Het voorbije joodse dordrecht
Eljakim Vega overleefde de
oorlog samen met Martha
![]() |
Eljakim en Martha met twee van hun twaalf kleinkinderen. |
Ze trouwden midden in de oorlog, in 1942, kennelijk onbevreesd. Maar in het voorjaar van 1943 besloten ze toch maar onder te duiken.
Eljakim (‘Elja’) Alvares Vega is in 1913 in Dordrecht geboren, zijn al even joodse vrouw Martha (‘Mart’, ‘Marth’) Wijler op 15 december 1918 in Rotterdam. Hij studeerde aan de Landbouwhogeschool in Wageningen, zij farmacie in Leiden. Zij hadden elkaar ontmoet op een Poeriemfeest in Amsterdam, in maart 1940. Toen is er een vonk overgeslagen.
Elders op deze website, in verhaal 311, is kort het naoorlogse leven van het echtpaar Vega beschreven. Over hoe Eljakim en Martha de oorlog zelf hadden weten te doorstaan, kon niets worden gemeld. Via openbare bronnen viel dat nog niet te reconstrueren. Inmiddels is dat veranderd. Vooral dankzij de website van het Historisch Archief Achterveld (HAA) zijn tal van details bekend geworden. Eljakim en zijn echtgenote blijken in dit Gelderse dorp ondergedoken te hebben gezeten.
De korte levensbeschrijving die verhaal 311 bood, is verwijderd. Hieronder volgt het volledige verhaal over hoe het ’t echtpaar in de oorlog is vergaan − en daarna.
![]() |
De Dordtse gezinskaart van het gezin Vega, voor- en achterzijde. |
![]() | De woning van de familie Vega op nummer 3 van de Emmastraat. ![]() De advertentie in de ‘Dordrechtsche Courant’ van 9 mei 1913, waarmee de geboorte van Eljakim bekend wordt gemaakt. |
![]() |
In het ‘Nieuw Israëlitisch Weekblad’ |
Dordrecht
Eljakims vader Abraham Vega, geboren in Naarden op 26 mei 1882, trouwde op 25 juli 1912 in Amsterdam met Betzij van der Horst, afkomstig uit Harderwijk. Zij was 25 en geboren op 14 maart 1887. Haar man was Portugees Israëlitisch en leraar bij het middelbaar onderwijs. Zij was Nederlands Israëlitisch en zonder beroep.
Enkele weken later ging het echtpaar in Dordrecht wonen, per 17 augustus 1912. Het betrok een woning aan de Emmastraat, op nummer 3. Eljakim werd er leraar wis- en natuurkunde aan de hbs. In het navolgende jaar beviel Betzij van het eerste kind, Eljakim, op 7 mei 1913. Na hem kreeg het echtpaar nog een zoon, Floris Salli op 9 maart 1915, en een dochter, Hanna op 1 oktober 1918. Twee jaar later was de Dordtse periode voorbij. Het gezin ging per 28 april 1920 in Amsterdam wonen, op het adres Amsteldijk 32. Eljakim was toen zes jaar oud.
Een jaar later is de familie naar Utrecht verhuisd, naar nummer 30 van de Stadhouderslaan. In die stad doorliep Eljakom het stedelijk gymnasium. Volgens HAA wilde hij “aanvankelijk geneeskunde studeren”, maar in plaats daarvan ging hij in 1933 naar de Landbouw Hogeschool in Wageningen. Hij woonde er aan het Spijk, op nummer 1a. In 1942 onderbrak hij noodgedwongen zijn studie. Pas na de oorlog zou hij deze voltooien en werd hij landbouwkundig ingenieur.
![]() |
De huwelijksakte van Eljakim en Martha. Zij trouwden midden in de oorlog, op 14 augustus 1942, in Rotterdam. |
![]() |
De aankondiging van de verloving van Martha en Elja, in het ‘Algemeen Handelsblad’ van 16 oktober 1940. |
Huwelijk
In datzelfde jaar 1942 huwde Eljakim met Martha, in haar woonplaats Rotterdam op 14 augustus. Martha Wijler is een dochter, en eerste kind, van de commissionair in granen Louis Wijler (Lochem, 7 juni 1890) en Francina Helena Lansberg (Rotterdam, 25 oktober 1893). Dit paar trouwde op 19 februari 1918 in Rotterdam en kreeg na Martha nog de kinderen Greta (5 juni 1920), Maarten (23 december 1921, Henriëtte (30 oktober 1923), Helena (9 september 1925 en Johan (24 januari 1928): vier dochters en twee zonen.
Waar Eljakim en Martha zich na de bruiloft vestigden? Op de Amsterdamse archiefkaart van het echtpaar staat dat zij van 21 januari 1944 op een onbekend adres verbleven: VOW (Vertrokken Onbekend Waarheen). Maar de website HAA meldt dat zij intussen blijken te zijn ondergedoken. De Landbouw Hogeschool werd in 1941 gesloten en dat dwong Eljakim ertoe met zijn studie te stoppen.
Het onderduiken gebeurde vanaf voorjaar 1943 in ’s-Grevelduin-Capelle (kortweg Capelle), vlakbij Sprang-Capelle liggend in noordelijk Noord-Brabant. Via een oud-studiegenoot, Joop Verhey, kwamen zij daar terecht. “Joop Verheij was daar huisarts en erg begaan met het lot van de joden. Zij werden geïntroduceerd als goede vrienden van de dokter, die geëvacueerd waren vanuit Den Haag.” Samen met Martha verbleef Eljakim onder de naam Jan Willem Rutgers op een boerderij, bij de familie Kemmeren.
Verzet
Tot het einde van de oorlog lukte het de Vega’s om ondergedoken en onontdekt te blijven. Maar volgens de website HAA bleven zij niet al die tijd in Capelle. Eljakim kwam in het dorp “in aanraking met het verzet”. Hij begon met het verstrekken van voedselbonnen, vervalste persoonsbewijzen en bracht mensen onder op onderduikadressen. HAA: “Vanwege zin interesse in het NSB-gedachtengoed kwam hij regelmatig in een NSB-boekhandel in Den Bosch om kranten en tijdschriften te kopen, waardoor hij al snel gezien werd als een gelijkgestemde. Op die manier vergaarde hij informatie waar hij veel mee heeft kunnen doen voor het verzet.”
Maar “na verloop van tijd” zag hij zich gedwongen te verhuizen naar andere onderduikadressen. “En zo kwam hij via Waalwijk, Tiel, Arnhem, Buren en Groot-Ammers uiteindelijk terecht in Achterveld”, een dorp dat halverwege Leusden en Barneveld in de Gelderse Vallei ligt. Op de boerderij ‘Havikshorst’ van Bart van de Glind verbleven al de zus van Martha en haar man.
“Niet lang daarna”, vervolgt het Historisch Archief Achterveld, “kwam het bericht dat de Canadezen in Barneveld waren.” Eljakim kwam in contact met kapitein Moerman, die voor de Britse inlichtingendienst werkte. “Er ontwikkelde zich een samenwerking, waarbij Elja als een soort zwervende verkenner optrad in het gebied tussen de Duitse en geallieerde linies.”
Springstof
De website vervolgt met een tamelijk heldhaftig optreden van Eljakim. Er was alarm geslagen over de kerk. Daar pakten Canadese militairen Duitsers op, die bezig waren explosieven aan te brengen in de kerktoren. “Echter, de springstof zat nog in de toren en niemand durfde erin te gaan.” Eljakim aarzelde niet. Hij dacht volgens HAA: “Ik heb toch niet zoveel te verliezen”, waarna hij de lef opbracht om de munitie te verwijderen.
“Naar eigen zeggen trof hij in de toren elektriciteitsdraden aan, die verbonden waren met 21 potjes van in totaal 63 kilo springstof. Met de springstof in een bakfiets en de draden om zijn nek is hij naar Barneveld gefietst om de spullen bij het hoofdkwartier van de Canadezen in te leveren. Die konden hun ogen niet geloven en vertelden hem dat hij ongelooflijk veel geluk had gehad.”
In deze periode heeft Eljakim nog ene Hella Felder gered, aldus de website Hollocaustchild.org. Vega wist voor Hella een schuilplaats te regelen in Noord-Brabant. Van tijd tot tijd was zij genoodzaakt naar een nieuw adres te gaan en het lukte Vega steeds om haar daarbij te helpen.
Gedurende haar onderduik was Hella óók een koerierster, voor het verzet. Tijdens de hongerwinter van ’44-’45 fietste zij vele kilometers rond en bezorgde ze brieven in Gorkum en Woudrichem. Na de oorlog is Hella op 8 februari 1950 in Heelsum getrouwd met Gideon Jehuda Sylvain Kahn (Amsterdam, 1923). En met hem en dochter Sophia Cypra (Amsterdam, 2.1.1951) ging zij naderhand in Haïfa wonen.
Het tijdschrift ALEH van september 2004 weet verder nog te melden dat Eljakim in de oorlog “neergeschoten piloten in veiligheid wist te brengen. Ook slaagde hij erin een aanzienlijk aantal Joden te redden.
![]() |
Na de oorlog emigreerden Martha en Eljakim naar Israël. |
Israël
Na de oorlog werkte Eljakim voor de geallieerde inlichtingendiensten. Hij ging per 11 december 1945 in Rotterdam wonen, aan de Beukelsdijk, op nummer 18a. Per 6 maart 1946 werd Amsterdam weer zijn woonplaats (Sloestraat 6II), gevolgd door Wageningen per 5 maart 1947. Daar, wonend op nummer 18 van het Bowlespark, studeerde Eljakim af als landbouwkundig ingenieur. Volgens HAA heeft hij daarna “nog een poos gewerkt” aan de Hogeschool*.
Op 14 juli 1960 is hij aan diezelfde school gepromoveerd met het proefschrift Moeilijkheden en Mogelijkheden van bloembollenteelt in Israël. Daarover kon hij met gezag schrijven, omdat het echtpaar Vega inmiddels al vele jaren in Israël woonde. Het was per 3 september 1947 uit Nederland vertrokken en in Haifa aangekomen, om daar definitief te blijven.
Volgens HAA was de keuze voor Palestina vanzelfsprekend. “Tijdens zijn jaren op het gymnasium was Eljakim actief als jeugdleider in de zionistische jeugdvereniging Benei Amenoe (Zonen van ons volk)”, zo wordt toegelicht. “Zionisme betekent het streven naar een onafhankelijke Joodse staat. Ook in zijn studententijd heeft Eljakim zich beziggehouden met de Zionistische beweging en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij en zijn vrouw zich na de oorlog voorbereidden op hun Aliya.”
Op de website Ghetto Fighters’ House is een interview met Eljakim te lezen, bij hem thuis afgenomen op 14 maart 1990. Daarin zegt hij dat hij eerst in Ein Charod ging wonen. Vanaf 1949 werkte hij op het Ministerie van Landbouw. Daarna was hij, vanaf 1954 tot zijn pensionering in 1981, directeur van de divisie voor bloemen en bloemenonderzoek van het Volcani Institut in Beit Dagon.
Samen met zijn vrouw Martha kreeg hij drie kinderen − de zonen Chanan en Yosef en dochter Aliza – en via hen twaalf kleinkinderen. Tegen die tijd woonde het echtpaar in Ramat Gan, een stad aan de kust.
Eljakim heeft een hoge leeftijd bereikt: 91. Hij stierf op 19 juli 2004 in Raänana in Israël. Zijn vrouw overleed als 80-jarige op 6 oktober 1999, eveneens in die gemeente, gelegen ten noordoosten van Tel Aviv.
![]() |
De persoonskaart van het gezin Wijler in Rotterdam, voor- en achterzijde. |
Schoonouders
En Louis Wijler en diens echtgenote Francine Helena, de schoonouders van Eljakim? Wat is er met hen gebeurd in en na de oorlog?
Feitelijk is te stellen dat zij allen vlak bij elkaar zijn gebleven. Op de Rotterdamse persoonskaarten van Louis en Francina staan handgeschreven notities (zie hiernaast) die veel verduidelijken. Louis is “niet gedep”, niet gedeporteerd, en dit geldt ook voor Francina. Op hun beider kaart staat met potlood de datum “3.2.43” genoteerd. Betekent dit dat zij toen zijn gecontroleerd?
Verder staat er bij Louis de opmerkingen “Mr. Dr. Frederikslijst I” en “8.8.42 JR”. Deze lijst, ook wel de Barneveldlijst genoemd, was samengesteld door de secretarissen-generaal K.J. Frederiks en J. van Dam, en stelde bepaalde joden vrij van deportatie, gezien hun maatschappelijke betekenis. Volgens de website Oorlogsbronnen stemde Generaalkommissar zur besonderen Verwendung Fritz Schmidt in de zomer van 1942 in met dit plan.
Louis en Francina waren zulke vrijgestelden.
Beiden hebben de Holocaust overleefd, zoals uit diezelfde kaarten blijkt. Bij beiden staat verder geschreven dat zij op 16 oktober 1945 als nieuw adres Beukelsdijk 18a hadden. Dit is hun eigen woning, waar kort daarna ook schoonzoon Eljakim en dochter Martha introkken, van 11 december 1945 tot 4 maart 1946, vóór hun emigratie naar Israël.
***
![]() |
Martha en haar vader Louis, allebei even vrolijk. |
Op de website ‘Geni’ is een privé-foto te zien van een vrolijk lachende Martha en haar al even opgeruimde vader Louis.
Deze is gemaakt door Aliza Zarchin. Dit is Martha’s dochter en Louis’ kleindochter. Wanneer de foto is gemaakt, wordt niet vermeld, maar ongetwijfeld zal dit zijn gebeurd toen Louis en zijn vrouw in Israël waren − op bezoek of er al wonend. In 1963 zijn Louis en zijn vrouw nog verhuisd naar nummer 12 van het Prinses Beatrixplantsoen in Rotterdam, ergens daarna zijn ook zij naar Israël vertrokken.
Louis is overleden op 20 oktober 1977 als 87-jarige in Raänana, dezelfde plaats als waar zijn dochter en schoonzoon woonden. Ze zijn dus in elkaars nabijheid gebleven. Zijn vrouw Francina stierf daar op 24 januari 1986. Zij is 92 jaar oud geworden.
* In zijn interview met het Ghetto Fighters’ House vertelt Eljakim wat meer over deze periode en hoe hij in Amsterdam belandde. |
![]() |
Op deze foto staat Eljakim links boven, zijn vrouw Martha in het midden en naast haar (de ons onbekende) Dik de Bruijn. Aan de tafel zitten Abraham en Betzij Alvares Vega, de ouders van Eljakim. |
< Terug naar index 'Verhalen over het voorbije joodse leven in Dordrecht'