Het voorbije joodse dordrecht

Shoah-overlevende Emil Cohen
werkte negen jaar in Dordrecht
* Joodse Emil hielp joodse Wilhelmina onderduiken
* Overzicht familie Cohen

Gemeentelijk Lyceum aan de Noordendijk

Emil Cohen heeft lesgegeven op het Gemeentelijk Lyceum aan de Noordendijk, van 1954 tot in 1963.
Van de school, hier nog afgebeeld op een ansichtkaart, is inmiddels niets meer over: gesloopt. In beeldbanken is (vooralsnog) geen persoonsfoto van Cohen aangetroffen.
Foto Regionaal Archief Dordrecht (nr. 552_402837)

Dr. Emil Cohen is op deze website, die meestal de levens beschrijft van vermoorde, joodse Dordtenaren, een uitzondering. Hij is geen slachtoffer, maar juist een overlevende van de Holocaust.
        Emil Cohen is allerminst een geboren Dordtenaar. Integendeel, hij is een autochtone Amsterdammer, daterend van 1903. Als leraar Nederlands is hij zo’n beetje half Nederland doorgetrokken, onderwijl steeds lesgevend op gymnasia en lycea. Alleen na de oorlog al trok hij van Middelburg naar Hilversum naar Enschede naar Dordrecht naar Amsterdam, en tot slot naar De Bilt. Hij is overleden in het Gelderse Ermelo.
        Negen jaar lang was Dordrecht zijn domicilie, van 1954 tot 1963. Hij werkte in die tijd op het Gemeentelijk Lyceum aan de Noordendijk, een school die inmiddels is afgebroken. Met zijn vrouw, de niet-joodse Sijbregt Jacoba Marianna (‘Coby’) Spruit, woonde hij zolang in de Beekmanstraat in de wijk De Staart.
        Dit verhaal gaat vooral over hoe ex-Dordtenaar Emil Cohen voor, tijdens en na de oorlog door het leven is gelopen. En hoe het de twee dochters die hij met Sijbregt kreeg, een voor de oorlog en een na de oorlog, is vergaan. Het relaas van een zeldzame, naoorlogse jood.

Militieregister Emil Cohen

Emil Cohen hoefde niet in militaire dienst, zo is volgens het Amsterdamse Militieregister besloten op 19 juli 1922.
Foto Stadsarchief Amsterdam

huwelijksakte van Emil en Sijbregt

De huwelijksakte van Emil en Sijbregt. Zij trouwden in Amsterdam op 19 juli 1028, hij was 25, zij 24.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Cohen is in juli 1928 in Amsterdam gepromoveerd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte

Cohen is in juli 1928 in Amsterdam gepromoveerd tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, bericht de ‘Amstelbode’ op 7 juli 1928.
Foto Delpher

Broederdienst
In het uitgebreide familieoverzicht dat via deze link is op te roepen, staat het: Emil Cohen werd op 3 januari 1903 geboren als zevende en een na laatste kind van Louis Cohen en Roosje Metz. Vader Louis is geboren in het Limburgse Meerssen op 1 juli 1865, zij in Amsterdam, op 30 maart 1867. Hij was godsdienstonderwijzer en ambtenaar van een kerkgenootschap, moeder zorgde voor de acht kinderen van wie zij beviel tussen 1891 en 1909. Ze kwamen allen in Amsterdam ter wereld, en twee van hen gingen kort na de geboorte al dood: Keetje nr. 1 na negen weken, Keetje nr. 2 na één jaar en acht maanden.
        Nadat Emil het gymnasium had doorlopen, hoefde hij niet in dienst. Hij werd vrijgesteld “wegens broederdienst”, aldus een gestempelde mededeling van 19 juli 1922 in het Militieregister. Zes jaar later promoveerde Cohen in juli 1928 aan de Universiteit van Amsterdam tot doctor in de letteren en wijsbegeerte, op zijn proefschrift getiteld ‘Mr. M.C. van Hall als letterkundige’.
        Nog diezelfde maand, op 19 juli, trouwt hij in Amsterdam met Sijbregt Jacoba Marianna Spruit, die is geboren in Den Helder, op 6 januari 1904. Zij is niet-joods. Haar ouders zijn boekhandelaar Pieter Spruit (Den Helder, 10 december 1866) en Maartje Govers (Den Helder, 3 juli 1867).
        Weer een maand later, op 28 augustus 1928, vertrekt het echtpaar naar Weltevreden, een voorstad van Batavia (nu: Jakarta), in Nederlands-Oost-Indië. Via Bandoeng keren Emil en Sijbregt in oktober 1932 met de ‘Johan van Oldenbarnevelt’ terug naar Amsterdam, waar Emil in 1934 begint aan zijn eerste baan, in Gorinchem. Volgens lokale krant De 5 Rivieren is hij aan het gymnasium benoemd tot leraar in de Nederlandsche taal én tot conrector. De gemeenteraad bekrachtigt de aanstelling, Emil en Sijbregt betrekken een woning aan de Boerenstraat, op nummer 5.

Emil Cohen met zijn vrouw Sijbregt van en naar Batavia

Op 29 maart 1928 kondigt ‘De Locomotief’ aan dat Emil Cohen naar Nederlands-Indië wordt uitgezonden.
Om welke reden is niet bekend; hij was immers vrijgesteld van dienst.
Op 17 juli vertrekt hij, nog doctorandus genoemd, met zijn vrouw Sijbregt naar Batavia.
In 1932 reisde Cohen, nu als doctor geboekstaafd, op 28 september
met het motorschip ‘Johan van Oldenbarnevelt’ vanuit Batavia terug naar Amsterdam.
Foto's Delphe

In 1934 wordt Cohen benoemd tot leraar aan het gymnasium in Gorkum

In 1934 wordt Cohen benoemd tot leraar aan het gymnasium in Gorkum. De gemeenteraad neemt er kennis van in de vergadering van 14 september, bericht de streekkrant ‘De vijf Rivieren’ diezelfde dag. In 1936 meldt ‘De Nederlander’ op 14 augustus dat Cohen nu ook conrector is geworden.
Foto Krantenbank Regionaal Archief Gorinchem

In 1934 wordt Cohen benoemd tot leraar aan het gymnasium in Gorkum

Vijf jaar later, na eerst nog te hebben gesolliciteerd op de functie van leraar aan de hbs, vertrekt Cohen naar Middelburg, zijn volgende standplaats. Het ‘Nieuwsblad voor Gorinchem en Omstreken’ meldde het in de editie van 3 februari 1939.
Foto Krantenbank Regionaal Archief Gorinchem

Aan het begin van de oorlog wordt Cohen ontslagen
Cohen had concurrentie voor de functie in Middelburg

Uit een bericht in ‘De Banier’ van 30 januari 1939 blijkt dat Cohen voor de functie in Middelburg een concurrent had, de Gorkumse docent Robijns. Cohen kreeg de voorkeur.
Foto Delpher




persoonskaart van Emil Cohen

De persoonskaart van Emil Cohen uit het archief van de Joodsche Raad.
Foto Arolsen Archives

Moeder
Twee jaar later, op 1 maart 1936, komt in Amsterdam Emil’s moeder Roosje te overlijden. Zij is 68 jaar geworden. Nog eens twee jaar later wordt er in 1938, op 3 januari, een kleinkind van haar geboren, Martine Emilie, de eersteling van Emil en Sijbregt. De bevalling had niet plaats in hun woonplaats Gorinchem, maar in Utrecht. Waarom dit gebeurde, is niet achterhaald kunnen worden. Was Sijbregt er op misschien bezoek? Het is gissen.
        Op 22 april 1939 haalt dr. Cohen opnieuw de plaatselijke krant van Gorkum: hem blijkt met ingang van 1 september eervol ontslag te zijn verleend. Cohen verhuist nu naar Middelburg, waar hij aan het gymnasium daar leraar Nederlandse taal en geschiedenis wordt, aldus het staatkundig gereformeerde dagblad De Banier in de editie van 30 januari 1939. “Mede op de voordracht stond M.J.F. Robijns te Middelburg”, voegt ‘De Banier’ toe, wat onbedoeld grappig is: Robijns zou docent worden op het gymnasium in Gorinchem waar Cohen zojuist vandaan kwam.
        De Zeeuwse periode duurt maar kort. In december 1940, als de Duitsers Nederland hebben bezet en de jacht op joden een aanvang neemt, wordt dr. Cohen uit zijn functie ontheven, net zoals de leraar dr. E. Stork. In hun plaats benoemen B. en W. op voorstel van het College van Curatoren als vervangers dr. G. Klaver uit Overveen voor scheikunde en drs. P. Hoekstra uit Santpoort voor Nederlands en geschiedenis.
        Van Middelburg, waar het gezin Cohen woonde op het adres Park de Griffioen 18, verhuist Emil Cohen opnieuw, nu naar Groningen, naar de Adm. de Ruyterlaan 36. De Provinciale Zeeuwse Courant meldt het vertrek op 15 april 1942, maar in Groningen zelf is Cohen al ingeschreven op 27 maart.

Park de Griffioen in Middelburg

Een satellietopname van het hedendaagse, tamelijk welvarende Park de Griffioen in Middelburg, waar op een dag in de oorlog Kees Bierens uit Nieuwdorp aan de deur stond.
Foto Google Maps.

Maritnus Bierens en Jacomina Bierens-Bal

Een persoonsfoto van Maritnus Bierens, bij wie Martientje, de dochter van Emil en Sijbregt, kon schuilen, op de boerderij in de Zuid-Kraaijertpolder in Zuid-Beveland. De foto is, net als de drie navolgende, afkomstig uit een nieuwsitem van Omroep Zeeland van 29 mei 2015.
Foto Omroep Zeeland

Dit is Jacomina Bierens-Bal, de vrouw van Martinus en onderduikmoeder van Martientje.
Foto Omroep Zeeland

Vergeefs
De oorlog was volop gaande, joden werden toenemend in het nauw gedreven, opgejaagd en gedeporteerd. Weliswaar was moeder Sijbregt niet van joodse afkomst, maar “het gezin stond echter wel als Joden geregistreerd” en het “ondervond al snel de anti-Joodse houding van de Duitsers”. Het liep gevaar. De citaten komen uit een samenvatting, die op de website ‘OorlogZeeland.nl’ is gepubliceerd en die is gebaseerd op ‘Slagveld Sloedam’. De auteur daarvan, René E. Hoebeke, presenteerde dit lijvige boekwerk “na jarenlang zwoegen” in december 2002: een hardcover van liefst 928 pagina’s.
        Volgens de samenvatting is Emil Cohen niet alleen ontslagen in Middelburg, maar werd hem op 2 december 1940 bovendien “de toegang tot de school ontzegd”. Ook staat er dat Cohen, zijn vrouw en dochter “begin mei een vergeefse poging” hebben gedaan om “per fiets naar Frankrijk te vluchten”. Ze waren al onderweg, maar bereikten Frankrijk niet en keerden om, terug naar Middelburg.
        Op een dag, nog in Park de Griffioen, stond bij Cohen tussen de middag een leerling van hem voor de deur: Kees Bierens (Nieuwdorp, 31.3.1926). Hij kwam namens zijn vader, de agrariër Marinus Bierens (Tholen, 14.6.1899), en zijn moeder, Jacomina Johanna Bal (Tholen, 4.10.1895), zijn hulp aanbieden. De Bierensen trokken zich het lot van de Cohens aan. Dan wordt Kees Bierens geciteerd: “Meneer Cohen deed zelf open, keek eerst verrast op, vertrok zijn gezicht tussen glimlachen en lachen in, zoals hij dat alleen kon. Hij bleek toch wel ingenomen te zijn. Ik moest mijn ouders bedanken, maar directe hulp was nu niet nodig.”
        Maar later bleek hulp zeer welkom.

Martientje met haar geliefde teddybeer

Martientje met haar geliefde teddybeer, op een foto die tijdens de onderduik in Nieuwdorp moet zijn gemaakt.
Foto Omroep Zeeland

Teddybeer
In Groningen zou Emil Cohen werken op het Joods Lyceum, een school die was gesticht nadat de Duitsers hadden verordonneerd dat joodse kinderen alleen maar joodse scholen mochten bezoeken. Maar na een jaar werd het lyceum opgeheven, en werden alle joden uit Groningen verdreven. De situatie werd steeds nijpender. Via conrector Fortgens van het Stedelijk Gymnasium in Middelburg werd opnieuw contact gelegd met Kees Bierens: of het genereuze aanbod van zijn familie nog gold? Zou hun 4-jarige dochter mogen komen?
        De Bierensens stemden meteen toe. “Korte tijd later bracht de moeder van Martientje, haar dochter met haar teddybeer Marleentje naar Zeeland”, naar de familie Bierens, die een boerderij had in de Zuid-Kraaijertpolder in Nieuwdorp, gelegen op Zuid-Beveland. Volgens een artikel op de website van Yad Vashem dat ongeveer dezelfde gebeurtenissen weergeeft, viel het Emil en Sijbregt moeilijk om afscheid te nemen van Martientje, maar ze wisten dat dit het beste voor haar was. Afgesproken werd dat als de ouders de oorlog niet zouden overleven, de Bierensens hun dochter zouden adopteren.
        Martientje voelde zich al gauw thuis op de boerderij. Ze leerde koeien melken en begon het lokale dialect te spreken. De Bierensens behandelden haar als een dochter, en Martientje zelf was een kleine zus voor hun zoon Cornelis. En zo werden “de weekjes jaartjes”, vertelt Kees Bierens in de samenvatting. “Tegen vader en moeder zei ze oom en tante. Haar grote vriendin werd Jannetje de Jonge, de meid. Ze hield van dieren, kreeg een geitje, wist schuwe katjes te temmen en liep zich buiten adem achter een hond aan die bang was voor luchtafweergeschut. Hoewel sommige mensen van haar aanwezigheid op de hoogte waren, hebben zich nooit moeilijkheden voorgedaan.”
        Martientje was zogenaamd een nichtje dat bij de Bierensens logeerde.

Kees Bierens, de zoon van Martinus en Jacomina

Kees Bierens, de zoon van Martinus en Jacomina, luistert in het Bevrijdingsmuseum naar de Israëlische ambassadeur Haim Divon, die Bierens de onderscheiding zou aanreiken, die Yad Vashem postuum aan zijn ouders had toegekend.
Foto Omroep Zeeland

Vals
Eén keer heeft Martientje haar ouders nog gezien. Samen met mevrouw Bierens en een schoonzuster reisde Martientje naar Groningen, ook om afscheid te nemen. Martinus Bierens had intussen een onderduikplek voor de Cohens geregeld, schrijft Yad Vashem, met behulp van het verzet in Groningen, dat het echtpaar valse persoonsbewijzen bezorgde. De Cohens konden terecht in Schoorl, in Noord-Holland.
        In november 1944, vervolgt Yad Vashem, was Zeeland bevrijd. Martientje kon buiten vrijelijk rondlopen en ging zelfs naar school nu. Een halfjaar later was ook de rest van Nederland van de Duitsers verlost. Emil en zijn vrouw kwamen op een dag half mei helemaal vanuit Noord-Holland naar de boerderij gefietst, hoewel het gebied rondom Alkmaar vooralsnog afgesloten was. Ze konden zich herenigen met hun dochter, voor het gezin Cohen was de bevrijding “toen pas compleet”, aldus de samenvatting.

Paspoort Levie Cohen

Alleen van Levie, de broer van Emil, is een persoonsfoto gevonden, op de website ‘Joods Monument’. Levis eindigde in Sobibor. In totaal zijn er vier gezinsleden van Emil omgebracht door de Duitsers.

Vermoord
Of hij het tijdens de oorlog al heeft voorvoeld of dat het hem pas na de bevrijding duidelijk is geworden, is ongewis. Maar in de oorlog hebben de Duitsers botweg het leven beëindigd van vier familieleden van Emil – en als je de partners en kinderen meetelt, nog veel meer.
        Zijn vader, de weduwnaar Louis Cohen werd willens en wetens vermoord in Auschwitz, op 7 december 1942, op 77-jarige leeftijd.
        Zijn broer Isaäc overkwam hetzelfde, in hetzelfde vernietigingsoord Auschwitz, op 31 december 1942; hij werd vijftig. Ook diens vrouw Mina Premseler en hun zoon Louis: vermoord.
        Zijn broer Levie: diens leven werd bruut beëindigd in Sobibor, op 28 mei 1943, hij is 48 geworden. Diens vrouw Keetje Zwartverwer en hun dochter Rosina: vernietigd.
        Zijn zus Bertha: haar leven werd ook stopgezet in Auschwitz, op 29 september 1942, op 41-jarige leeftijd. Haar man Hartog de Vries, voor hem eindigde alles ook in Auschwitz, op 31 januari 1943 (48).
        Twee familieleden overleefden de verschrikkingen, te weten zus Henriëtte en Emil zelf. De details over de tien oorspronkelijke leden (en hun wederhelften plus kinderen) van het gezin Cohen staan in het familieoverzicht.

Amsterdamse archiefkaart Emil Cohen

Na de oorlog werkte Emil Cohen, een overlevende van de Shoah, weer her en der in Nederland als leraar.
Zijn Amsterdamse archiefkaart getuigt van de vele woonplaatsen waar hij tijdelijk woonde.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Beekmanstraat op de Staart in Dordrecht

De flat aan de Beekmanstraat op de Staart in Dordrecht,
waar het gezin enige jaren woonde, op nummer 79.
Foto Google Streetview

Tweede dochter
Emil Cohen begon aan een nieuwe carrousel van wisselende docentenbanen. Op 22 juli 1945 vestigde hij zich met zijn vrouw en dochter in Middelburg, aan het Molenwater 61. Per 30 oktober van datzelfde jaar werd er gedoceerd in Hilversum, terwijl het gezin woonde aan de Sterrelaan 16, vervolgens, per 31 maart 1947, aan de Rembrandtlaan 45. Op 15 september lokte Enschede blijkbaar, het adres werd eerst Lasondersingel 141, op 8 november 1948 Oostveenweg 156.
        Daarna kwam Dordrecht aan de beurt, waar het gezin per 29 oktober 1954 neerstreek in de Beekmanstraat, op nummer 79. De Cohens waren nu met z’n vieren, want in 1946, op 28 augustus, had Sijbregt (Coby) geboorte gegeven aan een tweede dochter, Marianna Sophia, in de stad waar het echtpaar dat jaar woonde: Hilversum.
        De Dordtse periode bestreek negen jaar, zij eindigde op 1 november 1963.
        In retrospectief gezien was Dordrecht niet meer dan een volgende standplaats geweest voor de Holocaust-overlevende Emil Cohen, een nieuwe, zoveelste uitdaging. Hij heeft er lange jaren gearbeid, maar er geen zichtbare sporen achtergelaten. Behalve dan natuurlijk dat honderden leerlingen van Gemeentelijk Lyceum hem in die tijd hebben meegemaakt, en door hem wegwijs zijn gemaakt in het Nederlands.

Eerste dochter Marianna stierf op jonge leeftijd, 25 jaar

Eerste dochter Marianna stierf op jonge leeftijd, 25 jaar,
op 30 januari 1965, bericht ‘Het Parool’ op de 31ste.
Foto Delpher

Epilepsie
Aan het begin van het jaar dat Emil en zijn echtgenote Dordrecht verlieten, overkwam hen een drama: zij raakten hun eerste dochter Martine kwijt. Zij stierf op 28 januari, in de avond om 22 uur, in Amsterdam, aan de gevolgen van epilepsie. Martine was nog maar net twee jaar getrouwd. Zij had op 21 juli 1961 in Amsterdam Jan Bas gehuwd. Martine is 25 jaar oud geworden. Het leed stapelde zich op voor haar vader en moeder, die immers in de oorlog al meerdere (schoon)familieleden hadden verloren.
        Onderwijl onderhielden de Cohens nog onverminderd een warme vriendschap met de Zeeuwse familie Bierens. Begin 1965 werd de omgang tegen hun wil kaler, armer: vader Marinus Bierens, de dierbare, reddende onderduikgever, stierf, op 30 januari 1965. Hij is 65 geworden. Op diens begrafenis hield Emil een toespraak − niet wetend dat toen hij zélf was overleden, in 1996, Kees Bierens, de zoon van Marinus, tijdens de uitvaart zou spreken. Zo was de cirkel rondgekomen.
        Vele jaren later, op 21 januari 2014, heeft Yad Vashem Marinus Bierens en zijn vrouw Jacomina postuum voor hun onbegrensde, jarenlange hulp geërd door ze beiden te onderscheiden met de titel ‘Rechtvaardige onder de Volkeren’.
        Kees Bierens, de zoon, kreeg in mei 2015 de bijbehorende erepenning en een certificaat uitgereikt door de Israëlische ambassadeur Haim Divon. Dat gebeurde in het Bevrijdingsmuseum in Nieuwdorp. Divon sprak volgens de PZC “lovende woorden” over het echtpaar, van wie hun namen nog zouden worden bijgeschreven op de eremuur in de Tuin der Rechtvaardigen van Yad Vashem, in Jeruzalem.
        [Kees Bierens, voluit Cornelis Marinus geheten, is op 25 oktober 2020 overleden in Lewedorp, in de leeftijd van 94 jaar.]

***

Van Mourik Broekmanstraat in de tuinstad Slotervaart

Deze foto van het Stadsarchief geeft een indruk van de
Van Mourik Broekmanstraat in de tuinstad Slotervaart
(gezien vanaf de Cornelis Lelyaan). Hier gingen Emil Cohen en zijn vrouw na hun periode in Dordrecht wonen,
van 1963 tot 1971, op nummer 91 II.
Foto Stadsarchief Amsterdam (nr. 5293FO009188)

Amsterdamse pensioenkaart van Emil Cohen

De Amsterdamse pensioenkaart van Emil Cohen, waaruit niet precies is op te maken wanneer hij met pensioen ging.
Was het op 30.4.1967? Hij was toen 64.
Foto Stadsarchief Amsterdam

Tot slot: hoe verliep de loopbaan van Emil Cohen nadat hij Dordrecht had verlaten?
        Begin zestig was hij toen hij zich op 1 november 1963 liet inschrijven in Amsterdam. Met zijn vrouw betrok hij een huis aan de Van Mourik Broekmanstraat, op nummer 91 II. Hier, in zijn geboortestad, gaf hij bijna acht jaar les. Op 14 juni 1971 verruilde hij Amsterdam voor De Bilt, hij ging er huizen in de Rubenslaan, op nummer 1. Op dit adres was ‘Huize Het Oosten’ gevestigd, een tehuis voor ouderen. Emil Cohen was inmiddels 68; als leraar zat het er voor hem op. Hij was bezig, zogezegd, van z’n oude dag te genieten.
        Uiteindelijk is Emil overleden in Amersfoort, op 24 december 1993 als 90-jarige. Hij was weduwnaar. Coby, zijn vrouw, was op 18 november 1991 al gestorven, 87 jaar oud. Dat was in Harderwijk: het echtpaar Cohen is blijven verhuizen – van De Bilt naar Amersfoort naar Deventer en naar Ermelo. Harderwijk was blijkbaar bij toeval de gemeente waar Coby stierf; het echtpaar heeft er niet gewoond.
        Na haar overlijden vestigde Emil zich ten slotte in Amersfoort, aan de Diamantweg 22, en daar zou hij overlijden.

Joodse Emil hielp joodse
Wilhelmina onderduiken

De joodse leraar Emil Cohen heeft in de oorlog, toen hij in Middelburg woonde, onderdak geboden aan een onderduiker, de joodse Wilhelmina Blok. Dit heeft Katie Heyning van de Stichting Struikelstenen Zeeland na onderzoek vastgesteld.

struikelsteenje voor Wilhelmina Blok

Dit is het struikelsteenje voor Wilhelmina Blok, die een poos ondergedoken heeft gezeten bij Emil Cohen in zijn Middelburgse tijd.
Foto Wikipedia/Christian Michelides

Kostganger
Op 5 december 2016 is in de Latijnse Schoolstraat 13a in Middelburg een Stolperstein gelegd voor Wilhelmina Blok, die op 8 november 1888 in Nijmegen is geboren. Heyning zocht in verband daarmee de voorgeschiedenis van Wilhelmina uit.
        Zij vond uit dat Wilhelmina aan het eind van 1940 “om onbekende reden” wegging uit Vlissingen, waar zij vanaf 1934 werkte als kantoorbediende, wonend op Houtkade 14. Ze verhuisde naar Middelburg, waar ze “als kostganger van het ene naar het andere adres” ging.
        Heyning: “In eerste instantie trok zij in bij de familie Boasson op Park de Griffioen 2. Een half jaar later, in juli 1941, verhuisde zij voor een maand naar de Latijnse Schoolstraat 13a, om daarna weer terug te keren naar het Park de Griffioen.”
        Nu vond zij onderdak op nummer 18, bij de leraar Nederlands Emil Cohen. “Maar”, schrijft Heyning, “ook hier zou ze niet blijven, vermoedelijk omdat Cohen, die de oorlog overleefde, besloot de stad te verlaten.”
        Wilhelmina Blok ging in juli 1942 naar Amsterdam, waar ze werkte als hulp in de huishouding op het adres Mauritsstraat 8b huis. “Kort na aankomst moet zij gedeporteerd zijn”. Wilhelmina stierf als 53-jarige in Auschwitz, op 7 september 1942.

Wim Mulder

Dit is Wim Mulder in 2013 ten tijde van het interview met ‘reVITAre’. Hij vermoedde dat zijn voormalige docent
Emil Cohen in de oorlog was afgevoerd door de Duitsers,
maar dat is niet het geval geweest. Cohen heeft zich verscholen kunnen houden in de onderduik.
Foto Website 'reVITAre’

Afgevoerd?
Van Emil zelf is verondersteld dat ook hij is gedeporteerd. Maar uit bovenstaand verhaal blijkt dat hij de oorlog juist heeft overleefd. Dat de Duitsers hem hebben afgevoerd, is de aanname van Wim Mulder, een oud-leerling van het Gymnasium Camphusianum, de school waar Cohen in zijn Gorkumse tijd heeft gedoceerd. Mulder was met 98 jaar in 2013 het oudste lid van reVITAre, de alumnivereniging van het gymnasium.
        In Den Haag nam een bestuurslid van reVITAre Mulder in Den Haag een interview af, dat op 10 september is geplaatst op de website www.revitare.nl.
        Daarin zegt Mulder op de vraag hoe de omgang was tussen leerlingen en leraren: “Dat was prima, hoor. Sommige leraren mocht je niet, zoals onze leraar Duits (Schukken, red.). Deze gaf geen Duits, maar Pruisisch. Als hij een gedicht voorlas, voelde het net alsof je een kist uit elkaar hoorde vallen… Onze leraar Nederlands ging in 1934 met pensioen. Zijn opvolger, Cohen, is waarschijnlijk na 1942 afgevoerd door de Duitsers.”
        Wim Mulder bezocht het gymnasium van 1932 tot 1939. Hij werd chemicus in Delft en “trok daarna als olie-ingenieur en milieu-inspecteur de wereld over”, aldus reVITAre. Hij is op 15 januari 2014 overleden.


Familie Cohen
Vader

Louis Cohen, Meerssen (Limburg), 1 juli 1865 – Auschwitz, 7 december 1942, 77 jaar.

Moeder

Roosje Metz, Amsterdam, 30 maart 1867 – Amsterdam, 1 maart 1936, 68 jaar.

Huwelijk: 26 februari 1893, Weesp.

Kinderen:

1. Keetje, Amsterdam, 8 december 1891 – Amsterdam, 15 februari 1892, 9 weken.

2. Isaäc, Amsterdam, 21 december 1892 – Auschwitz, 31 december 1942, 50 jaar.
Boekhouder en vertegenwoordiger. Trouwde op 22 augustus 1918 met: Mina Premseler, Amsterdam, 13 april 1891 – Amsterdam, 10 mei 1957, 66 jaar. Laatste woonadres in de oorlog: Henriëtte Ronnerplein 8 huis, Amsterdam. Drie kinderen:
        1. Louis, Amsterdam, 14 april 1920 – Blechhammer, 31 december 1943, 23 jaar.
        2. Elisabeth Rosa, Amsterdam, 17 januari 1928 – Amsterdam, 25 maart 1928, 9 weken.
        3. Rosa Elisabeth, Amsterdam, 17 januari 1928 – Amsterdam, 5 augustus 1928, 9 maanden.

3. Levie, Amsterdam, 23 december 1894 – Sobibor, 28 mei 1943, 48 jaar.
Winkelier. Trouwde op 9 september 1920 met: Keetje Zwartverwer, Amsterdam, 29 maart 1893 – Auschwitz, 15 oktober 1942, 49 jaar. Laatste woonadres in de oorlog: Westeinde 1 huis, Amsterdam.
Eén kind:

        Rosina, Amsterdam, 20 oktober 1926 – Auschwitz, 30 september 1942, 15 jaar.

4. Keetje nummer 2, Amsterdam, 25 januari 1897 – Amsterdam, 3 oktober 1899 (1 jaar en 8 maanden).

5. Henriëtte, Amsterdam, 23 februari 1899 – Stockton-on-Tees, GB, 12 september 1951, 52 jaar.
Trouwde met Edmund Saville, West Brightside, GB, 5 september 1907 – Stockton-on-Tees, 12 september 1951, 44 jaar.

6. Bertha, Amsterdam, 9 maart 1901 – Auschwitz, 28 september 1942, 41 jaar.
Trouwde met diamantbewerker Hartog de Vries, Amsterdam, 24 oktober 1894 – Auschwitz, 31 januari 1943, 48 jaar. Laatste woonadres in de oorlog: Vechtstraat 178 II, Amsterdam

7. Emil, Amsterdam, 3 januari 1903 – Amersfoort, 24 december 1993.
Trouwde op 19 juli 1928 in Amsterdam met: Sijbregt Jacoba Marianna Spruit, Den Helder, 6 januari 1904 – Harderwijk, 18 november 1991, 87 jaar. Twee kinderen:
        1. Martine Emilie (‘Martientje’), Utrecht, 3 januari 1938 – Amsterdam, 28 januari 1963.
Zij trouwde op 21 juli 1961 met Jan Bas, geboortedatum en -plaats onbekend. Hij hertrouwde met Teuntje van Herwijnen en ging in Dordrecht wonen, in de Koninginnestraat op nummer 31 rood (nu: 61). In Dordrecht is hij overleden op 6 december 1976.
        2. Marianna Sophia, Amsterdam, 28 augustus 1946.
Huwelijk op 11 juli 1969 met W. Molendijk.

8. Elisabeth, geboren Dordrecht, Amsterdam, 10 juni 1909 – Stockton-on-Tees, 23 november 1939, 30 jaar.
Zij trouwde met verzekeringsagent Edmund Saville (Sheffield, 5 september 1907) uit Stockton-on-Tees (zie hierboven bij kind nummer 5). Elisabeth, bijgenaamd ‘Betty’, stierf in de Robson Maternity Home, een kraamkliniek. Zij werd op 26 november 1939 begraven op de joodse begraafplaats Stockton-on-Tees Jewish Cemetery in Yorkshire. Edmund hertrouwde vervolgens in Amsterdam, op 23 april 1940, met Elisabeth’s zus Henriëtte. Het echtpaar ging nog diezelfde dag naar Engeland, net op tijd voor de inval van de Duitsers. Edmund is op 60-jarige leeftijd overleden op 19 december 1967 in Scarborough, op het adres 9 Gordon Street.



[Met medewerking van de Dordtse archiefonderzoekster Erica van Dooremalen.]






< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'