met het Scheffersplein. Jet Kunkeler was erbij. Zij legde, overgekomen uit Den Haag, witte rozen neer bij de vijf Stolpersteine voor het gezin Haagman.
        Jet Kunkeler heeft de familie Haagman niet persoonlijk gekend. Zij kan zich uit haar kindertijd evenwel Arthur Leopold, de jongste, nog “wel bewust herinneren”. “Ik zie hem nog voor me met de ster op zijn jasje, op een bruggetjes tussen de Voorstraat en de Wijnstraat”, vertelde ze in 2013.
        In de nalatenschap van haar tante Wilhelmina Johanna Lachnit, geboren in het Duitse Ruhrort op 27.12.1889, kwam Jet foto’s tegen van niet alleen Arthur, maar ook van diens broertjes David en Herman. Ter verduidelijking: Jet is een dochter van H.W.J. Kunkeler en G.J. Lachnit, en dit gezin woonde aan het Maartensgat, op nummer 8 in Dordrecht.
        Die tante heeft de familie Haagman wél gekend. Ook in 2013 zei Jet: “Mijn tante had contact met de familie Haagman en heeft de foto’s waarschijnlijk van de ouders gekregen. Mijn tante had al onderduikers [in huis], wilde een adres voor de jongste jongen (Arthur) zien te vinden, maar de familie Haagman wilde bij elkaar blijven. Ik heb dit uiteraard van horen zeggen, zelf was ik destijds nog maar een kind.”
        Tante Wilma had, zoals gemeld, op nummer 208 (nu: 252) de dames- en kinderhoedenwinkel ‘De Vlinder’, die zich bevond tegenover de winkel die de familie Haagman had op de hoek van de Voorstaat met het Scheffersplein, ‘De Kousenhoek’ geheten. De familiefoto’s die Wilma al die jaren had bewaard en die zij naliet aan Jet, maakten veel indruk op Jet Kunkeler. Op de achterkant stonden de namen van de drie broertjes en van de scholen waarop zij destijds hadden gezeten. Het beeld van Arthur kwam weer glashelder terug bij Jet.

broertjes Haagman: David, Herman en Arthur

De broertjes Haagman: David, Herman en Arthur.
Foto’s Joods Monument

Zoveelste
In 2017 zijn bij de voormalige winkel van de familie Haagman de Stolpersteine gelegd. Ze zijn er nog altijd. Maar het pand zelf heeft alweer een andere bestemming gekregen, de zoveelste. Thans, anno 2023, is het eetcafé ‘Babylon’ er gevestigd.
        Het gezin Haagman betrok dit hoekpand op 16 juli 1938, volgens de Dordtse archiefkaart. Ze kwamen uit Voorburg, waar ze hadden gewoond in de Kon. Wilhelminalaan, op nummer 304b. Levie Haagman, de vader, was in Rotterdam geboren, op 24 december 1884. Zijn echtgenote Charlotta Kahne was een geboren Belgische: Borgerhout, 13 april 1906.
        Op 3 oktober 1923 waren Levie en Charlotta getrouwd, in Den Haag. Hij was 38, bedrijfsleider en een zoon van David Haagman en Anna de Vries. Zijn ouders ontbraken bij de huwelijksplechtigheid; ze waren al overleden. Zij was nog pas 17, en dus minderjarig. Haar ouders waren er wel bij. In de trouwakte staat dat zij “alhier tegenwoordig en toestemmende” waren, ze stemden in met het huwelijk van hun minderharige dochter. Charlotta’s vader is de toentertijd 49-jarige kelner Jacob Hirsch Kahne, haar moeder de 49-jarige Sara Blüme Damm. Zij woonden in Rotterdam, net als Charlotta. Haar ouders zijn geen Duitsers, maar afkomstig uit het Centraal-Europese Galicië, zoals uiteen wordt gezet in onderstaand kader.

Dordtse gezinskaart van de familie Haagman

De Dordtse gezinskaart van de familie Haagman, voor- en achterzijde.
Foto RAD

gezin Haagman heeft zich in Dordrecht gevestigd

Het gezin Haagman heeft zich in Dordrecht gevestigd, meldt de ‘Dordrechtsche Courant’ op de voorpagina van 27 juli 1938.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (RAD)

Kinderen
In hun woonplaats Den Haag kregen Levie en Charlotta drie kinderen, achtereenvolgens waren dat David (26 maart 1924), Herman (11 januari 1927) en Arthur (1 mei 1933).
        Vijf jaar na de geboorte van Arthur streek het gezin, inmiddels verhuisd naar Voorburg, neer in Dordrecht, op de Voorstraat. In de Dordrechtsche Courant (DC) van 27 juli 1938 werd hun komst gemeld, op de voorpagina, in de rubriek ‘Van komen en gaan’. Vader Levie, immers stoffenhandelaar en winkelier van beroep, begon hier ‘De Kousenhoek’, een winkel in kousen en nouveautés – zoals, óók op de voorpagina, viel te lezen in de DC 13 augustus 1938, in de rubriek ‘Wekelijksche mededelingen’ van het Handelsregister.
        Twee van de drie broertjes, ondertussen respectievelijk 14, 11 en 5 jaar oud, gingen al naar school, Arthur, de jongste, was bijna aan de beurt. Op de website ‘Joods Monument’ heeft een naamloze bezoeker in 2016 een mededeling achtergelaten over Arthur. Namelijk dat hij “een kleine, stille donkere jongen met krulhaar” was, die naar de Dordtse Schoolvereniging voor Neutraal Onderwijs aan de Vest ging.
        Op diezelfde website is door de Holocaust-onderzoekster Aline Pennewaard op 2 december 2011 een klassefoto geplaatst, waarop Herman Haagman staat (zie hieronder). Desgevraagd licht Aline toe dat de foto de leerlingen toont van de 4de klas Mulo op de Joodse School aan de Molenwaterweg in Rotterdam. Zij kreeg de foto van Debora Beek, dochter van Ina ter Beek-Frenkel, die zelf ook voorkomt op de foto.
        De namen van de scholieren zijn wel bekend, maar niet wie wie is. En dus kan ook Herman niet aangewezen worden. Pennewaard heeft bezoekers van de site gevraagd te helpen, zodat van iedere leerling kan worden bepaald wie waar zit of staat. Maar dat heeft niets opgeleverd – de foto is inmiddels wel 84 jaar oud.

klassefoto van de Rotterdamse school waarop Herman zat

Een klassefoto van de Rotterdamse school waarop Herman zat.
Tot nog toe is niet vastgesteld kunnen worden wie wie is of wie waar staat of zit.
Foto Joods Monument

Charlotta Haagman-Kahne

Charlotta Haagman-Kahne, op een zeldzame foto die pas in 2021 is ontdekt. Zij draagt op haar mouw een Jodenster.
Foto RAD (nr. 309_36470)

Jodenster
De Tweede Wereldoorlog verstoorde ook het bestaan van de joodse familie Haagman compleet, toen de jodenvervolging, ingezet in nazi-Duitsland, Nederland bereikte.
        Per 3 mei 1942 werden Nederlandse joden, als eerste inleidende maatregel, verplicht om herkenbaar de Jodenster te dragen, liefst op de linkerzijde op borsthoogte. In Polen gold die verplichting al vanaf 23 november 1939, in Duitsland vanaf 1 september 1941.
        Charlotte Haagman-Kahne ging haar ster op de mouw dragen, zoals blijkt uit de foto die op 29 augustus 1942 van haar is gemaakt in de studio van Beerman. Charlotte glimlacht onbevangen op deze afbeelding. Wilde ze per se zo welgemoed en optimistisch vastgelegd worden? Negeerde ze voor de gelegenheid even de jacht die de Duitsers al hadden ingezet op joden?
        En waar bevond haar oudste, al 18-jarige zoon David Willy zich eigenlijk op dat moment? Nog thuis op de Voorstraat of zat hij ergens ondergedoken? Een feit is dat David noch op de Joodse-Raadkaart van zijn vader noch op die van zijn moeder wordt genoemd, zijn twee jongere broers wel. Maar een eigen JR-kaart bestaat ook niet van David. Wat evenzeer ontbreekt, is een politierapport. Waar en wanneer David eventueel is gearresteerd, is hierdoor niet achterhaald kunnen worden, al evenmin hoe lang hij in Kamp Westerbork heeft gezeten voordat hij ten slotte in Auschwitz terechtkwam.
        Want dat is het enige dat vaststaat: David Willy is op 30 september 1942 in de gaskamers van dat Poolse concentratiekamp om het leven gebracht. En dat hij het eerste gezinslid was dat zo’n gruweldood stierf.

persoonskaarten uit het archief van de Joodsche Raad van Levie en Charlotta

De persoonskaarten uit het archief van de Joodsche Raad van vader Levie en moeder Charlotta.
Zoon David wordt merkwaardigerwijs nergens genoemd, en van hem is ook geen eigen kaart.
Foto’s Arolsen Archives

Politiedagrapport
Van de andere vier gezinsleden is wel na te gaan hoe zij in Auschwitz eindigden. Er is in het Dordtse archief een (gedigitaliseerd) politiedagrapport te vinden, nummer 329. Dat deelt mee dat op woensdag 25 november 1942 – dus bijna twee maanden na de dood van David – om 13 uur in opdracht van de Sicherheitspolizei verschillende personen in bewaring zijn gesteld op het hoofdbureau van politie aan de Groenmarkt. Om 16.50 uur werden zij op transport naar Amsterdam gezet. Vader Levie bevond zich tussen hen, evenals zijn vrouw Charlotta en hun zonen Herman George en Arthur Leopold.
        In het Duitse Arolsen-archief, waarin de administratie van de nazi’s ligt opgeslagen, is uit de kaarten van de Joodse Raad die zich daar óók bevinden, op te maken wat er vervolgens is gebeurd. Levie is samen met zijn vrouw en kinderen vanuit Amsterdam op 26 november 1942 overgebracht naar Kamp Westerbork, zij belandden in barak 70. Tien dagen later, op 4 december 1942, gingen zij op transport. Op de Joodsche-Raadkaarten van vader en moeder staat in rode letters veelzeggend: “Tr. 4-12-42”.
        Gemiddeld duurde de treinreis naar een doodsoord van de nazi’s zo’n drie dagen. Dat is het geval bij Levie, Charlotta én bij hun ene zoon Arthur: zij zijn op 7 december 1942 tegelijk vermoord. De uitzondering is de andere zoon, Herman George. Die blijkt bijna drie maanden langer te hebben mogen leven, tot 28 februari 1943. Hebben de Duitsers hem, 16 jaar oud inmiddels, eerst nog een poos dwangarbeid laten verrichten?

overlijden van David Willy Haagman in Auschwitz wordt gemeld in de Staatscourant

Het overlijden van David Willy Haagman in Auschwitz wordt gemeld in de Staatscourant van 1.6.1950;
dat van zijn moeder Charlotta in Auschwitz in de editie van 30.11.1950.
Foto Delphe

monument achter het toegangshek van de Joodse begraafplaats aan de Nieuweweg

Het monument achter het toegangshek
van de Joodse begraafplaats aan de Nieuweweg.
Het herinnert ook aan de moord op de familie Haagman.
Foto Nationaal Comité 4 en 5 mei/Bas Faro

Staatscourant
Na de dood van Herman bestond niemand meer van het Dordtse gezin Haagman. De familie was uitgeroeid.
        Hun lot werd pas jaren later openbaar. De Nederlandsche Staatscourant berichtte in de editie van 1 juni 1950, vijf jaar nadat de oorlog was afgelopen, dat David Willy te “O” (Oświęcim ofwel Auschwitz) was gestorven. Het overlijdensbericht over zijn moeder Charlotta, zijn vader en broertje Arthur kwam later, in de editie van 30 november 1950. Zij waren “in de omgeving van O.” heengegaan.
        Compleet vergeten, of verdwenen in de mist van de geschiedenis, is de familie evenwel niet.
        Vlak achter het toegangshek van de joodse begraafplaats in Dordrecht, aan de Nieuweweg, is een monument aangebracht. Het opschrift op deze gedenksteen – op zondagmiddag 21 september 1947 onthuld, terwijl volgens de Dordrechtsche Courant “de takken droef drupten” – luidt: “In eerbiedige herinnering aan de leden onzer gemeente die door de terreur 1940-195 het leven lieten”. Ook in het Hebreeuws is die tekst aangebracht.
        Het monument eert de slachtoffers, maar noemt deze niet. Hun namen zijn echter wel te vinden op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei (zie deze link) en op de website van Museum 1940 – 1945 in Dordrecht (zie deze link).
        Op de lijsten die daar te vinden zijn, staan de namen van de vijf Haagmannen, met de leeftijden waarop hun leven bruusk stopte: 57, 36, 18, 16 en 9.

Charlotta ontbreekt op de
woonkaart van haar ouders

De ouders van Charlotta Kahne waren Jacob Hirsch Kahne en Sara Blüme Damm. Beiden zijn afkomstig uit Galicië, een Centraal-Europese landstreek die tegenwoordig tot Polen en Oekraïne behoort.

        Jacob, een sigarenkoopman, is op 1 augustus 1873 geboren in Grzymalow, zijn vrouw Sara in Parnow op 23 december 1873. Op 2 juni 1920 kwam het echtpaar met drie kinderen in Rotterdam wonen, in de Bokelstraat op nummer 10b, komend uit het Belgische Borgerhout. Curieus is dat Charlotta niet wordt genoemd bij de kinderen, terwijl zij toch eerder is geboren dat haar zus Regina, die op 13 april 1906 in het Oostenrijkse Mahritsch-Ostrau ter wereld kwam. Waarom zij ontbreekt, is niet opgelost kunnen worden.
        Lidy Liebe werd het eerste kind van Jacob en Sara, zij is geboren in Přívoz in het markgraafschap Mähren in Oostenrijk- Hongarije, op 18 november 1900. In Rotterdam ging ze werken als kantoorbediende. Wilhelm, het tweede kind, is geboren op 7 oktober 1904 in Borgerhout, hij werd een bontwerker. In december 1923 verliet het gezin Rotterdam, om zich te vestigen in Antwerpen, op het adres Zomerstraat 52. Wilhelm volgde pas op 7 januari 1924.
        Er bestaat een woonkaart van Charlotta alleen, in het Haagse Gemeentearchief. Daarop staat de naam van Levie Haagman, haar latere echtgenoot. Charlotta is op de kaart overigens eerst “Lottie” genoemd en haar geloof zou “RC” zijn. Maar dat is later weer doorgestreept en vervangen door “Charlotta” en “Isr.”. Kennelijk waren er ambtelijk foutjes gemaakt.
        Charlotta Kahne heeft in Den Haag blijkens de kaart op drie adressen gewoond, in de Wouwermanstraat (op nummer 1, vanaf “24-10-if” = vermoedelijk 1921), op de Stille Veerkade (op nummer 1, vanaf 2.9.1922) en in de Van Loostraat (nummer 23, vanaf 21.6.1923). Bij al drie adressen staat dat zij “inw.” (inwonend) was bij Haagman. Zij woonde met andere woorden voor de bruiloft al samen met Levie.

Rotterdamse archiefkaart van de familie Kahne

De Rotterdamse archiefkaart van de familie Kahne, voor- en achterzijde. Dochter Charlotta ontbreekt op dit document om onbekende reden, terwijl zij vóór zus Regina is geboren.
Foto Gemeentearchief Rotterdam.

Haagse archiefkaart van Charlotta

De Haagse archiefkaart van Charlotta. Zij is op drie adressen inwonend geweest bij Levie Haagman, die haar echtgenoot zou worden.
Foto Haagse Gemeentearchief

Yad Vashem getuigenverklaring ingevuld over David Willy

Nog een document dat samenhangt met de familie Haagman: in Yad Vashem,
het Israëlische Holocaust-herinneringsinstituut, heeft Judith Bar-Kochba-Kann, een geboren Dordtse,
op 8.12.1997 een ‘getuigenverklaring ingevuld over David Willy, de oudste zoon.
Judith schrijft dat David een broer van een schoolvriend van haar was.
Foto Yad Vashem

ingekleurde foto’s van de broertjes Haagman

Op de meertalige website Stolpersteine.app zijn drie ingekleurde foto’s te zien van de broertjes Haagman, alsook de locatie van de Stolpersteine voor de familie Haagman op een plattegrond van Dordrecht en een foto van de steentjes zelf.
Foto Stolpersteine.app






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'